the visitors` guide

1
V
oor de vijfde keer op rij zijn De Modernen te gast
in de Koningin Fabiolazaal van de provincie
Antwerpen. Voor deze jubileumeditie hebben
we een keuze gemaakt van de mooiste stukken uit de
kunstverzameling van de provincie. Deze verzameling
die voor het grote publiek meestal verborgen blijft, gaat
in de Fabiolazaal in dialoog met schilderijen, sculpturen,
tekeningen en collages uit het KMSKA.
Voor de tentoonstelling zijn 65 werken geselecteerd
van 50 kunstenaars. Werk uit de collectie van de provincie
wordt gecombineerd met een pendant uit de verzameling
van het KMSKA. De keuzes zijn associatief gemaakt
en vooral gericht op het visuele: kijken en vergelijken
staat voorop. In sommige gevallen bestaan de duo’s, vrij
conventioneel, uit werk van dezelfde auteur of werk met
hetzelfde thema zoals landschap, stadsgezicht, stilleven,
portret. In andere gevallen gaat het om een formeel
aspect dat de twee kunstwerken gemeen hebben: kleur,
lijn, vorm, compositie.
Het parcours is niet chronologisch of stilistisch
opgevat. De presentatie beoogt veeleer onverwachte
visuele confrontaties en spannende vormelijke verbanden.
Jong en oud, klassiek en experimenteel, nationaal en
internationaal: alles krijgt een plaats in deze opstelling,
die zo een veelvormig beeld van de moderne kunst geeft.
2
Kunstcollectie provincie Antwerpen
D
e kunstcollectie van de provincie
Antwerpen is verrassend rijk en
divers. De meer dan 2 000 objecten
bieden een mooi overzicht van de beeldende en toegepaste kunsten van omstreeks
1850 tot nu. Van nagenoeg elke toonaangevende kunstenaar uit de provincie is ten
minste één werk terug te vinden. Het accent
ligt voornamelijk op de schilderkunst,
maar daarnaast bevat de collectie ook een
uitgebreide grafiek- en tekeningenverzameling, een deelcollectie sculptuur waaronder
enkele grote buitensculpturen en een collectie toegepaste kunsten, die voornamelijk
bestaat uit textiel, keramiek en glaskunst. In
de textielcollectie bevinden zich zowel historische als hedendaagse stukken.
Binnen de Provincie vervult kunst op de
eerste plaats een representatieve functie
en wordt ze vaak getoond in werk- en ontvangstruimtes. Dit neemt echter niet weg
dat de provinciale collectie op het beste
niveau museale kwaliteit bezit. De prille
aanzet tot de collectie is te situeren rond
1971, het jaar waarin het provinciehuis aan
de Koningin Elisabethlei in gebruik werd
genomen. Doorheen de jaren werd er een
schitterende verzameling uitgebouwd, deels
door aankopen en deels door schenkingen,
legaten en bruiklenen.
Bij het verzamelen wordt de kunstproductie in de provincie Antwerpen nauwgezet gevolgd, gaande van negentiendeeeuwse meesters als Nicaise De Keyser en
Henri Leys tot werk van hedendaagse kunstenaars als Hugo Heyrman, Anne-Mie Van
Kerckhoven en Koen van den Broek.
3
Ook de modernistische stromingen uit
het interbellum – met werk van Paul
Joostens, René Guiette, Jan Kiemeneij
en Michel Seuphor – zijn goed vertegenwoordigd, net als de naoorlogse avant-garde
kunstenaars Walter Leblanc, Camiel
Van Breedam en Guy Vandenbranden.
Voor deze tentoonstelling zijn een dertigtal kunstwerken met de grootste zorg
geselecteerd. Stuk voor stuk werken die
representatief zijn voor het rijke artistieke
leven in de provincie Antwerpen en die
met hun pendant uit het KMSKA aantrekkelijke duo’s vormen.

L
a Koningin Fabiolazaal de la
Province d’Anvers accueille
pour la cinquième fois consécutive l’exposition Les Modernes.
Nous avons sélectionné pour
cette édition anniversaire les plus
belles pièces de la collection d’art
provinciale. Cette collection généralement inaccessible au grand
public entre en dialogue avec des
tableaux, sculptures, dessins et collages provenant du KMSKA.
65 œuvres de 50 artistes ont
été sélectionnées pour cette exposition. Des œuvres appartenant
à la Province sont combinées à
leurs pendants dans la collection
du Musée Royal des Beaux-Arts
Anvers (KMSKA). Les sélections
ont été faites sur base associative
et essentiellement visuelle: il s’agit
ici de regarder et de comparer. On
trouve dans certains cas des duos
assez conventionnels d’œuvres
du même auteur ou d’œuvres
sous le même thème: paysage, vue
urbaine, nature morte, portrait.
L’association porte dans d’autres
cas sur un aspect formel commun
aux deux œuvres: couleur, ligne,
forme, composition.
Le parcours n’est pas chronologique ou stylistique. La présentation vise plutôt des confrontations
visuelles inattendues et des liens
intéressants du point de vue formel. Jeunes et anciens, classiques
et expérimentaux, nationaux et
internationaux: tous ont leur place
dans cette présentation, qui offre
ainsi un riche panorama de l’art
moderne.
La collection d’art de
la Province d’Anvers
L
a Collection d’art de la
Province d’Anvers témoigne
d’une richesse et d’une diversité
surprenantes. Les quelque 2 000
pièces qu’elle contient couvrent un
beau panorama des arts plastiques
et appliqués de 1850 à nos jours.
On y retrouve au moins une œuvre
de chaque artiste déterminant de la
province. Le pivot de l’exposition
est la peinture, mais la collection
4
inclut également une grande
quantité de gravures et de dessins,
une collection de sculptures dont
quelques grandes œuvres d’extérieur et un volet d’arts appliqués:
textile, céramique, verrerie. La collection de textiles porte autant sur
des pièces historiques que sur des
pièces contemporaines.
L’art occupe au sein de la
Province une place essentiellement représentative et est souvent
exposé dans des bureaux et des
salles de réception. Cela n’enlève
rien à la qualité muséale des
pièces de la collection provinciale.
Cette collection a été progressivement montée à partir de 1971,
l’année où la maison provinciale
de la Koningin Elisabethlei a été
ouverte. Une magnifique collection
a ainsi été élaborée au fil des ans,
en partie grâce à des acquisitions,
en partie grâce à des dons, des legs
et des prêts. La collection a suivi
de très près la production d’art
dans la Province d’Anvers, des
maîtres du dix-neuvième siècle
comme Nicaise De Keyser et Henri
Leys aux œuvres d’artistes contemporains comme Hugo Heyrman,
Anne-Mie Van Kerckhoven et
Koen van den Broek. Les courants
modernistes de l’entre-deuxguerres sont bien représentés,
avec des œuvres de Paul Joostens,
René Guiette, Jan Kiemeneij et
Michel Seuphor, ainsi que les
artistes d’avant-garde de l’aprèsguerre Walter Leblanc, Camiel Van
Breedam et Guy Vandenbranden.
Une trentaine de pièces ont
été sélectionnées avec le plus
grand soin pour cette exposition.
Il s’agit d’œuvres représentatives
de la riche vie artistique dans la
Province d’Anvers et qui forment
de magnifiques duos avec leurs
pendants au KMSKA.

T
his is the fifth in a series of
exhibitions on The Moderns at
Koningin Fabiolazaal, a venue run
by the Province of Antwerp. For
this jubilee edition, we have made
a selection of the finest pieces in
the art collection of the Province,
which for most of the time remains
hidden to the public. In this show,
the selected pieces enter into a
dialogue with paintings, sculptures, drawings and collages from
KMSKA’s own holdings.
The exhibition is comprised of
65 pieces by 50 artists. Items from
the collection of the Province are
combined with pendants from the
KMSKA collection. The choices
were made associatively and based
primarily on visual aspects: the
focus is very much on observation
and comparison. Some of the pairings are rather conventional in the
sense that they consist of work by
the same author or belonging to
the same genre, such as landscapes,
urban scenes, still-life paintings or
portraits. In other instances, the
pieces share formal aspects: colour,
line, form and composition.
The exhibition is not arranged
chronologically or stylistically.
Instead, the presentation highlights unexpected visual confrontations and surprising formal connections. Young and old, classical
and experimental, national and
international: all are incorporated
into this show, which thereby
provides a multifaceted view of
modern art.
The art collection of
the Province of Antwerp
T
he art collection of the
Province of Antwerp is
surprisingly rich and diverse.
Comprised of over 2 000 objects, it
offers a good overview of the visual
and applied arts from circa 1850 to
the present. Almost every artist of
note to have been born or to have
lived and worked in the Province
is represented with at least one
work. The emphasis is primarily
on painting, but the holdings also
encompass numerous prints and
drawings, sculptures (including
some large exterior sculptures),
and an applied arts collection con-
sisting mainly of textile, ceramic
and glass objects. The textiles collection includes both historical and
contemporary pieces.
Within the Provincial administration, art first and foremost
serves a representative purpose
and pieces are commonly displayed
in offices and reception rooms.
Nonetheless, at its best, the collection is of museum quality. Its origins date back to around 1971, the
year when the Provincial administration moved into premises at
Koningin Elisabethlei in Antwerp.
Over the years, it has grown into
a wonderful sample card, partly
through purchases and partly
through donations, bequests and
loans. The focus in expanding the
collection is on artistic production
within the Province of Antwerp,
from nineteenth-century masters
such as Nicaise De Keyser and
Henri Leys to present-day artists
such as Hugo Heyrman, Anne-Mie
Van Kerckhoven and Koen van den
Broek. Equally well-represented
are the Modernist movements of
the Interbellum – with work by
Paul Joostens, René Guiette, Jan
Kiemeneij and Michel Seuphor
– and post-war avant-gardism
by the likes of Walter Leblanc,
Camiel Van Breedam and Guy
Vandenbranden.
For the purpose of this exhibition, some thirty collection pieces
have been carefully selected. Each
of these items is representative
of a strand of artistic life in the
Province of Antwerp and makes
for an attractive pairing with a
pendant from the collection of
KMSKA.

Z
um fünften Mal in Folge
sind Die Modernen im
Koningin Fabiolazaal der Provinz
Antwerpen zu Gast. Anlässlich
des kleinen Jubiläums findet die
Ausstellung Duos statt: Einer
Auswahl der schönsten Werke
aus der Sammlung der Provinz
5
Antwerpen, die der Öffentlichkeit
nur selten zugänglich ist, werden
ungefähr ebenso viel Werke aus
der Sammlung moderner Kunst
des KMSKA gegenübergestellt.
So entstehen verblüffende und
aufschlussreiche Dialoge zwischen den einzelnen Gemälden,
Skulpturen, Grafiken und Collagen.
Insgesamt sind 65 Werke von 50
Künstlern zu sehen. Die Auswahl
wurde assoziativ und vor allem
nach visuellen Gesichtspunkten
getroffen: Im Vordergrund standen die Begriffe „Betrachten“ und
„Vergleichen“. Daraus ergaben
sich zum einen Duos, die – relativ konventionell – aus Werken
ein und desselben Künstlers
oder aus Arbeiten bestehen, die
der gleichen Bildgattung zuzuordnen sind, wie beispielsweise
Landschaft, Stadtansicht, Stillleben
oder Porträt. Bei anderen Duos
steht der gestalterische Aspekt
im Vordergrund, der je zwei
Kunstwerken gemein ist: Farbe,
Linie, Form oder Komposition.
Chronologische oder stilistische Zuordnungen spielten
beim Ausstellungsaufbau keine
Rolle - im Mittelpunkt stehen
vielmehr überraschende visuelle
Konfrontationen und spannende
gestalterische Querverbindungen.
Jung und Alt, klassisch oder experimentell, belgisch und international – alles hat in dieser Ausstellung
seinen Platz. Und damit wird sie
zu einem reichen Spiegel moderner Kunst.
Die Kunstsammlung
der Provinz Antwerpen
D
ie Provinz Antwerpen besitzt
eine umfangreiche und
vielfältige Kunstsammlung. Mit
mehr als zweitausend Objekten
bietet sie einen eindrucksvollen
Überblick über die bildende und
angewandte Kunst von ca. 1850
bis zur Gegenwart. Von beinahe
allen namhaften Künstlern aus
der Provinz Antwerpen besitzt die
Provinzverwaltung wenigstens
ein Werk. Der Schwerpunkt liegt
auf der Malerei; jedoch umfasst
die Sammlung auch Grafiken,
Zeichnungen und Skulpturen –
darunter einige monumentale
Arbeiten für den öffentlichen
Raum – sowie Objekte angewandter Kunst wie Textilien,
Keramik- und Glasobjekte. Zur
Teilsammlung Textilien gehören
sowohl historische als auch zeitgenössische Tapisserien.
Die Verwaltung der Provinz
Antwerpen stellte ihre Sammlung
nicht zuletzt unter dem
Gesichtspunkt des Repräsentativen
zusammen: Die Werke schmücken Büros, Tagungsräume und
Foyers. Jedoch hat die Kollektion
durchaus die Qualität einer
Museumssammlung. Die Anfänge
der Sammlung gehen auf das Jahr
1971 zurück; damals bezog die
Provinzverwaltung ein neues Haus
an der Antwerpener Koningin
Elisabethlei. Im Laufe der
Jahrzehnte wuchs die Sammlung
durch Ankäufe, Schenkungen,
Hinterlassenschaften und
Dauerleihgaben ständig an. Der
geografische Schwerpunkt liegt
auf der Provinz Antwerpen –
angefangen bei Malern des 19.
Jahrhunderts wie Nicaise De
Keyser und Henri Leys bis hin
zu Gegenwartskünstlern wie
Hugo Heyrman, Anne-Mie
Van Kerckhoven und Koen van
den Broek. Auch die modernistischen Strömungen der
Zwischenkriegszeit sind mit
Werken u.a. von Paul Joostens,
René Guiette, Jan Kiemeneij und
Michel Seuphor eindrucksvoll vertreten, ebenso wie die Avantgarde
der Nachkriegszeit mit u.a. Walter
Leblanc, Camiel Van Breedam und
Guy Vandenbranden.
Für die Ausstellung wurden
dreißig Werke aus der Sammlung
ausgewählt. Jedes einzelne zeigt
eindrucksvoll die Kreativität innerhalb der Provinz Antwerpen – dies
auch dadurch, dass sie mit ihren
Pendants aus der Sammlung des
KMSKA reizvolle Duos bilden.

Afnemend licht
is toenemend donker,
toenemend licht
is afnemend donker.
— Jef Verheyen
1959
B
ij wijze van inleiding worden twee kunstwerken getoond die tijd en aandacht
vragen van de kijker. Bij de eerste aanblik
zie je en herken je niets, maar als je lang genoeg kijkt
ontdek je iets nieuws en ervaar je dingen die je nooit
eerder hebt ervaren.
Licht is hét thema van Jef Verheyen. Zijn hele
leven heeft hij gewijd aan het schilderen van twee
extremen: licht en donker. Van 1958 af kiest hij resoluut
voor de monochromie. Zwarte ruimte is een strak zwart
vlak zonder handschrift. Met een brede kwast heeft hij
de verf in doorschijnende lagen aangebracht. Het doek is
niet zomaar gelijkmatig zwart gemaakt. Het zwart is
fluwelig en wolkig, het is ruimtescheppend. De ruimte
zelf wordt bijna tastbare werkelijkheid.
Het werk van David Claerbout maakt deel uit van
de vierdelige serie Venice Lightboxes. De bijna zwarte foto
wordt getoond op een lichtbak in een volledig donkere
ruimte. Beetje bij beetje ontwaart de kijker een beeld.
Claerbout houdt zich bezig met het moment waarop iets
tot een beeld wordt: hij maakt de toeschouwer bewust
van de ‘daad’ van het zien zelf. Bij een nog verder
volgehouden aandacht lijkt het beeld te gaan bewegen,
te ademen. Net als de Zwarte ruimte van Verheyen.

6
La lumière déclinante, c’est
l’obscurité montante, la
lumière montante, c’est
l’obscurité déclinante.
— Jef Verheyen, 1959
L
es deux œuvres présentées à
titre d’introduction demandent
au spectateur qu’il y consacre du
temps et de l’attention. On ne voit
et ne reconnaît rien à premier
abord, mais en les examinant assez
longtemps, on y découvre quelque
chose d’autre, on en tire une expérience nouvelle.
La lumière est le thème
par excellence du peintre Jef
Verheyen. Il a consacré toute sa
vie à la peinture de deux extrêmes:
la lumière et l’obscurité. Il opte
résolument pour la monochromie à
partir de 1958. Espace noir est une
surface noire neutre. Il a appliqué
la peinture en couches transparentes à l’aide d’une brosse large.
La toile n’est pas d’une noirceur
égale. Le noir est velouté et nuageux, il crée de l’espace. L’espace
lui-même devient presque une
réalité palpable.
L’œuvre de David Claerbout fait
partie d’une série de quatre photos
intitulée Venice Lightboxes. La
photo presque noire est montrée
sur une boîte lumineuse dans une
salle entièrement obscure. Le spectateur découvre progressivement
l’image. Claerbout s’intéresse au
moment où quelque chose devient
image: il fait prendre conscience au
spectateur de ‘l’action’ de voir. En
y portant une attention plus soutenue, on a l’impression que l’image
bouge, respire. Tout comme l’Espace noir de Verheyen.

Decreasing light is
increasing darkness,
increasing light is
decreasing darkness.
— Jef Verheyen, 1959
B
y way of introduction, the
exhibition begins with two
pieces that demand some time and
7
focus on the part of the viewer.
At first glance, there is nothing to
see or recognise, but if you look
long enough, you will discover
something new and experience the
previously unperceived.
Light is the central theme in the
work of Jef Verheyen. He devoted
a lifetime of painting to capturing
the extremes of lightness and darkness. From 1958 onwards, he opted
resolutely for monochromy. Black
Space is a dark expanse devoid of
any handwriting. Using a broad
brush, the artist has applied the
paint in transparent layers. The
black has not merely been spread
out uniformly across the canvas.
It is velvety and cloudy, spatial.
And the resulting spatiality almost
becomes tangibly real.
The work by David Claerbout
belongs to a four-part series entitled Venice Lightboxes. An almost
black photo is shown on a lightbox
in a completely dark room. With
some effort, the viewer can begin
to discern a picture. Claerbout
concerns himself with the moment
at which the image is formed:
he makes the viewer aware of
the actual ‘act’ of seeing. As you
continue to focus on the image, it
almost seems to move, to breathe,
much like Verheyen’s Black Space.

Abnehmendes Licht ist
zunehmendes Dunkel,
zunehmendes Licht ist
abnehmendes Dunkel.
— Jef Verheyen, 1959
D
ie Ouvertüre zur Ausstellung
sind zwei Werke, für deren
Betrachtung man sich Zeit nehmen und die Sinne schärfen sollte.
Beim ersten Hinschauen sieht und
erkennt man kaum etwas. Aber
wenn man sich lange genug darein
vertieft, entdeckt man etwas völlig
Neues und erfährt Dinge, die man
so noch nie erfahren hat.
Jef Verheyens Thema ist das
Licht. Sein ganzes Leben weihte
der Künstler der Darstellung
zweier Extreme, dem Licht und
der Dunkelheit. Ab 1958 entschied er sich konsequent für
die Monochromie. Das Gemälde
Schwarzer Raum ist eine strenge
schwarze Fläche ohne sichtbaren
Pinselstrich. Mit einer breiten
Quaste hat Verheyen durchscheinende Farbschichten auf
die Leinwand aufgetragen. Aber
die Leinwand ist nicht einfach
gleichmäßig schwarz. Das Schwarz
ist samtig und wolkig, es schafft
Raum. Der Raum selber wird fast
greifbare Wirklichkeit.
Das Werk von David Claerbout
gehört zu der vierteiligen Serie
Venice Lightboxes. Die beinahe
schwarze Fotografie ist in einem
verdunkelten Raum auf einem
Lichtkasten befestigt. Der
Betrachter „erfährt“ das Bild erst
nach und nach. Claerbout beschäftigt sich mit dem Moment, in dem
etwas zu einem Bild wird: Sein
Streben ist es, dem Betrachter den
Akt des Sehens an sich deutlich
zu machen. Konzentriert man sich
noch länger auf das Foto, scheint
sich das Bild zu bewegen, zu
atmen. Ebenso wie der Schwarze
Raum von Verheyen.

Cedric Morris, Gezicht van Céret – Vue de Céret – A View of Céret – Blick auf Céret, (1923)
René Guiette, De voorstad – Faubourg – The Suburb – Die Vorstadt, 1930 © Sabam
8
Aan natuurlijke objecten
ontleen ik de lijn
om de lijn,
de kleur om de kleur,
de vorm om de vorm.
— Cedric Morris
1928
I
n de moderne kunst is het eeuwenoude genre
van het landschap onderwerp van experiment
en vernieuwing. Niet alleen figuratieve maar
ook abstracte schilders laten zich door natuur en stad
inspireren. De moderne meesters pakken het thema
heel verschillend aan, gaande van een natuurgetrouwe
nabootsing tot een zuiver vormelijk en picturaal motief.
In 1923 vestigt de Engelse schilder Cedric Morris
zich in Céret, aan de voet van de Franse Pyreneeën.
Daar werkt hij naar directe observatie van de natuur.
Morris streeft geen fotografische weergave na, maar
transformeert het landschap tot kunst. In Gezicht van
Céret zijn de vormen solide en de kleuren krachtig.
Een dikke impasto verlevendigt de textuur van het doek.
Het landschapje lijkt wel een tapijt of mozaïek.
Nog meer vereenvoudigd van vorm en kleur is
het schilderij De voorstad uit 1930 van de Franstalige
Antwerpenaar René Guiette. Hier dweept de kunstenaar
met het kubisme. Op een ondergrond, vermengd met
zand, schildert Guiette in enkele vlakken een huis met
achterbouw. Daarop zijn in een speelse tekenstijl sobere
details aangebracht en krijgt het woongedeelte door de
ingekraste omtreklijnen een bijkomend accent. Voor het
huis laat Guiette zich inspireren door zijn eigen woning
Les Peupliers in Wilrijk, gebouwd naar een ontwerp van
de beroemde Franse architect Le Corbusier.

9
À partir d’objets naturels,
j’obtiens la ligne juste
pour la ligne, la couleur
juste pour la couleur, la
forme juste pour la forme.
— Cedric Morris, 1928
L
e genre ancestral du paysage
est sujet à l’expérimentation
et la nouveauté dans l’art moderne.
Peintres figuratifs comme peintres
abstraits s’inspirent de la nature et
de la ville. Les maîtres modernes
abordent le thème de manières très
différentes, d’une imitation fidèle
à la nature à un motif purement
formel et pictural.
Le peintre anglais Cedric
Morris s’établit en 1923 à Céret, au
pied des Pyrénées françaises. Il y
travaille d’après une observation
directe de la nature. Morris ne
recherche pas une représentation
photographique, mais transforme
le paysage en art. Dans Vue de
Céret, les formes sont solides et
les couleurs puissantes. Un épais
empâtement donne vie à la texture
de la toile. Le petit paysage ressemble à un tapis ou une mosaïque.
La toile Faubourg (1930) de l’Anversois francophone René Guiette
a une forme et des couleurs encore
plus épurées. L’artiste vénère ici le
cubisme. Sur une couche de fond,
mélangée avec du sable, Guiette
peint de quelques traits une maison
avec un bâtiment arrière. Il y ajoute
des détails sobres dans un style
ludique du dessin et relève l’habitation de contours creusés dans la
peinture. Pour la maison, Guiette
s’inspire de sa propre maison Les
Peupliers à Wilrijk, construite
d’après des plans du célèbre architecte français Le Corbusier.

From natural objects,
I obtain line for line’s sake,
colour for colour’s sake,
form for form’s sake.
— Cedric Morris, 1928
I
n modern art, the traditional
genre of landscape painting is
10
the object of experimentation and
innovation. Not only figurative
artists, but abstract painters, too,
draw inspiration from nature
and city. The modern masters
approach landscape painting in
very different ways, ranging from
truthful imitation to treating it as a
purely formal and pictorial motif.
In 1923, the English artist
Cedric Morris settled in Céret, at
the foot of the French Pyrenees,
where he painted directly from
nature. Morris was not after
photographic likeness; he wanted
to transform the landscape into art.
View of Céret is composed of solid
forms and strong hues. A thick
impasto brings to life the texture
of the canvas. The landscape
almost becomes a tapestry or a
mosaic.
Form and colour are even more
basic in The Suburb, a painting
from 1930 by René Guiette, a
Frenchspeaking artist from
Antwerp. Here, the artist expresses
his fondness of Cubism. On a pale
ground of paint and sand, Guiette
renders a house and outbuilding
in just a few fields of colour. Some
plain details have been added in
a playful manner and the living
quarters are accentuated by carved
contour lines. The house was
inspired by Guiette’s own home
Les Peupliers in Wilrijk, which
was constructed after a design by
the renowned French architect Le
Corbusier.

Den natürlichen Objekten
entlehne ich die Linie um
der Linie willen, die Farbe
um der Farbe willen, die
Form um der Form willen.
— Cedric Morris, 1928
D
ie Jahrhunderte alte
Bildgattung der Landschaft
war für die Maler der Moderne
ein Genre, das sich wie kaum ein
anderes für das Experiment und
die künstlerische Erneuerung
eignete. Nicht nur figurative,
auch abstrakte Maler ließen sich
durch die Natur und die Stadt
inspirieren. Aber sie gingen auf
ganz unterschiedliche Weise an
das Thema heran. Das Spektrum
reichte dabei von der realistischen
Darstellung bis zur Reduzierung
auf ein rein formales und
pikturales Motiv.
1923 ließ sich der englische
Maler Cedric Morris in Céret am
Fuß der französischen Pyrenäen
nieder. Dort malte er nach der
Natur. Jedoch strebte er keine
fotografisch genaue Wiedergabe
der Landschaft an, sondern
transformierte sie zur Kunst. Auf
seinem Gemälde Blick auf Céret
sind die Formen solide und die
Farben kräftig. Das Impasto macht
die Textur der Leinwand lebendig.
Die Landschaft scheint ein
Teppich oder ein Mosaik.
Noch viel reduzierter sind
Formen und Farben auf dem
Gemälde Vorstadt (1930)
des französischsprachigen
Antwerpeners René Guiette, der
hier mit dem Kubismus flirtete.
Wir sehen ein Haus mit Anbau
auf einer Grundierung aus Farbe
und Sand. Auf den wenigen
Farbfeldern sind in verspieltem
Zeichenstil schlichte Details
angebracht. Das Wohnhaus erhält
durch die eingekratzten Linien
einen zusätzlichen Akzent. Guiette
malte sein eigenes Haus Les
Peupliers, das von dem berühmten
französischen Architekten Le
Corbusier entworfen worden war
und noch immer im Antwerpener
Vorort Wilrijk steht.

Ik hou meer van iemand
die een verweerde ruit
stukslaat, dan van
iemand die ze terug
tracht op te poetsen.
— Jan Kiemeneij,
1959
H
et oog wil vergelijken, dan ontdekt
het meer. Bij de kunstwerken in dit
arrangement komt de kijker algauw bij
contrasten uit. Bijvoorbeeld Markt voor de schouwburg
in Antwerpen van Emile Claus: een grijs tafereel vol
kletsnatte zwarte paraplu’s met op de voorgrond enkele
kratten sinaasappelen als een warm geel accent naast
Kempens dorpsgezicht van Frans Van Leemputten: een
plattelandsmarkt in fris en helder groen, rood en blauw
doorspikkeld met het felle wit van de kapjes op het hoofd
van de vrouwen; sombere kleuren zijn er niet.
En dan is er het contrast tussen beweging en rust.
In 1917 deelt Jan Kiemeneij een atelier met Paul Joostens,
Edmond Van Dooren en Jozef Peeters en behoort hij
aldus tot de kern van de Antwerpse avant-garde. Het
schilderij Ballerina is een verheerlijking van dans,
beweging en snelheid uitgevoerd in de nieuwe beeldtaal
van het kubisme en het futurisme. Kiemeneij ontleedt
de armbeweging en toont een simultaan beeld van
drie opeenvolgende momentopnamen die door de
verschillende kleurenzones in één vloeiende beweging
samengevat worden. De grote danseres van de Italiaanse
beeldhouwer Marino Marini daarentegen beweegt niet,
zij staat in balans op de tenen, de handen op de rug, het
hoofd in de lucht. Zij verbeeldt de gespannen rust voor
de beweging, het evenwicht voor de actie, de concentratie
voor de dans.

11
Jan Kiemeneij, Ballerina – Ballerine – Ballerina
Ballerina
12
Marino Marini, De grote danseres – Grande danseuse
– Large Dancer – Die große Tänzerin, (1952) © Sabam
Frans Van Leemputten, Kempens dorpsgezicht – Vue d’un village de Campine – Campine Village Scene –
Kempisches Dorf, 1897
Emile Claus, Markt voor de schouwburg in Antwerpen – Le marché devant le théâtre à Anvers
– The Market in front of the Theatre in Antwerp – Markt vor dem Schauspielhaus in Antwerpen
13
Je préfère quelqu’un qui
casse un vieux carreau que
quelqu’un qui essaye de le
nettoyer.
— Jan Kiemeneij, 1959
L
’œil recherche la comparaison
pour mieux découvrir. Face
aux œuvres d’art ainsi présentées,
le spectateur est vite confronté
à des contrastes. Marché devant
le théâtre d’Anvers d’Émile Claus
par exemple: un tableau gris de
parapluies noirs avec au premier
plan quelques caisses d’orange
apportant une note chaude, à côté
de la Vue d’un village de Campine
de Frans Van Leemputten: un
marché campagnard dans des
tons frais et purs de vert, rouge
et bleu mouchetés du blanc vif
des fichus des femmes; pas de
couleurs sombres ici. Et puis il y a
le contraste entre le mouvement et
la détente. En 1917, Jan Kiemeneij
partage un atelier avec Paul
Joostens, Edmond Van Dooren et
Jozef Peeters et appartient donc à
l’avant-garde anversoise. Le tableau
Ballerine est une glorification de
la danse, du mouvement et de la
rapidité dans le nouveau langage
esthétique du cubisme et du
futurisme. Kiemeneij décompose
le mouvement du bras et montre
une image simultanée de trois
moments successifs rassemblés
en un seul mouvement fluide dans
les diverses zones de couleurs.
La grande danseuse du sculpteur
italien Marino Marini en revanche
ne bouge pas, elle est en équilibre
sur ses pointes, les mains dans le
dos, la tête dressée. Elle incarne le
repos tendu avant le mouvement,
l’équilibre avant l’action, la
concentration avant la danse.

I prefer someone who
smashes a weathered
window to someone who
tries to clean it.
— Jan Kiemeneij, 1959
T
14
he eye is keen to compare, in
order to discover more. And
what it soon discovers in this
ensemble is contrasts. There is
contrast of colour, for example.
Emile Claus’s Market in front of
the Theatre in Antwerp shows
market-goers on a grey day
holding dark umbrellas glistening
with rain. Some crates of oranges
in the foreground are the only
source of brightness. The painting
is paired with Campine Village
Scene by Frans Van Leemputten,
which represents a rural market
in vibrant greens, reds and blues,
dotted with the bright white of the
women’s headcaps.
And there is the contrast
between movement and
stillness. In 1917, Jan Kiemeneij
was sharing a studio with Paul
Joostens, Edmond Van Dooren
and Jozef Peeters, and he very
much belonged to the inner circle
of the Antwerp avant-garde. His
painting Ballerina is an idealisation
of dance, movement and speed,
expressed in the new visual
language of Cubism and Futurism.
Kiemeneij dissects the movement
of the arm in a composite image
of three successive postures that
are blended into a single flowing
movement through the use of
colour fields. Large Dancer by
Italian sculptor Marino Marini,
on the other hand, expresses no
movement whatsoever: she is
balancing on her toes, with hands
on back and head held high. She
epitomises the tensed stillness
proceeding movement, balance
prior to action, and concentration
before the dance.

Jemanden, der eine
verwitterte Scheibe
zerschlägt, liebe ich mehr
als jemanden, der sie
zu putzen versucht.
— Jan Kiemeneij, 1959
D
as Auge will vergleichen:
Dann entdeckt es mehr. Wer
diese Anordnung betrachtet, der
landet schnell bei den Kontrasten.
Das Gemälde Markt vor dem
Schauspielhaus in Antwerpen
von Emile Claus ist von Grau
durchtränkt. Pflaster und
Regenschirme sind klatschnass
und der einzige warme Akzent
sind die Apfelsinenkisten
im Vordergrund. Frans Van
Leemputten hingegen hat mit
Kempisches Dorf einen ländlichen
Markt in frischem und hellem
Grün, Rot und Blau dargestellt.
Die weißen Hauben der Frauen
sind Lichttupfer; düstere Farben
kommen hier nicht vor.
Und da gibt es auch den
Kontrast zwischen Bewegung
und Ruhe. 1917 teilte sich Jan
Kiemeneij ein Atelier mit Paul
Joostens, Edmond Van Dooren und
Jozef Peeters. Mit ihnen gehörte
er zum Kern der Antwerpener
Avantgarde. Sein Gemälde
Ballerina ist eine Ode an Tanz,
Bewegung und Tempo und in der
neuen Bildersprache des Kubismus
und Futurismus ausgeführt.
Kiemeneij stellte in einer Art von
Momentaufnahme simultan drei
aufeinanderfolgende Bewegungen
der Arme dar, die durch die
einzelnen Farbzonen zu einer
fließenden Geste verschmelzen.
Durch und durch statisch ist
dagegen die Große Tänzerin
des italienischen Bildhauers
Marino Marini. Die Figur steht in
perfektem Gleichgewicht auf den
Zehenspitzen, die Hände auf dem
Rücken, den Kopf hoch erhoben.
Die Skulptur ist Ausdruck
der gespannten Ruhe vor der
Bewegung, des Gleichgewichts vor
der Aktion, der Konzentration vor
dem Tanz.

Ik breng de vrouwen op
een heel krachtige manier
naar voren, omdat ik ze
ervaar als elementaire
wezens die op een heel
open en bewuste manier
met hun vrouwelijkheid
omgaan.
— Anne-Mie Van Kerckhoven
2008
J
e kunt je ogen niet afhouden van Lucienne:
het blozende meisje met de hemelsblauwe ogen
en de roodglanzende lippen. Pieter Rottie – de
schilder van een klein oeuvre van sterke, heel eigen beelden –
bekijkt met gretigheid zijn model en bouwt het verrassend sober
na in verf. De verf is zuinig aangebracht. In het coloriet heerst
een sneeuwige helderheid. Met een minimum aan middelen
bereikt hij een maximum aan expressie. Van eenzelfde serene
schoonheid is het portret van mevrouw Craeybeckx: zo dichtbij
en aanwezig, zo aandachtig bekeken en vastgelegd.
Tot zover het portret. Nu het naakt. Voor mannelijke
kunstenaars zijn vrouwen een gewild kijkobject. Maar hoe
kijken kunstenaressen naar een vrouw? In de droomwereld
van Alice Frey, vol van mooie klanken en poëzie, neemt het
vrouwelijk naakt een belangrijke plaats in. In Naakt met rood
gordijn wendt het model zich af van de schilder én van de kijker.
Ze poseert niet. Ze is alleen en in gedachten verzonken.
Schuldkamer van Anne-Mie Van Kerckhoven is een
van de vier werken uit de serie Schatten uit het Westen. Het
bestaat uit twee beelden: bovenaan een interieur - begrensd
en gestructureerd, onderaan een agressieve vrouw, met
eroverheen de contouren van een naakte vrouw. Rede en gevoel,
man en vrouw, orde en chaos worden naast elkaar geplaatst.
Aan de kijker om ze met elkaar te verbinden.

15
Pieter Rottie, Lucienne, (1938)
Pieter Rottie, Mevrouw Craeybeckx – Madame Craeybeckx
Mrs Craeybeckx – Frau Craeybeckx
16
Alice Frey, Naakt met rood gordijn – Nu au rideau
rouge – Nude with Red Curtain – Akt mit roter Gardine,
1955
17
Anne-Mie Van Kerckhoven, Schatten uit het Westen/
Schuldkamer – Trésors de l’Occident/ Reclusoir –
Treasures of the West/ Room of Guilt – Schätze aus
dem Westen/ Schuldkammer, 1993 © Sabam
Je présente les femmes
de manière très forte car
je les considère comme
des êtres élémentaires qui
assument pleinement leur
féminité. — AMVK, 2008
I represent women in
a very forceful manner,
because I perceive them
as elementary beings
who deal with their femininity in an entirely open
and conscious way.
— AMVK, 2008
Ich stelle die Frauen sehr
nachdrücklich in den
Vordergrund, da ich sie als
elementare Wesen erfahre,
die auf eine sehr offene
und bewusste Weise mit
ihrer Weiblichkeit umgehen.
— AMVK, 2008
I
M
t is impossible to keep one’s eye
off Lucienne, a blushing girl with
sky-blue eyes and glistening red
lips. Pieter Rottie – painter of a
small oeuvre of forceful, idiosynmpossible de détacher son regard cratic images – observed his model
keenly and reconstructed her in
de Lucienne, la jeune fille roustrikingly sober fashion. The paint
gissante aux yeux bleu ciel et aux
has been applied sparingly, and the
lèvres rouges et brillantes. Pieter
palette is characterised by a snowy
Rottie –le peintre de quelques
clarity. Using minimal means, he
œuvres fortes et singulières –
attains maximal expression. Equally
regarde son modèle avec un désir
serenely beautiful is the portrait
ardent et le reproduit avec une
of Mrs Craeybeckx: such proxsobriété étonnante. La peinture
imity and presence, meticulously
est appliquée avec parcimonie. Les
observed and captured.
tons sont dominés par une clarté
From portraits we move on to
de neige. Il atteint un maximum
nudes. To male artists, the female
d’expressivité avec un minimum
body is a favoured subject. But how
de moyens. Il se dégage du portrait
do female artists see women? In
de Madame Craeybeckx la même
beauté sereine: aussi proche et pré- Alice Frey’s dream world, abound
with wonderful sounds and poetsente, observée et reproduite avec
ry, the female nude occupies an
un soin égal. Voici pour le portrait.
important place. In Nude with Red
Le nu maintenant. Les femmes
Curtain, the model turns away
sont pour les artistes un objet
from the painter as well as the
désirable au regard. Mais comment
viewer. She is not striking a pose,
les femmes artistes voient-elles la
but appears to be alone and lost
femme? Le nu féminin occupe une
place importante dans l’univers oni- in reverie. The Room of Guilt by
Anne-Mie Van Kerckhoven is one
rique d’Alice Frey, vibrant de belles
of four works that make up the
sonorités et de poésie. Dans Nu au
series Treasures from the West. It
rideau rouge, le modèle se détourne
consists of two images: an interior
du peintre et du spectateur. Elle
ne pose pas. Elle est seule, plongée – delineated and structured –and
an aggressive-looking woman with
dans ses pensées. Reclusoir d’Annesuperimposed contours of a female
Mie Van Kerckhoven est une des
quatre œuvres de la série Trésors de nude. Reason and emotion, male
and female, order and chaos are
l’Occident. Elle est composée
placed side by side. It is up to the
de deux images: en haut un intéviewer to create connections.
rieur délimité et structuré, en bas
une femme agressive, avec par
dessus les contours d’une femme
nue. Raison et passion, homme et
femme, ordre et désordre sont ici
juxtaposés. Charge au spectateur
de les relier entre eux.
I

18
an kann den Blick kaum
von Lucienne abwenden:
dem blühenden Mädchen mit den
himmelblauen Augen und den rot
glänzenden Lippen. Pieter Rottie
betrachtet sein Modell mit größter
Aufmerksamkeit und baut es überraschend schlicht aus Farbe nach.
Die Farbe ist sparsam angebracht,
das Kolorit von einer schneeigen
Helligkeit. Mit einem Minimum
an Mitteln erreicht Rottie ein
Maximum an Ausdruck. Von der
gleichen heiteren Schönheit ist sein
Porträt von Frau Craeybeckx: so
nahe und präsent, so aufmerksam
betrachtet und auf die Leinwand
gebannt. So weit das Porträt. Und
nun der Akt. Für Künstler sind
Frauen ein beliebtes Schau-Objekt.
Aber wie sehen Künstlerinnen
Frauen? In der Traumwelt von
Alice Frey nimmt der weibliche
Akt einen wichtigen Platz ein.
Auf Akt mit roter Gardine ist das
Modell in einer Bewegung begriffen, die andeutet, dass es sich von
der Malerin und vom Betrachter
abwendet. Die Frau posiert nicht.
Sie ist allein und in ihre Gedanken
versunken. Schuldkammer von
Anne-Mie Van Kerckhoven ist eines
von vier Werken, die zusammen
die Serie Schätze aus dem Westen
ausmachen. Die Schuldkammer
besteht aus zwei Gemälden: oben
ein Interieur – begrenzt und strukturiert – und unten eine aggressiv
wirkende Halbnackte, über die die
Konturen einer Nackten gemalt
wurden. Verstand und Gefühl,
Mann und Frau, Ordnung und
Chaos wurden nebeneinander
gestellt. Es bleibt dem Betrachter
überlassen, eine Verbindung zwischen den Gegenpolen herzustellen.

Elk wit doek is
een vraagstelling,
een menselijke
vraagstelling en elk
voltooid schilderij
zou een antwoord
moeten zijn.
— Jan Cox
1956
S
ommige kunstenaars verbeelden de echte,
zichtbare wereld; anderen creëren een
nieuwe, eigen wereld. Zij vertellen verhalen
uit de Bijbel, de mythologie of uit de geschiedenis.
Soms komt het verhaal uit een boek, een droom of uit
de fantasie van de kunstenaar.
De kunst van Jan Cox neemt in de naoorlogse
Belgische kunstgeschiedenis een aparte plaats in door
haar magische of surreële karakter. Maar bovenal
onderscheidt Cox zich van zijn tijdgenoten door zijn
onderwerpen: droombeelden, geïnspireerd op de Bijbel
of op de klassieke mythologie. Ook de vrouw treedt
geregeld op in zijn schilderijen. Meisje met bloemenkrans
is een vrouwenbuste, monumentaal gemodelleerd in een
rustige, klare lijnvoering en uitgevoerd in koele kleuren.
Het lijkt wel een geschilderde antieke sculptuur. Zij stelt
een maenade voor, een bloeddorstige, dronken danseres
uit de Griekse mythologie.
Na een periode van abstractie keert Marc
Mendelson eind de jaren zestig terug naar de figuratieve
kunst. Met gevoel voor humor en poëzie brengt hij
een heel eigen universum in beeld. Zijn nieuwe taal is
spontaan en fris als een kindertekening: hij bevolkt zijn
doeken met gekke “mannetjes” en vreemde tekens in
eenvoudige vormen en heldere kleuren.

19
Jan Cox, Meisje met bloemenkrans – Jeune fille à la couronne
de fleurs – Girl with Garland – Mädchen mit Blumenkranz, 1962 © Sabam
Marc Mendelson, Ciertos signos lo presagian (1974-1976) © Sabam
20
Chaque toile blanche est
une question, une question
humaine et chaque
peinture achevée devrait
être une réponse.
— Jan Cox, 1956
Certains artistes imaginent le
monde réel, visible; d’autres créent
un monde nouveau, qui leur est
propre. Ils racontent des histoires
de la Bible, de la mythologie, des
chapitres historiques. L’histoire
vient parfois d’un livre, d’un rêve
ou de l’imagination de l’artiste.
De par son caractère magique
ou surréel, l’art de Jan Cox occupe
une place singulière dans l’histoire
de l’art belge de l’après-guerre.
Mais Cox se démarque surtout
de ses contemporains par ses
sujets : images oniriques inspirées
de la Bible ou de la mythologie
classique. La femme figure aussi
régulièrement sur ses toiles. Jeune
fille avec une couronne de fleurs
est un buste féminin, modelé de
façon monumentale dans un tracé
serein et pur et dans des couleurs
froides. On dirait la peinture
d’une sculpture antique. La jeune
fille représente une ménade, une
danseuse ivre et assoiffée de sang
de la mythologie grecque.
Après une période d’abstraction,
Marc Mendelson revient à l’art
figuratif à la fin des années 60. Il
donne forme à son propre univers
avec un sens aigu de l’humour
et de la poésie. Son nouveau
langage esthétique est spontané et
frais comme un dessin d’enfant ;
il peuple ses toiles de curieux
‘bonhommes’ et d’étranges signes
aux formes simples et aux couleurs
claires.

Every blank canvas poses
a question, a human
question, and each
completed painting should
provide an answer.
— Jan Cox, 1956
S
21
ome artists represent the real,
visible world; others create a
new, personal reality. They tell stoeinen ganz besonderen Platz ein.
ries from the Bible, mythology or
Seine Kunst ist magisch oder
history. Or the tale may originate
surreal. Aber vor allem hob sich
in a book, a dream or the artist’s
Cox von seinen Künstlerkollegen
imagination.
durch seine Sujets ab: Er malte
The work of Jan Cox occupies
Traumbilder, die auf der Bibel
a separate place in the history of
oder der antiken Mythologie
post-war Belgian art on account of
beruhen. Auch Frauen spielten
its magical or surreal quality. But
eine wesentliche Rolle in seinem
Cox also distinguishes himself
Schaffen. Das Mädchen mit
from his contemporaries through
Blumenkranz ist eine monumental
his choice of subject matter:
modellierte Frauenbüste. Die
dreamlike images, inspired by
Linien sind ruhig und klar, die
the Bible or classical mythology.
Farben kühl. Das Werk scheint
Women also feature frequently in
eine gemalte antike Skulptur. Das
his painting. Girl with Garland is a
Mädchen könnte eine Mänade
female bust, monumentally modsein, eine blutdürstige, trunkene
elled in clear restful lines and exeTänzerin aus der griechischen
cuted in cool hues. It is almost like
Sagenwelt.
a painted rendering of an antique
Marc Mendelson wandte sich
sculpture. She represents a maenad, in den sechziger Jahren, nach
an intoxicated and blood-thirsty
einer abstrakten Periode, wieder
dancer from Greek mythology.
der figurativen Malerei zu. Mit
Towards the end of the 1960s,
viel Humor und Poetik stellte
after a period of abstraction, Marc
er ein ganz eigenes Universum
Mendelson returned to creating
dar. Seine Bildersprache wirkt
figurative art. With a sense of
spontan und frisch und erinnert
humour and poetry, he visualised
an Kinderzeichnungen: Die
an entirely personal universe. His
Leinwände sind mit originellen
new visual idiom was spontaneous „Männchen“ bevölkert und mit
and fresh, like a child’s drawing:
seltsamen Zeichen in einfachen
his canvases are inhabited by pecuFormen und in klaren Farben
liar “types” and strange symbols,
verziert.
composed of plain forms and bright

colours.

Jede weiße Leinwand
konfrontiert uns mit einer
Frage, einer menschlichen
Frage, und jedes
vollendete Gemälde sollte
eine Antwort darauf sein.
— Jan Cox, 1956
M
anche Künstler stellen die
reale, sichtbare Welt dar;
andere schaffen eine neue, eigene
Welt. Sie erzählen biblische,
mythologische oder historische
Geschichten. Diese Geschichten
können aus Büchern stammen,
aber sie können auch in den
Träumen oder der Phantasie der
Künstler entstanden sein.
In der belgischen Kunst der
Nachkriegszeit nimmt Jan Cox
Michel Seuphor, Pour Subirachs, 1962 © Sabam
Denmark, Dode letters – Lettres mortes – Dead Letters
Tote Buchstaben, 1988 © Denmark
22
Ik ben de simpele
die kennis doorgeeft.
— Seuphor
1962
I
n 1962 schrijft Michel Seuphor, groot connaisseur van de abstracte kunst, een achtregelig
gedicht opgedragen aan de Catalaanse beeldhouwer Josep Maria Subirachs. Pour Subirachs bezingt
het leidmotief in diens oeuvre, namelijk de hegeliaanse
synthese van tegenstellingen die terzelfder tijd tegenover
elkaar staan en elkaar aanvullen: man-vrouw, dood-leven,
ruimte-tijd …
De sculptuur Frontal van Subirachs symboliseert
het verloop van de tijd, het verval, de verwoesting, …
de dood. De verschillende ‘zuiltjes’ verwijzen naar
overblijfselen uit vroegere culturen, fossielen, ruïnes;
ze staan symbool voor de vergankelijkheid in de tijd.
Ondanks de dood en de erosie overleeft het kunstwerk,
het is onsterfelijk.
Ook in Dode letters van Denmark speelt de kwestie
van tijd. De kunstenaar versnijdt een open krant horizontaal en kleeft vervolgens de repen dwars op een drager met
als resultaat een onleesbare krant. Het papier verkleurt,
langzaam bepaalt het licht de patine en drukt de tijd zijn
schaduw af. Wat rest van het woord is slechts een spoor,
het zijn ‘dode letters’. Met deze actie reageert Denmark
tegen de eindeloze informatiestroom. Ritueel en systematisch maakt hij de informatiedragers monddood door ze te
versnijden, vouwen, persen en kleven. Niettemin blijft Dode
letters voor altijd bewaard en als kunstwerk aanwezig in
een kunstverzameling.
Josep Maria Subirachs, Frontal © Subirachs
23
Je suis le simple qui passe
le savoir. — Seuphor, 1962
M
ichel Seuphor, grand
connaisseur de l’art abstrait,
écrit en 1962 un poème de huit
lignes au sculpteur catalan Josep
Maria Subirachs. Pour Subirachs
met en chant le leitmotiv de son
œuvre, la synthèse hégélienne
d’éléments antagoniques qui
s’opposent et se complètent à la
fois : homme-femme, mort-vie,
espace-temps…
La sculpture Frontal de
Subirachs symbolise le passage
du temps, la déchéance, la
destruction, … la mort. Les petites
‘colonnes’ évoquent les vestiges
de cultures anciennes, les fossiles,
les ruines ; elles symbolisent la
fugacité du temps. L’œuvre d’art
survit à la mort et l’érosion, elle est
immortelle.
La question du temps est
également présente dans Lettres
mortes de Denmark. L’artiste
découpe un journal ouvert à
l’horizontale et colle ensuite les
bandes de papier sur un support,
créant ainsi un journal illisible.
Le papier se décolore, la lumière
lui donne une patine, le temps y
imprime son ombre. Ce qu’il ne
reste du mot n’est qu’une trace, des
‘lettres mortes’. Denmark réagit ici
aux flux d’information continus.
Il bâillonne de manière rituelle
et systématique les supports de
l’information en les découpant, les
pliant, les pressant et les collant.
Ces Lettres mortes sont pourtant
ainsi conservées pour l’éternité
et prennent leur place dans une
collection d’art.

I am the simpleton who
passes on the knowledge.
— Seuphor, 1962
I
n 1962, Michel Seuphor, a
great connoisseur of abstract
art, composed an eight-line poem
dedicated to the Catalan sculptor
Josep Maria Subirachs. Entitled
Pour Subirachs, it is an ode to the
24
leitmotif in Subirachs’s oeuvre,
namely the Hegelian synthesis of
thesis and antithesis that are at
once opposites and complements:
man-woman, life-death, spacetime …
The sculpture Frontal by
Subirachs symbolises the passing
of time, decay, destruction, … death.
The diminutive ‘pillars’ are relics
of ancient cultures, fossils, ruins;
they represent transience. But
despite death and erosion, the
work of art survives. It is immortal.
Time also appears as a theme in
Denmark’s Dead Letters. A spreadopen newspaper has been cut into
horizontal strips and rearranged
onto a support, creating an
illegible whole. The paper has
slowly discoloured due to its
exposure to light, so that time has
in effect cast its shadow over the
composition. What remains of
the word is merely a trace, ‘dead
letters’. This piece is Denmark’s
response to the incessant
information flow. Ritually and
systematically, he silences the
information carriers by cutting,
folding, wrenching and gluing. Yet
Dead Letters will be preserved for
eternity and for ever remain part
of an art collection.
Verwüstung und schließlich
den Tod. Die kleinen, liegenden
Säulen – oder das, was davon
übrig geblieben ist – verweisen
auf die Überreste verschwundener
Kulturen, auf Fossilien oder
auf Ruinen und damit auf die
Hinfälligkeit allen Seins. Aber
trotz Tod und Erosion überlebt das
Kunstwerk: Es ist unvergänglich.
Auch Tote Buchstaben von
Denmark bezieht sich auf die
vergängliche Zeit. Denmark
hat eine Zeitung in horizontale
Streifen zerschnitten und
die Streifen quer auf einen
Untergrund geklebt. Das Ergebnis
ist eine Zeitung, die nicht mehr
entziffert werden kann. Das Papier
verfärbt sich langsam, das Licht
erzeugt eine Patina und die Zeit
drückt ihre Schatten darauf. Vom
Wort bleiben nur Spuren übrig:
Es wird zu „toten Buchstaben“.
Diese Aktion ist für Denmark
ein Protest gegen den endlosen
Informationsstrom. Rituell
und systematisch macht er die
Informationsträger „mundtot“,
in dem er sie zerschneidet, faltet,
presst und auf einen Träger
klebt. Dennoch bleibt Tote
Buchstaben für immer erhalten
und als Kunstwerk in Sammlungen
präsent.


Ich bin der Einfältige
der Wissen weitergibt.
— Seuphor, 1962
1962
widmet Michel
Seuphor, ein
eminenter Kenner der abstrakten
Kunst, dem katalanischen
Bildhauer Joseph Maria Subirachs
das achtzeilige Gedicht Pour
Subirachs. Es ist eine Hommage
an das Leitmotiv von dessen
Oeuvre: der Hegelsche Dreischritt
von These, Antithese und
Synthese. These und Antithese
sind Gegenpole, die einander
jedoch ergänzen – so wie Mann
und Frau, Tod und Leben oder
Raum und Zeit.Das Objekt Frontal
von Subirachs symbolisiert den
Verlauf der Zeit, den Verfall, die
Er zijn geen
interessanter dingen
dan mensen.
Iedereen is anders.
— Kees van Dongen
1925
M
ensen raken nooit uitgekeken op mensen, ook niet op mensen in schilderijen.
Daarom is het portret zo’n boeiend
genre van de schilderkunst.
De in Nederland geboren kunstenaar Kees van
Dongen wordt in de jaren twintig in Parijs wereldberoemd met zijn kleurrijke, fauvistische vrouwenportretten. Heel soms schildert hij ook mannen zoals in
1928 de metropoliet van Beiroet monseigneur Gerasimos
Messara. Het portret valt op door zijn formaat en zijn
durf. Het heeft iets Frans Halsachtig: het is ruig geschilderd in zwarten met als een vlammend accent de
felgroene en knalrode stola. De prelaat verschijnt
pontificaal in het schilderij. Van Dongen geeft aandacht
aan de uitdrukking van de hele figuur en details als
glimmende schoenneuzen maken daar een wezenlijk
deel van uit.
De nieuwe kunst vindt ook navolging in Antwerpen. De jonge Jan Cockx is helemaal in de ban van het
fauvisme. Hij bewondert Henri Matisse en Rik Wouters.
In 1919 portretteert hij zijn vriend, de Antwerpse
schrijver en kunstcriticus Roger Avermaete helemaal
volgens de nieuwe stijl. Avermaete poseert nonchalant,
wijdbeens en met de handen in zijn zakken. Houdt hij
de schilder met argwaan in de gaten? Alles zindert
van kleur, op de achtergrond dansen de motieven van
het behang en het tapijt in schreeuwerige kleuren.

25
Jan Cockx, Roger Avermaete, 1919
26
Kees van Dongen, Monseigneur Gerasimos
Messara, metropoliet van Beiroet – métropolite
de Beyrourh – Metropolitan of Beyrouth –
Metropoliet von Beirut, (1928) © Sabam
Il n’y a pas de chose
plus intéressante que les
humains. Ils sont tous
différents. — Kees van
Dongen, 1925
L
es hommes ne se lassent jamais
des hommes, même pas des
hommes dans les tableaux. C’est
pourquoi le portrait est un genre
pictural si passionnant.
L’artiste néerlandais Kees
van Dongen s’est fait connaître à
Paris dans les années 20 avec ses
portraits féminins fauvistes aux
riches couleurs. Il peint parfois
aussi des hommes, comme en
1928 le métropolite de Beyrouth,
monseigneur Gerasimos Messara.
Le portrait surprend par son
format et son audace. Il a quelque
chose d’un Frans Hals: brossé
dans des tons de noirs auxquels
les taches vives de rouge et
vert de l’étole apportent une
touche de couleur. Le prélat a ici
une apparence pontificale. Van
Dongen soigne particulièrement
l’expression du personnage et
des détails comme les pointes
brillantes de ses chaussures.
Le nouvel art trouve aussi un écho
à Anvers. Le jeune Jan Cockx
tombe sous le charme du fauvisme.
Il admire tout particulièrement
Henri Matisse et Rik Wouters.
C’est entièrement dans ce nouveau
style qu’il réalise en 1919 le portrait
de son ami, l’écrivain et critique
d’art anversois Roger Avermaete.
Avermaete prend une pose
nonchalante, les jambes écartées
et les mains dans les poches. Se
méfie-t-il du peintre ? Le tableau
est vibrant de couleur, les motifs
du papier peint à l’arrière-plan et
le tapis dansent dans des couleurs
criardes.

There is nothing more
interesting than people.
Everyone is different.
— Kees van Dongen, 1925
P
eople never get bored of people,
including people in paintings.
That is why portraiture is such an
27
interesting genre. The Dutch-born
artist Kees van Dongen achieved
fame in 1920s Paris thanks to
his colourful fauvist portraits
of mostly women. Occasionally
he painted men, as in this 1928
portrait of the Metropolitan of
Beirut, Gerasimos Messara. The
portrait is conspicuous by its size
and bravura. It has a Frans Halslike quality: it is boldly executed in
dark colours with fiery highlights
in the bright green and red
stola. The prelate is pontifical in
appearance. Van Dongen has paid
close attention to the expression
of the figure as a whole, to which
the various details, such as the
glistening points of the shoes,
fundamentally contribute.
The new mode of painting also
caught on in Antwerp. Young Jan
Cockx found himself spellbound
by Fauvism. He was an admirer of
Henri Matisse and Rik Wouters.
In 1919, he painted a portrait of
his friend, the Antwerp author
and art critic Roger Avermaete in
a manner that was entirely in line
with the new style. Avermaete
is captured in a nonchalant pose,
open-legged and with hands in
pocket. Is he perhaps suspicious
of the artist? The entire painting
is oozing with colour. In the
background, the patterns in the
wallpaper and carpet seem to be
dancing with sheer brightness.

Es gibt keine interessanteren Dinge als Menschen.
Jeder ist anders. — Kees
van Dongen, 1925
M
enschen können sich
an anderen Menschen
nicht satt sehen, auch nicht
an Menschen auf Gemälden.
Deshalb ist das Porträt eine derart
faszinierende Bildgattung.
Der in den Niederlanden
geborene Maler Kees van Dongen
erlangte in den 1920er Jahren in
Paris mit seinen farbenreichen,
fauvistischen Frauenbildnissen
Weltruhm. Aber manchmal malte
er auch Männer – so wie 1928
Gerasimo Messara, Metropolit
der orthodoxen Kirche von
Beirut. Das Bildnis fällt durch die
monumentalen Abmessungen und
die Kühnheit der Darstellung auf.
In gewisser Weise hat es etwas
von den Gemälden von Frans Hals:
Es ist rau in Schwarztönen gemalt,
wobei die grellgrüne und knallrote
Stola einen flammenden Akzent
bilden. Der Metropolit wirkt
durch und durch pontifikal. Die
gesamte Gestalt wurde von Van
Dongen erfasst und Details wie die
schimmernden Schuhspitzen sind
dabei wesentliche Elemente.
Die neue Kunstrichtung findet
auch Anhänger in Antwerpen.
Der junge Jan Cockx geriet
vollständig in den Bann des
Fauvismus. Er bewunderte Henri
Matisse und Rik Wouters. 1919
porträtierte er, ganz im Sinne
dieses Stils, seinen Freund, den
Antwerpener Schriftsteller
und Kunstrezensenten Roger
Avermaete. Avermaetes Pose
ist nonchalant, die Beine sind
gespreizt, die Hände stecken in
den Hosentaschen. Beobachtet er
den Maler argwöhnisch?
Alles vibriert und die Muster
der Tapete und des Teppichs tanzen in grellen Farben.

Luc Peire, Zaragoza – Saragosse – Saragossa - Saragossa, 1962
Sven ’t Jolle, Kûfi, 1992 © Sven ’t Jolle
28
Het element ruimte
is essentieel voor mij.
Voor mij moet je in
een schilderij rond
kunnen wandelen.
— Luc Peire
1966
E
en titel is vaak meer dan de naam van een
kunstwerk: hij voegt een onzichtbare kleur
toe aan het werk. Een gevoel, associatie,
bewering, historische gebeurtenis of verhaal.
In 1955 kiest Luc Peire resoluut voor de abstractie.
Hij wordt de meester van het abstract verticalisme
waarbij hij zijn schilderijen herleidt tot een ritmisch spel
van lijnen en vlakken, maar met een sterk gevoel van
ruimtelijkheid. Zaragoza is hiervan een mooi voorbeeld:
vlak van constructie en tegelijk plastisch door de
uitvoering in licht-donker schakeringen. Het werk stelt
natuurlijk niet Zaragoza voor, maar vertolkt de indruk
die deze Spaanse stad op de kunstenaar maakte.
Op het eerste gezicht is ook het plaasteren
schilderij van Sven’t Jolle een abstract werk. Een reliëf
met zwarte horizontale en verticale lijnen en witte
vlakken. Kûfi verwijst naar het Koefisch schrift: een
gestileerde, hoekige Arabische kalligrafie waarmee men
de perfectie van Allah wilde uitdrukken. Door deze titel
kantelt de betekenis van het kunstwerk. In de westerse
context doet het werk aan als een modern geometrischabstract kunstwerk, hoewel het teruggaat op iets dat al
eeuwenlang in de Arabische cultuur aanwezig is.
De kunstenaar nodigt de toeschouwer uit om na te denken
over de vaak simplistische en clichématige manier waarop
vanuit het Westen naar het Midden-Oosten gekeken
wordt.

29
L’espace est un élément
essentiel pour moi. On doit
pouvoir se promener dans
le tableau. — Luc Peire,
1966
U
n titre est souvent davantage
que le nom d’une œuvre :
il y ajoute une couleur invisible.
Un sentiment, une association,
une affirmation, un événement
historique ou une histoire.
Luc Peire opte résolument
pour l’abstraction en 1955. Il
devient le maître du verticalisme
abstrait, réduisant ses toiles à
un jeu rythmique de lignes et de
surfaces, mais avec un sens aigu
de la spatialité. Zaragoza en est
un bel exemple : de construction
plate et pourtant plastique
grâce aux nuances claires et
sombres. L’œuvre ne représente
naturellement pas Saragosse, mais
interprète l’impression que produit
la ville espagnole sur l’artiste.
La peinture en plâtre de Sven
’t Jolle est à première vue une
œuvre abstraite, un relief aux
lignes noires horizontales et
verticales et aux surfaces blanches.
Kûfi évoque l’écriture coufique :
une calligraphie arabe angulaire
et stylisée destinée à exprimer la
perfection d’Allah. Le titre donne
un autre sens à l’œuvre d’art. Dans
le contexte occidental, l’œuvre se
profile comme une œuvre d’art
moderne, abstraite et géométrique,
alors qu’elle relève d’une culture
arabe ancestrale. L’artiste invite
le spectateur à réfléchir au regard
souvent simpliste et stéréotypé
que l’Occident porte sur le MoyenOrient.

I consider space to be an
essential ingredient. To
me, you have to be able to
stroll around in a painting.
— Luc Peire, 1966
A
title is often more than just
the name of a work of art: it
adds an imperceptible colour, a
particular sense or association,
30
an assertion, a historical event or
story.
In 1955, Luc Peire embarked
down the path of abstraction.
He would become the master
of abstract verticalism, thereby
reducing his paintings to a
rhythmical interaction between
lines and fields while retaining a
strong sense of spatiality. Saragossa
is a good example: the composition
is flat yet highly expressive due to
the alternation of dark and light
areas. Clearly the painting is not so
much a rendering of Saragossa as
an evocation of the impression the
Spanish city made on the artist.
At first glance, the plaster
painting by Sven’t Jolle also
appears to be an abstract
composition, consisting in a relief
with black horizontal and vertical
lines alternating with white areas.
Kûfi refers to Kufic: a stylised,
angular calligraphic form of
Arabic script that was seen to give
expression to the perfection of
Allah. The title clearly tweaks the
meaning of the piece. In a purely
Western context, it comes across
as a modern geometric-abstract
work, but the title reveals that
it is based on an ancient Arabic
technique. The artist invites the
viewer to reflect on the often
simplistic and prejudiced way
in which the West looks at the
Middle East.

Das Element Raum ist
essentiell für mich. Man
muss in einem Gemälde
herumwandern können.
— Luc Peire, 1966
E
in Titel ist oft mehr als der
Name eines Kunstwerks. Er
ergänzt ein Gemälde um eine
unsichtbare „Farbe“: um ein
Gefühl, eine Assoziation, eine
Behauptung, ein historisches
Ereignis oder eine Geschichte.
1955 entschied sich Luc Peire
kompromisslos für die Abstraktion.
Er reduzierte seine Gemälde –
allerdings mit einem starken
Gefühl für das Räumliche – auf
ein rhythmisches Spiel der Linien
und der Flächen und wurde so
zu einem Meister des abstrakten
Vertikalismus. Ein eindrucksvolles
Beispiel ist Saragossa: Die
Konstruktion ist flächig, aber
durch die Hell-DunkelSchattierungen gleichzeitig
plastisch. Natürlich stellt es nicht
die spanische Stadt Saragossa dar,
sondern gibt den Eindruck wieder,
den sie in dem Künstler hinterließ.
Auf den ersten Blick scheint
auch das Gipsgemälde von Sven
’t Jolle ein abstraktes Werk: ein
Relief aus horizontalen und
vertikalen schwarzen Linien und
weißen Flächen. Der Titel Kûfi
verweist auf die kufische Schrift,
eine stilisierte, eckige arabische
Schrift, die die Vollkommenheit
Allahs zum Ausdruck bringen
soll. Durch den Titel kippt der
Inhalt des Werks. Im westlichen
Kontext scheint Kûfi ein
modernes, geometrisch-abstraktes
Kunstwerk; in Wirklichkeit
bezieht es sich auf etwas, das
bereits seit Jahrhunderten in
der arabischen Kultur verankert
ist. Der Künstler fordert den
Betrachter auf, über die häufig
simplizistische und klischeehafte
Art und Weise nachzudenken, in
der der Westen den Vorderen
Orient betrachtet.

Collectie Provincie Antwerpen
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
David Claerbout
Kortrijk 1969
Zonder titel
Sans titre
Untitled
Ohne Titel (Santa Maria del Salute)
2000 | P/G 718
Cedric Morris
Swansea 1889 – Ipswich 1982
Gezicht van Céret
Vue de Céret
A View of Céret
Blick auf Céret
(1923)
Inv. nr. 2640
Jef Verheyen
Itegem (Heist-op-den-Berg) 1932
– Saint-Saturnin-d’Apt 1984
Zwarte ruimte
Espace noir
Black Space
Schwarzer Raum
René Guiette
Antwerpen 1893 – Wilrijk 1976
De voorstad
Faubourg
The Suburb
Vorstadt
1959 | inv. nr. 3182
1930 | P/S 118
Gustave De Smet
Gent 1877 – Deurle 1943
Kermis op de Vrijdagmarkt in Gent
Kermesse sur la place du
Marché-du-Vendredi à Gand
Fair on Vrijdagmarkt in Ghent
Kirmes auf dem Vrijdagmarkt
in Gent
Henri Leys
Antwerpen 1815 – Antwerpen 1869
Huizen op de Handschoenmarkt
Maisons du vieil Anvers –
Handschoenmarkt
Houses of Old Antwerp Hanschoenmarkt
Häuser auf dem
Handschoenenmarkt
(1907) | Inv. nr. 3025
Inv. nr. 1235
Gustave De Smet
Sint-Niklaaskerk te Gent
L’église Saint-Nicolas de Gand
St Nicholas’s Church, Ghent
St. Nikolauskirche in Gent
1914 | P/S 014
Frans Van Leemputten
Werchter 1850 – Antwerpen 1914
Kempens dorpsgezicht
Vue d’un village de Campine
Campine Village Scene
Kempisches Dorf
1897 | P/S 052
Leo Bervoets
Antwerpen 1892 – Antwerpen 1978
Foorwageninterieur
Intérieur d’une roulotte de forain
Interior of a Fairground Caravan
Im Jahrmarktswagen
George Morren
Ekeren 1868 – Brussel 1941
Het kraam van Jan van Gent
L‘échoppe de Jan van Gent
The Booth of Jan van Gent
Bude von Jan van Gent
1938 | Inv. nr. 2436
Zonder titel
Sans titre
Untitled
Ohne Titel
1992 | P/S 261
1894 | Inv. nr. 2856
Isidoor Opsomer
Lier 1878 – Antwerpen 1967
De Fortuin te Lier
De Fortuin à Lierre
De Fortuin, Lier
De Fortuin in Lier
Hans Hartung
Leipzig 1904 – Antibes 1989
Doek 52/44 & 52/46
Toile 52/44 & 52/46
Canvas 52/44 & 52/46
Leinwand 52/44 & 52/46
1912 | P/S 097
1952 | Inv. nrs. 2814 & 2815
Koen van den Broek
Bree 1973
Blue Border #3
2001 | P/S 381
31
Inv. nr. 2831
P/S 001
Bert De Beul
Gent 1961
Zonder titel
Sans titre
Untitled
Ohne Titel
1992 | P/S 260
Frans Hens
Antwerpen 1856 – Antwerpen 1928
Gezicht op de Schelde
Vue sur l‘Escaut
A View on the Scheldt
Sicht auf die Schelde
Emile Claus
Sint-Eloois-Vijve 1849 – Astene
1924
De markt voor de schouwburg
in Antwerpen
Le marché devant le théâtre
à Anvers
The Market in front of the Theatre
in Antwerp
Markt vor dem Schauspielhaus
in Antwerpen
Henri De Smeth
Antwerpen 1865 – Brasschaat 1940
Het bezoek
La visite
The Visit
Der Besuch
1889 | P/S 015
Henri De Smeth
De rekening van de kleermaakster
La note de la couturière
The Bill of the Dressmaker
Die Rechnung des Schneiders
1901 | Inv. nr. 1362
Richard Emile Miller
Saint-Louis 1875 – Provincetown
1943
Vrouw bij de koffietafel
Figure et nature morte
Woman at a Table
Frau am Kaffeetisch
Edgard Tytgat
Brussel 1879 – Sint-LambrechtsWoluwe 1957
Model / Le modèle
Model / Modell
KMSKA | inv. nr. 1672
Floris Jespers
Borgerhout 1889 – Antwerpen
1965
Vrouw op blauwe achtergrond
Femme sur fond bleu
Woman Against a Blue
Background
Frau vor blauem Hintergrund
Walter Vaes
Borgerhout 1882 – Antwerpen
1958
Stilleven met wit Delfts kruikje
en peren
Nature morte avec pichet blanc
de Delft et poires
Still-life with Delft Jug and Pears
Stillleben mit weißem Delfter
Krug und Birnen
P/S 080
Rik Wouters
Mechelen 1882 – Amsterdam 1916
Etstafel
Table d‘aquafortiste
Etching Table
Radiertisch
(1909) | Inv. nr. 2167
1926 | Inv. nr. 2980
1955 | Inv. nr. 2879
P/S 079
Willy Kreitz
Antwerpen 1903 – Ukkel 1982
Kinderkop / Tête d’enfant
Head of Child / Haupt eines Kindes
1929
P/B 014
Mark Macken
Diest 1913 – Antwerpen 1977
Regen / Pluie
Rain / Regen
1957 | Inv. nr. 2992
Floris Jespers
Borgerhout 1889 – Antwerpen
1965
Het palet / La palette
The Palette / Palette
P/S 072
Pieter Rottie
Antwerpen 1895 – Antwerpen 1946
Mevrouw Craeybeckx
Madame Craeybeckx
Mrs Craeybeckx
Frau Craeybeckx
Jan Kiemeneij
Antwerpen 1889 – Kalmthout 1980
Ballerina / Ballerine
Ballerina / Ballerina
Inv. nr. 2353
P/S 135
(1938) | P/S 041
Marino Marini
Pistoia 1901 – Viareggio 1980
De grote danseres / Grande
danseuse / Large Dancer
Die große Tänzerin
Inv. nr. 2811
Alice Frey
Antwerpen 1895 – Oostende 1981
Naakt met rood gordijn
Nu au rideau rouge
Nude with Red Curtain
Akt mit roter Gardine
Pieter Rottie
Lucienne
Albert Van Dyck
Turnhout 1902 – Antwerpen 1951
Jonge meid met korf (Leonie)
Jeune fille au panier (Leonie)
Junges Mädchen mit Korb (Leonie)
Young Maid with Basket (Leonie)
1936 | P/S 081
Anne-Mie
Van Kerckhoven
Antwerpen 1951
Schatten uit het Westen /
Schuldkamer
Trésors de l’Occident /
Reclusoir
Treasures from the West /
Room of Guilt
Schätze aus dem Westen /
Schuldkammer
1993 | P/B 178
Paul Joostens
Antwerpen 1889 – Antwerpen
1960
Apocalyps / Apocalypse
Apocalypse / Apokalypse
1938 | P/S 148
Edmond Van Dooren
Antwerpen 1896 – Antwerpen 1965
Machinezang / Chant de machines
Song of Machines
Maschinengesang
Inv. nr. IB12.014
Carlo De Roover
Boom 1900 – Antwerpen 1986
Bos te Zoersel / Bois de Zoersel
Forest in Zoersel / Wald bei Zoersel
1947 | P/S 091
Jan Cox
Den Haag 1919 – Antwerpen 1980
De twee zusters / Les deux soeurs
The Two Sisters / Zwei Schwestern
1948 | Inv.nr. 2666
Jan Cox
Twee heksen / Deux sorcières
Two Witches / Zwei Hexen
1962 | Inv. nr. 3085
Léon Devos
Lettelingen 1897 – Précy-sousThil 1974
Meisje met mand / Jeune fille au
panier / Girl with a Basket
Mädchen mit Korb
(1943) | Inv. nr. 2488
32
Jan Cox
Meisje met bloemenkrans
Jeune fille à la couronne de fleurs
Girl with Garland
Mädchen mit Blumenkranz
Josep Maria Subirachs
Barcelona 1927
Frontal
1962 | P/S 116
Denmark
Antwerpen 1950
Dode letters
Lettres mortes
Dead Letters
Tote Buchstaben
Marc Mendelson
Londen 1915
Ciertos signos lo presagian
(1974-1976) | Inv. nr. 3152
Inv. nr. 3194
Walter Goossens
Lier 1943
Zelfportret / Autoportrait
Self Portrait / Selbstporträt
1973 | Inv. nr. 3169
Walter Goossens
Zelfportret / Autoportrait
Self Portrait / Selbstporträt
1976 | P/S 369
1988 |P/B 071
Jos Leonard
Antwerpen 1892 – Elsene 1957
De zeilboot / Le bateau à voiles
The Sailing Boat / Das Segelboot
1919 | Inv. nr. 3269
Jos Leonard
De roeiers
Les rameurs
The Oarsmen
Die Ruderer
1919 | Inv. nr. 3270
E.L.T. Mesens
Brussel 1903 – Brussel 1971
Slecht voorteken
Mauvais signe
Bad Omen
Schlechtes Vorzeichen
1965 | Inv. nr. 3052
E.L.T. Mesens
‘Le cadeau de Stefan et Franceska
Thamerson’
Fred Bervoets
Burcht 1942
Bevreemdend personage
Un singulier personnage
A Strange Character
Eine eigenartige Figur
1976 | Inv. nr. 3168
Fred Bervoets
Figuur / Figure
Figure / Figur
1989 | P/G 419
1965 | Inv. nr. 3053
Jozef Peeters
Antwerpen 1895 – Antwerpen
1960
Map Jozef Peeters:
6 linos Antwerpen “De Sikkel”
Portfolio Jozef Peeters:
6 linos, Anvers “De Sikkel”
Mappe Jozef Peeters:
6 Linolschnitte: Antwerpen
„De Sikkel“
Jozef Peeters Portfolio:
6 linocuts, Antwerp
“De Sikkel”
1920 – 1921
P/G 740 a-f en P/G 741
E.L.T. Mesens
‘Mijn arme lieveling’
‘Ma pauvre chérie’
‘My Poor Darling’
‘Mein armer Liebling’
Marcel Mariën
Antwerpen 1920 – Brussel 1993
Nouvelles impressions d’Afrique
1962 | Inv. nr. 3193
1919 | P/S 229
Michel Seuphor
San Gioco Maggiore
Kees van Dongen
Delfshaven 1877 – Monte Carlo
1968
Monseigneur Gerasimos Messara,
metropoliet van Beiroet
métropolite de Beyrouth
Metropolitan of Beyrouth
Metropoliet von Beirut
1981 | P/G 213
(1928) | Inv. nr. 2351
33
Sven ‘t Jolle
Antwerpen 1966
Kûfi
1992 | P/B 174
1972 | P/B 210
Michel Seuphor
Antwerpen 1901 – Parijs 1999
Pour Subirachs
Michel Seuphor
Talita danse à la lune
1962 | Inv. nr. 2984
1965 | Inv. nr. 3055
Jan Cockx
Antwerpen 1891 – Boechout 1976
Portret van Roger Avermaete
Portrait de Roger Avermaete
Portrait of Roger Avermaete
Bildnis von Roger Avermaete
Inv. nr. 3191
Luc Peire
Brugge 1916
– Parijs 1994
Zaragoza / Saragosse
Saragossa / Saragossa
Lucio Fontana
Rosario de Santa Fe 1899 –
Comabbio 1968
Concetto Spaziale
(1965) | Inv. nr. 3197
Guy Mees
Mechelen 1935 – Antwerpen 2003
Verloren ruimte / Espace perdu
Lost Space / Verlorener Raum
P/S 193
Nieuws
Nieuwe opstelling vanaf 1 februari
D
e huidige presentatie van de kunstwerken is gemaakt
door de curatoren van het KMSKA en de provincie
Antwerpen en is te zien tot 26 januari 2014. Het is maar
één manier om de kunstwerken te presenteren.
Vanaf 1 februari tot en met 20 april 2014 zorgt Jongbloed!,
de jongerencrew van het KMSKA, voor een nieuwe
opstelling. Jongbloed! is een denk- en doetank van het
museum en bestaat uit jongeren tussen 16 en 24 jaar.
Tijdens een brainstorm van Jongbloed! kwam het idee op
om zelf een tentoonstelling te maken. Die kans geven we de
jongeren graag. Vanaf 1 februari kan u het resultaat komen
bekijken. De tentoonstelling zal grofweg bestaan uit dezelfde
kunstwerken (mits enkele toevoegingen), maar
met een ander verhaal en een nieuwe manier van kijken.
Hou je ticket bij
Op vertoon van een ticket voor De Modernen. Duo’s
dat gekocht werd voor 27 januari 2014 kun je gratis de
presentatie van Jongbloed! bezoeken (1 februari tot en
met 20 april 2014).
Atelierflat Jozef Peeters
S
amen met de stad Antwerpen en het Letterenhuis
stelt het KMSKA de atelierflat van kunstenaar
Jozef Peeters op de De Gerlachekaai in Antwerpen opnieuw
open voor het publiek. Peeters beschilderde de flat volgens
zijn constructivistische opvattingen en toverde het geheel
om tot een uniek modernistisch kunstwerk.
Meer info op www.kmska.be.
34
NOUVEAUTÉS
Nouvelle présentation
à partir du 1er février
L
a présentation actuelle des
œuvres d’art a été produite
par les des commissaires du
KMSKA et de la Province d’Anvers
et peut être visitée jusqu’au 26
janvier 2014. Mais ce n’est qu’une
manière de présenter les œuvres
d’art. Du 1er février au 20 avril
2014, Jongbloed!, la jeune équipe
du KMSKA, propose une nouvelle
présentation. Jongbloed! est un
creuset de réflexion et d’action
de jeunes entre 16 et 24 ans.
C’est lors d’une réunion de
réflexion de Jongbloed! qu’a été
lancée l’idée d’une exposition
de leur fait. Nous donnons
volontiers leur chance aux jeunes.
À vous de découvrir le résultat
de leur travail à partir du 1er
février. L’exposition comprendra
à peu près des mêmes œuvres
(moyennant quelques ajouts) mais
sera montée autour d’une autre
histoire, d’une autre manière de
regarder.
Conservez votre billet
Sur présentation de votre billet
pour ‘Les Modernes. Duos’ acheté
avant le 27 janvier 2014, vous
pouvez visiter gratuitement la
présentation de Jongbloed! (du 1er
février au 20 avril 2014).
Appartement-atelier
de Jozef Peeters
En collaboration avec la Ville
d’Anvers et la Maison des Lettres,
le KMSKA rouvre au public
l’appartement-atelier de l’artiste
Jozef Peeters au De Gerlachekaai
à Anvers. Peeters a peint son
appartement selon ses conceptions
constructivistes et l’a transformé
en une œuvre d’art moderniste
unique. Plus d’informations sur
www.kmska.be.
NEUIGKEITEN
Neue Präsentation
ab 1. Februar
NEWS
New presentation
from 1 February
T
he current arrangement
of the pieces on display is
a joint-design by the curators
of KMSKA and the Province of
Antwerp. The exhibition runs
until 26 January 2014. However,
this is just one possible way of
setting up the exhibits. From 1
February to 20 April 2014, viewers
can admire the same pieces in an
alternative presentation designed
by Jongbloed!, the youth crew
of KMSKA. Jongbloed! is the
museum’s think and do tank for
youngsters aged between 16 and
24.
The idea for Jongbloed! to
design its own exhibition came
during a brainstorming session.
The museum was very happy
to oblige. The result will be on
view from next February. The
exhibition will encompass more
or less the same pieces (with some
additions), but the underlying
story and the perspective will be
quite different.
Hang on to your tickets
Tickets for ‘The Moderns. Duos’
that were purchased before 27
January 2014 are also valid for
the presentation by Jongbloed!
(1 February to 20 April 2014).
The Flat-Cum-Studio
of Jozef Peeters
In collaboration with the City
of Antwerp and the House of
Literature (Letterenhuis), KMSKA
is reopening to the public the
former flat-cum-studio of artist
Jozef Peeters on De Gerlachekaai
in Antwerp. Peeters painted
the walls of his apartment in
constructivist style, thereby
transforming the flat into a unique
modernist work of art. For further
information, visit www.kmska.be.
35
D
ie Ausstellung wurde von
der Kuratorin des KMSKA
und dem Kurator der Provinz
Antwerpen zusammengestellt
und kann in ihrer jetzigen
Form bis zum 26. Januar 2014
besichtigt werden. Ab dann nimmt
Jongbloed! (Jungblut), dem aus 16bis 24-Jährigen bestehende „Think
Tank“ des KMSKA, die Dinge in
die Hand. Vom 1. Februar bis 20.
April sind die Exponate in neuer
Anordnung entsprechend den
Ideen von Jongbloed! zu sehen.
Während eines Brainstormings
von Jongbloed! wurde die Idee
entwickelt, einmal selber eine
Ausstellung zu machen. Wir geben
den jungen Leuten gerne diese
Chance. Ab dem 1. Februar können
Sie eine neue Version von Duos
besichtigen. Es werden ungefähr
die gleichen Kunstwerke (mit
einigen Ergänzungen) zu sehen
sein, aber der rote Faden ist ein
anderer und die Besucher sind
aufgefordert, die Bilder auf eine
andere Art zu betrachten.
Heben Sie Ihr Ticket Auf!
Auf Vorlage einer Eintrittskarte
zu ‚Die Modernen. Duos, die
vor dem 27. Januar 2014 gekauft
wurde, haben Sie freien eintritt
zur Präsentation von Jongbloed!
(1. Februar bis 20. April 2014).
Wohnung und Atelier
Jozef Peeters
In Zusammenarbeit mit der
Stadt Antwerpen und dem
Literaturhaus (Letterenhuis) hat
das KMSKA Wohnung und Atelier
des Antwerpener Malers Jozef
Peeters wieder der Öffentlichkeit
zugänglich gemacht. Jozef
Peeters bemalte die Wände seiner
Wohnung am Gerlachekaai mit
konstruktivistischen Farbflächen
und verwandelte sie so in ein
einzigartiges Werk moderner
Kunst. Weitere Informationen auf
www.kmska.be.
Colofon
Curatoren: Siska Beele
(KMSKA), Bob Daems
(Provincie Antwerpen)
Tekst: Siska Beele
Vormgeving: Houbrechts
& Hautekiet
Ontwerp tentoonstellingsarchitectuur: OFFICE Kersten Geers,
David Van Severen
Realisatie tentoonstellingsarchitectuur: Christoph Van Damme
Beelden: Collectie KMSKA,
Lukas – Art in Flanders,
foto’s: Hugo Maertens, d/arch
Collectie provincie Antwerpen,
foto’s: Jacques Sonk
© Sabam
Achevé d’imprimer
Commissaires: Siska Beele
(KMSKA), Bob Daems
(La Province d’Anvers)
Texte: Siska Beele
Traduction: Elisabeth Cluzel
Mise en pages: Houbrechts
& Hautekiet
Concept scénographie de
l’exposition: OFFICE Kersten
Geers, David Van Severen
Réalisation scénographie de
l’exposition: Christoph Van
Damme
Colophon
Curators: Siska Beele
(KMSKA), Bob Daems
(province of Antwerp)
Text: Siska Beele
Translation: Stephen Windross
Design: Houbrechts & Hautekiet
Exhibition design conceived by:
OFFICE Kersten Geers, David
Van Severen
Realisation of exhibition design
by: Christoph Van Damme
Impressum
Kuratoren: Siska Beele
(KMSKA), Bob Daems
(Provinz Antwerpen)
Text: Siska Beele
Übersetzung: Marion Schmitz-
Reiners
Layout: Houbrechts & Hautekiet
Entwurf Ausstellungsarchitektur:
OFFICE Kersten Geers, David
Van Severen
Realisierung Ausstellungsarchitektur: Christoph Van Damme
Praktisch
Pratique
Van 21 september 2013 tot 20 april 2014
Koningin Fabiolazaal
Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen
www.kmska.be
Dinsdag tot zondag: 10 – 17 uur,
zaterdag: 10 – 18 uur
Gesloten: maandagen, 25 en 26 december,
1 en 2 januari + van 27 tot en met
31 januari 2014
De Koningin Fabiolazaal is toegankelijk
voor andersvaliden.
Du 21 septembre 2013 au 20 avril 2014
Koningin Fabiolazaal,
Jezusstraat 28, 2000 Anvers
www.kmska.be
Du mardi au dimanche: 10 – 17 h,
samedi: 10 – 18 h
Fermé: le lundi, le 25 et 26 décembre,
le 1 et 2 janvier + du 27 au 31 janvier 2014
Koningin Fabiolazaal est accessible aux
personnes autrement valides.
Prijzen
¤4
¤ 3: studenten, groepen (>14 pers.), 60+
¤ 1: 19 tot en met 25 jaar
¤ 0: tot en met 18 jaar, Vrienden van
het KMSKA
Rondleidingen
Voor groepen (max. 20 pers.)
Een rondleiding kost ¤70 (¤50 voor
een klas) en duurt 90 minuten.
Voor individuele bezoekers
Op zondag 6 okt, 3 nov, 1 dec en 5 jan
telkens om 14.30 uur. ¤3,50 + toegang.
Maximaal 20 personen. Zonder
inschrijving
Voor blinden en slechtzienden
Gratis rondleiding voor individuele
bezoekers op 27 november om 10.30
of 15 uur
Info & reservaties:
T +32 (0)3 224 95 61
publiekswerking@kmska.be
36
Prix
¤4
¤ 3: étudiants, groupes (> 14 pers.), 60+
¤ 1: 19 jusqu’à 25 ans compris
¤ 0: jusqu’à 18 ans, Amis du KMSKA
Visites guidées
Pour groupes (max. 20 pers.)
Une visite guidée dure 90 minutes
et coûte ¤ 70 (¤ 50 pour une classe).
Info et réservations:
T +32 (0)3 224 95 61
ou publiekswerking@kmska.be
Practical
Praktisches
From 21 September 2013 to 20 April 2014
Koningin Fabiolazaal,
Jezusstraat 28, 2000 Antwerp
www.kmska.be
Tuesday to Sunday: 10 am – 5 pm,
Saturday 10am – 6pm
Closed: on Monday, 25 & 26 December,
1 & 2 January + from 27 to 31 January
2014
Koningin Fabiolazaal has disability
access.
21. September 2013 bis 20. April 2014
Koningin Fabiolazaal,
Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen
www.kmska.be
Dienstag bis Sonntag: 10-17 Uhr,
Samstag bis 18 Uhr
Geschlossen: am Montag, 25.und
26.Dezember, 1. und 2.Januar + 27.
bis 31.Januar 2014
Koningin Fabiolazaal ist Rollstuhlfahrern
zugänglich.
Admission rates
¤ 4
¤ 3: students, groups (>14 pers.), 60+
¤ 1: ages 19 to 25
¤ 0: ages 18 and under, Friends
of KMSKA
Eintrittpreise
¤ 4
¤ 3: Studenten, Gruppen (> 14 Pers.), 60+
¤ 1: 19 bis 25 Jahre
¤ 0: bis 18 Jahre, Förderkreis des
KMSKA
Guided tours
For groups (20 pers. max)
The guided tour takes approximately 90
minutes and costs ¤70 (¤50 for school
groups)
Info and reservations:
T +32 (0)3 224 95 61
or publiekswerking@kmska.be
Führungen
Gruppen (höchstens 20 Pers.)
Eine Führung dauert 1 ½ Std. und kostet
¤70 (¤50 für Schulklassen).
Auskunft und Anmeldung:
T +32 (0)3 224 95 61
oder publiekswerking@kmska.be
37
Un musée fermé,
une collection
accessible
Het museumgebouw mag dan wel
gesloten zijn voor een ingrijpende renovatie,
de museumcollectie blijft dichtbij én
toegankelijk. Andere belangrijke werken
uit de collectie van het KMSKA kunt u
bekijken in:
Le bâtiment du musée a beau être fermé
au public pendant les travaux de rénovation, la collection du musée reste proche
et accessible. Vous pouvez admirer
d’autres œuvres importantes de la collection du KMSKA dans les lieux suivants:
Antwerpen
Anvers
Rockoxhuis Tot eind 2016
Keizerstraat 12
Het Gulden Cabinet.
Koninklijk Museum bij Rockox te gast
Maison Rockox Jusqu’à la fin de 2016
Keizerstraat 12
Le Cabinet d’Or.
Le Musée Royal à la Maison Rockox
Antwerpen
Anvers
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Tot eind 2017
Handschoenmarkt
Reünie.
Meesterwerken uit het Koninklijk
Museum terug in de Kathedraal
Cathédrale Notre-Dame d’Anvers
Jusqu’à la fin de 2017
Handschoenmarkt
Réunis.
Les chefs-d’œuvre du Musée Royal
dans la Cathédrale
Lier
Stedelijk Museum Tot eind 2017
F. van Cauwenberghstraat 14
Bruegelland
Mechelen
Museum Schepenhuis Tot eind 2017
Steenweg 1
Rik Wouters. Hoogtepunten
Drogenbos Tot eind 2017
FeliXart Museum
Kuikenstraat 6
Moderne kunst uit het Interbellum
38
Lierre
Stedelijk Museum Jusqu’à la fin de 2017
F. van Cauwenberghstraat 14
Bruegelland
Malines
Museum Schepenhuis Jusqu’à la fin de 2017
Steenweg 1
Rik Wouters. Chefs-d’oeuvre
Drogenbos Jusqu’à la fin de 2017
FeliXart Museum
Kuikenstraat 6
Art moderne de l’entre-deux-guerres
closed
yet
close-by
geschlossen,
aber ganz
nahe
While the museum building is closed
for a major renovation,
the museum collection remains close-by
and accessible. Other important works
from the collection can be admired
at the following venues:
Das KMSKA ist wegen Renovierung
geschlossen, aber ein großer Teil
der Sammlung ist in anderen Sälen
in Belgien und dem Ausland
zu sehen. Hier die Ausstellungen
in Belgien:
Antwerp
Antwerpen
Rockox House Until the end of 2016
Keizerstraat 12
The Golden Cabinet.
Royal Museum at the Rockox House
Rockoxhaus Bis Ende 2016
Keizerstraat 12
Das Goldene Kabinett. Königliches
Museum zu Gast im Rockoxhaus
Antwerp
Antwerp
Cathedral of Our Lady Until the end of 2017
Handschoenmarkt
Reunion. Masterpieces from
the Royal Museum Return to the Cathedral
of Our Lady
Liebfrauenkathedrale Bis Ende 2017
Handschoenmarkt
Reunion. Meisterwerke aus dem
Königliches Museum in der Kathedrale
Lier
Municipal Museum Until the end of 2017
F. van Cauwenberghstraat 14
Bruegel Land
Mechelen
Schepenhuis Museum Until the end of 2017
Steenweg 1
Rik Wouters. Highlights
Drogenbos Until the end of 2017
FeliXart Museum
Kuikenstraat 6
Modern art from the Interbellum
39
Lier
Städtisches Museum Bis Ende 2017
F. van Cauwenberghstraat 14
Bruegelland
Mecheln
Schepenhuis Museum Bis Ende 2017
Steenweg 1
Rik Wouters. Die Meisterwerke
Drogenbos Bis Ende 2017
FeliXart Museum
Kuikenstraat 6
Moderne Kunst aus der Zwischenkriegzeit
Onder de titel DE MODERNEN presenteert het Koninklijk Museum,
in samenwerking met de Provincie Antwerpen, geregeld nieuwe
opstellingen, die steeds een ander licht werpen op de collectie 19deen 20ste-eeuwse kunstwerken van het museum.
VOLGENDE TENTOONSTELLING
De Modernen. Koel realisme
10 mei tot 31 augustus 2014
Sous le titre LES MODERNES , le Musée Royal, en collaboration avec
la Province d’Anvers, présente régulièrement de nouveaux ensembles,
dont chacun illustre un aspect de la collection du XIXe et du XXe siècle.
PROCHAINE EXPOSITION
Les Modernen. Nouvelle objectivité
10 mei au 31 aout 2014
THE MODERNS is a series of exhibitions, organised by the Royal
Museum in association with the Province of Antwerp, highlighting
different aspects of the museum’s collection of art from the 19th and
20th centuries.
FORTHCOMING EXHIbITION
The Moderns. Neorealism
10 May to 31 August 2014
Unter dem Titel DIE MODERNEN präsentiert das Königliches Museum
in Zusammenarbeit mit dem Provinz Antwerpen regelmäßig neue
Ausstellungen, die immer wieder ein anderes Licht auf die Sammlung
„Kunst aus dem 19. und 20. Jahrhundert“ des Museums werfen.
NÄCHSTE AuSSTELLuNG
Die Modernen. Neue Sachlichkeit
10. Mai bis 31. August 2014
v.u.: Dr. P. Huvenne, Lange Kievitstraat 111-113, Bus 100, B-2018 Antwerpen
40