Leiden Bio Science Park 2025
Transcription
Leiden Bio Science Park 2025
Leiden Bio Science Park 2025 Leiden in de top Leiden Bio Science Pa r k F O U NDA T ION Leiden Bio Science Park 2025 Leiden in de top Inhoud 1. Samenvatting 2 2. Inleiding: hoe staat Leiden Bio Science Park ervoor? 3 3. Analyse 4 4. Visie/ambitie 8 5. Optimalisatie huidige actielijnen 10 5.1 Acquisitie 10 5.2 Gebiedsontwikkeling 12 5.3 Onderwijs en arbeidsmarkt 14 5.4 Excellente faciliteiten 17 5.5 Governance 19 6. Groei versnellers 21 6.1 Ondernemers de ruimte geven 21 6.2 Optimale huisvesting 24 6.3 Verbreding van het profiel 26 7. Actie agenda 28 7.1 Optimalisatie actielijnen 28 7.2 Groei versnellers 30 Bijlagen 1. Lijst betrokkenen bij de totstandkoming van ‘Leiden Bio Science Park 2025’ 31 2. Ontwikkeling werkgelegenheid in Leiden Bio Science Park van 2004 tot 2010 33 3. Ontwikkeling van de bedrijven op Leiden Bio Science Park; medicijnen in de pijplijn, fase in value chain, ziektegebieden 34 4. Mijlpalen Leiden Bio Science Park 2005/2010 35 5. Behoefte aan labruimte/faciliteiten 37 6. Bestuur en Raad van Advies van de Leiden Bio Science Park foundation 38 1 1 . S A M E N VAT T I N G Leiden Bio Science Park is het grootste biofarmaceutische Life Sciences cluster in Nederland en heeft alles in zich om een versnelde doorgroei naar de wereldtop te maken. Het gaat goed met het Leidse cluster: het heeft na 27 jaar een massa en kwaliteit bereikt waardoor bedrijven en onderzoekers zich er graag vestigen. Het cluster wordt erkend als hét biomedische cluster van Nederland, het werd mede vanwege de consistente visie uitgeroepen tot het beste bedrijvenpark in Nederland en het wordt gezien als één van de zes clusters van nationaal belang. Er is door de Universiteit Leiden, het LUMC, de ondernemersvereniging OV BSP, de gemeente Leiden, provincie Zuid-Holland en het ministerie EL&I de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in projecten die de bedrijven faciliteren, bijvoorbeeld Onderwijs en arbeidsmarkt projecten. Leiden Bio Science Park staat nu op een kantelpunt, door nu de groei te versnellen kan het Park de komende jaren uitgroeien tot een internationaal topcluster. De visie Leiden Life Sciences 2025 zet de lijnen uit voor de schaalsprong van Leiden Bio Science Park in de komende 14 jaar en acties voor de komende 5 jaar. De navolgende paragrafen beschrijven de stand van zaken van het cluster; de SWOT-analyse; de visie, de ambitie en de strategie van optimalisatie en versnelling; en de actie agenda voor de komende 5 jaar. De benadering is steeds: wat is de uitgangspositie, waar zitten de knelpunten en kansen, en wat wordt de aanpak. Groei versnelling Leiden Bio Science Park Leiden Bio Science Park zet in op de groei naar de wereldtop langs 2 lijnen: · Optimalisatie van bestaande actielijnen op het gebied van acquisitie, gebiedsontwikkeling, onderwijs en arbeid, excellente faciliteiten en governance. · Versnellen door het oppakken van kansen door ondernemers de ruimte te geven, te zorgen voor optimale huisvesting en de verbreding van het profiel van het cluster. Resultaat zal zijn dat Leiden Bio Science Park in 2025 is doorgegroeid tot een toonaangevend Life Sciences cluster op wereldniveau. Het Park is dan het hart van dé bruisende regio op het gebied van de medische en biofarma ceutische topresearch en de ontwikkeling en het vermarkten van innovatieve geneesmiddelen en medische technologie. 2 2 . I n l ei d i n g : H o e staat Lei d e n B i o S c ie n c e P a r k e r v o o r ? Leiden Bio Science Park is in haar 27-jarige bestaan uitgegroeid tot het grootste Life Sciences cluster in Nederland en telt zo’n 70 gespecialiseerde Life Sciences bedrijven met ruim 3.000 werknemers. Leiden Bio Science Park onderscheidt zich door de aanwezigheid van een nauw samenhangend cluster van ondernemingen, onderzoek en opleidingen. Wat maakt het cluster bijzonder: Ondernemingen · De al decennia lang volgehouden focus op de biofarmaceutische Life Sciences. · Een gestage groei van het aantal Life Sciences bedrijven en het aantal werknemers daarbij. · De aanwezigheid van bedrijven als Crucell, Galapagos, Genencor, HAL Allergy, Janssen Biologics (voorheen Centocor), Mentor, OctoPlus, Pharming en Astellas (vanaf 2012) die toonaangevend zijn in de wereld. · Jonge veelbelovende Leidse R&D bedrijven zoals Prosensa, ProFibrix en to-BBB die een snelle groei doormaken. · Een uitgebreid cluster van gespecialiseerde innovatieve serviceverlenende organisaties zoals BaseClear, CHDR, Millipore, ProteoNic, Proxy Laboratories, ServiceXS en Xendo. Onderzoek · De aanwezigheid van een sterke kennisbasis die gevormd wordt door het toponderzoek en toponderwijs bij het LUMC en de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. · De onderzoeksinstituten zoals TNO, het Leiden/Amsterdam Center for Drug Research en Top Instituut Pharma. Onderwijs · De aanwezigheid van relevant beroepsonderwijs op het Park: de Hogere Laboratorium Opleiding, Middelbare Laboratorium Opleiding en de unieke Leidse Instrumentmakers School groeien tegen de landelijke tendens in en zorgen voor goed opgeleide studenten. Samenwerking · De hechte relaties tussen de ondernemers, de kennisinstellingen en de overheden (gouden driehoek) in de ontwikkeling van het Park. De lijnen tussen de spelers in deze driehoek zijn in Leiden extreem kort. Dit draagt zeer bij aan de snelle groei en het internationale succes van het Park. · De samenwerking in Medical Delta met Rotterdam en Delft, het Europese Region of Knowledge consortium HealthTIES (met de regio’s Oxford, Zürich, Barcelona en Debrecen). · De relaties met de internationale vereniging van science parken IASP en de Europese organisatie van Biotech clusters CEBR. Door deze mix is een aantrekkelijke biotoop ontstaan waarin Life Sciences bedrijven zich optimaal kunnen ontwikkelen en voor werk, innovatie, welvaart en gezondheid zorgen. 3 3 . A n a ly se Leiden Bio Science Park staat er goed voor, maar er is nog veel te doen om de internationale toppositie te verwezenlijken en de motor te zijn voor de topsector Life Sciences. Ter voorbereiding van de toekomstvisie zijn gesprekken gevoerd met de verschillende stakeholders van het Park en is een SWOT-analyse en deskresearch gedaan. 1. Interviews Er zijn 46 interviews afgenomen met ondernemers, de gemeenten Leiden en Oegstgeest, de provincie Zuid-Holland, het ministerie EL&I, de Universiteit Leiden, het LUMC, vastgoedontwikkelaars, de WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA), Leiden University Research & Innovation Services (LURIS), de Ondernemersvereniging Bio Science Park (OV BSP), de Leiden Bio Science Park foundation (LBSPf), het Bestuur en Raad van Advies van de LBSPf. Zie bijlage 1 de lijst met geïnterviewde personen. In deze gesprekken werden de geïnterviewden gevraagd naar de succesfactoren en knelpunten van het Park en het belang dat ze hechten aan de groeifactoren vastgoed, acquisitie, faciliteiten, Onderwijs en arbeidsmarkt en verbreding van het profiel van het Park. Verder kwamen in de gesprekken een vergelijking met andere clusters, de veranderende rol van het Park als campus van nationaal belang en de optimale organisatievorm aan de orde. De volgende factoren werden door de stakeholders genoemd als de belangrijkste succesfactoren en knelpunten voor versnelde groei: Succesfactoren: · Gerichte acquisitie; · de aanwezigheid van de hele waardeketen; · samenwerking binnen het netwerk; · de aanwezigheid van faciliteiten (randvoorwaardelijke, inhoudelijke faciliteiten, services); · uitstraling; · de betrokkenheid van de stakeholders. Knelpunten: · Werving van personeel en tekort aan afgestudeerden; · gebrek aan ondernemerschap; · minder starters, gebrek aan startersbegeleiding; · lastige toegang tot kapitaal; · stagnatie in de bouw van private bedrijfsverzamelgebouwen (kantoren met labs); · gebrekkige bereikbaarheid en parkeermogelijkheden; · trage besluitvorming politiek, te veel regels. Tijdens de interviews zijn veel suggesties en oplossingen voor de knelpunten gedaan. Deze en de navolgende sterkte/zwakte analyse vormen de basis van de hoofdstukken 5 Optimalisatie van de huidige actielijnen, 6 Groei versnellers en 7 Actie agenda. 4 2. SWOT-analyse Leiden Bio Science Park Wat zijn de sterktes, wat zijn de verbeterpunten en welke kansen en bedreigingen zijn er? Sterktes · In de afgelopen jaren heeft Leiden Bio Science Park een kritische massa van bedrijven en organisaties bereikt. Deze massa maakt dat organisaties zich er graag vestigen. · Leiden Bio Science Park kent een dynamisch cluster met een gezonde mix van beursgenoteerde bedrijven, kleinere innovatieve bedrijven en serviceverleners. · Leids fundamenteel onderzoek in de Life Sciences is toonaangevend en wordt uitgenut door succesvolle bedrijven met levensreddende producten. · Leidse stakeholders beschikken over sterke netwerken. · Meerdere Leidse bedrijven hebben producten in de pijplijn die bijdragen aan de oplossing van tot nu toe onopgeloste medische problemen en bieden innovatieve, minder belastende oplossingen. Bijvoorbeeld het eerste in Nederland ontwikkelde biotech product Ruconest™ is eind 2010 door het Leidse Pharming op de Europese markt gebracht. · Ondanks de economische crisis is er nog steeds veel belangstelling voor vestiging op het Park en groeit het aantal nieuwe bedrijven (5 in 2009 en 5 in 2010). · Leiden kan bogen op hoog opgeleid personeel, zowel academisch geschoold als in het beroepsonderwijs. Het totaal aantal op het Park werkzame personen steeg met 3.621 (van 11.591 per 1-1-2004 naar 15.212 per 1-1-2010). Het aantal werknemers bij Life Sciences bedrijven nam in die periode toe met circa 1.000, van 2.084 naar 3.081. In 2009 vestigde HAL Allergy zich met 185 werknemers en eind 2012 verhuist Astellas naar het Park met ongeveer 550 werknemers. Zie bijlage 2 Ontwikkeling werkgelegenheid in Leiden Bio Science Park van 2004 tot 2010. · De belangstelling voor Leidse Life Sciences beroepsopleidingen is goed, de Leidse HBO en MBO laboratoriumopleidingen groeien tegen de trend in, de afgestudeerden vinden allemaal een baan. · De randvoorwaarden zijn op orde: de stedenbouwkundige masterplannen zijn goedgekeurd, de exploitatieovereenkomsten tussen respectievelijk de gemeenten Leiden en Oegstgeest en de Universiteit Leiden zijn getekend, de plannen voor verbeterde ontsluiting liggen klaar. De gemeente Leiden heeft zich, ondanks omvangrijke bezuinigingen, bereid verklaard te blijven investeren in het Park. · Leiden Bio Science Park heeft de wind mee, het Park wordt door steeds meer bedrijven en bestuurders erkend als hét rode Life Sciences cluster in Nederland. Dit vertaalde zich onder andere in de erkenning als: · Beste bedrijvenpark in 2009; · 1 van de 4 volwassen campussen in Nederland (Buck onderzoek campussen Min. EZ, 2009); · 1 van de 6 campussen van nationaal belang (idem); · de Kennis Investerings Agenda, de quick scan door Ronald Berger over Ruimtelijke clusters en het rapport van het Innovatie Platform van april 2010 pleiten voor focus op clusters met voldoende kritische massa en concluderen dat Zuid-Holland het zwaartepunt van het nationale drugs cluster vormt; · in het Regeerakkoord 2010 wordt Leiden Bio Science Park genoemd als ‘Sterke regio’. · De bedrijven op het Park doen het goed, ze zijn een gewilde partner in ontwikkelprojecten van big farma, bij 5 van de 10 recente grote Europese biotech deals in de periode 2008-2010 zijn Leidse bedrijven betrokken. 5 · Leiden is binnen Medical Delta gekozen als vestigingsplaats van het prestigieuze Nederlands Centrum voor Electronen Nanoscopie (NeCEN). · Het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit is sinds 2010 gevestigd in museum Naturalis, waarna het museum is omgedoopt tot NCB Naturalis. De collecties van de Nederlandse universiteiten worden daar de komende jaren geconcentreerd. Verbeterpunten: · De laatste jaren komt de groei in het aantal bedrijven voornamelijk uit kleine bedrijven of regionale verplaatsingen, zoals van HAL Allergy en Astellas. Voor een extra boost van de werkgelegenheid en het aantal bebouwde vierkante meters op het Park zijn meer grotere organisaties nodig. · De lancering van nieuwe spin-outs vanuit de Universiteit of het LUMC stagneert. Voor een evenwichtige ontwikkeling van het cluster is een constante instroom van starters nodig. · De Leidse starters en jonge bedrijven hebben behoefte aan meer coaching, inspiratieprogramma’s, kennis uitwisseling en ondersteuning op het gebied van financiën, HRM en ICT. · Voor de aantrekkelijkheid van het Park als vestigingsplaats is het van belang dat gegadigden zich binnen afzienbare termijn op het Park kunnen huisvesten. Daarvoor is voldoende en gevarieerd aanbod van kantooren laboratoriumruimten nodig en zijn er nieuwe financieringsconstructies nodig om dit mogelijk te maken. Nu is er aanbod in de incubators en zijn er ruime mogelijkheden zelf te bouwen, maar er is een tekort aan bedrijfsverzamelgebouwen met kantoren en labs in de private sector. · Het succes van het Park is mede het gevolg van de inzet van een beperkt aantal beeldbepalende mensen. Dat is een kracht, maar er schuilt ook een zwakte in. · Door de focus op rode biotechnologie dreigen organisaties die zich bezighouden met aanpalende vakgebieden minder aandacht te krijgen. Kansen · Leiden heeft binnen het vakgebied een ijzersterk medisch en farmaceutisch imago, historisch en actueel. · De voorgestelde herziening van het nationale Bedrijfslevenbeleid met Life Sciences als één van de topsectoren biedt kansen, zoals het terugdringen van de regeldruk. De beperkte budgetten dwingen tot keuzes en nieuwe businessmodellen. · Parallel hieraan zet de provincie Zuid-Holland in op een schaalsprong in de nieuwe Economische Transitie Agenda voor de Zuidvleugel, ook in deze agenda vormen de health & life sciences één van de negen kansrijke sectoren. · Binnen de stad Leiden wordt gewerkt aan het Programma Kennisstad. In het Programma Kennisstad wordt door de Universiteit Leiden, het LUMC en gemeente Leiden de gezamenlijke visie op de ontwikkeling van kennis en de vermarkting daarvan neergelegd met een uitvoeringsprogramma. · De Life Sciences is een jonge innovatieve sector met potentieel. De sector draagt 3,7% bij aan het Nederlandse BNP en investeert ruim 2 miljard in onderzoek en ontwikkeling. · Het is een sector met een hoge toegevoegde waarde, een heel beperkt ruimtebeslag en nauwelijks extra transport. Daardoor past de sector goed in de verstedelijkte Randstad. 6 · De R&D van big farma wordt wereldwijd geconsolideerd, de kansen voor Nederland en Leiden liggen in de R&D van de vele kleine en middelgrote biotech bedrijven. · Biotech bedrijven zijn innovatietoeleveranciers van big farma geworden. De pijplijn van de traditionele farma loopt leeg, biotech bedrijven zorgen nu al voor de eerste fase ontwikkeling van 67% van de nieuwe medicijnen. Binnen de biotech bedrijven vindt drug development plaats tot circa fase II van klinisch onderzoek, vaak gefinancierd door investeerders en soms ook via deals met big farma. Succesvolle leads worden vaak in samenwerking met of na overname door een groot farma bedrijf verder ontwikkeld. Bedreigingen: · De concurrentiepositie van de Nederlandse Life Sciences kan enorm worden versterkt als de sector meer ruimte krijgt om binnen de Europese regelgeving te opereren. Trage besluitvorming, overdreven strikte interpretatie van regels en risicomijdend gedrag van de overheid zorgen er nu voor dat klinisch onderzoek vaak in andere Europese landen wordt uitgevoerd in plaats van in Nederland. · Investering in innovatie en clusterontwikkeling wordt door de overheid gezien als een startsubsidie. Na verloop van tijd zou het cluster zonder overheidsinvestering verder moeten kunnen. De Life Sciences wordt echter gekenmerkt door een langdurige, kostbare en risicovolle productontwikkeling waarvoor consistent beleid en lange termijn financiering belangrijk zijn. · Onderwijs en arbeidsmarkt: ook in de economisch mindere tijden hebben de Leidse bedrijven moeite gekwali ficeerd personeel te vinden, laat staan als de bedrijven de verwachte groei realiseren. · Biotech en medische technologie bedrijven vinden lastig investeerders vanwege hun kostbare en langdurige productontwikkeling. Vooral de tweede en derde fase financiering van medicijnontwikkeling, de zogenaamde Valley of Death waar investeringen snel hoger worden en het risico nog niet significant daalt, is niet goed geregeld en zeker niet voldoende ondersteund in Nederland. · De Life Sciences kan zich in Nederland alleen verder ontwikkelen als blijvend geïnvesteerd wordt in de sterke kennisbasis van de universiteiten en universitaire medische centra, in de valorisatie van deze kennis en in publiekprivate samenwerking in organisaties zoals de Top Instituten. · De concurrentie tussen Life Sciences clusters in Nederland groeit: Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Maastricht profileren zich ook als rode biotech clusters. De internationale acquisitie is meer gebaat bij een gezamenlijke propositie en specialisatie. · Financieel/economische situatie: bezuinigingen bij de overheid (lokaal, provincie, rijk), kennisinstellingen en bedrijven en een terughoudend investeringsklimaat. · Nederland is geen land van big farma, de recente consolidatie van Abbott en MSD heeft het aantal R&D banen in de big farma sterk verminderd. Nederland kan zich beter positioneren als een innovatief biotech land en werken aan een aantrekkelijk vestigings- en ondernemingsklimaat. · De meeste biotech bedrijven kosten nu alleen maar geld, nog slechts enkelen hebben een product op de markt. · In de statistieken worden veel Life Sciences bedrijven (nog) ingedeeld bij andere sectoren, zoals chemie, wat eveneens leidt tot onderwaardering van de economische bijdrage van deze sector. Bij een volwassen wordende sector hoort ook een betere statistische rapportage. · Het grote publiek is nog onbekend met de biotechnologie en de maatschappelijke relevantie van de medische biotechnologie in het bijzonder. Voor draagvlak van het onderzoek en de financiering is vergroten van de bekendheid met de sector van belang. 7 4 . V isie / ambitie 2 0 2 5 Visie Leiden Bio Science Park 2025 De Leidse regio huisvest in 2025 een nog bruisender cluster waar topbedrijven en organisaties in de Life Sciences zich graag vestigen en duurzaam kunnen groeien, waar voldoende studenten een relevante opleiding volgen en waar uitdagende banen en hooggekwalificeerd personeel zijn. Het cluster levert daarmee een belangrijke bijdrage aan economie en maatschappij. Onderzoekers en bedrijven worden in hun groei ondersteund door excellente (onderzoeks)faciliteiten en een bloeiend netwerk in een aantrekkelijke omgeving. Leiden Bio Science Park groeit in de komende jaren binnen Europees verband door tot een wereldspeler op het gebied van de medische en biofarmaceutische topresearch en de ontwikkeling en het vermarkten van innovatieve geneesmiddelen, diagnostica en medische technologie. Een voorwaarde voor de verdere groei van het cluster en de sector is dat de sector uitgaat van samenwerking in plaats van onderlinge concurrentie. Leiden Bio Science Park biedt daarom graag haar ruime ervaring aan en gaat nationaal en internationaal samenwerkingsverbanden aan. Ambitie 2025 · Leiden Bio Science Park groeit versneld door en wordt in omvang en kwaliteit een nog completer cluster met bedrijven in alle soorten en fases, van start-ups tot multinationals, van research tot productiebedrijven en toeleveranciers. · De bedrijven en onderzoekers op het Park leveren met hun medicijnonderzoek, medische hulpmiddelen of diensten een bijdrage aan de verhoging van de kennis over en de kwaliteit van gezondheid, of dragen bij aan preventie en zorg. · De bedrijven en instituten vormen de ruggengraat van een gezonde Life Sciences bedrijfstak, zij zorgen voor rendement en werkgelegenheid. · Het Park ondersteunt bedrijven en instellingen met een excellente en open access (onderzoeks) infrastructuur, met alle nodige faciliteiten, services en een levendig netwerk. · De opleidingen zorgen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven voor voldoende studenten en het bij- en nascholen van personeel. · Leiden Bio Science Park werkt nationaal en internationaal samen en vervult een voortrekkersrol in de sector. De Leidse agenda 2025: toppositie verder uitbouwen De strategie voor verdere groei van de bedrijven en het biomedische cluster bestaat uit het versterken van de sterke punten en het aanpakken van de geconstateerde knelpunten langs twee lijnen: · Optimalisatie van de bestaande acties op het gebied van acquisitie, gebiedsontwikkeling, onderwijs en arbeid, excellente faciliteiten en governance; · Versnellen door het oppakken van kansen door ondernemers de ruimte te geven, te zorgen voor optimale huisvesting en verbreding van het profiel van het cluster. De Leidse agenda 2025 voor de komende 14 jaar zal zich richten op: 8 Optimalisatie 1. Gerichte acquisitie Gerichte nationale en internationale acquisitie van bedrijven en het faciliteren van de fysieke groei van de bedrijven dragen bij aan de versnelde groei. 2. Gebiedsontwikkeling Een toplocatie beschikt over een aantrekkelijke leef- en werkomgeving met uitstraling, beschikbare bouwgrond, goedgekeurde bestemmingsplannen, voldoende kantoor- en laboratoriumruimte en ruimtelijke kwaliteit. 3. Een optimale aansluiting van Onderwijs en arbeidsmarkt De bedrijven kunnen niet groeien zonder voldoende goed geschoold personeel en een naadloze samenwerking tussen ondernemers en de opleidingen. 4. Excellente faciliteiten Voor een aantrekkelijk Life Sciences cluster en de groei van hoogtechnologische bedrijven zijn een excellente (onderzoeks)infrastructuur, faciliteiten, diensten en een levendig netwerk belangrijke succesfactoren. 5. Governance Voor de versnelde groei is een goede organisatie met voldoende middelen en een nauwe betrokkenheid van de stakeholders nodig. Groei versnellen 1. Ondernemers de ruimte geven Ondernemers krijgen de ruimte door knelpunten op het gebied van regelgeving, toelating tot de markt en vergoeding weg te nemen, de toegang tot kapitaal te verbeteren en een optimaal ondernemersklimaat te creëren, ook voor starters. 2. Optimale huisvesting Om de beoogde groei te accommoderen en doorstroming in de huisvesting van bedrijven te faciliteren zijn nieuwe huisvestingsformules nodig. 3. Verbreding van het profiel Behoud van de heldere focus op de medische biotechnologie staat voorop. Maar er liggen ook kansen in aangrenzende medische en biotechnologische vakgebieden. 9 5 . Optima l ise r e n De afgelopen 5 jaar is voortvarend langs de ijnen uit het Actieprogramma Leiden - life meets science aan de ontwikkeling van Leiden Bio Science Park gewerkt. Voor de versnelde doorgroei van het Park wordt ingezet op de optimalisering van deze actielijnen acquisitie, gebiedsontwikkeling, onderwijs en arbeid, excellente faciliteiten en governance. 5.1 Acquisitie Door een jaren volgehouden marketinginspanning van de Leiden Bio Science Park foundation en het investeren in de lokale, nationale en internationale netwerken, is de zichtbaarheid van het Leiden Bio Science Park sterk vergroot. De Leiden Bio Science Park foundation werkt in de acquisitie van buitenlandse Life Sciences bedrijven nauw samen met de WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA) en de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Samen met deze partners onderhoudt de Leiden Bio Science Park foundation veelvuldig contact met buiten landse bedrijven, parken en biotech organisaties. Deze jarenlange inzet heeft er toe geleid dat onder andere het Japanse Astellas, Aeon Astron en TLC Biopharmaceuticals uit Taiwan en het Duitse Milteny Biotec voor Leiden hebben gekozen. Tijdens de World Expo in Shanghai is de basis gelegd voor de vestiging op het Park van een joint venture van het Leidse bedrijf SU Biomedicine en de Chinese Yangtze River Pharmaceutical Group. Ook vestigden zich bedrijven vanuit andere locaties in Nederland. Tussen 2006 en 2010 zijn 8 Life Sciences bedrijven uit binnen en buitenland met circa 275 medewerkers geac quireerd. Dit betekent dat van de groei van het Park sinds 2006 met 18 Life Sciences bedrijven ruim 44% afkomstig is uit acquisitie en de overige groei uit autonome groei van de reeds op het Park gevestigde bedrijven en starters komt. En dat de groei van 865 medewerkers sinds 2006 voor 31% afkomstig is uit de acquisitie. Knelpunten en kansen · Tot op heden hebben nieuw gevestigde bedrijven zich over het algemeen zelf gemeld of kwamen binnen via de WFIA, NFIA of andere bronnen. · In de Zuidvleugel zijn de WFIA, de Rotterdamse Investment Agency (RIA), Science Port Holland, de provincie Zuid-Holland en de Leiden Bio Science Park foundation bij de acquisitie betrokken, dit moet slagvaardiger. · Voor het aantrekken van nieuwe bedrijven zijn ook de aanwezigheid van voldoende ruimte, grond en vastgestelde bestemmingsplannen en gekwalificeerd personeel van belang, deze komen respectievelijk in paragraaf 5.2 en 5.3 aan de orde. · Andere vestigingsfactoren zoals voldoende betaalbare woningen, scholen, 4-sterren hotels in de omgeving en winkels, horeca en goede bereikbaarheid op het park worden in de contacten met de overheid steeds onder de aandacht gebracht. Vlakbij in Oegstgeest en op voormalig vliegveld Valkenburg worden woningen in allerlei prijsklassen gebouwd en naast Corpus Experience komt op het Park een 4-sterren hotel. 10 Strategie acquisitie Leiden Bio Science Park zal de versnelde groei aanpakken door gerichte nationale en internationale acquisitie, door meer inzetten op het faciliteren van de groei van de bedrijven en de randvoorwaarden op orde te hebben. In het in 2010 met de stakeholders opgestelde Acquisitieplan is gekozen voor een thematische focus op de bedrijven/organisaties die zich bezig houden met Vaccins, Infectious diseases en Imaging en een regionale focus op Azië en de Verenigde Staten. Doelstelling is om in samenwerking met de WFIA en Medical Delta te groeien met 100 nieuwe bedrijven en 15.000 extra arbeidsplaatsen door acquisitie, spin-outs en autonome groei in 2025. Optimalisatie acquisitie · Voor de schaalsprong in de acquisitie is het nodig dat 1 FTE de opdracht krijgt voor de gerichte acquisitie. Deze persoon krijgt een duidelijke doelstelling, budget en planning. · Binnen het consortium Medical Delta werkt de Leiden Bio Science Park foundation aan een gezamenlijke acquisitiestrategie. · De Leiden Bio Science Park foundation zal blijven meewerken aan de door Life Science & Health gestarte landelijke internationale acquisitie en zal daarbij inzetten op afstemming over de positionering van de verschillende regio’s. · De communicatie over vestigingsargumenten wordt geactualiseerd. Er komt meer informatie over de kennis en faciliteiten op het Park, up-to-date informatie over beschikbare locaties, de vestigingsvoorwaarden en de kosten voor vestiging en levensonderhoud. · Er zal een concurrentieanalyse worden gemaakt waarin geanalyseerd wordt hoe de top 5 van Europese collega parken de acquisitie aanpakken en op welke punten er van hen te leren valt. · Nationale acquisitie: 50 in Nederland gevestigde bedrijven die een welkome versterking van het Park zouden kunnen betekenen, zullen worden benaderd. · Internationale acquisitie: de consolidatie in de markt van big farma maakt het niet reëel om een hoofdkantoor van een internationale “grote vis” naar Nederland te willen halen. Leiden Bio Science Park zet daarom in op het aantrekken van middelgrote bedrijven en organisaties naar het cluster. In samenwerking met WFIA worden 50 Life Sciences bedrijven in de VS benaderd. Daarnaast zullen in overleg met de WFIA 1 tot 2 keer per jaar bedrijven die actief zijn binnen de inhoudelijke of regionale focus door middel van een roadshow actief worden benaderd. 11 5.2 Gebiedsontwikkeling Nadat de Leidse gemeenteraad had besloten om in de Leeuwenhoek af te zien van een plan met 2.200 woningen is in 1992 een bestemmingsplan vastgesteld waarin het gebied als wetenschapspark werd aangemerkt. Circa 10 jaar later raakte dit bedrijventerrein vol en zijn door de gemeente Leiden en de Universiteit plannen gemaakt voor een sterk vergroot Leiden Bio Science Park. Ook is in Oegstgeest het gebied Nieuw Rhijngeest Zuid aan Leiden Bio Science Park toegevoegd. De verdere ontwikkeling van Leiden Bio Science Park is in 2009 vastgelegd in Stedenbouwkundige Masterplannen en Exploitatieovereenkomsten die de Universiteit met respectievelijk de gemeenten Oegstgeest en Leiden heeft afgesloten. Als vervolg daarop is in 2010 allereerst voor de deelgebieden Boerhaave en Sylvius een bestemmingsplan vast gesteld. Aan de bestemmingplannen voor de andere deelgebieden wordt gewerkt. Voor Nieuw Rhijngeest Zuid zal in 2011 een ontwerp bestemmingsplan opgesteld worden. De verbetering van de ontsluitingsweg Plesmanlaan maakt het mogelijk om ook voor het Entreegebied een bestemmingsplan op te stellen. Op het Leidse gedeelte van Leiden Bio Science Park voorzien de plannen in 200.000 m2 bvo extra ruimte voor Life Sciences bedrijven en gerelateerde bedrijvigheid en 170.000 m2 bvo voor wonen en stedelijke voorzieningen. Op het Oegstgeestse deel van Leiden Bio Science Park is ruimte voor extra 150.000 m2 bvo Life Sciences gerelateerde bedrijvigheid, 330 woningen en een hotel. De plannen voorzien behalve in uitbreiding van het aantal vierkante meters ook in het realiseren van een hoogwaardig stedelijke gebied met functiemenging, een goede wegeninfrastructuur, openbaar vervoer en water; de Hollandse Campus. De financiën voor verbetering van infrastructuur zijn grotendeels beschikbaar. Daardoor kunnen nu de uitvoeringsplannen gemaakt worden voor de ongelijkvloerse kruising in de Plesmanlaan, de extra toegang tot Leiden Bio Science Park en de herinrichting van de verlengde Wassenaarseweg, de Zernikedreef en het Leeuwenhoekpark. Hoewel niet alle extra ruimte onmiddellijk gerealiseerd kan worden, is er voldoende grond beschikbaar om ook een versnelde groei van Leiden Bio Sciences Park tot 2025 te faciliteren. Een strategische claim op het bedrijventerrein op het voormalig vliegveld Valkenburg voorziet ook in groeimogelijkheden na deze datum. Knelpunten en kansen · De meeste plannen zijn nu nog in voorbereiding. Het trage besluitvormingsproces en de lange doorlooptijden van plannen passen niet bij het gewenste versnelde ontwikkeltempo van Leiden Bio Science Park. · De gebiedsontwikkeling is ook vertraagd omdat beleggers in vastgoed door de economische crisis minder bereid zijn te investeren. Daardoor komen ook de door de bedrijven gewenste stedelijke voorzieningen niet van de grond. · Het Park ligt gunstig tussen het spoor en de snelweg A44. Maar het openbaar vervoer over het Park moet frequenter in de spits, en de Oost-Westverbindingen per auto en parkeren op het Park zijn een zorg. De voor de doorontwikkeling van Leiden Bio Science Park belangrijke bereikbaarheidsprojecten RijnGouwelijn en Rijnlandroute zijn onderwerp van jarenlange discussie. In het nieuwe collegeakkoord van de provincie Zuid-Holland is onlangs meer geld uitgetrokken voor de Rijnlandroute. De geplande light rail RijnGouwelijn door Leiden Bio Science Park is vervangen door een busbaan van station Leiden CS naar Katwijk. 12 Optimalisatie Gebiedsontwikkeling · Slagvaardig uitvoeren van de bereikbaarheidsprojecten op en nabij Leiden Bio Science Park: · De Rijnlandroute; · de RijnGouwelijn; · de ongelijkvloerse kruising in Plesmanlaan en het gelijktijdig realiseren van een extra toegang tot Leiden Bio Science Park; · de onderdoorgang van de Wassenaarseweg onder de A44; · de aanpassing van de Zernikedreef en de Einsteinweg; · een permanente oplossing voor parkeren door werknemers en bezoekers; · korte termijnoplossingen: verbeteringen van de verkeersafwikkeling op het kruispunt Einsteinweg en Plesmanlaan en (tijdelijke) parkeeroplossingen op het park. · Voortvarend opstellen van de noodzakelijke bestemmingsplannen. · Creatieve pogingen om marktpartijen te interesseren in investeringen in bedrijfsruimten en stedelijke voorzieningen op Leiden Bio Science Park. · Excellente vergunningverlening, one-stop-shop, helderheid over toelatingsbeleid van nieuwe bedrijven. · Afspraken over inrichting en onderhoud van Leiden Bio Science Park met een sterke betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de “bewoners”. · Realiseren van de geplande groenstructuur. 13 5.3 Onderwijs en arbeidsmarkt De groei van de bedrijven op het Park wordt in hoge mate bepaald door de aanwezigheid van voldoende en goed gekwalificeerd personeel. Daarom heeft de Leiden Bio Science Park foundation in nauwe samenwerking met de bedrijven en kennisinstellingen de afgelopen jaren verschillende projecten geïnitieerd die zijn gericht op het optimaliseren van de aansluiting van Onderwijs en arbeidsmarkt in de Life Sciences. Deze projecten hebben als doel de toestroom van studenten naar het Middelbaar Laboratorium Onderwijs (MLO), het Hoger Laboratorium Onderwijs (HLO), de Leidse Instrumentmakersschool (LIS) en de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit te bevorderen, de aansluiting tussen Onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren en activiteiten te ontplooien om gezamenlijk personeel te werven en te behouden voor het Park. Gerealiseerde Onderwijs en arbeidsmarkt initiatieven op Leiden Bio Science Park: · Binnen het project Pieken in de Delta O&A zijn de afgelopen jaren in leer/werktrajecten op MBO niveau BBL2 (bij Janssen Biologics) en BBL3 30 studenten opgeleid tot laboratoriummedewerker. · In samenwerking met de Hogeschool Leiden zijn een GMP cursus en een cursus taal- en rekenvaardigheden voor laboratoriummedewerkers ontwikkeld voor het benodigde basisniveau op het gebied van kwaliteitsdenken. · De onderlinge relaties en kennis van elkaars werkzaamheden zijn verbeterd nadat ongeveer 25 docenten stage liepen bij bedrijven op het Park en de bedrijven de opleiding bezochten. · Een online stageloket werd opgezet om het aanbod van stageplaatsen op het Park te matchen met de vraag vanuit het ROC en de Hogeschool. · Om bedrijven te faciliteren in het aantrekken van buitenlandse kenniswerkers is in 2010 het Expat Centre Leiden opgericht door de Leiden Bio Science Park foundation, de Universiteit Leiden, de gemeente Leiden, Leiden Marketing en het bedrijfsleven. · Binnen het netwerk van HR-functionarissen en de opleidingsmanagers op het Park worden ervaringen en vacatures uitgewisseld op bijeenkomsten en in de LinkedIn HR-groep. · De Leiden Bio Science Park foundation was betrokken bij de uitbreiding van de faciliteiten en het verbreden van het curriculum van het Junior Science Lab binnen de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. In het Junior Science Lab krijgen leerlingen uit de bovenbouw van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs practica met leermiddelen die op een middelbare school meestal niet aanwezig zijn. · De Leiden Bio Science Park foundation heeft een haalbaarheidsstudie naar de groeimogelijkheden van de Leidse (MBO) Instrumentmakers School en toevoeging van een HBO voor precisietechnologie gefaciliteerd. Deze opleiding wordt nu in samenspraak met het bedrijfsleven en andere opleidingen opgezet. Knelpunten en kansen · Ook in de economisch mindere tijden hebben de Leidse bedrijven moeite gekwalificeerd personeel te vinden, laat staan als de bedrijven de verwachte groei realiseren. Oorzaken zijn: minder jongeren, de relatieve impopulariteit van de bètaprofielen in het voortgezet onderwijs, de te lage instroom in het technisch beroepsonderwijs en de toekomstige uitstroom van veel gekwalificeerd personeel door de vergrijzing. · Ook de relatief dure faciliteiten van de Life Sciences en technische opleidingen zoals de LIS vormen een belemmering voor de groei van het onderwijs in de Life Sciences sector. · De bevordering van een gezonde lokale Onderwijs en arbeidsmarkt, staat of valt met het commitment van alle partijen. De eerdere Onderwijs en arbeidsmarkt projecten voor een duale HLO opleiding en het online stage loket zijn gestaakt of hebben niet goed gefunctioneerd ondanks dat in voorafgaand onderzoek de behoefte was geconstateerd. 14 · Binnen de sector Life Sciences is er geen gezamenlijke studie- en beroepenvoorlichting. De branche chemie promoot ook medische laboratorium studies in de campagne Chemie is overal. · Bedrijven die internationaal personeel werven, ervaren problemen op het administratieve vlak en in het vinden van een betaalbare woning voor deze vaak jonge kenniswerkers. · Door de snelle technologische veranderingen moeten bedrijven het personeel steeds bijscholen en is hoger gekwalificeerd personeel nodig. · Ongeveer de helft van de MLO afgestudeerden studeert door op de HLO. Hierdoor komen er te weinig uitvoerende analisten op de markt. · Daarnaast zijn er de verwachte grote tekorten in de zorgsector. De zorginstellingen en zorgopleidingen op Leiden Bio Science Park zullen hiermee te maken krijgen. · Het aanbod aan vacatures bij bedrijven en organisaties op het Park is versnipperd beschikbaar. Optimalisatie Onderwijs en arbeidsmarkt De grootste uitdaging wordt voldoende personeel voor het Park te werven en te behouden en dat het aanbod aansluit op de vraag van de bedrijven. Uitgangspunt in de aanpak is dat de Leiden Bio Science Park foundation een faciliterende rol vervult en daarbij de aanjager is van projecten waar de bedrijven om vragen. De foundation ondersteunt alleen als er commitment van de bedrijven is. Netwerkvorming · Voor de verhoging van het opleidingsniveau en netwerkvorming op het Park worden niet meer alleen de HR functionarissen, maar ook het personeel benaderd met het aanbod van cursussen en banen door middel van een online analistenforum en sociale media. · Studenten wordt de weg naar de bedrijven gemakkelijker gemaakt door ze met bedrijven in contact te brengen door middel van borrels, sponsoring van evenementen en relaties met studieverenigingen. · De Life Sciences flexpool BioScience@work wordt verder uitgerold naar meer deelnemende bedrijven. De flexpool BioScience@work is geïnitieerd om aan de wisselende vraag naar personeel te voldoen en tijdelijk overtollig personeel voor de brede regio te behouden. De flexpool wordt uitgevoerd door Randstad en is per april 2011 van start gegaan met de bedrijven Janssen Biologics, Synco BioPartners en Teva Pharmachemie. · De flexpool wordt aangevuld met een inleenservice waarbij bedrijven tijdelijk personeel kunnen uitwisselen. In deze opzet blijft het dienstverband met het uitlenende bedrijf bestaan. Opleiding en training · De Leidse Zorgacademie is een initiatief om verschillende zorgopleidingen verticaal en horizontaal met elkaar te verbinden. Door elementen als technologie prominent aan de opleidingen toe te voegen, worden de beroepen voor grotere groepen leerlingen interessant. · De Leiden Bio Science Park foundation zal met de partners in Medical Delta samenwerken om te komen tot een Medical Delta College of een Life Sciences Academy waarin het totale aanbod aan Life Sciences opleidingen, beroepen, banen, de flexpool, stages en bijscholing wordt gebundeld en gepromoot. Op deze wijze is er meer massa aan studenten, docenten en faciliteiten. 15 · De realisatie van de Bio Simulation Factory waar studenten en personeel in de praktijk worden opgeleid in het werken onder Good Manufacturing Practice (de vereiste richtlijnen in de farma industrie). De Bio Simulation Factory komt tegemoet aan de behoefte van bedrijven en de opleidingen om personeel en studenten beter te kunnen trainen in een gesimuleerde situatie. Inmiddels is een businessplan en een EFRO aanvraag opgesteld voor de realisatie voor de Bio Simulation Factory met werkende productielijnen en laboratoria. Vooruitlopend daarop wordt met provinciale subsidie gewerkt aan een opleidingsprogramma voor de proeffabriek. · Het pakket cursussen voor bij- en (om)scholing van werknemers wordt verbreed met bijvoorbeeld korte in-huis trainingen over de laatste ontwikkelingen in het vakgebied, business development, engineering, research en validatie. Werving · Er komt een welkomstpakket voor nieuwe medewerkers met trainingen, uitnodiging deel te nemen aan een van de vele toegesneden netwerken en met informatie over de beschikbare faciliteiten op het Park. · In samenspraak met het bedrijfsleven en opleidingen worden banenmarkten voor afstudeerden (Bioscience career day) gefaciliteerd en worden beroepenvoorlichting en programma’s voor de stimulering van de instroom van leerlingen in de MLO en HLO ondersteund. · Bevorderd wordt dat bedrijven alle vacatures aanmelden voor plaatsing op de Leiden Bio Science Park website zodat er een compleet overzicht van het aanbod is en de dynamiek van het Park en de personeelstekorten beter zichtbaar worden. · Leiden Bio Science Park zal sectorbrede promotie van het maatschappelijk en economisch belang van de sector, beroepen en studies initiëren. 16 5.4 Excellente faciliteiten Excellente faciliteiten, diensten en een bloeiend netwerk bieden bedrijven de voedingsbodem om te groeien en zijn een belangrijke meerwaarde voor het cluster. Leiden Bio Science Park beschikt over een breed scala faciliteiten en diensten, er zijn: · Sectorspecifieke faciliteiten; · op medicijnontwikkeling gerichte serviceverlenende organisaties; · business services (organisaties die professionele diensten bieden); · algemene shared facilities (zoals de gezamenlijke catering en receptie in de incubator); · zachte faciliteiten zoals het netwerk; · harde faciliteiten zoals verkeersinfrastructuur en vergaderruimten. Het Park beschikt over meerdere sectorspecifieke faciliteiten. De 7-Tesla MRI-scanner van het LUMC, de (pre) klinische onderzoeksfaciliteiten van het LUMC, het Centrum voor Human Drugs Reserarch (CHDR), TNO, het Cell Observatory en het Nederlands Centrum voor Electro Nanoscopie( NeCEN) vormen een excellente (onderzoeks) infrastructuur op het Park. De NeCEN nanomicroscopen zijn vanaf eind oktober 2011 in het Cell Observatory van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden op afstand beschikbaar voor wetenschappers en bedrijven wereldwijd. De Bio Simulation Factory zal een landelijke functie vervullen in de scholing van studenten en bijscholing van personeel. Een andere belangrijke meerwaarde van Leiden Bio Science Park is de aanwezigheid van een uitgebreid cluster van op medicijnontwikkeling gerichte serviceverlenende organisaties. Deze bedrijven bieden allerlei diensten op het gebied van bijvoorbeeld research en ontwikkeling, kwaliteitscontrole, (pre)klinisch onderzoek, intellectueel eigendom en marktintroductie. Op het Park zit sinds kort ook een leverancier van laboratoriummaterialen met een magazijn, de mogelijkheid om apparatuur te kalibreren en er is een kleine werkplaats. Met name starters en jonge R&D bedrijven hebben behoefte aan business services op het gebied van HRM, ICT en administratie, zodat zij zich kunnen concentreren op hun kernactiviteiten. Algemene shared services worden aangeboden in de verschillende verzamelgebouwen. De Ondernemers vereniging Bio Science Park (OV BSP) biedt haar leden meerdere collectieve contracten aan voor bijvoorbeeld beveiliging, catering en deelauto’s en organiseert een shuttlebusdienst in de spits. Daarnaast biedt het Park zachte faciliteiten in de vorm van het maandelijkse Life Sciences Café in De Stal, dé ontmoetingsplek van het Park, er zijn sociale activiteiten (o.a. tennis, golf, borrels), een CEO-netwerk en de jaarlijkse barbecue. Uit onderzoek naar de behoeften aan faciliteiten binnen Medical Delta, blijkt dat door slim gebruik te maken van de faciliteiten binnen de regio voordeel te halen valt. Het delen van apparatuur/faciliteiten (facility sharing) vergt veel communicatie, matchmaking, training in het gebruik van de apparatuur en organisatie (schoonmaak, beheer). Bedrijven delen al dure apparatuur binnen bijvoorbeeld de Mibiton Share regeling. Het onderzoek beveelt aan alleen te delen als er genoeg deelnemende organisaties (in Medical Delta verband), financiën en organisatiekracht (1 fte) zijn. Zie bijlage 5 Behoefte aan labruimte/faciliteiten. 17 Optimaliseren excellente faciliteiten · De Leiden Bio Science Park foundation gaat de behoefte aan meer faciliteiten monitoren en inventariseren welke faciliteiten en diensten collega clusters bieden en zal bemiddelen bij het tot stand komen van eventuele nieuwe gezamenlijke projecten. · Bio-informatica en het verwerken van steeds grotere hoeveelheden onderzoeksdata nemen in het dagelijks proces van de Life Sciences ondernemers een steeds grotere plaats in. De Leiden Bio Science Park foundation zal erop aandringen bij de stakeholders dat er een excellente ICT-infrastructuur met snelle dataverbindingen, dataopslag en dataverwerking komt. Dat kan (als er genoeg draagvlak en middelen zijn) met behulp van shared services en via commerciële aanbieders. · Omdat bedrijven geen goed overzicht hebben van de beschikbare faciliteiten en services en omdat de behoeften per ontwikkelingsfase en soort bedrijf verschillen, zal de foundation het aanbod drug development services transparant maken. · Meer labservices op het Park bieden bedrijven kostenbesparingen en flexibiliteit. Met de OV BSP wordt een inventarisatie gestart welke andere labservices (bijvoorbeeld labjassen steriliseren/wassen, schoonmaak cleanrooms, steriel water) en gezamenlijke ondersteunende apparatuur (zoals een autoclaaf, wasmachine, dna-opslag, vriezers, enz.) nodig zijn. · Jonge R&D bedrijven worden gefaciliteerd met toegang tot meer aanbieders van business services op het gebied van financiering, verzekering, belastingen, administratie, ICT helpdesk, HR, juridische zaken en communicatie. · De gezamenlijke inkoop van shared facilities, zoals abonnementen op software, communicatienetwerken en telefonie, energie, licenties voor vakliteratuur en onderzoeks- en financiële databases (zoals Medtrack) wordt onderzocht. Van een aantal diensten dat al in de incubatoren of bij de Universiteit Leiden aanwezig is, wordt geïnventariseerd of deze ook voor andere organisaties op het Park ter beschikking kunnen komen. · Jonge en jong volwassen bedrijven vinden lastig samenwerkingspartners of zijn niet goed uitgerust om hun dienst/vinding onder de aandacht te brengen. Ze kunnen hierbij gefaciliteerd worden door de bedrijven meer in contact met investeerders en universiteiten te brengen en door (in Medical Delta verband) technologie markten en cursussen “Hoe financier/vermarkt ik mijn vinding/product” te organiseren. · De behoefte aan meer netwerken op functieniveau naast de bestaande CEO, HR en communicatienetwerken wordt geïnventariseerd en gefaciliteerd als daaraan behoefte bestaat. · De Leiden Bio Science Park foundation stimuleert dat bedrijven, medewerkers, onderzoekers, financiers en beslissers elkaar meer (ook informeel) gaan ontmoeten, faciliteert bijeenkomsten, lezingen en sport. Als bedrijven en onderzoekers op het Park beter van elkaar weten waarmee men bezig is, kunnen ze beter kennis delen en samenwerken door middel van open innovatie. Daardoor wordt de dynamiek op het Park vergroot. · Bedrijven die belangstelling hebben voor gezamenlijke projecten op het gebied van medicijnontwikkeling worden met collega bedrijven in de Medical Delta en HealthTIES netwerken in contact gebracht. · Het Park brengt de behoefte aan gezamenlijke initiatieven met toonaangevende Europese parken op het gebied van bijvoorbeeld huisvesting, financiering, Europese lobby en benchmarking en het gezamenlijk aanvragen van Europese financiering in kaart. · Leiden Bio Science Park verbindt zich meer met de directe omgeving en laat veel meer zien welke ontdekkingen er in Leiden zijn gedaan en aan de oplossing van welke (medische) problemen de hedendaagse Life Sciences bijdraagt. De Leiden Bio Science Park foundation zal in samenwerking met de bedrijven meer de economische en maatschappelijke impact van de het Park uitdragen, bijvoorbeeld tijdens de wetenschapsdag, het Leidse Kennisen kunstfestival en door de realisatie van de ontdekroute tussen het Park en de Sterrenwacht in de binnenstad. 18 5.5 Governance Bij de ontwikkeling van Leiden Bio Science Park zijn verschillende organisaties betrokken: · De stichting Leiden - life meets science werkt sinds 2006 met een programma van 6 actielijnen gericht op de marketing en acquisitie van het Park en het faciliteren van de gevestigde bedrijven. De actielijnen zijn marketing, acquisitie, communicatie; onderwijs en arbeid; doorgroei startende en jonge bedrijven; internationalisering en regionalisering; stedelijke infrastructuur en strategie ontwikkeling. Deze actielijnen zijn inmiddels aan een update toe. In 2009 is de stichting omgedoopt tot de Leiden Bio Science Park foundation (LBSPf). Partners in deze stichting zijn de Universiteit Leiden, het LUMC, de gemeente Leiden en de OV BSP. Zie bijlage 6 voor een overzicht van het Bestuur en de Raad van advies van de Leiden Bio Science Park foundation. · De Ondernemers vereniging Bio Science Park (OV BSP) behartigt de belangen van de ondernemingen en instellingen op het Park met onder andere lobby (bereikbaarheid), verzorgt facilitaire raamcontracten, verdeelt het gebiedsbudget uit het Leidse Ondernemersfonds en vervult de parkmanagement taak. · Gebiedsontwikkeling gebeurt door de gemeenten Leiden en Oegstgeest in samenspraak met de grondeige naren (Universiteit Leiden, LUMC en gemeente Leiden). Het ontwikkelgebied Nieuw Rhijngeest Zuid ten westen van de A44 ligt in de gemeente Oegstgeest. Een verdere doorgroei van het Park zal op termijn (na 2025) kunnen plaatsvinden in het nog te ontwikkelen bedrijventerrein aan de rand van de nieuwe woonlocatie Valkenburg in de gemeente Katwijk. · Valorisatie van de universitaire kennis wordt verzorgd door Leiden University Research and Innovation Services (LURIS). LURIS houdt zich onder andere bezig met het uitlicensering van kennis en met juridische en financiële ondersteuning. · Startershuisvesting valt onder beheer van het BioPartner Center Leiden. Het BioPartner Center Leiden beschikt over 3 panden met totaal 10.000 m2 kantoor, labruimten en centrale diensten. Starters en doorgroeiende bedrijven worden ondersteund met facilitaire zaken en flexibele contracten (kortere contracten dan de marktcontracten). · De LBSPf is soms samen met de OV BSP actief in de lobby gericht op volksvertegenwoordigers en bestuurders op lokaal (gemeenten Leiden en Oegstgeest), regionaal (Holland Rijnland), provinciaal en bij de Eerste en Tweede Kamer. Daarbij wordt samen opgetrokken met de branchevereniging BioFarmind. De lobby is tot nu toe vooral gericht geweest op communicatie van de economische en maatschappelijke relevantie van het cluster. Knelpunten en kansen · Naast de financiering van de LBSPf door de partners, is er ook projectmatige financiering door publieke subsidiegevers zoals de provincie Zuid-Holland en het ministerie van EL&I. Deze subsidiestromen houden op korte termijn op te bestaan. · In Nederland profileert elk science park zich momenteel apart en dat lijkt niet altijd de optimale schaal. Optimalisatie Governance · Binnen het bestuur van de Leiden Bio Science Park foundation vindt momenteel een strategische heroriëntatie plaats. Daarbij komen de volgende vragen aan de orde: welke taken moet de stichting uitvoeren, welke zijn nice-to-have en welke kunnen beter door anderen worden gedaan. De kerntaken waar het bestuur nu op uitkomt zijn te formuleren als: exposure, interne cohesie en onderwijs en arbeid met daarbij incidentele projecten die apart gefinancierd zullen worden. De strategische heroriëntatie en de bijbehorende financiering worden door de stakeholders/bestuursleden van Leiden Bio Science Park foundation medio 2011 voor de komende tijd vastgelegd. 19 · De kennisinstellingen werken binnen Medical Delta momenteel aan een vergaande integratie en het zou niet onlogisch zijn om in dit proces ook de science parken mee te nemen. · De lobby wint aan kracht en zal effectiever zijn als op provinciaal niveau met Medical Delta en nationaal met de complete sector één boodschap wordt gecommuniceerd, bijvoorbeeld bij de lobby voor de relevantie van de sector, financiën, huisvesting en wet- en regelgeving. Per thema kan de boodschap worden ingekleurd met lokale cases en prominente lokale woordvoeders. Het Leidse cluster is het aan haar rol als grootste speler verplicht om de handschoen op te pakken en binnen Medical Delta en de sector de gezamenlijke lobby op de agenda te zetten. · De Europese lobby kan met behulp van de warme contacten binnen HealthTIES, met de internationale science parken organisatie IASP en de vereniging van Europese Bioclusters CEBR worden opgezet. · Leiden Bio Science Park zal investeren in grotere eenheid in de Life Sciences sector met meer één gezicht naar buiten, een gezamenlijke internationale positionering en specialisatie van de verschillende Nederlandse clusters/ regio’s. Bij een volwassen sector hoort ook het initiëren van nationale projecten, bijvoorbeeld een Nederlandse MIT, gezamenlijke promotie van loopbanen en studies in de sector en het vergroten van draagvlak voor de sector onder de Nederlandse (én lokale) bevolking. 20 6 . G r o ei ve r s n e l l e r s Naast de optimalisatie van bestaande acties wordt de groei versneld door het oppakken van nieuwe kansen die wezenlijk zullen bijdragen aan de schaalsprong van Leiden Bio Science Park. Dat zal gebeuren door ondernemers meer de ruimte te geven, te zorgen voor optimale huisvesting en de verbreding van het profiel van het cluster. 6.1. Ondernemers de ruimte geven De Leiden Bio Science Park foundation wil de ondernemers meer de ruimte geven door in samenwerking met de sector te pleiten voor het opheffen van knelpunten op het gebied van regelgeving, toelating tot de markt en vergoeding, de toegang tot kapitaal te verbeteren en een optimaal ondernemersklimaat te creëren waar starters gestimuleerd worden om de stap naar een eigen bedrijf te zetten en ondernemers ondersteund worden bij hun groei. Regelgeving Het plan van het kabinet om te snijden in regels zal de Life Sciences sector een impuls geven. Ook op dit gebied kan Nederland zich van haar meest innovatieve kant laten zien. Want bedrijven zijn gebaat bij snelle en voorspelbare procedures zowel voor het vestigen van bedrijven en het uitvoeren van experimenten, als voor klinisch onderzoek en toetreding op de markt. Met respect voor de geldende eisen voor veiligheid van mens, dier en milieu is hier nog winst te behalen. Een vooruitstrevend klimaat op het gebied van regelgeving heeft nog twee grote voordelen: nieuwe producten komen zo het snelst bij de Nederlandse patiënt en het versterkt de Nederlandse positie als een toonaangevende Life Sciences regio. Voorbeelden van knelpunten waar bedrijven tegenaan lopen: · Onderzoek met behulp van Genetisch Gemodificeerde Organismen kan eenduidiger gefaciliteerd worden; · regelgeving voor preklinische en klinische studies kan worden gestroomlijnd; · de toelating en vergoeding van innovatieve geneesmiddelen kan versneld worden. Bijvoorbeeld naar analogie van de ATU (Autorisation Temporaire d’Utilisation)-regelgeving in Frankrijk waar weesgeneesmiddelen een voorlopige registratie en vergoeding krijgen na het aantonen van veiligheid, terwijl de effectiviteit nog verder wordt onderzocht. Kapitaal · Life Sciences bedrijven vinden moeilijk investeerders voor hun langdurige en kostbare productontwikkeling. Dit vertraagt de start en de groei van jonge Life Sciences ondernemingen zeer. · De WBSO is een uitstekend fiscaal instrument voor R&D bedrijven maar de Innovatiebox en verlaging van de Vennootschapsbelasting zijn alleen interessant voor bedrijven die winstbelasting betalen maar niet voor verlieslatende startende R&D bedrijven die de steun het meest nodig hebben. · De klinische trials om nieuwe medicijnen toegelaten te krijgen zijn zo duur dat biotech bedrijven ze alleen in samenwerking met big farma kunnen bekostigen. · De introductie van nieuwe medicijnen stuit, nadat zij zijn goedgekeurd voor toetreding tot de markt, nog op een volgende barrière: opname in het Geneesmiddelen Vergoedingen Systeem. · De verkoop van nieuwe Medische Technologie wordt geremd door de gefragmenteerde bekostigingsstructuur van de zorg. 21 Starters · Voor een evenwichtige ontwikkeling van het cluster is voldoende instroom van jonge R&D bedrijven belangrijk. Binnen de universiteiten en universitaire medische centra ligt echter de nadruk nu meer op het uitlicenseren van kennis dan op het stimuleren van nieuwe bedrijven. De eerste generatie spin-outs vanuit de Universiteit Leiden en het LUMC, Crucell, OctoPlus, Pharming zijn uitgegroeid tot succesvolle beursgenoteerde bedrijven. De volgende generatie jonge bedrijven Prosensa en ProFibrix en to-BBB zijn gezochte partners van big farma. De laatste jaren is echter de instroom van spin-outs sterk teruggelopen. · De Leidse incubatoren bieden geen plaats aan studenten zoals dat bij Yes!Delft wel het geval is. · De wisselwerking tussen LURIS en ondernemers behoeft verbetering want bedrijven en wetenschappers weten elkaar niet goed te vinden. · Het programma Science & Research Based Business van de Universiteit Leiden biedt masterstudenten speciale managementprogramma’s. Het park mist nog inspiratie en coaching programma’s voor starters en de uitwisseling tussen bedrijven en kennisinstellingen kan beter. Groei versnelling door ondernemers de ruimte te geven Regelgeving · Lobby met de sector voor minder en doorzichtiger regels. · Zorg ervoor dat regels in samenwerking met bedrijven worden vastgesteld en gehandhaafd. · Voorzie de nationale en Europese lobby van Leidse voorbeelden en draag ondernemers aan als woordvoerders. · Voorstellen om ondernemers en instellingen op het Park meer gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de handhaving van de welstandsregels te geven zullen worden ondersteund. Kapitaal · De deskundigheid in de Raad van Advies van LBSP en van anderen uit het netwerk wordt gemobiliseerd om het knelpunt van de kapitaalverschaffing van de startende Life Sciences bedrijven aan te pakken. · Er is behoefte aan een (revolverend) innovatiefonds met kapitaal voor startende en doorgroeiende bedrijven, beheerd door professionele investeerders afkomstig uit de sector. De Medical Delta Multiplier BV in oprichting zal ook een nuttig instrument zijn. In de nieuwe Economische agenda voor de Zuidvleugel wordt een Regionale OntwikkelingsMaatschappij voorgesteld. De gezamenlijke inspanningen worden ook gericht op financiering op Europees niveau, via de Europese Investeringsbank. · Er is een vernieuwende aanpak nodig om Business Angels, filantropen en Venture capitalists meer te interesseren voor de Nederlandse (en daarmee Leidse) Life Sciences sector. · Banken en andere financiële partijen zouden actiever geïnformeerd moeten worden over de ontwikkelingen in de Life Sciences sector. De aanstelling van een Life Sciences deskundige bij het hoofdkantoor van de RABO bank is een goed voorbeeld! · Het Park zorgt ervoor dat starters en jong volwassen bedrijven investeerders ontmoeten en dat informatie over financiering, Venture capitalists en Europese programma’s toegankelijk is. 22 Starters · De start van meer jonge bedrijven wordt gestimuleerd door meer professionele ondersteuning te geven op het gebied van huisvesting, coaching, businessplannen schrijven, financiering en juridische zaken aan jonge ondernemers en wetenschappers die een eigen bedrijf willen starten. · In samenwerking met het BioPartner Center Leiden zal worden onderzocht of pre-incubation van studenten die nog niet met hun bedrijf de universiteit of het LUMC hebben verlaten (zoals bij YES!Delft), ook op Leiden Bio Science Park kan worden opgezet. · De samenwerking met LURIS wordt verder versterkt. Zij beheren de ‘kraamkamer’ van toekomstige spin-outs vanuit LUMC en Universiteit. · Starters in de incubators zullen meer worden gekoesterd in een vibrant community, een hippe, informele omgeving met plug-and-play faciliteiten, loungeplekken, in de nabijheid van ondernemers die als rolmodel fungeren. 23 6.2 Optimale huisvesting Life Sciences bedrijven hebben heel specifieke bedrijfsruimtes nodig met speciale voorzieningen dan wel mogelijkheden om deze zelf aan te brengen. De aanpak van de huisvesting van de Life Sciences bedrijven op Leiden Bio Science Park is gekoppeld aan het langdurige en onzekere groeiproces van deze bedrijven. De bedrijven starten vaak in een ruimte van hun kennisbasis: de Universiteit, LUMC, TNO of een bedrijf. Als ze financieel voldoende sterk staan, volgt de stap naar de BioPartner Incubator I of II (en binnenkort in aanbouw Incubator III). Daarna volgt de stap naar de BioPartner Accelerator of naar een commercieel bedrijfsverzamelgebouw zoals SL Plaza. Vervolgens kan voor een eigen gebouw op het Park worden gekozen. Crucell, OctoPlus en Pharming doorliepen deze huisvestingscarrière. Leiden Bio Science Park is in theorie in staat de huisvestingsbehoeften van Life Sciences bedrijven in elk ontwikkelingsstadium te faciliteren. De huidige laboratoriumgebouwen zijn thans nagenoeg geheel in gebruik. Er zijn weinig panden met alleen kantoren op Leiden Bio Science Park en zij zijn momenteel voor 100% bezet. Knelpunten en kansen · Life Sciences bedrijven zoeken meestal laboratoriumruimte in combinatie met kantoorruimte. De hoge kwaliteitseisen die aan labruimte en mogelijke cleanrooms voor medicijnontwikkeling gesteld zijn, maken dat een Life Sciences gebouw zo’n 50% duurder is dan een gewoon bedrijfsverzamelgebouw. · Investeerders en banken hebben koudwatervrees bij het financieren van research gebouwen, zeker als de eindgebruikers nog niet bekend zijn, terwijl de ervaring leert dat research gebouwen veel makkelijker volstromen dan gewone kantoorpanden. · De doorstroom van bedrijven vanuit de gesubsidieerde bedrijfsverzamelgebouwen naar volledig door de markt gefinancierde huisvesting stagneert. Het duurt lang voordat de jonge bedrijven voldoende zeker van hun bedrijfsontwikkeling zijn dat ze de stap naar commerciële huur aandurven. Life Sciences bedrijven zijn daarom gebaat bij flexibele huurcontracten met een kortere termijn dan de gebruikelijke 5 jaar en het huren van wisselende oppervlaktes. Deze formule is nu alleen mogelijk in de BioPartner gebouwen. · Verhuizen van laboratoria is geen sinecure en dat moet in de levensduur van een bedrijf niet vaak voorkomen. · Bedrijven die binnen korte tijd extra ruimte nodig hebben (zoals Prosensa dat in 1 jaar van 20 naar 80 werk nemers groeide) of bedrijven van buiten Leiden met een onmiddellijke ruimtebehoefte, kunnen nu alleen door BioPartner gehuisvest worden. · De markt voor commerciële bedrijfsverzamelgebouwen kan geen ruimte op voorraad bouwen, de initiatief nemers voor de verzamelgebouwen Beagle Zernike en Snellius hebben te maken met beleggers die eisen dat voor de bouw begint, minstens 70% verhuurd is met contracten voor 5 jaar. · De stap naar een eigen gebouw is ook groot. De investeerders in Life Science bedrijven verwachten een totale focus op onderzoek en geen afleiding in de vorm van een nieuwbouwproject. · Het blijkt moeilijk de tailor made Life Sciences bedrijfsruimtes een tweede leven te geven. Zij zijn specifiek voor de eerste gebruiker ontworpen en gebouwd. Voor een tweede gebruiker is het, als vraagprijs en de prijs van de aanpassingen bij elkaar opgeteld worden, al gauw aantrekkelijker om nieuw te bouwen. Maar dan nog is de leegstand van panden op Leiden Bio Science Park in vergelijking met algemene kantoorlocaties erg laag (ongeveer 1,5%, tegen 12-15% in Zuid-Holland). 24 Groei versnelling door optimale huisvesting Er moet een panel van deskundigen gevormd worden om zich te buigen over de uitvoering van de navolgende voorstellen uit het onderzoek naar de behoefte aan bedrijfsruimten dat op verzoek van Medical Delta door de Leiden Bio Science park foundation is opgesteld: · Meng in commerciële bedrijfsverzamelgebouwen ondernemingen met een hoog risicoprofiel, met bedrijven met minder risico. Dat kunnen service bedrijven zijn, medtech bedrijven of volwassen bedrijven. · Bouw grote gebouwen voor een groot aantal bedrijven; de onzekerheid door fluctuatie van de ruimtevraag bij een bedrijf kan makkelijker opgevangen worden in een groot gebouw met vele huurders. Voor de hand ligt om zo’n groot gebouw modulair op te zetten op een manier dat makkelijk kan worden bijgebouwd. · Vind en overtuig potentiële investeerders van de voordelen van het investeren in bedrijfsruimten voor Life Sciences bedrijven. · Zoek vernieuwende financieringsarrangementen, bijvoorbeeld een investeringsfonds waar verschillende kleine partijen in deelnemen of werk samen met een nieuw type investeerder. · Jonge Life Sciences bedrijven met een hoog risicoprofiel zullen ook in de toekomst niet door de markt bediend worden. Zij blijven afhankelijk van de met gedeeltelijk publiek geld gefinancierde incubators en accelerators. Zorg ervoor dat bedrijven die geen hoog risicoprofiel hebben en voldoende volwassen zijn, doorstromen naar de commerciële gebouwen. 25 6.3 Verbreding van het profiel Leiden Bio Science Park is door 27 jaar vasthouden aan een heldere focus op de medische biotechnologie het toonaangevende Park geworden wat het nu is. Daarmee is gekozen voor een gestage maar ook langzame groei. Toch zijn er ook andere hoogtechnologische bedrijven op Leiden Bio Science Park aanwezig zoals Dutch Space en Cosine (ruimtevaart), het Europees hoofdkantoor van Danisco Genencor (witte biotechnologie), Mentor en Cam Bioceramics (medische technologie), enkele startende bedrijfjes in de groene biotechnologie en recent iSOFT (medische informatica). Verbreding van de scope van Leiden Bio Science Park zou de groei van het Park kunnen versnellen. Knelpunten/kansen · De niet-medische high tech bedrijven zijn op Leiden Bio Science Park wat solitair; zij horen niet bij de mainstream, misschien kunnen de bedrijven toch verrassend iets aan elkaar hebben. · Op de Leidse Universiteit wordt ook in andere studierichtingen dan de medische biotech op hoog niveau wetenschap bedreven die niet-medische spin-out bedrijven oplevert. · Veel nieuwe kansrijke ontwikkelingen worden verwacht in de cross-overs van verschillende technologie gebieden, zoals cross-overs tussen de rode biotech en de greenports en de witte biotech. Groeiversnelling door verbreding van het profiel · De focus op medische biotechnologie moet blijven maar daaromheen liggen ook kansen. Er zijn kennisgebieden met een link naar medisch en er zijn kennisgebieden met een link naar biotech. · Er is alleen een kans als er al aanknopingpunten zijn zoals met wetenschapsbeoefening op hoog niveau en of high tech bedrijven die al een positie hebben. De samenwerking binnen Medical Delta kan er toe leiden dat een cluster dat alleen in Leiden te klein zou zijn, in het grotere verband van Medical Delta toch bestaansrecht heeft. Kansen op medisch gebied Brains, aanknopingspunten: · Het profileringsgebied Brain function and disfunction over the life span van de Universiteit Leiden (inclusief de faculteit Sociale Wetenschappen) en het LUMC; · de aanwezigheid van Rivierduinen, de regionale instelling voor geestelijke gezondheidszorg; · het bedrijf to-BBB op het Park. Zorginnovatie, aanknopingpunten: · Het profileringsgebied Health, prevention and the human life cycle van de Universiteit en LUMC; · Medical Delta wil een proeftuin zijn voor zorginnovatie; · het Medical Delta project Living Labs voor Zorginnovatie met pilot in Leiden; · de aanwezigheid van de Zorgacademie. Dit profileringsgebied heeft een hoge en goed zichtbare maatschappelijke relevantie. Medische technologie, aanknopingspunten: · De aanwezigheid van het LUMC; · de bedrijven Cam Bioceramics, Mentor, Livit Orthopedie en Babybloom; · de Leidse Instrumentmakers School. 26 Bio informatica, aanknopingspunten: · Opleidingen en onderzoek bij Universiteit en Hogeschool Leiden; · ontwikkelingen in de Life Sciences naar meer computergebruik bij de R&D; · de aanwezigheid van de bedrijven iSOFT en Culgi. Imaging, aanknopingspunten: · De aanwezigheid van het Cell Observatory en NeCEN bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen; · de 7-Tesla MRI en andere imaging apparatuur bij het LUMC; · de samenwerking binnen Medical Delta. Kansen in de niet-medische biotech Groene biotech, aanknopingspunten: · Onderzoek bij het Instituut voor Biologie van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen; · startende bedrijven als Add2X, Fytogoras en Phytovation; · de nabijheid van de Greenport. Witte biotech, bio fuels en biomaterialen, aanknopingspunten: · Onderzoek bij faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen; · de nabijheid van DSM in Delft; · het bedrijf Danisco Genencor. Uiteraard is nader onderzoek nodig naar deze kansen. Voor Imaging loopt al een onderzoek in het kader van Medical Delta. Voor het cluster Brains betalen de gemeente Leiden en de Leiden Bio Science Park foundation een door de LBSPf uit te voeren onderzoek naar de potentie van een cluster Brains. De zorginnovatie en het idee van Medical Delta als proeftuin voor zorginnovatie, zal door Medical Delta worden opgepakt. Als er kansen blijken te liggen, dan zal de eerste stap zijn de betrokkenen bij elkaar te brengen en te kijken welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn en hoe die dan gefaciliteerd kunnen worden. Ook kan gekeken worden naar mogelijkheden van kruisbestuiving tussen de verschillende kennisgebieden. De nieuwe subclusters kunnen bijdragen aan de communicatie, marketing en acquisitie van het cluster en daarmee ook aan de groei. 27 7. A c tie age n d a De actie agenda voor de stakeholders van het park, met taken en doelstellingen volgt 2 lijnen: optimalisatie van actielijnen uit het verleden en groei versnelling door nieuwe acties. 7.1 Optimalisatie actielijnen groeifactor actie doelstelling stakeholders vergroting slagkracht 1 dedicated FTE LBSPf, WFIA communicatie beter zichtbaar LBSPf Medical Delta samenwerking LBSPf, MD landelijke aanpak eenheid, specialisatie LSH, regio’s concurrentie analyse vergelijken LBSPf, WFIA gerichte nationale en internationale acquisitie 100 bedrijven en totaal 15.000 LBSPf, MD, WFIA arbeidsplaatsen in 2025 uit acquisitie, starters en autonome groei roadshows 1 tot 2 keer per jaar LBSPf, MD, WFIA uitvoeren diverse bereikbaarheidsprojecten bereikbaarheid met OV en auto verbeteren Gemeenten, PZH opstellen bestemmingsplannen basis voor uitvoering plannen Gemeenten, Univ marktpartijen interesseren externe financiering voor projecten Gemeente L, Univ vergunningverlening, one stop shop, helderheid over toelatingsbeleid vergroten aantrekkelijkheid Gemeenten afspraken over inrichting en onderhoud kostenbesparing en eenheid en kwaliteit in uitstraling Gemeenten, OV BSP groenstructuur twee groene longen Gemeente L studenten - bedrijven in contact brengen Bedrijven, LBSPf, studenten HR, analisten netwerken faciliteren Taskforce O&A welkom, cursussen personeelsbehoud Bedrijven, LBSPf Life Sciences Academy, banenmarkten, vacatures studie en werk mogelijkheden communiceren Bedrijven, LBSPf, MD, opleidingen Bio Simulation Factory, BioScience@work uitrollen MD, Stuurgroep BSF, Taskforce O&A Acquisitie Gebiedsontwikkeling Onderwijs en arbeidsmarkt 28 groeifactor actie doelstelling stakeholders snelle dataverbindingen, dataopslag en dataverwerking ICT-infrastructuur verbeteren Bedrijven, univ pakket drug development services ontwikkelen compleet zijn in services Bedrijven, LBSPf behoefte labservices in kaart compleet zijn in services OV BSP business services bieden compleet zijn in services Bedrijven, LBSPf inkoop van abonnementen kostenvoordeel Bedrijven, Biopartner, LBSPf, OV BSP, Univ company development programma’s jonge bedrijven stimuleren Bedrijven, LURIS, SBB bedrijven - investeerders en universiteiten (jonge) bedrijven stimuleren LBSPf, RvA behoefte meer netwerken in kaart netwerkvorming Bedrijven, LBSPf sociale activiteiten netwerkvorming Bedrijven, LBSPf kennis delen en samenwerken open innovatie Bedrijven, LBSPf verbinding met stad Leiden draagvlak, citymarketing Bedrijven, Leiden Marketing, LBSPf bedrijven in contact brengen met MD en HealthTIES collega’s (inhoudelijke samenwerking) door meer massa meer van de grond krijgen Bedrijven, HealthTIES, LBSPf, Medical Delta behoefte gezamenlijke projecten binnen MD en HealthTIES in kaart brengen (faciliteiten) door meer massa meer van de grond krijgen Bedrijven, HealthTIES, LBSPf, Medical Delta strategische heroriëntatie taken en financiën toekomstbestendig Bestuur LBSPf, stakeholders Medical Delta meer integratie LBSPf, MD gezamenlijke lobby meer slagkracht HealthTIES, LBSPf, LSH, MD, sector sectorale promotie en draagvlak meer eenheid in de Life Sciences sector LBSPf, LSH, sector Excellente faciliteiten Governance 29 7.2 Groei versnellers groeifactor actie doelstelling stakeholders minder en doorzichtiger regels, ondernemers de ruimte Bedrijven, LBSPf, LSH, Overheid, sector sector lobby naar landelijke overheid en Europa ondernemers de ruimte Bedrijven, LBSPf, LSH, Overheid, sector deskundigheid verzamelen over kapitaalverschaffing deskundigheid bundelen en verwerven Gemeente L, LBSPf, LURIS, MD, PZH, RvA innovatiefonds investeringsinstrumenten voor innovatieve bedrijven MD, PZH buitenlandse investeerders, business angels en financiële partijen interesseren meer private investeringen in de LS&H sector Gemeente L, LBSPf, MD, OV BSP bedrijven en investeerders laten ontmoeten meer private investeringen in de LS&H sector LBSPf, LURIS, OV BSP ondersteuning bieden, pre-incubation meer starters vanuit kennisin stellingen BioPartner, LBSPf, LURIS pre-incubation fysieke omgeving voor starters vanuit kennisinstellingen BioPartner, LUMC, Univ meng bedrijven met hoog risicoprofiel met bedrijven met minder risico verbeteren business case labgebouwen BioPartner, LBSPf, OV BSP, RvA bouw grote modulaire gebouwen verbeteren businesscase labgebouw en duurzame gebouwen LBSPf, MD, RvA Ondernemers de ruimte geven Regelgeving Kapitaal Starters Optimale huisvesting overtuig investeerders van investeren vergroten investeringsbereidheid in LS bedrijfsruimten LBSPf, MD, RvA vernieuwende financierings arrangementen set van alternatieve opties financiering van labgebouwen gemeente L, LBSPf, MD, PZH, RvA betere doorstroming in incubatoren gezonde verhouding gesubsidieerde/ BioPartner, RvA, Univ commerciële labgebouwen medisch: brains, zorginnovatie, medische technologie, bio informatica, imaging verbreding profiel LBSP en daardoor, grotere groeipotentie Bedrijven, LBSPf, LUMC St Living Lab Leiden, Univ niet-medische biotech: groen, wit, bio fuels en biomaterialen verbreding profiel LBSP en daardoor grotere groeipotentie Bedrijven, LBSPf, Univ Verbreding van het profiel 30 B i j l age n Bijlage 1. Lijst betrokkenen bij de totstandkoming van ‘Leiden Bio Science Park 2025’ Klankbordgroep Mark Bottema, beleidsmedewerker provincie Zuid-Holland Nettie Buitelaar, CEO LBSPf Frans Dekker, vastgoed manager Universiteit Leiden Hermine Klein, marketing manager LBSPf, projectleider Toekomstvisie Roel Meeuwesse, beleidsmedewerker ministerie EL&I Maarten van der Plas, beleidsmedewerker kenniseconomie gemeente Leiden Ruud Santing, CEO Proxy Laboratories Ronald Stokkel, beleidsmedewerker subsidies en strategie gemeente Leiden Maaike van der Werf, beleidsmedewerker Economie gemeente Leiden Geïnterviewden Erna Barèl, voorzitter OV BSP en CEO BaseClear Willem te Beest, vicepresident Universiteit Leiden Mark Bottema, beleidsmedewerker provincie Zuid-Holland Ferry Breedveld, voorzitter Raad van Bestuur LUMC Douwe Breimer, farmacoloog, oud-rector magnificus Universiteit Leiden Aart Buiter, CEO Jansen Biologicals Nettie Buitelaar, CEO LBSPf Frans Dekker, vastgoed manager Universiteit Leiden Harry Flore, CEO HAL Allergy Aron Gaiser, facilitair manager Crucell Jeff Gielen, directeur Kadans Biofacilities Menzo Havenga, CEO Batavia Bioservices Annelieke Hoenderkamp, project manager LBSPf Pancras Hogendoorn, hoogleraar LUMC, trekker HealthTIES en Medical Delta in Leiden Richard Holslag, CSO Prosensa Jorg Jansen, projectmanager Life Science & Health Harmen Jousma, directeur Science & Research Based Business Universiteit Leiden Eduard Klasen, decaan LUMC Jaap Koopman, CEO ProFibrix Ada Kruisbeek, hoogleraar VU en ondernemer Roel Meeuwesse en Cor Groen, beleidsmedewerkers innovatie ministerie EL&I Henri van Middelaar, projectleider LBSP gemeente Leiden Laura MacDonald, head of Licensing LURIS Leon Mur, projectleider A&O, LBSPf 31 Maarten van der Plas, beleidsmedewerker kenniseconomie gemeente Leiden Lia de Ridder en Laura Platte, wethouder en beleidsmedewerker gemeente Oegstgeest Bastiaan de Roo en Annelies den Breejen, Kamer van Koophandel Den Haag Ruud Santing, CEO Proxy Laboratories Victor Schut, CEO ProteoNic Ellen Smit, accountmanager LBSPf Johan Smit, CEO Mentor Mark Smit, projectontwikkelaar Res&Smit Ruud van Spronsen, vastgoedontwikkelaar PCS design Ronald Stokkel, beleidsmedewerker subsidies en strategie gemeente Leiden Robert Strijk en Rien Nagtegaal, wethouder en concerndirecteur gemeente Leiden Rein Strijker, CEO DNage Susan Swarte, CFO OctoPlus Pedro Tettero, adviseur Ard Tijsterman, managing director Xendo, Rutger Veldman, marketing manager Astellas Henk Venema, directeur BioPartner Center Leiden Sjoerd Verduyn Lunel, decaan faculteit W&N Universiteit Leiden Imanda Wapenaar en Wim Rutgers, directeur en accountmanager WFIA Willem van Weperen, CEO to-BBB Maaike van der Werf, beleidsmedewerker Economie gemeente Leiden John van de Willik, directeur Techniek Hogeschool Leiden 32 Bijlage 2. Ontwikkeling werkgelegenheid in Leiden Bio Science Park van 2004 tot 2010 1-1-2004 1-1-2005 1-1-2006 1-1-2007 1-1-2008 1-1-2009 1-1-2010 Sectoren: arb.pl. vest. arb.pl. vest. arb.pl. vest. arb.pl. vest. arb.pl. vest. arb.pl. vest. arb.pl. vest. Life Sciences bedrijven 2084 28 2167 27 2216 28 2411 26 2443 32 2902 51 3081 53 Hoog Technologische Bedrijven 438 11 455 12 397 12 385 13 324 11 346 13 444 20 Overige bedrijfstakken 277 31 219 27 213 25 270 27 349 33 383 43 403 44 LUMC 5535 2 5792 2 6478 2 6556 2 6787 2 6753 2 6938 2 Gezondheids- en Welzijnszorg 288 6 279 7 287 7 473 7 477 7 548 7 639 8 Musea 168 1 158 1 150 1 149 1 154 1 192 2 209 2 Onderwijs 2356 5 2458 5 2442 5 2510 6 2645 6 2772 6 2791 6 Overheidsdiensten 445 2 475 2 493 2 473 2 544 2 536 2 707 2 Totalen 11591 86 12003 83 12676 82 13227 84 13723 94 14432 126 15212 137 Tabel: Ontwikkeling werkgelegenheid in arbeidsplaatsen (arb.pl.) en aantal vestigingen van bedrijven en instellingen (vest.) in Leiden Bio Science Park. Bronnen: ‘Bedrijvenregister Zuid-Holland’ en Leiden Bio Science Park foundation. Op basis van deze informatie kan herleid worden dat de werkgelegenheid in 6 jaar tijd met 31% is gegroeid, van circa 11.500 naar 15.200 arbeidsplaatsen. Grootste groeiers blijken de Life Sciences bedrijven en het LUMC te zijn. 33 P h a s e i n p i p e l i n e 40 40 35 31 30 30 Bijlage 3. 25 2009 24 Ontwikkeling van de bedrijven op Leiden Bio Science Park: 19 22 20 2010 medicijnen in de pijplijn, fase in value chain, ziektegebieden 16 15 14 n products 10 Medicijnen in de pijplijn van preklinische ontwikkeling tot markt introductie 5 5 3 P h a s e 0 i n 40 p i p e l i n e l ica lin c re 4 3 e as Ph P I II e as Ph e as Ph III D i s e a s e a r e a 31 30 70 40 30 70 72 2009 24 25 60 22 16 14 22 3 4 30 31 19 24 3 5 40 Research & discovery Product & process development Clinical trials Manufacturing Distribution Services 43 45 35 37 13 14 13 35 13 15 14 42 Autoimmune Blood & lymphatic diseases Cancer CVS CNS Dermatology Digestive system Genetic disorders Infections Kidneys and genito urinary system Metabolic/endocrinology Musculo-skeletal disorders Respiratory system Womens Health Miscellaneous 10 6 9 1 6 5 3 2 70 2 11 4 9 1 7 5 3 2 72 1 6 10 4 1 3 7 18 3 1 0 2009 16 15 40 Preclinical Phase I Phase II Phase III Pending approval Market 2010 19 20 50 n p r o d unc t ps r o d u c t s t ke ar M d n Pe 35 al ov pr ap g in 2010 14 10 30 5 20 3 0 10 11 10 l c6a ni li ec Pr 0 9 9 4 r ce an aC r e a s se m ea m i s e dais s e iD to ic t Au a ph lym 70 d & o o Bl e un I e as Ph 1 1 6 S CV S CN 7 II 5 se a Ph 3 5 y g lo o at rm De m te s sy ive st ge Di 3 ic et n Ge 2 2 s r de r so di se 2 i 1 ys ito o en 70 72ab ng do en / lic s r de r iso ld ta le ke ry to ra i sp -s lo 4 p ap i nd Pe y og ol n i cr m te ys ar in ur 10 7 val ro 6 s on ct fe In 18 III a Ph 5 4 3 Re t ke ar M 1 1 3 h alt m te s sy s en He 3 0 e an ell isc om W s ou M g et cu d Focus van de bedrijven op Leiden Bio Science M us Park an M 60 2010 45 43 42 20 25 20 37 35 31 30 30 30 n cno m p rpoadnui ce tss 2009 40 40 35 40 n products e dn Ki P h a s e i n p i p e l i n e d e v e l o p m e n t p h a s e 50 40 50 ys 11 10 6 9 9 1 16 0 15 0 es as se im di & to crch ery i u t 10 A aa v phese isco lymR d & d o o5 Bl e n Ca CN P 3 2 10 14 6 137 2 2 2010 4 1 3 1 3 1 0 y og l to p h a sI e e l III II e t va ke e o ni as ar as pr as De soorten ziektes waar de cli Ph Ph bedrijvenPh op LeidenapBio ScienceM Park aan werken re P 50 D i s e a s e ng di 45 43 40 n Pe a r e a 42 37 35 2009 35 30 70 n companies 15 14 13 3 2009 y s s s h m ns er er em em og ou alt te io st st rd rd ol ct ys He s ane sy sayls a so rin ison fe ring ry s di ry ns vice cell In rm oc ludtio ivl etri a o e u c e t d t i t a r s n t s D en ac ri ira om Se Mi lertib geica ne uf o u W ic/ sp keist Dilin Ge ol -sD an it C Re lo M gen ab 5 et cu d s M 4 n u a 3 3M s ey dn Ki S s es t oc en pr m & lop t e c v du de ro d e v e l o alp m e n t c 22 13 5 5 1 14 S CV r ce un m 0 619 7 4 2010 18 24 10 20 10 2009 35 30 2010 70 72 20 60 13 15 14 13 14 13 2009 10 50 2010 0 40 s es t oc en pr pm & o l ct ve du de ro & ch ry ar ve se isco e R d 30 r lt ica in Cl s ial ri tu ac uf an ng i ut rib st Di M on es c rvi Se P 18 n products 20 11 10 10 6 9 m im to Au d oo e un tic a se di s se r ce n Ca S CV NS C lym ol at rm De y og ive st ge Di 3 3 2 em st sy tic s er rd so di G ys e dn 43 to ni Ki d e v e l o p m e n t s on i ct fe In e en d 50 2 2 an ge t y og ol rin oc nd e ic/ ol ab et M 4 1 em ys ys ar in ur 10 7 6 5 5 1 a ph & 7 6 1 0 Bl 9 4 -s lo cu us rd iso ld ta le ke s er Re ry to ra i sp 1 h alt em st sy s en He om W 3 1 0 e an ell isc s ou M M p h a s e 45 42 40 35 37 2009 35 2010 30 nies 3 20 13 13 14 15 13 14 34 Bijlage 4. Mijlpalen Leiden Bio Science Park 2005/2010 Bijdragen overheden en economische effecten December 2003 Brochure Leiden - life meets science wordt aangeboden aan minister Brinkhorst 2004 Oprichting Stichting LLMS Ondertekening convenant Leiden - life meets science 2005 Financiering LLMS rond voor 5 jaar Aanstelling Nettie Buitelaar als directeur (eerst interim) 2006 Stichting LLMS operationeel ca 4 fte Opening De Stal 2007 Start project Hart in drie dimensies (Pieken in de Delta, PiD) 2008 Gezonde arbeidsmarkt start (PiD) Business to science portal (PiD) FES aanvraag ongelijkvloerse kruising Plesmanlaan gehonoreerd 2009 Honorering en start POWERHOUSE (PiD) Start bouw Accelerator (EFRO) Opening Junior Science Lab Honorering Expatdesk (PiD) Start project Life Sciences Flexpool Nederlands Centrum voor Biodiversiteit komt op Bio Science Park Als vestigingplaats voor NeCEN aangewezen Rijksgeld voor Rijnlandroute en voor RijnGouweLijn Aanwijzing beste bestaand bedrijven terrein (2009) Exploitatieovereenkomst Universiteit/gemeente Leiden vastgesteld Stedenbouwkundig Masterplan vastgesteld 35 2010 Bestemmingsplan Boerhaave Sylvius en in 2010 vastgesteld (geen bezwaren!) Aanvraag voor versterking Leidse Instrumentmakers School en gehonoreerd (PZH) Aanvraag Living Lab voor zorginnovaties gehonoreerd (PiD) Aanvraag voor Nano-microscoop ten behoeve van NeCEN gehonoreerd (EFRO) Tevens honorering 2e Nanomicroscoop door NWO Erkend als één van de vier volwassen campussen in Nederland (Buck onderzoek campussen Min. EZ) en als één van de zes campussen van nationaal belang (idem) Effecten sinds 2005 · Komst Topinstituut Pharma en LSH (Life Science & Health) · Uitbreiding Centocor (nu Janssen Biologics) · Commercieel bedrijfsverzamelgebouw de Beagle opgeleverd voor 3 bedrijven · Nieuwbouw OctoPlus · Nieuwbouw Crucell, Dinko Valerio gebouw · Nieuwbouw LUMC Onderwijs- en Onderzoeksgebouw · Stal van stier Herman gerenoveerd tot grand café/informatiecentrum De Stal · Plan voor tweede Beagle (Zernike) gereed (wacht op huurders) · 8 ha bouwrijp in deelgebied Sylvius met inmiddels gereed nieuwbouw HAL Allergy (185 medewerkers) en Accelerator, Astellas in aanbouw en nog in 2011 start bouw BioPartner Incubator III · 17 ha bouwrijp in deelgebied Nieuw Rhijngeest Zuid · Toename studenten aantallen MLO, HLO LIS en bij de faculteit Wiskunden en Natuurwetenschappen · Uitbreiding Hogeschool Leiden · Start bouw ROC met hotel en kantoorruimte · Corpus gevestigd met daarnaast nieuw hotel in aanbouw · Start uitbreiding Rivierduinen · Nieuwe bedrijven o.a.: BAC, Rahu Catalytics, Aeon Astron, TLC Biopharmaceuticals, HAL Allergy, Cell Signaling, Bulbfixx, SOFC, Batavia Bioservices, Milteny Biotec en ISOFT · grote contracten voor Prosensa en Crucell, Galapagos (elk honderden miljoenen) · Naturalis wordt omgedoopt tot Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis en kan sterk worden uitgebreid · Centre for Human Drug Research gaat in 2011 nieuw pand neerzetten · Renovatie Sylvius gebouw, vestiging van Instituut Biologie Leiden · Start bouw 500 studentenwoningen · Renovatie Fysiologie gebouw tot Willem Einthoven gebouw met diverse universitaire diensten · Renovatie ABC gebouw en fusie met BioPartner · Nieuwbouw Sirius gebouw met huisvesting voor Dutch Space en iSOFT · Groei aantal arbeidplaatsen tot ruim 15.000 36 Bijlage 5. Behoefte aan labruimte/faciliteiten per ontwikkelingsfase Start up Mid stage Mature Infrastructuur, airport, public transport ++ ++ ++ On site congress facilities ++ ++ + Other: on site hotel, supermarket, child care + ++ ++ General: reception and administrative services ++ ++ 0 Specific: HR and juridical services ++ + 0 Animal testing ++ ++ 0 Technical equipment ++ + 0 Clean room 0 + 0 Skills lab + + 0 Large bandwith for data storage and processing + ++ ++ Access to patients for clinical trials 0 ++ ++ Inspiration and coaching programs ++ + 0 Networking events ++ ++ + Access to knowledge institute ++ + + Connections with production sites and distributors 0 + ++ Access to all levels of (education for) employees 0 + ++ Hard facilities Shared (multi tenant) services Specific (shared) facilities Soft facilities Bron: If you build it, they will come. Onderzoek naar de behoefte aan labruimte/faciliteiten in de Medical Delta regio, door Annelieke Hoenderkamp/Leiden Bio Science foundation 2011. 37 Bijlage 6. Bestuur en Raad van Advies van de Leiden Bio Science Park foundation (mei 2011) Bestuur van de Leiden Bio Science Park foundation Willem te Beest, voorzitter, vice-voorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden Ferry Breedveld, vice-voorzitter, voorzitter Raad van Bestuur LUMC Pedro Tetteroo, penningmeester, coach Menzo Havenga, CEO Batavia Bioservices Erna Barèl, voorzitter ondernemersvereniging OV BSP Robert Strijk, wethouder gemeente Leiden Ard Tijsterman, oprichter Xendo Pharma Services Raad van Advies van de Bestuur Leiden Bio Science Park foundation Douwe Breimer, voormalige voorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden Ronald Brus, CEO Crucell Sander van Deventer, general partner Forbion Capital Partners Asje van Dijk, voormalig gedeputeerde provincie Zuid-Holland Harry Flore, CEO HAL Allergy Jeff Gielen, directeur Kadans Biofacilities Dick Harms, directeur Leidse Instrumentmakers School Rene de Jong, managing director Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Anne Willem Kist, voormalige voorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden Jeroen Knigge, voorzitter College van Bestuur ROC Leiden Roelof Konterman, voorzitter directie Achmea Zorg Ada Kruisbeek, director Life Science Center Amsterdam, CEO DCPrime Henri Lenferink, burgermeester gemeente Leiden Paul van Maanen, voorzitter College van Bestuur Hogeschool Leiden Maarten van der Plas, beleidsmedewerker kenniseconomie gemeente Leiden Bas Reichert, oprichter BaseClear Henri Remmers, oprichter Corpus Experience Hans Schikan, CEO Prosensa Therapeutics Bob Smailes, managing director LURIS Ruud van Spronsen, vastgoed ontwikkelaar PCS Design Toon Stegmann, CSO Mymetics Rein Strijker, CEO DNage Els Timmers, burgermeester gemeente Oegstgeest Dinko Valerio, oprichter Crucell, VC Aescap Sjoerd Verduyn Lunel, decaan faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Universiteit Leiden Willem van Weperen, CEO to-BBB technologies Rein Willems, Eerste Kamerlid CDA 38 Bronnen · Bedrijfslevenbrief, ministerie EL&I, februari 2011 · Brainport 2020, Top economy, smart society 2010 · De kennisgedreven toekomst van Leiden, Buck Consultants International 2006 · Positionering Bioscience Park Leiden, Deloitte & Touche 2002 · Dutch Life Sciences Outlook 2011, Life Sciences & Health 2011 · Innovation Intelligence Life Sciences & Gezondheid, ministerie Economische Zaken 2008 · Jaarverslagen LBSPf · Jaarverslagen WFIA · Met elkaar, voor elkaar, Advies nieuwe economische agenda Zuidvleugel 2010-2020, Roland Berger 2010 · Monitoring growth of the Life Sciences companies accommodated in Biopartner Center Leiden, december 2009 · Ruimtelijke clusters in de Life Sciences & Health en Energie in Nederland, Quick Scan, Ministerie Economische Zaken, Roland Berger, 2010 · Tempo in de Topregio, Economische agenda Kamer van Koophandel Den Haag 2011 · Zuidvleugel, de topregio van Nederland, naar een nieuwe economische agenda Zuid Vleugel, 2010-2020. Roland Berger 2011 Voor meer informatie: Nettie Buitelaar managing director Leiden Bio Science Park foundation www.leidenbiosciencepark.nl Mei 2011 39 w w w. l e i d e n b i o s c i e n c e pa r k . n l Leiden Bio Science Park · Rijnsburgerweg 10 · Poortgebouw Noord 2333 AA Leiden · The Netherlands · T +31 (0) 71 524 75 55