Shirin Van EEnhoogE — TExTiEl- rESTauraTiE
Transcription
Shirin Van EEnhoogE — TExTiEl- rESTauraTiE
Shirin Van Eenhooge — Textielrestauratie © Fotograaf Kevin Baert n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Textielrestaurateurs ondersteunen historisch textiel zodat het kan blijven zoals het is. Shirin Van Eenhooge — Textielrestauratie Textiel gebruiken we elke dag en dat is al sinds mensenheugenis zo. Op allerlei manieren worden en werden draden en weefsels omgevormd tot kleding, gebruiksvoorwerpen en nog veel meer. Wandtapijten, kant en borduurwerk zijn textiele kunstwerken. Vlaggen en vaandels tonen met textiel de betrokkenheid van de mens bij zijn land, zijn vereniging. Hoeden, uniformen en andere specifieke klederdracht hebben een historische waarde. Liturgische gewaden zoals kazuifels, kleding van heiligenbeelden en ander religieus textiel (baldakijnen, besloten hofjes, kerkelijk linnengoed, een reliekschat) werden gemaakt uit devotie. Uit het verleden nagelaten textiel behoort zonder twijfel tot ons cultureel patrimonium. Elk van deze voorwerpen en de staat waarin ze zich bevindt, vertelt een verhaal. Al wordt dat verhaal niet altijd afgebeeld, het object zelf heeft het verhaal toch meegemaakt. Zoals papier is textiel heel kwetsbaar. De tand des tijds knaagt: schimmel, motten, vuil, vocht, zandkorreltjes, hitte, droogte en niet te vergeten de talloze aanrakingen door mensen, ondeskundige bewaarmethoden, oude restauraties… maar ook het eigen gewicht van de vezels zorgt ervoor dat er slijtage komt op oud textiel. Shirin Van Eenhooge hoort bij een heel team van mensen die in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (aan het Jubelpark in Brussel) zorgen dat we dat oude textiel in de toekomst nog zullen kunnen bewonderen. Ze is eigenlijk altijd al met textiel bezig geweest. Als kind al was ze geboeid door hoe je van draden tot weefsel kan komen. Ze breide en naaide kleertjes voor haar barbies, weefde, knutselde. Na de humaniora ging ze Textielontwerp en Mode studeren in Gent. Na twee jaar mocht ze kiezen voor mode of voor textiel, zij koos textiel. In het laatste jaar ging ze op stage in de industrie, in een bedrijf gespecialiseerd in tapijt voor de Russische markt. Ze moest er de motieven van Perzische tapijten op computer wat omvormen om te gebruiken voor vast tapijt. Ze besefte dat het dat niet was wat ze wou. Dit had niets te maken met creativiteit. Met een archeoloog als vader en een graficus als moeder, kreeg Shirin van thuis uit cultuur en museumbezoeken mee. Zo bezocht ze met haar ouders het atelier van het K.I.K. Daar hoorde ze over de dagopleiding in Antwerpen, maar ook over die in Anderlecht met veel meer praktijk dan in Antwerpen. Daar leerde ze Joke Vandermeersch kennen, een zeer gepassioneerd iemand. Ze is aan de opleiding van zes jaar begonnen, terwijl ze elders aan het werk was. Toen ze de kans kreeg haar stage te doen in het K.I.K., is ze er gebleven. In het K.I.K. werkte ze o.a. mee aan het project van de reliekenschat van Herkenrode. De schat telt 47 schedels en andere botten, ingepakt in verschillende lagen kostbaar textiel. Historisch onderzoek in publicaties en vergelijking met soortgelijk materiaal in andere abdijen en kerken, alsook laboratoriumonderzoek, wijzen uit dat de schedels dateren uit de vroege middeleeuwen en de lagen textiel uit de 12de tot de 18de eeuw. Volgens de overlevering zouden de relieken afkomstig zijn van de Heilige Ursula en haar duizend maagden die in de 4de eeuw door de Hunnen gemarteld en gedood werden in Keulen. Deze schat vertelt niet alleen hoe er in de loop der eeuwen werd omgegaan met relieken, maar geeft ook informatie over stoffen en andere materialen, over technieken, enzovoort. Voor de restauratie moest iedere kleur getest worden op gebruikte kleurstof en op bloeding. De weefsels waren dikwijls complex, met vaak harde metaaldraden die de zijden draden kapot trokken. Door steunweefsel aan te brengen met kleine steekjes die je praktisch niet ziet, wordt alles nu een beetje samengehouden en kan de schat weer tentoongesteld worden. Het K.I.K. is een federale instelling. De overheid betaalt de vastbenoemde krachten; de losse contracten betalen degenen die de projecten indienen. Voor wandtapijten zijn dat vaak kerkfabrieken, heel dikwijls gesponsord door de Koning Boudewijnstichting of door fondsen van geïnteresseerde bedrijven. Ook het Ministerie van Cultuur draagt haar steentje bij door jaarlijks de stage van enkele studenten in het atelier te subsidiëren. Spijtig genoeg is textiel bijna het laatste waarvoor budgetten worden uitgetrokken. Heel dikwijls is wat in het atelier binnenkomt op het eerste gezicht rommelig en vuil. Vroeger werd er en masse gereinigd. Nu zijn ze voorzichtiger. Alleen de wandtapijten worden uitbesteed aan De Wit in Mechelen of Jacobs in Duffel. Die hebben een heel goed reinigingssysteem, computergestuurd. Alle andere objecten reinigen ze zelf. Droog. Nat reinigen en vooral het drogen nadien doet heel veel met het textiel en bovendien is het resultaat zeker niet spectaculair. Reiniging gebeurt met een museumstofzuiger met regelbare zuigkracht en een soort pipet als zuigmond dat tot in de moeilijkst bereikbare plaatsen kan. Als de stof heel zwak is wordt hiervan afgezien. Voor metaaldraden wordt speekselreiniging toegepast. Een wattenstaafje wordt in de mond nat gemaakt en de draad wordt hiermee gereinigd. Een bijkomend voordeel van het zelf reinigen is dat je in contact komt met je stuk, met ieder bloempje. Zo kan je het object aanvoelen qua structuur, materiaal, zien hoe het gemaakt is. Het gaat traag, je bent fysiek bezig met je stuk en je hebt mentaal de tijd om in je object te komen. Shirin is nu aan een wandtapijt bezig. Een linnen steunweefsel is in stroken onder het tapijt gezet. De stroken consolidatieweefsel zullen één voor één het zware wandtapijt dragen als het weer wordt opgehangen. Alles wordt met de hand genaaid met natuurlijke draad: katoen- en zijdedraad. Synthetische draad trekt als het stuk terug in een ander klimaat komt. Haar twee collega’s werken aan een vlag. Op hun werk ligt een hele puzzel centimeterdikke glazen plaatjes, die houden het werk op de tafel vlak. Strijken wordt hier niet gedaan. Behalve op de plek waaraan ze bezig zijn, beschermt een aantal lagen zijdepapier de vlaggen tegen het felle zonlicht dat door de hoge ramen naar binnen valt. De werktafel bestaat uit kleinere tafels die zo gezet zijn dat er een gat is om over te werken: één hand boven het werk, één hand eronder. Als je hier komt, ben je volledig met het object bezig. Je vergeet de tijd en de rush, je leeft en werkt steek voor steek, draad per draad. Dit werk kan je niet doen zonder gepassioneerd te zijn door het materiaal. Je wil iets doen om het object een langer leven te geven. De passie voor textiel geeft Shirin ook door aan haar kinderen. Haar dochtertje is nu al veel met handwerk bezig, hoewel dit vak op school niet meer gegeven wordt. Hoe trots ben je als je negen bent en naar school kan gaan met een zelfgebreide sjaal! Shirin is ook blij dat handwerk de laatste tijd weer in de lift zit. In heel Vlaanderen zijn er op dit ogenblik een tiental textielrestaurateurs. Pas afgestudeerden leren de stiel van bijna gepensioneerden, een mooie mix van leeftijden en een garantie dat de knepen van het vak worden doorgegeven. Kristien Lenaerts n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Pat Van Hemelrijck — Objectentheater © Fotografe Dominique Vankan n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be ‘Ik droom van een Museum voor het Patagonisch Erfgoed’ Pat Van Hemelrijck – Objectentheater – figurentheater Objecten zijn niet heilig Ze noemen mij objectentheatermaker, maar zelf hoor ik liever theatermaker. Voor mij gaat theater veel verder dan al wat je op een scène toont. Het is alles wat je bewust toont aan een publiek, zelfs als er geen acteurs aan te pas komen. Samenspel, complicité met een publiek is voor mij wat theater bijzonder maakt. Als je op je eentje staat te spelen, ben je niet met theater bezig. De meesten zitten met tekst, met scenario’s. Ik vertrek vanuit een vorm. Vorm is voor mij een beeld. De acteur is de motor, de ziel van het beeld. In mijn theater schuilt altijd wel wat vriendelijke of brave anarchie. Ik ben geen misdienaar: objecten zijn niet heilig. Als ik iets moet vernielen op de scène om een juiste reactie te verkrijgen, zal ik dat doen. Een stad met littekenweefsel Ik hou van de schoonheid van het lelijke. Dramaturgisch is dat veel interessanter dan iets moois, er zit meer verhaal in. Brussel hangt zo aan elkaar: met littekenweefsel. De stad heeft enorm veel trauma’s opgelopen, accidenten en verkeerde ingrepen. Littekenweefsel is sterker dan het oorspronkelijke weefsel. Als je een stad daarmee aan elkaar kunt houden, heb je een mooie stad. Een Brusselaar heeft zoals mijn voorstellingen een beetje dat anarchisme. De dingen weglachen, relativeren. Vergelijk het met het surrealisme in de stripverhalen en de kunst. Decors bouwen was een métier In de jaren ‘60 kwam ik als dertienjarige toe op SintLukas met een korte broek en een broske. Decors bouwen was een métier. Maar voor mij is een decorbouwer de vormgever. Degene die een beeld, de ruimte, de scène, zelfs het personage, aankleedt. Na mijn studies vormde ik Radeis Toestanden met enkele vrienden uit het jeugdhuis, onder wie Raymond van het Groenewoud, Luc Stoefs, Lieven Vanden Broeck ... We wilden filmpjes maken omdat we daarin de toekomst zagen. Een western in Brussel: de indianen met de fiets en de cowboys met bromfietsen. Om geld te verdienen, begonnen we feesten te organiseren onder de naam Radeis. Als je in Brussel iets wilt bevestigen, zeg je radaaz. Met de feesten is het fout gelopen. Op een bepaald moment bleef ik over met Josse De Pauw. Potverdikke, dat spel ligt hier op zijn gat. We kregen het idee om als een soort van clownsduo op Franse campings op te treden. We vormden ook de technische ploeg, de roadies van de NCC. De Nederlandstalige Cultuurcommissie was toen net begonnen in Brussel. Kermissen en jaarmarkten schuimden we af om die eerste en enige geluidsinstallatie te bedienen. Hier kregen we de kans om onze eerste voorstelling, Sierkus Radeis, op te zetten. Een hommage aan het circus in samenwerking met echte variété-artiesten zoals krachtpatser Albert Maes en cowboy Johnny Ronaldo. dels kinderen thuis kon ik nog moeilijk opbrengen. Ik besloot in combinatie met een klein decoratelier het Alibi Collectief op te richten. Na enkele jaren werd het Alibi Collectief structureel erkend en kreeg ik subsidies. In die vijftien jaar dat ik gesubsidieerd werd, voelde je het geloof in mensen en artiesten vergroeien naar kijkcijfers, bedrijfjes. Alles moet vier jaar op voorhand vastliggen. Daar ben ik gestrand. Ik ga nu verder als nomadengezelschap. Er hangen wel nog eens zoveel projecten in de lucht. Mijn fotoarchief herleid tot een brok papier-maché Met het Alibi Collectief maken wij ook deel uit van de Fundación Patagonista, een clubje artiesten dat fantaseert rond het Patagonische gedachtegoed. Nog zo’n alibi om te mogen spelen. We hebben gekozen voor Patagonië omdat daar bij een eerste en oppervlakkige waarneming weinig te beleven valt. Wij nemen het dan ook zeer ruim: Patagonië kan net zo goed een stacaravan op een Ardeense camping zijn als een moestuintje langs de een of andere spoorwegberm. Ik droom van een Museum van het Patagonisch Erfgoed voor al deze collectivisten ergens aan het kanaal in Brussel. Een café is wat klein... eerder een brasserie met daarachter een grote loods met een permanente tentoonstelling. Hoe begin je daaraan, je eigen museum? Als je ziet wat ik mijn leven lang meesleur aan archief. Nochtans heb ik al containers vol moeten weggooien toen ik van Schaarbeek naar een oude fabriek in Lembeek trok. Vier jaar geleden zijn enkele garageboxen met papier en fotoarchief onder water komen te staan. Alles herleid tot een brok papier-maché. Momenteel werk ik aan een nieuw verhaal voor mijn Potvisch, een theatertje voor zo’n dertig personen in het ruim van een oude legerboot. Ik doe dat in samenwerking met the New Belgica-werf, een opleidingscentrum voor klassieke scheepsbouw. Zij werken aan een replica van de teloorgegane Belgica, de boot waarmee Adrien de Gerlache in 1896 voor het eerst op de Zuidpool overwinterde. Met deze nieuwe voorstelling wil ik de toenmalige Belgische Zuidpoolexpeditie extra in de kijker zetten. Zo wordt de potvis erfgoed omdat het gelinkt is aan een stuk geschiedenis. Op die manier moet worden verder gedacht. Laat ons hopen dat onze Potvisch op zijn beurt in het MAS terechtkomt. Of eigenlijk nog liever ergens in Brussel in ons museum aan het kanaal. Echafaudage was het koninginnenstuk van Radeis. Na vijfentwintig jaar heb ik het hernomen en er een fotoroman van gemaakt, in de hoop dat iemand anders het binnen vijfentwintig jaar opnieuw herneemt. Het stripverhaal kan een oplossing zijn om dit soort stukken door te geven. Ja, ik denk bewust na over de overlevering van mijn werk. Judith Anaf Later stichtten we met enkele mensen de vzw Schaamte, waaruit Kaaitheater gegroeid is. Dat was een collectief van gezelschappen om elkaar te helpen. Je kon in die periode geen subsidies krijgen. m n in atte h * n sc n se va en Na enkele solo’s bij het Kaaitheater heb ik jaren bij het Nederlandse muziektheater Orkater gespeeld. Het pendelen naar Amsterdam met vrouw en inmid- ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be LAURA TEN ZELDAM — GLAZENIER ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be sc va h n a tte m en * n se i n n © Fotografe Elke Van den Ende Van oudsher worden hier glas-in-loodramen gemaakt. Dat komt omdat het licht in onze contreien heel goed is. Er zit een bepaalde blauwheid in. Het is niet voor niets dat hier zoveel schilders rondliepen. laura ten zeldam — glazenier In de gotiek waren grote glasramen nog niet mogelijk. Daarom zette men verschillende stukken glas in een loodstructuur. Zo ontstonden de glas-inloodramen. Vroeger werden de meeste ramen gebrandschilderd. Men schilderde zo Bijbelse verhalen op de glasramen opdat ook ongeletterde mensen de verhalen meekregen. Vanaf de art nouveau zien we steeds minder glasramen met brandschilderwerk. Er zijn wel heel veel nieuwe technieken voor glasbewerking bijgekomen: fusen, slumpen, zandstralen, zeefdrukken en appliqué bijvoorbeeld. Nu is het een kleine wereld. Er zijn veel hobbyisten maar weinig goede moderne ontwerpers. Het atelier Mestdagh in Gent is een heel bekend ambachtelijk familie-atelier. Daar loop ik stage en leer ik ook de praktische kanten van het werk, zoals ramen plaatsen en uitkappen om te restaureren. Verder zijn er in Brussel een paar kleinere ateliers en enkele zelfstandigen actief. Licht is het materiaal dat mij het meest fascineert. Ik noem het materiaal want ik werk ermee als materiaal. Omdat het niet tastbaar is gebruik ik glas, hout en lood om mijn werken vorm te geven, maar hetgeen waarbij ik telkens terugkom is het licht zelf. Hoe valt het licht in de ruimte? Welke schaduwen geven het glas? Hoe verandert het gedurende de dag? Licht verbindt alles. We zien wat we zien dankzij het licht. Ik denk dat we nooit volledig kunnen vatten wat licht inhoudt. Het voelt aan als iets eeuwigs. Tegelijkertijd is het ook iets tijdelijks, want het verandert de hele tijd. Juist die ongrijpbaarheid geeft een heel bijzondere schoonheid. Ik ben enorm dankbaar om daarmee te mogen werken. Het is belangrijk om verbindingen te kunnen zien. We werken allemaal samen aan hetzelfde, we geven samen de wereld waarin we leven vorm. Soms is het moeilijk te zien hoe we verbonden zijn. Soms is het verschil dat we maken niet zo duidelijk, of is het anders dan we verwacht hadden. Maar toch: wij zijn deel van de wereld en vormen een organisch systeem. Alles wat je doet, heeft invloed. Je hebt veel geduld nodig voor dit werk. Er gaat soms honderd uur werk in een creatie zitten. Maar dat vind ik niet erg. Ik werk graag met mijn handen. Dat geeft tijd om een dialoog te laten ontstaan tussen mijn handen, mijn hoofd en mijn hart. En zo ontstaat er weer een idee voor een nieuw werk. Voor mij gaat elk werk in elkaar over. Het volgende raam is weer een deel van het proces, een stukje uit mijn leven. Het is belangrijk dat bepaalde ramen gemaakt worden en dat er ramen voor specifieke plekken gemaakt worden. Ik geloof dat glas-in-lood enorm waardevol kan zijn in combinatie met hedendaagse architectuur. Naast het kunstenaarschap heb ik een deeltijdse baan. Die is op dit moment belangrijk omdat ze me de onafhankelijkheid geeft te maken wat ik voel dat ik moet maken. Zo moet ik niet alles aannemen om te kunnen leven. Ik wil tijd en ruimte hebben om mezelf te ontwikkelen en de dingen te maken die ik echt graag wil maken. Ik zie toekomst voor dit ambacht, maar vooral heel veel potentieel. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte en * n se i n n Marieke van Rijn Michel Mouton — Kunstsmid © Fotograaf Kevin Pycke n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Want dat hij wel snel wist dat hij wou smeden, ijzer tot op 1200°C verwarmen om het dan te modelleren, dat bleek. Michel was 25 toen hij in Wales een Tsjechische gastprofessor aan het werk zag in de kunstschool waar hij zich had ingeschreven. Een korte, geblokte man met baard en een charisma van hier tot in Constantinopel. Een kunstenaar die alles voor zijn métier overhad. Hij wordt nog steeds ‘de paus van het smeden’ genoemd: Alfred Habermann sr. Hij was er toen ‘gewoon’ een hek voor het plaatselijk museum aan het smeden. Maar Michel was als door de hand Gods geslagen en was niet meer bij hem weg te slaan. Habermann nodigde Michel bij hem thuis uit – hij was niet de enige, er zijn tientallen aspirant-kunstsmeden gepasseerd – en hij bleef er. Vier jaar, als leerling en manusje-van-alles, tegen kost en inwoon. Hij werd ook in het productieproces ingeschakeld, Habermann werd zijn geestelijke vader. Hij genoot van de vrijheid die hij er leerde: het oersterke materiaal kneden naar je eigen smaak, het leren van een eigen vormtaal. En toch: zou Michel dan een nieuwe Habermann trachten te worden, een Belgische dan? Neen: daarvoor voelde hij zich te weinig kunstenaar of ambachtsman en… te veel leraar. Want dat was het, uiteindelijk: Michel zou een facilitator worden, de vele mensen die verlangen om de smeedkunst te beoefenen die kansen ook geven, zowel in theorie als praktijk. Hij zou die wondermooie kunst opnieuw opengooien voor een 21ste-eeuws publiek. De smeedkunst ‘borgen’, zegt hij, het beroep via tentoonstellingen, demonstraties en initiaties kenbaar maken en verder echte opleidingen voorzien, die nog verder gaan dan in een academie. Want het klopt natuurlijk, de smeedkunst is een oud ambacht. Heel vaak van vader op zoon doorgegeven. Een smidse bevat dan ook veel areaal, vergelijk het met het doorgeven van de boerenstiel. Misschien is de smeedkunst daarom nog zo sterk in Oost- en Centraal-Europa aanwezig. Je had al kunstsmeden ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Uit vondsten blijkt dat Soemeriërs en Egyptenaren al in 4000 v.Chr. speerpunten van zuiver meteorietijzer maakten. Tussen 3000 en 2000 v.Chr. begon de winning van ijzer uit erts in Egypte en Mesopotamië. Zo oud is de smeedkunst. Michel Mouton wil deze eeuwenoude kunde en de passie van het kunstsmeden opnieuw doorgeven aan jongeren, want hij ondervindt dat zij (en met hen vele volwassenen) via deze duurzame kunstvorm de wegwerpcultuur een hak willen zetten. Begin dit jaar ontving zijn vzw voor het eerst een subsidie van Cultuur, na het indienen van een dossier bij het Agentschap Kunsten en Erfgoed. Iemand zal er het erfgoedveld van het kunstsmeden mee in kaart brengen en precies aanduiden wat de noden voor de toekomst zijn. ‘Ik wil iets fundamenteels veranderen’, zegt hij, ‘ik heb een schat gevonden die verstopt was, die ik opgraaf en terug in het daglicht stel.’ En zijn gezicht straalt, als van een man die zijn missie gevonden heeft en uit kan dragen. Karel Sergen en * n se i n n Maar zou dat vertaler-tolk zijn, zoals hij had gestudeerd? Toch liever lesgeven: allerlei mogelijke leersituaties behalve het reguliere onderwijs. Intussen miste hij het handwerk, maar lasser worden of metaalarbeider – zoals velen die gebeten waren door de smeedkunst – dat vond hij een ‘afgang’, iets wat je deed om ja, ‘je moet toch kunnen eten?’ Nee, hij wou zich nergens inkerkeren. Hij ging daarom in Carrara een beetje kappen en beeldhouwen, maar dat was het niet. Coördinator opleiding biologische landbouw dan maar? Nee, te weinig ruimte voor initiatief, te veel administratie. tte Wat is er zo bijzonder aan deze schat? Zijn zoektocht, zijn missie, zijn verhaal. Michel heeft het ijzer niet gesmeed terwijl het heet was, als je mij deze woordspeling toestaat. Hij heeft er lange tijd in een boog omheen gelopen omdat hij niet wist wat hij nu precies met dat geliefkoosde smeedijzer moest doen. Michel Mouton is 55 en heeft zo’n tiental jaar geleden gevonden wat hij zocht, vandaar de oprichting van zijn vzw. Wat vaststond was dat hij, zoon van een boer-tabakskweker uit de grensstreek met Frankrijk, iets voor de anderen wou doen. m Michel Mouton – Kunstsmid Michel Mouton (1958, Poperinge) woont in de IJskelderstraat in Sint-Gillis. Zijn vzw bestaat acht jaar, ze heet IJzer en Vuur! Het klinkt nostalgisch, dichterlijk. Zou je zo’n schat laten liggen? De kunstsmid woont in een straat waar men in een gebouw van drie ondergrondse verdiepingen alles koel moest houden. Zelf houdt hij zich gaande met de bewerking van het ijskoude, statische ijzer in het hete, dynamische vuur. Men zegt dat moderne materialen en technieken het smeden hebben verdrongen, zoals de koelkast die je ook makkelijker opent dan naar de ijskelders te moeten gaan... Maar Michel Mouton weert zich! De ontmoeting was dan ook sterk en gloedvol… bij de gilden in de middeleeuwen. Maar na de art nouveau-periode (1890-1915) is het ambacht bij ons als het ware stilgevallen. De architecten gebruiken het niet meer, er wordt op hun scholen ook niet meer over gesproken. Jongeren kunnen het vak nergens meer leren. Als Michel en andere gelijkgestemden er zich niet achter zetten, verhuist het als cultureel erfgoed naar het museum! Dat dit grondig fout is, bewijzen de honderden volwassenen die het ambacht onder de knie willen krijgen en vooral, er verder ook in willen evolueren. Als Michel workshops geeft, vraagt een heel deel van de deelnemers achteraf ‘verder’ te mogen gaan, maar hij kan hen tijd noch middelen aanbieden. Om te oefenen heb je plaats en geld nodig. Er wordt nu wel gedacht aan één of meer gezamenlijke smidses waar mensen elkaar kunnen leren kennen, van waaruit dan ook een coöperatieve zou kunnen ontstaan voor jongeren die in het vak willen instappen. De overheid subsidieerde onlangs een project dat oude praktijken wil borgen, en IJzer en Vuur! meent dat het invoeren van een specialisatiejaar ‘smeden’ na het hoger middelbaar onderwijs daar een interessante rol in kan spelen. Het is een voorstel en een deel van het project dat tijdens de volgende jaren uitgevoerd zou moeten worden. Daar zullen meer dan alleen de spreekwoordelijke ‘krullen’ (die al van voor de renaissance dateren) worden aangeleerd! Kijk maar eens naar de sites van Claudio Bottero of de broers Stenico (I) en van de Tsjechen Habermann en Tasovski. Dat werk ligt ver van zomaar wat restauratiewerk en massaproductie. Hun sites tonen merkwaardige smeedproducten die beantwoorden aan de smaak van de moderne architectuur. sc va h n a Borgen Carine Timmermans — Restauratie polychromie en schilderijen © Fotograaf Julien Verboom n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Carine Timmermans – Restauratie polychromie en schilderijen Schilderijen met nicotine-aanslag, vergeeld vernis, scheurtjes in het doek, een loskomende verflaag, rafelende doekranden, ouderdomscraquelé… Carine Timmermans weet er raad mee. Ze restaureert schilderijen maar ook lijsten en polychrome beelden. We ontmoeten haar in haar atelier: een uniek universum met heel eigen geuren, kleuren en procédés! Het begin Iets meer dan dertig jaar geleden bezocht Carine het museum voor Catalaanse kunst in Barcelona. Daar sloeg de vonk over. De gerestaureerde Middeleeuwse muurschilderingen prikkelden haar om van naderbij kennis te maken met de ambachtelijke restauratietechnieken die deze mooie werken weer in hun grandeur konden herstellen. Een intensieve, sterk praktijkgerichte avondopleiding aan de kunstacademie in Anderlecht bood haar een grondige basiskennis. Indertijd was dat de enige manier om als erkend restaurator aan de slag te kunnen gaan. Daarna scherpte ze haar kennis verder aan in een professioneel restauratie-atelier, waar men onder andere werk verrichtte voor een bekende galerie aan de Brusselse Zavel. Ze was er meer dan twee jaar in dienst en leerde er ontzettend veel bij. Toen het atelier werd opgedoekt, werd ze zelfstandige restaurator in bijberoep. Op vraag van particuliere klanten brengt ze het door hen zo gekoesterde werk terug naar een meer originele staat. Alles moet omkeerbaar zijn! Omkeerbaarheid geldt als de gouden regel voor elke goede restaurator. Wat je wijzigt door je ingreep, moet je nadien weer ongedaan kunnen maken. Onder invloed van nieuwe technieken en procédés, raakt dit adagium steeds meer op de achtergrond. Synthetische producten bijvoorbeeld, kunnen erg efficiënt zijn, maar zijn soms ook agressief voor de verflaag. Hoewel er onderzoek wordt verricht om de impact van die nieuwe producten te testen, blijft het onzeker hoe een werk er na vijftig of honderd jaar kan uitzien. Denk maar aan een nieuw vernis en de mogelijke gevolgen daarvan op het verouderingsproces van een werk. Carine kiest daarom liever voor milde, meer traditionele procédés die de gelaagdheid en samenstelling van een oorspronkelijk werk respecteren. In musea wordt steeds vaker de gelaagdheid – de stratigrafie – van een werk aan het publiek getoond. Het hoort nu eenmaal bij het natuurlijke verval van elk schilderij. ‘Wetenschap en ambacht, hand in hand?’ België is op het vlak van restauratie erg gerenommeerd in het buitenland. Het wetenschappelijke karakter van het restaureren staat hoog aangeschreven… maar er is een keerzijde. Om het vak te leren moet je vandaag de dag een brede, wetenschappelijke masteropleiding volgen die sterk focust op kunsthistorische analyse. Louter praktijkgerichte vakopleidingen zijn er nauwelijks en de opleidingen die er vroeger waren, worden niet altijd gevaloriseerd als professionele beroepsopleidingen. Het ambachtelijke lijkt steeds meer naar de achtergrond te verdwijnen. Een wetenschappelijke benadering wordt de norm, ten koste van een grondige praktijkkennis. Het blijft op dit moment onzeker hoe de wetenschappelijke en meer ambachtelijke benadering van het restaureren hand in hand kunnen gaan. Carine ligt er op zich niet wakker van. Ze probeert in te spelen op vragen van klanten, vertrekt steeds vanuit een analyse van het werk, en werkt voor eventueel gespecialiseerd onderzoek samen met collega’s. Ze haalt voldoening uit het contact met de klanten en het plezier dat ze hen teruggeeft door een geliefd werk in een goede staat terug te bezorgen. ‘Restauratie is geen elitaire bedoening!’ Tot slot geeft Carine ons een voor veel mensen verrassend advies mee: ‘De restauratie van een schilderij dat je nauw aan het hart ligt, is veel toegankelijker dan vaak wordt vermoed. Het is betaalbaarder dan je zou denken; en je krijgt er een mooi gerestaureerd kunstwerk voor in de plaats. Een plezier om (opnieuw) naar te kijken.’ Benedicte Serroen en Katrijn Meirlaen Verdoeken Bij oude, door scheuren of gaten beschadigde of verzwakte doeken is het soms noodzakelijk om te ‘verdoeken’: dit is een techniek waarbij een beschadigd doek verstevigd wordt door een nieuw doek aan te brengen. Vroeger werden schilderijen verdoekt met een ‘papverdoeking’, een lijm op basis van bloem die echter vatbaar bleek voor schimmel. In België werd als kleefmiddel vooral gewerkt met een washarsmengsel die je met warmte het doek in moest ‘strijken’. Nu worden ook steeds meer synthetische lijmen en harsen gebruikt. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be tte m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a Ook in België wordt steeds meer getoond dat restauratie mág! Bij schilderijen worden door de tijd verdwenen lagen egaal opgevuld, waardoor ze ruimte laten voor suggestie. Men spreekt van geïntegreerde retouches. Bij polychrome beelden wordt dikwijls overwogen om minimaal in te grijpen en niet te veel retouches aan te brengen. en * n se i n n Sporen van restauratie en reconstructie zijn geen taboe In onze contreien probeerde men van oudsher om restauraties of retouches onzichtbaar te maken voor het publiek. Vlekken en lacunes werden, indien er geen documentatie voorhanden was, willekeurig geïnterpreteerd en ingevuld. In Italië daarentegen werd retoucheren bijna als vervalsen aanzien. Je kan er daarom erg duidelijk zien wat gerestaureerd werd: lacunes werden bijvoorbeeld opgevuld met kleine streepjes (zoals in een impressionistisch schilderij) of met een egale kleur. Indirah Osumba — Kalaripayat © Fotograaf Sandro Maggio n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Indirah Osumba – Kalaripayat Kalaripayat is een traditionele Zuid-Indische krijgskunst. Oorspronkelijk was het de gevechtskunst van krijgers in de deelstaat Kerala, die er de kaste van de koningen verdedigden. Wanneer ze ontstaan is weten we niet. Volgens de traditie komt ze van de goden en helden. Vast staat dat je er reeds sporen van vindt in heel oude geschreven teksten en liederen, en in de hele Indische theater- en danskunst. Kalaripayat is geïnspireerd op dierenbewegingen en -houdingen. Zo kan je bijvoorbeeld de positie innemen van de beweeglijke vis, het moeilijk uit evenwicht te brengen paard, enz. Voor een buitenstaander lijkt dat misschien vreemd maar eigenlijk is het logisch: vroeger leefden mens en dier veel dichter bij elkaar. Je observeerde dieren en leerde daarvan, zowel qua houdingen als qua manier van aanvallen en vechten. Kalaripayat is een totaalkunst. Bij het uitoefenen ervan zijn controle over je lichaam, concentratie, lenigheid, uithouding en kracht essentieel. Nadat je de basistechnieken onder de knie hebt en je je lichaam goed kent, wordt er overgegaan tot het vechten met stokken of andere voorwerpen zoals de knots, het zwaard, het schild… Maar wapens zijn geen doel op zich. We zien ze als een verlengstuk van het lichaam. Je moet ze dus net zo perfect beheersen. We bewegen op commando’s. Zinnen in het Malayalan en Sanskriet dienen om onze bewegingen te ondersteunen. Het zijn vaste zinnen die al heel lang en onveranderlijk helpen om ritme te geven en synchroon te bewegen. In Kalaripayat gaat het er om dat je hele lichaam één oog wordt. Dat je een relatie ontwikkelt tot de ruimte rondom je en je bewust wordt van wat er zich rondom jou beweegt. Focus is erg belangrijk. Er bestaan spectaculaire filmpjes van krijgers die geblinddoekt een courgette – gebonden op andermans buik – in tweeën splijten. Zo bewust kan je je van een ruimte worden! De Westerse mens heeft de neiging om alles in hokjes te stoppen. In Kalaripayat worden er traditioneel echter geen gordels gebruikt om je niveau aan te duiden. De meester weet op welk niveau de leerling staat, en dat is voldoende. Ik heb een eigen schooltje in Brussel. Toen mijn man en ik in India de microbe te pakken hadden gekregen wilden we ons, terug in Brussel, verder in Kalaripayat verdiepen. Gek genoeg bestond het hier niet, dus we hebben zelf een schooltje opgericht. In het begin kwam er drie maal per jaar een Indische meester overgevlogen. Hier was immers niemand die ons op hoog niveau kon onderwijzen. Maar economisch was dit niet rendabel: na aftrek van alle kosten bleef er voor ons helemaal niets meer over. Nu hebben we een eigen zaaltje in Jette, bescheiden en klein, dat past binnen onze filosofie. Mensen die ons willen leren kennen weten de weg wel te vinden. Traditie is belangrijk. Hoewel geen drie lesgevers dezelfde zijn, blijft de basis voor iedereen gelijk. Vernieuwen betekent dat iemand zijn ego in de traditie stopt. Ik denk dan ook niet dat je er iets aan mag veranderen alvorens je de traditie volledig begrijpt. Kalaripayat heeft raakvlakken met alles. Het is niet enkel sport, het is ook niet louter show, het is inspannend maar ook gelinkt aan een bepaalde filosofie en aan de ayurvedische gezondheidsleer. Het heeft wortels in een traditie, het is een stuk cultuur. Net door al die verschillende facetten lijkt het overal een beetje tussen te vallen. Het beleid hier in België is daar helemaal niet op afgestemd. Mijn droom? Tijd en geld vinden om onderzoek te doen in India en bij te leren over mijn passie. In andere landen krijgt men daar subsidies voor, in België niet. Jammer, want het zou zowel mezelf als mijn praktijk enorm verrijken. Katrijn Meirlaen en Benedicte Serroen n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Souléymane Diané — Schilderijen op glas batik ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be sc va h n a tte m en * n se i n n © Fotografe Mathilda Van der Borght Kunst is mijn eerste vrouw Souléymane Diané — Schilderijen op glas batik ‘Plots voel ik het... dan val ik het glas aan. En als ik begin, kan ik niet meer stoppen. 1 minuut loopt uit in uren. Kunst is voor mij een reden van bestaan.’ Met deze zin heeft Diané Souléymane ons meteen in zijn ban. We willen meer weten over deze Senegalese glasschilder. Veel meer. Kaolac, Senegal 1969-1995: betrapt op artiest zijn Op een dag werd ik betrapt... Ik tekende van kleins af aan, de hele tijd, op al mijn schriften. Ik tekende schelpen. En op een dag heeft mijn geschiedenisleraar mij betrapt. Hij glimlachte breed. Hij schreef sprookjes en boeken, hij was zelf een artiest. Hij moedigde me aan om met mijn tekenen verder te gaan. Een mooie steun, want in Senegal is het zo dat wanneer je geboren wordt met het geschenk ‘artiest’ te zijn... je familie alles zal doen opdat je die weg niet volgt. Je moet geld verdienen. Mijn moeder had gelukkig een open geest. Ze heeft altijd in steden gewoond. Ze ging akkoord. Na mijn middelbare studies heb ik in Dakar ‘Kunst’ gevolgd. Later volgde ik er een atelier ‘Animatiecinema’ met Belgen die in Sint-Gilles bij vzw Graphoui werken. Ze nodigden mij uit om naar Brussel te komen en me te verdiepen in 3D-tekenen. Ateliers, Brussel, 2000 – heden: mijn eerste vrouw. Van het één komt het ander. Ik maakte kennis met regisseur Bernard Giraudeau en mocht het decor maken voor zijn kortfilm. Ik heb me verdiept in 3D-tekenen, in maquettes, marionetten, popjes met silicone. En... in mijn vrouw die ik daar leerde kennen (knipoogt). Zij is Vlaamse, is hier geboren en is hier getrouwd. Met mij. En wie trouwen zegt, zegt samenleven. Ik ben dus in België gebleven. Mijn vrouw heeft altijd al een ‘kunstgeest’ gehad. En ik ook. Het Brusselse sociaal-artistieke Globe Aroma is voor mij een perfecte uitvalsbasis. Mijn kunst is mijn prioriteit. Maar ik leef niet van schilderen, dus zoek ik werk. Een vaste job wil ik niet. Interimjobs geven me meer tijd om te schilderen. Het is een moeilijke weg, niet makkelijk te combineren met ons huwelijk en met ons dochtertje van zeven jaar. Maar het is de juiste weg voor mij en mijn passie. Terwijl hij nadenkt, maakt hij tekeningen op het blad voor zich. Zijn het schelpen of is het een portret van zijn interviewsters? Weet je, schilderkunst is jaloers... Als je haar niet genoeg aandacht schenkt, wandelt ze weg als een echte dame. Artiesten durven zeggen dat ‘kunst hun eerste vrouw is’. Mijn eerste vrouw, schilderen op glas, is een eeuwenoude schoonheid. Een jarenlange traditie in Senegal. Het is een manier van verhalenoverdracht. De allereerste schilderijen op glas representeerden religieuze taferelen. De glazen verhalen lagen verspreid over de straten van de stad. Op iedere hoek zat iemand te tekenen. Je kon een heel verhaal lezen op de grond. Mijn eerste vrouw bemin je zo: je tekent je gewenste vorm met een pen en Chinese inkt. Je ‘plaatst’ de kleuren op het glas, één voor één boven elkaar wanneer de eerste laag droog is. Op het einde wordt dat vlak zwart voor je ogen, maar als je het glas omdraait, zie je de kleuren. Het glas waarop ik werk, recupereer ik bij Brico. Hier kan je alles vinden. In Senegal moet je bepaalde pigmentkleuren zelf maken. Het idee van schaarste doet me kiezen voor recuperatie. Mijn mengbord is mijn oude keukenplank om groenten te snijden. Ik geef materiaal een tweede leven. In vuilbakken ligt een hele rijkdom. Ateliers, Brussel, toekomst: op een dag... Ik ben mezelf nog aan het zoeken. Het liefst maak ik portretten en abstracte tekeningen. Ik kan hier op elk uur van de dag in mijn atelier staan tobben en dan kiezen om te batikken of om doek of glas aan te vallen. Het is zoals zin hebben in pasta of in patat. Senegal inspireert me ook. En vrouwen. ‘Wat een vrouw wil, is wat God wil.’ Als ik geen inspiratie heb, luister ik naar muziek of bezoek ik expo’s. Niet zelden loop ik er weg: ‘Ik moet nu naar huis, ik wil nu schilderen.’ Mijn droom: een eigen expo. Tonen wat ik in mij heb en meningen horen over mijn werk. Zo kan ik groeien. Schilderen op glas is uniek in België. Als ik expertise wil uitwisselen, contacteer ik mensen uit Senegal. Op een dag trek ik er naartoe en toon ik iedereen wat ik doe. Iedereen die ver is van zijn roots, droomt ervan terug te gaan en om gekend te zijn ‘chez soi’. Ik wil ook lesgeven aan kinderen over glasschilderkunst. Mijn dochtertje tekent alvast geweldig. Misschien kan ik haar mijn passie doorgeven. Net als zij... is kunst voor mij... een bron van leven. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte en * n se i n n Katia Coolsaet en Jill Marchant Alhadi Adam Agabeldour — Dichter © Fotografe Maëlle Bossi n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be ‘Je vraagt je toch ook niet af waarom je eet?’ Alhadi Adam Agabeldour – Dichter Ik heet Alhadi (voornaam) Adam (vader) Agabeldour (grootvader) en vluchtte weg uit West-Soedan om eerst in een ‘concentratiekamp’ (asielcentrum) in Sint-Truiden te belanden en nadien in Sint-Joostten-Node waar ik een flat betrek die eruit ziet als de kleine spie van een oude taart. Ik haalde in 2001 een master in de rechten in buurland Libië (Tripoli). De daaropvolgende acht jaar werkte ik aan gelijkheid, identiteit en mensenrechten in mijn land dat in oorlog was. Omdat ik kritische interviews gaf aan buitenlandse kranten over het onrecht dat de politiek veroorzaakte voor de bevolking (na een militaire coup van moslimfundamentalist AlBashir in 1989), moest ik de hielen lichten, ze ‘zochten’ me. Sinds 2009 heb ik alleen nog via internet contact met familie en vrienden in mijn thuisland. Momenteel werk ik als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Ik geef voor PEN Vlaanderen ook lezingen in scholen over Soedan en lees er voor uit mijn literair werk, vooral gedichten. Dit is eigenlijk mijn schat: al toen ik dertien jaar was, noemde men mij ‘de dichter’. Toeval wil dat in een vorige generatie een bekend Soedanees dichter Alhadi Adam heette, dus mijn naam was al gemaakt voor ik iets op papier had gezet… En inderdaad, toen een leraar in het laatste jaar aan de middelbare school me apart nam om grondig te twijfelen aan de authenticiteit van mijn teksten, maar ik hem kon overtuigen, moest hij toegeven dat ik ‘een grote toekomst’ tegemoet ging. Met die toekomst als schrijver viel het tot op heden nogal mee… Ik publiceerde vier dichtbundels in het Arabisch, maar het is duidelijk dat heel weinigen daarop zitten te wachten. Mijn moeder was mijn grote voorbeeld. Tijdens het koken of wassen hoorden we haar zelfgemaakte teksten zingen. Tekst en muziek ontstonden samen in haar hoofd, op basis van verhalen die in het dorp werden verteld. Ze had het geluk dat twee neven haar orale kunst omzetten in muzikale composities enerzijds en uitgeschreven gedichten/verhalen anderzijds. Zij traden dus op met de schat van mijn moeder. Dat gebeurde in de lokale taal. Zelf heb ik ook liedteksten geschreven in mijn moedertaal en speciaal is dat dit bij ons in een vijfdelige toonladder gebeurt. Toch reikte mijn ambitie altijd verder. Ik schrijf in het Arabisch, men kan mijn teksten van Marokko tot in Syrië lezen. Ik bewonder grote Soedanese dichters, zoals Mohammed Faitouri, die ‘the poet of Africa’ wordt genoemd – hoewel hij vooral in Libanon, Libië en Egypte verbleef. Maar later las ik ook Senghor (Senegal), Emil Cesar (De Antillen), die hun mosterd in het westerse Frankrijk haalden… Een Soedanees is eigenlijk een speciaal geval. Ik zie eruit als een Afrikaan maar mijn cultuur is Arabisch. Ik lach wel eens dat je mij met een echte Brusselaar kunt vergelijken: Vlaming noch Waal maar Belg. Zo ook wij. Wij zijn Soedanees, Afro-Arabisch. En de grote schrijvers kijken naar de Europese cultuur. Tiens, is Brussel niet het hart van Europa? Waarom ik dicht? Je vraagt je toch ook niet af waarom je eet? Om te dichten moet je talent en feeling hebben, later komt de techniek. Maar ook in mijn land kraait er amper een haan naar in het Arabisch geschreven poëzie. Als de media in het buitenland – in het bijzonder Egypte waar ik twee bundels publiceerde – niet over je berichten, kom je niet van de grond. Hoewel. Onlangs stierf er een grote Soedanese dichter op straat, omgekomen door honger en ontbering en pats: heel de Arabische literaire wereld sloot deze dode dichter plotseling in de armen! En ja, de moslimbroederschap is overal zo dominant. Als je daar zoals ik, die nochtans praktiserend gelovige ben, vragen bij stelt, mag je het eigenlijk vergeten. Zij zijn volop aan het oprukken in zwart Afrika, zij beheersen het sociaal-politieke en dus ook vaak het artistieke netwerk. Wie mijn gedichten leest, merkt dat ik mijn erfgoed niet verloochen. Het echte landschap van West-Soedan komt erin voor, zoals de savanne en de (blauwe) bergen. Ik ‘zing’ over de sociale gebruiken (dansen, rituelen). Helaas kan ik ook niet om de jarenlange oorlog heen. Maar je zal bij mij nooit over ‘sneeuw’ lezen of over Japanse of Indische toestanden die ik niet ken. Ook ceders komen bij ons niet voor, andere Soedanezen gebruiken dit beeld wel, omdat het Arabisch is… Wel schreef ik hier in België ‘Droeve kaarsen’ naar aanleiding van het busongeval met kinderen in Zwitserland. Ik begin me meer en meer deel van deze gemeenschap te voelen. Grappig, onlangs vroeg iemand me waarom ik ‘nectar’ gebruik als ik over regen schrijf in mijn land. Ik begreep die verwondering, hier in Brussel word ik ook niet graag nat! Bij ons kan je de regen al van ver horen aankomen, je ruikt ze in de lucht. En als ze dan valt…We hebben haar zo nodig, die nectar. Karel Sergen www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte en * n se i n n Alhadi krijgt een speciale auteursvergoeding van het Vlaams Fonds voor de Letteren om over zijn werk te komen praten en eruit voor te lezen. Vooral in scholen maar eventueel ook daarbuiten. Interesse? Neem contact op met ka.segers@gmail.com. Margriet van der Ven — Graficus © Fotografe Nathalie Bonjean n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be binnenkomen in margriet haar atelier is binnenkomen in een oase van rust. het is binnenkomen in een weelde van composities, materialen, voorstudies, ideeën in wording. aan de muren, op de grond, aan het plafond, op de tafels: hier wordt gecreëerd. Margriet van der Ven – Graficus margriet van der ven is grafisch kunstenaar, gepassioneerd door etsen. klassiek geschoold, doch buiten de lijntjes kleurend. voor margriet geen etsen op papier dat daartoe dient, etsen op kladpapier of plastiek maakt het zoveel boeiender. bevlogen toont ze hoe een ets tot stand komt. zinken platen worden in ruwe stukken geknipt. de stukken worden behandeld met spiritusvernis of asfalttinctuur en soms met suiker aquatint. daarna worden ze bewerkt en gekerfd tot een bepaalde vorm, veelal geïnspireerd door de natuur. het aandachtige oog vindt er een nerfstructuur van bladeren in terug, stenen of ontkiemende bonen. na een tijdje rusten wordt de etsplaat ingesmeerd met inkt, afgeveegd met tarlatan, afgedept met stukjes telefoonboekpapier, klaar voor de drukpers – de grote machine in het midden van haar atelier. de ingesmeerde etsplaat wordt tussen twee papieren gelegd om dan langzaamaan met enkele arbeidsintensieve draaien aan het wiel door de drukpers te gaan. het resultaat is een afdruk van de etsplaat op het papier. mooi, sober, organisch. maar margriet is niet snel tevreden. alles moet goed zitten. kleur, vorm, compositie: evenwicht moet er zijn. een afdruk heeft tientallen voorgangers gekend, vooraleer hij de opdruk krijgt van ‘goed’. herhalen en herhalen, tot het goed zit. Tot het goed zit, herhalen. buitenwereld, binnenwereld margriets atelier ligt in jette. haar man schildert een verdiep lager, zij etst op de begane grond. haar atelier is haar werkplek, maar meer nog haar toevluchtsoord. uren en uren vertoeft ze hier. want in haar werk komt ze tot rust, indrukken uit haar omgeving verwerkend. letterlijk zelfs, want zo neemt ze beschreven flappen papier van haar deeltijdse job mee om te gebruiken in composities, liefst nog met de namen van personen die ze kent zichtbaar. connectie. of hoe handgeschreven administratiefiches van vogelringers uit een vorige job kunnen ontaarden in een magnifiek patchwork van lange stroken papier. zeer beklijvend is het werk met brieven van een overleden vriendin: iedere brief zorgvuldig ingepakt als een pagina van een boek. Houd een pagina tegen het licht en vang een glimp op van de brief. verhuld en onthullend. ze heeft het van geen vreemden. haar moeder was naaister en als kind was er al dat gefröbel, het ‘prullen met dingetjes’. even twijfelde ze om haar moeder te volgen in textiel, maar ze koos dan toch haar eigen weg. in sommige werken zie je kleine textielaccenten terugkomen, gebruik van garen of knoopjes op papier genaaid: een eerbetoon aan haar moeder. ambitie om haar kunst door te geven of na te laten heeft margriet niet. ze hergebruikt. alles wordt benut, restjes krijgen een tweede leven. zelfs vroeger werk moet eraan geloven. zo vaak zelfs dat bevriende kunstenaars haar moeten tegenhouden om toch maar niet al haar werk te hergebruiken. streeft ze naar een ultieme integratie van al haar werk tot één? geen beginnen aan. binnenwereld, buitenwereld vroeger exposeerde ze in galerijen, nu is die behoefte er niet meer. margriet zoekt naar kleine plekken in de stad om haar werk zichtbaar te maken, een kleine interventie in het straatbeeld. brussel is ideaal om vitrines op te smukken met haar werken of samen met haar man mee te doen aan projecten. margriet verkoopt ook werk. afstand doen van een werk maakt haar blij om iemand blij te maken. margriet van der ven, proces en product evenwaardig, liefde voor haar stiel, rustige harmonie. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte en * n se i n n Miet Neyens Kaat Bauters & Jan Delcour — Molenaars © Fotografe Mélodie Della Rossa n in atte h * n sc n se va en m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be Kaat Bauters en Jan Delcour — Molenaars Op een druilerige vrijdagochtend ontmoet ik twee schatten van mensen die me bij de hand nemen doorheen de boeiende wereld van de molenaars: Kaat Bauters en Jan Delcour. Kaat is de dochter van Paul Bauters, indertijd vrederechter in Brussel en in zijn vrije tijd molenaar in Huise. Hij liet daar op een historische molenplek, op het hoogste punt tussen Schelde en Leie, een eeuwenoude zieltogende molen uit Waregem opnieuw optrekken. Kaat bracht haar jeugd daar grotendeels door. Als twintigjarige volgde ze haar vaders opleiding. Nu gaat haar hart nog steeds uit naar zijn filosofie. Voor Kaat heeft het behoud van en de zorg voor het molenpatrimonium te maken met onze cultuurgeschiedenis. Het molenaarsvak heeft niet alleen een historische waarde, maar toont ook een levende visie voor de toekomst: een economie op mensenmaat waarin mens en natuur naast elkaar staan en elkaar geen geweld aandoen. Molens staan op het kruispunt van de mens met zijn landschap, zijn arbeid, zijn overleven. De molenaar heeft altijd een grote rol gespeeld in het sociale leven van de mens: hij was van alles op de hoogte omdat hij met iedereen contact had, en toch stond hij op een ‘verhoogje’, buiten het dorp, buiten de sociale controle. De molenaar is altijd een soort vrijbuiter geweest. In de toekomst gaat de zorg van Jan en Kaat uit naar de bestaande molens, opdat deze gekoesterd en verzorgd worden. Kaat wil de boodschap die een levende, malende molen in zich draagt, uitbrengen. De drie-eenheid molen, molenaar, landschap is een symbool van een economie in harmonie tussen de mens en zijn wereld. Een helende boodschap die de huidige wereld dringend nodig heeft. Jan gaat als volksmuzikant op zoek naar vergeten molenliederen. De zorg in en rond de molen van Sint-Gertrudis-Pede is een taak die hij met respect en passie opneemt. Als ik enige tijd later alleen huiswaarts keer, kan ik Jan en Kaat alleen maar gelijk geven: de molen is inderdaad helend erfgoed. Katia Coolsaet www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte Jan had geen voorvaderen in de molensector. Zijn vader was verzamelaar van prentkaarten, en daar zaten nogal wat molens tussen. Bij de scoutsvereniging stippelde Jan staptochten uit, van molen tot molen, toen herkenningspunten. Het trof hem dat de helft van die windmolens op de stafkaarten helemaal niet meer bestonden. Toen hij de molenaarscursus van Paul Bauters in Leuven volgde, kreeg hij ‘een slag van de molen’ en raakte gepassioneerd. Hij werkte mee aan de restauratie van verschillende molens in Vlaanderen. Momenteel maalt hij op de watermolen van Sint-Gertrudis-Pede. Kaat en Jan zorgen er vandaag voor dat het erfgoed van de molenaar levend blijft, omdat het de ecofilosofische vragen van onze samenleving beantwoordt: molenaars maken de woeste, vernietigende natuurkrachten – wind en water – tot bondgenoot, met de molen als werktuig. De molen staat als een machtig symbool in het landschap. Als een teken van verbond tussen mens en wereld, tussen hemel en aarde zorgt hij voor een kosmische dialoog tussen de oerelementen. en * n se i n n Het erfgoed van de molenaar, ademtocht van ons sociaal bestaan Anja Van Geert — Herboriste ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be sc va h n a tte m en * n se i n n © Fotografe Delphine Hotua Anja Van Geert — Herboriste Frieten- en kruidengoestingskes ‘Lekker kopje thee.’ ‘Of specifieker, lekker mengsel van duizendblad, paardenbloem, framboos, sinaasappelschil, klaver, roos en kaneel’, knipoogt Anja. Ze zaait een hele kruidentuin bij elkaar en weet exact welke planten en groenten je nodig hebt wanneer je moet niezen of wanneer je emoties de pan uit swingen. Ze schenkt ons glas vol met vlierbloesemwijn en wij, wij laten ons gewillig meevoeren naar een wereld vol kruiden door kruidendokter Anja Van Geert. Tot de fles leeg is. Waar andere kinderen een mooie boom zagen, zag ik een Canadapopulier. Al van kleins af aan wist ik veel over de natuur. Als jonge puber trokken geneeskrachtige kruiden me sterk aan. Ik las dolgraag de WWF-boeken van mijn ouders over kruiden. Om eraan te kunnen, moest ik speciaal op een krukje gaan staan. Voordien las ik – van op lagere boekenplanken – boeken van ‘Heidi in de bergen’ en van Tiny die een herbarium maakt. Verder hing ik wat rond in natuurwinkels en op mijn terras had ik een eigen kruidentuintje. Mijn studiekeuze was snel gemaakt: ik koos voor Biologie. Door het vele schoolwerk ver- welkte mijn interesse in kruiden wat. Ik leerde wel veel planten kennen en herkennen. De laatste jaren van mijn doctoraat woonde ik in een gemeenschapshuis met een kruidentuin en daar begon het weer te kriebelen. Wortel schieten Tijdens mijn zoektocht naar werk, las ik veel boeken en experimenteerde ik met natuurlijke biomengsels. Ik belandde in Vorst en ik wilde er wortel schieten. In de participatieve tuin van de Abdij van Vorst trof ik gelijkgestemden aan. Ik had er bovendien een plek om mijn ‘kruidengoestingskes’ te doen. Via via kwam ik bij Job Yourself terecht, een instantie die mijn project een testfase gunt en die me begeleidt om zelfstandige te worden. Nu verkoop ik mijn eigen theemengsels op markten en in de toekomst ook via een online shop. Daarnaast verkoop ik mijn producten ook via ‘La Ruche qui dit oui’. Ruches zijn groeperingen die via lokale aanbieders groepsaankopen mogelijk maken met het oog op minder verpakking, minder transport en eerlijke prijzen. Ze schieten als paddenstoelen (of iets anders) uit de grond. Ook ben ik medebeheerder van onze ecologische boerderij in Watermaal-Bosvoorde ‘La ferme du Chant des Cailles’. Prikkelthee en likeur De grootste prikkel om mijn eigen thee te maken, kreeg ik toen ik letterlijk tussen kilo’s en zakken kruiden zat. Echt goeie biokruiden zijn moeilijk te vinden. Ik vond wel eens een duur zakje van 30 gram framboos, maar ik wilde ‘infusions’ maken om elke dag te drinken en had dus veel meer nodig. Ik vond dan een groothandel waar ik nu mee werk als particulier. In plaats van grammetjes kocht ik kilo’s. Toen begon ik zelf te mengen, eerst in WIELS en nu in een kleine kamer hier in mijn huisje. Het verhaal van de ecologische boerderij en ons veld is een mythe geworden. Een buurtbewoonster, Magdalena, had een mail gestuurd naar aantal vrienden van vzw Le Débuts des Haricots. ‘Hier ligt een braakliggend terrein vrij, we moeten er iets mee doen.’ De eigenaar bleek net op zoek naar een project voor het veld en we kregen groen licht voor ons participatief landbouwproject. Het omvat een tuinbouwproject, we kweken er schaapjes, stellen een ecologische collectieve tuin open en er is een kruidentuin van tien are die ik beheer. Er groeien culinaire, aromatische en geneeskrachtige kruiden. Van april tot september geef ik er workshops likeur, zeep en gemberhoningsiroop maken. Een goei pak friet In de toekomst open ik een praktijk Fytotherapie, een therapie die kruiden voorschrijft om gezondheidsklachten te behandelen. Voeding is een groot element in het vormen van een balans, lichamelijk én geestelijk. Weinig mensen kweken of plukken zelf, maar rond het plukken an sich zit al een hele zorgende cocon die een deeltje vormt van de verzorging. We kunnen het lichaam niet afzonderen van emoties. Dat blijkt nu al uit mijn workshops: ik zit er vaak met mijn mond open van verwondering. Nu, naast al dit gezond gepraat... Natuurlijk eet ik heel graag een ‘goei pak friet’ met zout en zelfs karbonade! Ik woon tussen Place Jourdan en Flagey, ik ben omsingeld door frituren. Geniet van wat je eet en wees er bewust mee bezig. Je instelling maakt deel uit van je vertering. Frieten zijn wel goed, zolang je er maar veel zin in hebt. Lap. Nu heb ik er zin in (grijnst). www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be m ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. sc va h n a tte en * n se i n n Mieke Simoen en Jill Marchant ‘Ce qui est fait main est davantage apprécié. Je rêve de créer ma propre marque de vêtements. Je présenterais mon travail à tout le monde, j’organiserais des défilés de mode, je broderais des portraits et des tableaux…’ Abdul Qadir Haidari — Afghanistan Textielkunstenaar / Textile couture Lousik Galustyan — Armenië Sculpteur van vruchten en fruit / Sculpteur de fruits ‘Het is belangrijk om als kunstenaar in het nu te leven en dingen/projecten op je pad te laten komen.’ Jean-Marie Henry — België Kunstschilder / Artiste peintre ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Ook die van nieuwe Brusselaars! De tapijtwever uit Iran, de Marokkaanse schilder, de Colombiaanse lederbewerkster, de Afghaanse klerenmaker, de Soedanese dichter, de Armeense fruitsculpteur, de Kameroense smid, de Nigeriaanse naaister, de Roemeense mozaïekartiest…: veel nieuwkomers hebben de kunst en kunde van een ambacht in hun culturele rugzak zitten. In België komen ze terecht in een voor hen nieuwe samenleving waar zij, gezien de kleine economische niche voor ambachten, niet gemakkelijk hun vaardigheden kunnen blijven uitoefenen. Nochtans is de wil hiertoe sterk aanwezig! Enkele nieuwkomer-schatten bezochten de afdeling Kunstambachten en Restauratie-Conservatie van de Academie van Anderlecht. Ontmoeting met ambachtsgerelateerde plaatsen en uitwisseling tussen ambachtslieden stond hierbij centraal. Tijdens een eerdere ontmoeting werden verhalen en ervaringen aan de hand van foto’s en ander beeldmateriaal, tast- en leesbaar gemaakt. Een informeel interviewmoment liet hen toe om hun verhalen te vertellen aan een groepje nieuwsgierige ‘schattenjagers’. Er ontstond een boeiende ontmoeting tussen ambachten, tussen culturen, tussen tradities en kundes. Handvaardigheid sprak voor zich. Zo werden taalbarrières overstegen: het was immers de passie van en voor het vak die sprak! Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. Alhadi Adam Agabeldour Soedan Dichter / Poète sc va h n a tte m en * n se i n n Mohammed Anehasse Rais — Marrokko Zandsculpteur / Sculpteur de sable ‘The feelings we use are universal, but the context makes the difference. ‘I saw a pretty girl on a donkey’. In Brussels, that would be: ‘I saw a pretty girl in the subway’.’ ‘Au Cameroun, j’ai travaillé avec des jeunes de la rue, auxquels j’ai tenté de communiquer ma passion. Ici, les choses sont plus difficiles à organiser car elles nécessitent une bonne infrastructure et un bon encadrement.’ Adrian Platon — Roemenië / Portugal Mozaïekartiest / Mosaïste Charles Djeumou — Kameroen Smid-sculpteur / Forgeron-sculpteur ‘Ik leerde het zelf. Ik nam een kool en veranderde die in een bloem.’ Arsen Galustyan — Armenië Sculpteur van vruchten en fruit / Sculpteur de fruits Ramat Kolawole — Nigeria Textielkunstenares / Textile-couture ‘Je tisse des tapis à la main, comme cela se faisait autrefois. Aujourd’hui, on utilise de plus en plus les ordinateurs. En ce moment, je ne fabrique plus que des tapis de petites dimensions dans un cadre, comme de véritables tableaux.’ m n in atte h * n sc n se va en Alicia Cordoba Dorado — Colombia Lederbewerking / Artisan du cuir ‘Schatten van mensen’ zet persoonlijke verhalen over ambacht, traditie en performing arts in de kijker. Het project nodigt je uit om Brussel te ontdekken met een hedendaagse erfgoedbril op – Een initiatief van Erfgoedcel Brussel (VGC) en Vormingplus Citizenne in samenwerking met Fotokunst - Academie Beeldende Kunsten Anderlecht en bon vzw. www.erfgoedbrussel.be – www.citizenne.be