geVaaRLijke mode - Reporters Online

Transcription

geVaaRLijke mode - Reporters Online
OneWorld 5 / juni 2013
NUMMER 5
JUNI 2013
WIN
DRIEDAAGS
UITJE
jAime de bourbon pArme
Prins(h)eerlijk
mobieltje
studenten en Asielzoekers sAmen
Eindhovense
verbroedering
commercie of principes
Worstelende
wereldwinkels
geVaaRLijke mode
Bengalen betalen de prijs, wij niet
NIEUW:
oneWorld
DATA ATLAS
Met gepaste trots presenteren OneWorld en NCDO de Data Atlas.
De Atlas is de opvolger van de Millenniumdoelen-Atlas van NCDO, die
de voortgang op de acht millenniumdoelen in beeld bracht.
de data atlas gaat verder: ze biedt een uitgebreid scala aan kaarten en
andere visualisaties over mondiale thema’s zoals voedselzekerheid,
waterschaarste, klimaatverandering en conflicten. Waar zijn ze
het meest dorstig? Slagen we erin de broeikasgassen te temmen?
De OneWorld-redactie duidt en interpreteert de gegevens en
verzorgt haar eigen berichtgeving op basis van de data.
vanaf 10 juni online
WWW. oneWorld.nl/atlas
oneworld
INHOUD
Beeld stUdio de leijer
REDACTIONEEL
112 of 1127 doden
R
onze Labels tussen de bengAAlse puinhopen
Zijn onze broeken en T-shirts te goedkoop?
12
de inspecteur
Duikt in de
belastingen 39
mArcel
& jAn-dirk
Wandelen tegen
de landmijnen 48
mALaLa’s lessen
Meer meisjes naar school in Pakistan
36
NUMMER
JUNI
OneWorld/juni
ampen maken een mens soms
cynisch. Begin april vertrok
OneWorld-reporter Annemiek
Huijerman naar Bangladesh. Een
reis van minister Ploumen, gepland voor
eind maart, was niet doorgegaan omdat de
hoofdstad Dhaka platgelegd was door
stakingen. Een stoet van journalisten zou ze
in haar gevolg hebben gehad, naast vertegenwoordigers van Nederlandse kledingfabrikanten zoals C&A, die in Bangladesh
kleding laten maken.
Wij vonden het verhaal over de Bengaalse
kledingfabrieken belangrijk genoeg om er
toch heen te gaan. In november 2012 had er
immers een inferno plaatsgevonden bij
Tazreen Fashion ltd, waarbij 112 doden
vielen. Zou die ramp tot een verbetering van
de veiligheid van de fabrieksarbeiders
hebben geleid? Annemiek raakte niet onder
de indruk van de sense of urgency die na de
brand was ontstaan. De veiligheidsinspecties, zo leerde ze, stelden nog steeds weinig
voor. Annemiek had nog maar amper haar
hielen gelicht, of die constatering bleek maar
al te waar. Op 24 april stortte het Rana
Plaza-gebouw in. Het was een ramp zonder
weerga, waarbij 1127 mensen het leven
lieten. Nu was er ineens wel massale
media-aandacht, en richtten de schijnwerpers zich ook op de westerse kledingmerken
waarvan de labels uit de puinhopen te vissen
waren. Een aantal hebben inmiddels het
Bangladesh Veiligheidsakkoord ondertekend. Andere (waaronder mijn eigen
kledingleverancier MEXX) ‘overwegen’ het.
Da’s mooi, maar waarom pas na de tweede
ramp? Hans aRiëns
WIN
DRIEDAAGS
UITJE
JAIME DE BOURBON PARME
Prins(h)eerlijk
mobieltje
STUDENTEN EN ASIELZOEKERS SAMEN
Eindhovense
verbroedering
COMMERCIE OF PRINCIPES
Worstelende
wereldwinkels
GEVAARLIJKEMODE
Bengalen betalen de prijs, wij niet
thuis in oost-congo
Jaime de Bourbon Parme strijdt voor
conflictvrije mobieltjes en tv’s
40
cover
Dhaka, Bangladesh.
Miraj (21) werkt tien
uur per dag in een
kledingfabriek en
verdient 5000 taka
(circa 50 euro) per
maand.
coverFoto g.m.B. akasH
ONEWORLD 3
GENRE
XXXX XXXXXX
BETROKKEN
INSpIREREND
wERELDS
ONDERNEmEND
BE pART OF IT!
NEEm EEN GRATIS ABONNEmENT
ontvang je oneWorld magazine nog niet thuis? ga dan naar
www.oneworld.nl/magazine en meld je aan. abonnementen in nederland
zijn gratis. Woon je in het buitenland, dan betaal je € 30,- (europa)
of € 40,- (buiten europa) per 10 nummers.
VoLg oneWoRLd ook Via :
twitter:
www.twitter.com/oneworldnl
www.twitter.com/owvacatures:
de grootste vacaturebank
met jobs voor een betere wereld
facebook:
www.facebook.com/oneworldnl
NUMMER
JUNI
OneWorld/juni
NUMMER 3
APRIL 2013
NUMMER 1
fEbRUaRi 2013
2013
OneWorld/maart
NUMMER
MAART
WATERVOETAFDRUK
ja
Fietsen tegen
uitbuiting
3js in cambod
voer
lokaal varkens
e
Knor loopt op lupin
vette vangst
Bangladesh drijft
op tijgergarnaal
2700 liter voor
een shirtje
GEVLUCHTE SYRISCHE VROUWEN
Wachten op de val
van Assad
COLUMN
Grunbergs
testosteron
ALLES VOOR
EN
DE KINDERLE
y’s
Moeders over hun bab
WIN
TAS VAN INDIASE
BILLBOARDS
plouMen
tristraM stuart
geniet Van kliekjes
Eten uit
de vuilnisbak
de herkoMst Van
onze Modepo
p
DE GULLE HAND
VAN DE EMIR VAN
Hulp is een
vorm van jihad
QATAR
STUDENTEN EN ASIELZOEKERS
Patatten eten
als inburgering
DE LAATSTE ROEPING
SAMEN
Eindhovense
verbroedering
COMMERCIE OF PRINCIPES
Worstelende
wereldwinkels
EN
Tijd van
de missionaris
is voorbij
PArADiJs
BeLAstingFA
EMODE
BRICEERJ
GEV
LD
Po
EnAAR
De
prijs, wij niet
betalen deLIJK
ingoede doelen omzeilener
Bengale
de fiscus
VEDEMAN!
Mannelijkheid in beweging
WIN
DRIEDAAGS
UITJE
JAIME DE BOURBON PARME
CHIKA UNIGWE
Indonesische
Barbie
NUMMER
MEI
Prins(h)eerlijk
mobieltje
Volgens lilianne
Minister met
twee petten
hulp en handel
Win
TwEEpERSOONS
HANGmAT
OneWorld/mei
OneWorld 3 / april
Win
Ook
EIGENUTOPIE
In Argentinië gebeurt
het
aCtie
4 ONEWORLD
oneworld
COLOFON
INHOUD
OneWorld is een gratis uitgave van NCDO. NCDO staat voor
Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en
Duurzame Ontwikkeling. NCDO betrekt mensen in Nederland bij
internationale samenwerking. www.ncdo.nl
Meningen en standpunten die te lezen zijn in dit blad, worden niet
noodzakelijkerwijs door NCDO onderschreven.
OneWorld werkt samen met lokaalmondiaal en Vice Versa in het
Wereldmediahuis. www.wereldmediahuis.nl
OneWorld verschijnt tien keer per jaar. Het volgende nummer
verschijnt op 2 juli.
Hoofdredacteur Hans Ariëns Adjunct-hoofdredacteur Lonneke
van Genugten Redactie Annemiek Huijerman, Ellen de Lange,
Sanne Terlingen, Martijn van Tol Redactiecoördinator Trisha
Goossens Stage Joanne de Jager, Antje Tilstra en Evelien
Veldboom Aan dit nummer werkten mee G.M.B. Akash, Esther
Bakker, Abdelkader Benali, Stijntje Blankendaal, Peter Boer,
Pieter van den Boogert, Kees Broere, Jan-Dirk van der Burg,
Stijn Cornelissen, Ton Dietz, Martijn van de Griendt, Eva Hoeke,
Jan-Albert Hootsen, Peter de Jaeger, Marcus Koppen, Peter
van Lieshout, Anaïs López, Michel Maas, Wilma van der Maten,
Menno van der Meulen, Alphonse Muambi, Jeroen Oerlemans,
Loethe Olthuis, Ewoud Rooks, Marcel van Roosmalen, Ruerd
Ruben, Monique Samuel, Mark Schalekamp, Vamba Sherif,
Remko Tanis, Babah Tarawally, Bas Verbeek, Dirk Wanrooij,
Matty van Wijnbergen, Marianne Wilschut, Femke van Zeijl
Marketing & sales Gaby Hafkenscheid (marketing), Alicia van Vliet
(advertentieverkoop), a.vanvliet@ncdo.nl
Basisontwerp Bruno Heemskerk Vormgeving Bouwe van
der Molen, Barbara Pilipp Beeldredactie Anja Koelstra
Media-concept Suzanne Weusten Lithografie MediaTraffic Press,
Amsterdam Druk Habo DaCosta, Vianen
Weg van de baarden en boerka’s
Heimelijk bloeit de rockscene in Kabul
26
Redactieraad Amma Asante, Pieter Broertjes (voorzitter),
Tineke Ceelen, Anna Chojnacka, René Grotenhuis,
Kitty van der Heijden, Aad van den Heuvel, Arie de Ruijter,
Mette te Velde
Abonnementen OneWorld is gratis voor abonnees in Nederland.
Abonneren, opzeggen, wijzigingen doorgeven of vragen stellen kan
via www.oneworld.nl/magazine
Abonnees in het buitenland betalen vanaf januari 2012 € 30,- in
Europa, en € 40,- buiten Europa per tien nummers. Voor aanmelden:
www.oneworld.nl/magazine/abonnement-het-buitenland
Voor abonnees in het buitenland geldt: voor het beëindigen van
een abonnement geldt een opzegtermijn van een maand vóór
afloop van de abonnementsperiode. Zonder wederopzegging
worden abonnementen na de eerste abonnementsperiode
omgezet in een abonnement voor onbepaalde tijd. Inning van het
abonnementsgeld blijft gelijk aan de periode waarvoor het
abonnement is aangegaan. Na omzetting van het abonnement naar
onbepaalde tijd geldt een opzegtermijn van 3 maanden vanaf de
dag dat de opzegging ons heeft bereikt.
Oxfam Novib Wereld- en Totaalabonnees kunnen zich richten tot:
Oxfam Novib, Mauritskade 9, 2514 HD Den Haag. Tel. 070 342 17 77
Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze
gegevens worden gebruikt voor de uitvoering van met u gesloten
overeenkomsten, zoals de abonnementenadministratie. Daarnaast
kunnen de gegevens door OneWorld, of zorgvuldig geselecteerde
derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante
informatie en/of speciale aanbiedingen van producten en diensten.
Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan kunt u ons hiervan per
post (NCDO, afd. marketing OneWorld, Postbus 94020, 1090 GA
Amsterdam) op de hoogte stellen.
Actie
Win een driedaags
uitje 34
Afrekening met de seventies
Modernisering wereldwinkels doet pijn
44
RUBRIEKEN
Entree 6
De toestand in
de wereld 10
Rondje wereld 24
Aan de slag 32
Open keuken 47
Op de kop getikt 55
Media & cultuur 56
Mijn oplossing 58
COLUMNS
Kees Broere 8
Mark Schalekamp 33
Abdelkader Benali 35
Babah Tarawally 43
Loethe Olthuis 54
OneWorld magazine is gedrukt op PEFC gecertificeerd papier.
PEFC-certificaatnummer ch11/0646
De redactie van OneWorld heeft datgene gedaan wat redelijkerwijs
van haar kan worden gevergd om de rechten van de
auteursrechthebbende op de beelden te regelen volgens de
wettelijke bepalingen. Degenen die menen rechten te kunnen doen
gelden, kunnen zich binnen twee maanden na verschijnen wenden
tot de redactie van OneWorld.
Multiculturele idylle
Asielzoekers en studenten samen
50
ONEWORLD 5
ENTREE
BERICHTEN VAN HIER EN DAAR
Een baan om te huilen
China Met het bezingen van de doden valt nu nog goed geld
te verdienen in China. Maar de cd-speler ligt op de loer.
V Beeld remko tanis
oor iemand die betaald wordt
om te rouwen, lacht Wang
Meifang (59) opmerkelijk veel.
“Ik verdien duizend Yuan (125 euro, red.)
per begrafenis”, glimlacht Wang.
Op het Chinese platteland worden vaak
professionele zangers ingehuurd om te
rouwen voor een dode op de dag van hun
begrafenis. De zangers bezingen met
lange uithalen al het goeds dat de over­
ledene heeft gedaan voor zijn of haar
familie en voor de samenleving.
De familieleden zelf spreken niet bij
de begrafenis.
Wang zingt voornamelijk bij begrafenis­
sen in Wanxiang, een plattelandsdorp
buiten Shanghai. In het dorp is zij de
enige professionele weenster. “Ik ben
‘Beste senatoren, God heeft de homo
geschapen, waarom zouden wij twisten
over zijn beslissing?’
Aldus democratisch senator Ron Latz medio mei tijdens een vier uur durend emotioneel debat waarna het homohuwelijk in de Amerikaanse staat Minnesota werd
gelegaliseerd.
oneworld.nl
Oost, west, thuis best?
Niet volgens wetenschappers uit de VS. Op
­basis van vier miljard tweets hebben zij ontdekt dat mensen gelukkiger worden naarmate
ze verder van huis zijn. Om het ‘geluk’ van
een tweet te beoordelen, werd gezocht naar
positieve woorden, zoals: ‘nieuw’, ‘geweldig’,
‘koffie’ en ‘lunch’. Hoe meer kilometers achter
de rug, hoe vrolijker er wordt getwitterd.
Lees verder op oneworld.nl/geluk
6 ONEWORLD
best bang voor dode mensen, maar het
hoort erbij.’’ Vroeger zongen de nabe­
staanden zelf. De Culturele Revolutie
van de jaren ’70, waarin soberheid werd
afgedwongen, heeft de traditie echter op
een haar na verwoest. Toen de revolutie
voorbij was, wisten weinigen nog hoe je
een dode bezingt.
“We bedienen met tien zangers alle
­dorpen ten oosten van Shanghai’’, zegt
Wang. Maar in plaats van een culturele
revolutie wordt de plattelandscultuur
van de dodenzang tegenwoordig
bedreigd door de oprukkende verstede­
lijking, volgens Wang. “Steeds vaker zien
we dat jongeren bij de begrafenis van
hun ouders een cd afspelen.”
Remko Tanis
529
miljard dollar
werd in 2012
door
migranten
teruggestuurd
naar huis
Bron: WorldBank FactBook
Kooplui
vogelvrij
Nigeria Ondernemers
vechten voor hun marktkraam.
“De nieuwe huur is te hoog
voor ons.”
Beeld femke van zeijl
G
roenteman Adeniran Samuel
(38) staat al jaren op de markt
in Lagos, Nigeria’s grootste
stad. Toch weet hij niet of hij volgende
week nog een marktstal zal hebben. Voor
de tweede keer in zijn loopbaan dreigt de
markt waar hij zijn waar verkoopt te
­verdwijnen.
Een week eerder kregen de marktlui een
ontruimingsbrief. Binnen drie dagen
moesten ze hun spullen hebben gepakt.
De markt moet wijken voor het verbre­
den van de sloot erachter. Zo wil de
lokale overheid de waterafvoer tijdens
het regenseizoen verbeteren. Samuel:
“Op dit moment nieuwe koopwaar
­aanschaffen is riskant. We weten niet
of de markt er morgen nog is.” Samuels
vrouw verkoopt een paar stalletjes­
­verderop bakproducten. Sluiting is
Bericht uit pakistan
Squashen zonder ballen
Waar een wil is... worden meisjes
jongetjes in Pakistan
o
p haar twaalfde meldde Maria ­
Toorpakai zich bij de squash-opleiding
van de Pakistaanse luchtmacht. Omdat
sporten voor vrouwen in de conservatieve regio
Waziristan onacceptabel is, verkleedde ze zich als
jongetje. Na twee maanden hadden medespelers
haar vermomming door en werd ze ernstig
­mishandeld. Noodgedwongen oefende ze thuis,
beschermd door scherpschutters. Drie jaar lang
stuurde Maria, volgens eigen zeggen, elke dag een
brief met noodkreet aan westerse organisaties.
Nu traint Maria in vrijheid in Canada en staat ze
in de top 50 van beste squashsters ter wereld.
Bekijk het interview op oneworld.nl/maria
een drama voor zijn gezin, zegt Samuel.
“De vorige markt waar we weg moesten,
wordt herbouwd. Maar de nieuwe huur
is te hoog voor ons.” Wat hij zal doen als
de markt daadwerkelijk verdwijnt? “Dan
zoeken we een andere plek om te verko­
pen. Life must go on.” Femke van Zeijl
happy apps
Drie apps voor
het doen van
duurzame
boodschappen
Boodschapp Zitten er meer sinaasap­
pels in een pak sap van het huismerk
of het A-merk? Deze app vergelijkt
supermarktproducten op samenstel­
ling en prijs. Voor iPhone en Android
Slimkokenapp Geen halve pan rijst
meer in de afvalbak. Met deze app
weet je precies genoeg te koken en de
restjes, als er toch wat over blijft, goed
te bewaren. Voor iPhone en Android
SuperWijzer Scan producten in de
supermarkt op dierenwelzijn en
natuurbelasting. Voor iPhone
ONEWORLD 7
ENTREE
Xxx
Internetvervuilers
small solution
Regenmeters
voor Afrika
Wham, spam thank you ma’m! De Nigeriaanse spammails waarin gratis
oliemiljoenen worden aangeboden, vallen in het niet bij de webvervuiling
die via westerse en Aziatische computers wordt doorgesluisd.
noordAmerika
Azië
afrika
andere
ZuidAmerika
europa
Bron: sophos.com, dec 2012 - feb 2013
Column
‘To the left, right?’
A uto’s in Bhutan rijden links.
Toch? ‘That’s correct’, vertelde
een inwoner van dat land mij
ooit, ‘We drive on the right side of the
road.’
Aan de ‘goeie’ kant dus; links.
Ook in Kenia is links die goeie kant.
Voorrang is er voor verkeer van rechts.
Beide kanten van de weg mogen
gebruikt worden door auto’s met
­sirenes, en dus helaas ook door mensen
die zichzelf belangrijk wanen en die
achter die auto met sirene aan rijden.
Redelijk overzichtelijk, al met al.
Wie zelf in een auto rijdt, aan de linker­
kant van de weg en met het stuur dus
rechts, vindt links of rechts van dat
stuur de richtingaanwijzer voor links
danwel rechts. Naar beneden is linksaf.
Rechtsaf is dan naar boven, al kan dat
ook aangegeven worden door een
­rechterarm uit het raam te steken.
8 ONEWORLD
Is dat laatste onmogelijk, bijvoorbeeld
vanwege bepantsering van de wagen,
dan kan achterop, links danwel rechts,
een sticker geplakt worden met de
tekst: No hand signals given.
Helder, nog steeds.
Wie echter zelf in een auto rijdt, de weg
niet weet, maar wel een Afrikaanse
medepassagier naast zich heeft, die
kan in de problemen komen. In Kenia,
en overal elders in Afrika.
‘Dan ga je hier linksaf’, zal de mede­
passagier namelijk zeggen. En daarbij
de rechterarm naar rechts uitsteken.
Lastig? Link? Welnee. Gewoon recht­
door rijden.
Journalist Kees Broere woont en
werkt sinds 1998 in Nairobi, Kenia.
Met een WII kun je leuke
spelletjes spelen, maar
natuurkundige Rolf Hut haalt
ze uit elkaar om er wereldverbeterende apparaten
mee te bouwen. Zoals een
regenmeter, die boeren in
Afrika helpt een incidentele
bui te onderscheiden van het
begin van het regenseizoen.
De meter luistert naar de
­vallende regendruppels en
registreert daarmee de
­hoeveelheid water. Zo weten
boeren wanneer er gezaaid
of geoogst moet worden.
Een beetje regenmeter kost
3000 euro, maar die van Hut
is er al voor 300 euro.
Hut wil er twintigduizend
produceren om water en
weer in heel Afrika in kaart
te brengen. Bij het ontwerp
zijn ook de ideeën van
­Afrikaanse studenten
betrokken. Hut: “Een leuk
idee is om met kleine vochtvreters de luchtvochtigheid
te meten. Bij vochtig weer
slurpen ze water op en bij
droog weer laten ze dat weer
los. Door die zakjes regelmatig te wegen kun je exact de
luchtvochtigheid bijhouden.”
peter de jaeger
Beeld stijntje Blankendaal
Ex-drugsbaron helpt
winkeliers op gang
Brazilië Parfum, auto’s en snacks: binnenkort opent de
eerste shopping mall in een favela.
Z
akenman Celso Athayde (50) gaat
het eerste winkelcentrum in een
sloppenwijk van Brazilië uit de
grond stampen. Locatie: het beruchte
Complexo do Alemão, een favela in het
noorden van Rio de Janeiro. Sinds de
verdrijving van de drugshandel door het
leger twee jaar geleden zijn de wapens er
uit het straatbeeld verdwenen. Winkels
en barretjes floreren. Athayde: “Ik heb al
22 grote merken ervan overtuigd om te
komen, zoals de snackketen Bob’s, een
parfumeriewinkel en motorfabrikant
Honda. Het idee is dat de plaatselijke
winkeliers en straatventers zakenpart­
ners worden in het winkelcentrum.”
Athayde is zelf opgegroeid in een favela.
Van zijn zevende tot zijn veertiende
woonde hij met zijn moeder en broer op
straat. Athayde: “Ik snoof lijm, vouwde
pakketjes cocaïne en stond op de uitkijk
voor drugshandelaren.” Hij wist zich aan
de drugshandel te ontworstelen en op
zijn vijftigste is hij de Favela Holding
begonnen, waar het winkelcentrum deel
van uitmaakt: “Ik wil werk genereren
voor de jongeren hier. Ik weet dat de
meesten niet zo ver zullen opklimmen
als ik, maar misschien kunnen ze wel
verder komen dan mijn jongensdroom:
autobandenmaker.”
sTijnTje BLankendaaL
120.000
Griekse wetenschappers hebben hun land sinds 2010 verlaten
Bron: to ethnos
goed bezig
na haar vrijwilligerswerk
met straatkinderen in
uganda weet de 18-jarige
nienke Voppen niet meer
van ophouden.
je richtte een stichting op,
dat is niet niks. “klopt. ik heb
het best druk met mijn studie,
maar ik wilde meehelpen
straatkinderen in uganda naar
school te laten gaan. ik kan
mensen wel vragen mij geld
te geven, maar niet iedereen
gelooft me op m’n blauwe
ogen, zoals m’n moeder altijd
zegt. dus heb ik de omwana
sichting opgericht, om schoolgeld in te zamelen.”
Weet jij op je 18e dan wat
goed is voor straatkinderen?
“Wat ik weet is dat straatkinderen recht hebben op
onderwijs. vaak zijn ze heel
intelligent.”
Levert het jou ook iets op?
“ik krijg energie als ik kan
helpen een kind weer positief
naar de toekomst te laten kijken. een meisje, rebecca, nam
me mee naar het graf van haar
moeder. of ik even op het graf
wilde poseren. ‘dan heb ik de
twee belangrijkste mensen in
mijn leven op de foto’.”
joanne de jageR
ONEWORLD 9
DE toestand in de wereld
commentaar
wereld
Groter groeien
INDONESIë
Kastesysteem Hoe hoger
je status, hoe meer je
vangt van arme mensen,
ontdekt Michel Maas.
Textielindustrie Hoe
concurreren landen als
Marokko en Mauritanië
met China, vraagt Peter
van Lieshout zich af.
S
tel, je bent president van een land dat te trots en te
welvarend is om nog te willen leunen op ontwikke­
lingshulp, maar dat voor een belangrijk deel zijn weg
in de wereldeconomie nog moet vinden – bijvoorbeeld
Marokko of Mauritanië. Wat te doen? Eerst probeer je het
bij een aantal westerse landen. Dat blijkt opvallend goed
te lukken – zowel de VS als de EU hebben aantrekkelijke
regels voor landen zoals het jouwe. Toch groeit je handel
maar matig. Het blijkt dat je producten te duur zijn – de
textiel van de Chinezen is veel goedkoper. Wat te doen?
Je kunt proberen superieure technologie in huis te halen,
je medewerkers beter te trainen, of goedkoper te werken
door grootschalige productie. Al die methoden kosten geld.
Als president besluit je de beperkte leencapaciteit van je
land te gebruiken om de benodigde middelen beschikbaar
te krijgen. Na verloop van tijd blijkt geen van deze methoden
echter veel zoden aan de dijk te zetten. Je weet niet meer wat
je moet doen.
Dit voorbeeld is niet willekeurig gekozen: het afgelopen
decennium kregen de textielindustrieën in Marokko en
Mauritanië forse klappen. Beide landen zagen zich gedwongen
op te schuiven naar de niche van bijzondere en bewerkelijke
textiel. Hoe het precies verder moet, weten ze niet.
Er lijkt echter verandering op komst. Inmiddels heeft in
China de firma Foxconn – van oorsprong Taiwanees, maar
met grote productiefaciliteiten op het Chinese vaste land,
en onder andere fabrikant van iPhones – aangekondigd het
komende jaar meer dan een miljoen werknemers te gaan
vervangen door robots. De lonen in China beginnen hoog
genoeg te worden om dat mogelijk te maken. China wil niet
langer de werkplaats van de wereld zijn. Het is dus nog even
wachten totdat de presidenten van Marokko en Mauritanië
hun textielindustrie weer zien bloeien. Goed nieuws …?
Psycholoog en filosoof Peter van Lieshout is lid van de WRR.
Hij leidde het onderzoek naar de toekomst van ontwikkelingssamenwerking, dat resulteerde in het rapport Minder pretentie,
meer ambitie.
10 ONEWORLD
Geld regent
omhoog
D
e ‘RT’, is zo’n beetje de laagste functionaris in de
Indonesische hiërarchie. Hij bestuurt niet meer dan
een paar straten. Toch is hij iemand, want als RT
heeft hij toegang tot de echelons boven hem: de camat en de
lura. Die hebben hele wijken onder hun hoede. Zij hebben
een eigen kantoor met eigen ambtenaren en eigen auto’s.
Ook zij zijn niet echt belangrijk, maar ook zij hebben
toegang tot het echelon daarboven: de burgemeester, de
bupati (regent), de gouverneur en als allerhoogste: het
parlement en de president.
Ik kwam afgelopen week heel even heel erg hoog: de trede
net onder de top. Een senator pochte met zijn persoonlijke
vriendschap met de president. Om dat te bewijzen had hij
foto’s in zijn tas: van hemzelf en van Susilo Bambang Yud­
hoyono. Hij deed ‘een beetje’ in palmolie, zei hij.
Op mensen die ‘iets’ zijn in Indonesië, regent het altijd
geld. Waterdruppels vallen naar beneden, geld regent
omhoog. Hoe hoger je staat, hoe meer je vangt.
Daar hoef je weinig voor te doen. Iedereen wil je wat
geven. Zoals ze vroeger geschenken legden aan de voeten
van de prins of de sultan, zo leggen ze die nu voor de voeten
van de bestuurders, in de hoop op een gunst.
Op deze senator regende het flink, zo te zien: aan zijn ene
hand droeg hij een zware gouden ring met saffieren, en aan
zijn andere een diamant ter grootte van een suikerklont.
Zijn haar was zwart geverfd, en zijn ogen waren voortdu­
rend op zoek naar vrouwenbenen.
Indonesië is wat dat betreft nog steeds een feodale
samenleving. De vorsten zijn verdwenen, maar hun plaats is
ingenomen door een nieuwe kaste.
Michel Maas is correspondent voor de NOS en de Volkskrant.
Zijn standplaats is Jakarta in Indonesië.
Amerika
Verkeerde
vrienden
KENIA
Aardappels Er liggen
kansen voor Nederlandse ondernemers in
Afrika, denkt Ton Dietz.
Bondgenoten Dat de VS
samenwerken met on­
democratische staten
voedt terrorisme, vindt
Monique Samuel.
E
nkele weken geleden bezocht de Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken John Kerry de Europese
Commissie. Na afloop was er een persmoment waarbij
jonge EU-trainees vragen mochten stellen. Er was veel
aandacht voor trans-Atlantische betrekkingen en een van de
diplomatieke talenten vroeg geïnteresseerd naar het Ameri­
kaanse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten.
Kerry’s reactie was angstvallig oppervlakkig en tegelij­
kertijd ongekend veelzeggend. ‘To continue to build strong
partnerships with the moderate powers such as Jordan and
Saudi-Arabia’, zo vatte hij de Amerikaanse positie samen.
De minister sprak met geen woord over mensenrechten
en democratie, over het Palestijnse vluchtelingenprobleem
of de Syrische tragedie.
De Amerikanen denken slim te zijn door stabiele, maar
ondemocratische landen als Jordanië en Saudi-Arabië te
steunen. Dat het Jordaanse koninkrijk in de regio berucht is
om zijn veiligheidsdiensten, de hardhandige onderdruk­
king van opstanden en de politieke achterstelling van twee­
derde van de burgerbevolking (de Palestijnse-Jordaniërs)
nemen ze voor lief.
Ook Saudi-Arabië is een dankbare bondgenoot. In ruil
voor olie, informatie over potentiële terroristen en militaire
aanwezigheid zijn de Amerikanen bereid om elke vorm van
onrecht door de vingers te zien. En dus werken ze samen
met een knettergek koningshuis dat vrouwenonderdruk­
king een goddelijke taak vindt, andersdenkenden en anders­
gelovigen het hoofd afhakt en radicale bewegingen steunt.
Intussen veranderen de Jordaanse gevangenissen in een
broedplaats voor terrorisme en voeden Saudische oliedollars wereldwijd honderden radicale terreurorganisaties.
Waren de Amerikanen maar wat slimmer, dan zouden ze
weten hoe vreselijk dom ze zijn.
Monique Samuel is politicoloog, afgestudeerd in International
Relations and Diplomacy aan de Universiteit Leiden en auteur.
Ze schreef het boek Mozaïek van de revolutie. Ze heeft een
Egyptische achtergrond.
Frietje mét
M
ijn gewaardeerde Nijmeegse collega Paul Hoebink
houdt niet van aardappelen. In de Volkskrant
noemt hij pootaardappelen als klassiek voorbeeld
van hoe het fout gaat als het bedrijfsleven aan ontwikkeling
gaat doen. Hij heeft het over horrorverhalen: ‘van Nederlandse
pootaardappelen die in vloeibare vorm onder de deur van
de opslag in het ontvangende land door kwamen’. En inder­
daad, er is in het verleden veel misgegaan en daar zou je van
moeten leren. Aardappeltelers hebben dat gedaan en laten
zien dat ontwikkeling en handel samen heel goed door een
deur kunnen, als je het goed doet. Met aardappelen is per hectare en per arbeidsinzet veel
meer voedselenergie te produceren dan met vrijwel alle
andere basisvoedselgewassen. Dat geldt ook voor Afrika:
waar het klimaat en bodem geschikt zijn, stapt men over op
aardappels. Dat zie je in Kenia en in Uganda, vooral in de
dichtbevolkte gebieden. Tussen 1961 en 2011 is de productie
van aardappelen in Afrika meer dan vertienvoudigd en een
gemiddelde Afrikaan eet nu 25 kilo aardappels per jaar.
Vooral het areaal neemt enorm toe, maar ook de opbrengst
per hectare stijgt gestaag. Gemiddeld is de productie nu 14
ton aardappel per hectare. Tien jaar geleden was dat nog
maar 10 ton.
Nederland behoort tot de topproducenten van kwaliteits­
aardappelen en vooral van pootgoed. Een Nederlandse boer
produceert 44 ton aardappelen per hectare. Er is niets mis
met het afrikaniseren van die kennis en kunde. Zodat Paul
Hoebink bij zijn volgende bezoek aan Afrika een lekker
frietje kan nuttigen bij zijn glaasje wijn. En er zal best nog
wel eens ergens in Afrika een mislukte lading aardappelen
onder een deur door komen sijpelen. Zoals er ook in Neder­
land op voedselgebied wel eens wat mis gaat.
Ton Dietz is hoogleraar Ontwikkeling in Afrika aan de Universiteit Leiden en directeur van het Afrika Studiecentrum in Leiden.
Hij was een van de initiatiefnemers van de Worldconnectors,
een denktank voor mondiale vraagstukken.
ONEWORLD 11
THEmA
Achter het etiket
fashion
viCtims
na de rampen in de kledingfabrieken in Bangladesh
beloven de regering daar en westerse inkopers
beterschap. naast alle misère werken veel
fabrieken er al aan veiliger produceren. en in
nederland bedenken jonge ontwerpers hun eigen
methodes voor het maken van duurzame kleding.
12 ONEWORLD
kilo­knaller
van de
kleding
Waarom wordt goedkope kleding vaak zo duur
betaald? Met deze vraag reisde OneWorld
naar Bangladesh. Kort na deze reis voltrok zich
de grootste ramp in de kledingfabrieken ooit,
en werd die vraag des te urgenter. Net als: wat
doen westerse merken voor de veiligheid van
de werknemers die voor een schijntje onze
broeken en shirts in elkaar zetten?
Tekst Annemiek Huijerman Foto’s g.m.b. akash
A
Xxx
xxx
xx
linoor moest springen voor haar leven op 24
november vorig jaar. Op die zaterdag brak brand
uit in de fabriek van Tazreen Fashion Ltd., waar
ze werkte. Alinoor (35), getrouwd en twee doch­
ters van 16 en 14, was er assistente op de garen­
afdeling. Nu zit ze in de middaghitte werkloos op de rand van
een leeg waterbassin in de schaduw van bamboebossen in
Ashulia, ten noordwesten van Dhaka, waar veel kledingfa­
brieken zijn. Achter het groen rijst het zwartgeblakerde,
negen verdiepingen hoge fabrieksgebouw van Tazreen op.
Ze vertelt: “Ik was aan het werk op de derde verdieping,
met 400 vrouwen en 25 voormannen. Aan het einde van de
middag kwam er rook omhoog, en hoorde ik mensen ‘brand!’
roepen. Ik rende naar beneden, maar vanaf de tweede verdie­
ping kon niemand meer via de trap wegkomen. Mensen
begonnen de tralies voor de ramen weg te breken, waarop ik
naar buiten ben gesprongen. Ik raakte gewond aan mijn
benen en brak mijn ribben. Na een operatie verbleef ik drie
weken in het ziekenhuis. Van de werkgeversvereniging heb ik
50.000 taka (490 euro) voor levensonderhoud gekregen. Voor
de medische kosten, 47.000 taka (460 euro), moest ik van
familie lenen. We leven van giften; mijn man is ook werkloos.”
Ook Alinoors collega Amina (38) ontsnapte aan de dood via
een raam op de vierde verdieping. Amina, getrouwd, een
dochter van 18 die ook in de kledingindustrie werkt, en twee
ONEWORLD 13
THEMA
Achter het etiket
Grote kledingmerken geven
25 keer meer geld uit aan
advertenties dan aan lonen.
zoons van 15 en 14, is er zichtbaar slecht aan toe. De rechter­
kant van haar gezicht is gezwollen en haar gekneusde rech­
terarm draagt ze in een harde kunststof mitella. Amina: “Met
een paar vrouwen hebben we een grote ventilator deels kun­
nen loswrikken uit de buitenmuur. Ik was doodsbang, maar
ben toch gesprongen. Ik raakte zwaar gewond en was vier
dagen buiten bewustzijn. Drie maanden heb ik in het zieken­
huis gelegen. De kosten, 85.000 taka (830 euro), heeft de
werkgeversvereniging betaald. Salaris krijg ik niet meer.”
Alinoor en Amina hebben de ramp overleefd. Maar 112 van
hun collega’s zijn omgekomen, van wie enkelen nog steeds
niet zijn geïdentificeerd, en minstens 150 mensen raakten
gewond. Niet eerder vielen in Bangladesh zoveel slachtoffers
bij een brand. Tazreen produceerde kleding voor Walmart en
Sears en werkte op dat moment ook aan een zending van
220.000 sweatshirts voor C&A Brazilië.
Toen het vuur ontstond waren ongeveer 1150 mensen in
het pand aan het overwerken om bestellingen van westerse
kledingmerken, broeken voor mannen, op tijd te kunnen
leveren. Veel slachtoffers vielen doordat vluchtwegen waren
geblokkeerd en nooduitgangen op slot zaten. Ook had een
voorman gezegd dat er een brandveiligheidsoefening aan de
gang was, en dat iedereen aan het werk moest blijven, consta­
teerde het onderzoeksteam van Stichting Veiligheid,
Gezondheid en Milieu (OSHO) van Bangladesh.
14 ONEWORLD
Geteisterd door ongelukken
Precies vijf maanden na ‘Tazreen’, op 24 april, voltrok zich de
grootste ramp ooit in de kledingindustrie, met ruim 1150
doden en honderden gewonden. Rana Plaza, een gebouw van
acht verdiepingen in Savar, een voorstad aan de westkant van
Dhaka, met een bankfiliaal, winkels en vijf kledingfabrieken,
stortte in. De dag ervoor waarschuwden scheuren in het
gebouw, waarop enkele verdiepingen zonder vergunning
waren neergezet, voor wat komen ging. Maar eigenaar en
politie zagen geen aanleiding om de fabriek te ontruimen en
zeiden dat mensen weer aan het werk konden. Die deden dat,
want anders werden ze gekort op hun salaris.
De reis van OneWorld was toen al ten einde, maar ‘Rana
Plaza’ maakt de vraag des te urgenter: hoe kan het dat een
bedrijfstak die zo belangrijk is voor de economie van Bangla­
desh, zó wordt geteisterd door branden en instortingen?
Als president van de in 1984 opgerichte National Garment
Workers Federation (NGWF) spant Amirul Haque Amin zich
al zo’n jaar of twintig in voor betere werkomstandigheden en
lonen van de kledingarbeiders. In het kleine vakbondskan­
toor in het centrum van Dhaka hangen foto’s van demonstre­
rende kledingwerkers, altijd met Amin in de voorste linies,
achter het spandoek. Terwijl de ventilator aan het plafond
zoeft en de elektriciteit af en toe uitvalt, vertelt de vakbonds­
man dat de Tazreen-brand de regering in ieder geval wakker
Goedkoop
& gevaarlijk
Grootste industrie
D
e kledingindustrie is
de ruggengraat van de
economie van Bangladesh,
en tekent voor 17 procent van
het nationale inkomen en 78
procent van de totale export.
Daarvan gaat 56 procent
naar Europa en 26 procent
naar de VS. Waarde: ca. 14,5
­miljard euro. Ook biedt de
sector werk aan 3,7 miljoen
mensen, van wie 70 procent
vrouwen, in ca. 4500 kledingfabrieken. Bangladesh is na
China de tweede kledingproducent. De voorspelling
is dat de kledingindustrie
in 2015 in omvang is verdubbeld en bijna verdrie­dubbeld
in 2020.
Steeds weer blijkt hoe arbeiders moeten werken in een
zeer gevaarlijke omgeving.
Naast de rampen bij de
Tazreen-fabriek en Rana
Plaza kwamen tussen 2006
en 2009 414 kledingarbeiders om in tenminste 213
fabrieksbranden. Sinds 2009
vielen er 165 doden. In de
eerste maanden van 2013
raakten 591 mensen gewond
en kwamen acht mensen om.
En in mei vielen bij branden
nog zeker 15 doden.
Bronnen: Bangladesh Knitwear Manufacturers
& Exporters Association (BKMEA), Bangladesh’s
Ready-Made Garments Landscape: The Challenge of Growth (McKinsey, dec 2012), Fatal Fashion
(SOMO, Clean Clothes Campaign) The Daily Star
Compensatie
D
‘Met dertig inspecteurs
op ruim 5000 fabrieken
richt je weinig uit’
schudde. “Het ministerie van Arbeid beloofde actie en de
brandweer sprak in het parlement. Er is meer bewustzijn
gekomen, maar de problemen zijn daarmee niet opgelost.”
Wankele panden
Die problemen ontstonden toen de kledingindustrie vanaf
1980 snel begon te groeien. Op dat moment waren er in Bang­
ladesh ongeveer dertig kledingfabrieken en een kleine groep
ambachtelijke kleermakers. Vanaf het begin waren er mis­
standen en corruptie, reden voor de oprichting van zijn
vakbond, vertelt Amin. “Doordat meer inkopers uit Europa
en de Verenigde Staten hier wilden laten produceren, roken
steeds meer ondernemers hun kans. Ze begonnen gebouwen
die daar niet altijd geschikt voor waren, om te bouwen tot
werkplaatsen waar ze T-shirts, blouses en andere kleding­
stukken konden laten maken. Of ze lieten illegaal een paar
verdiepingen op een pand zetten. Gevolg: wankele gebouwen
zonder deugdelijke elektriciteit, zichtbare nooduitgangen en
functionerende brandblussers. Voor achter de naaimachines
e vereniging van kledingproducenten en de
­organisatie van exporteurs
hebben een noodfonds opgezet voor overlevenden en
de nabestaanden van ‘Rana
Plaza’. In hoeverre slachtoffers en nabestaanden van
de Tazreen-brand zijn gecompenseerd, blijft onduidelijk;
vakbonden, werk­gevers en
regering spreken elkaar
daarin tegen. De nabestaanden zijn wel gecompenseerd,
maar betalingen aan gewonde
werknemers lijken uit te blijven. Er is wel een verdeel-
sleutel voor het uit­keren van
vergoedingen. Daarin betalen
kledingmerken (45 procent),
de fabrikanten (28 procent),
de werkgeversvereniging (18
procent) en de regering van
Bangladesh (9 procent). De
ILO, International Labour
Organization, wil dat er een
fonds komt voor gewonde
werk­nemers en nabestaanden, waarin fabrikanten geld
storten en dat fungeert als
verzekering voor arbeiders.
Bron: Clean Clothes Campaign - Hazardous
workplaces: Making the Bangladesh Garment industry safe
Leven van nog geen 30 euro
M
et ca. 24 eurocent per
uur zijn de Bengaalse
kledingwerkers de laagst
betaalde werkkrachten ter
wereld. Doordat kleding­
merken steeds sneller hun
collecties in de winkels vervangen, is de werkdruk hoog,
en werken mensen zes, soms
zeven dagen in de week. Het
gemiddelde maandsalaris is
30 euro en is sinds 2010 niet
meer herzien. Alleen het
huren van een woning kost
al 2000 taka (20 euro) per
maand. Een leefbaar loon
komt uit op 48 euro.
Vakbonds­leiders en arbeidsactivisten werken samen om
het probleem van de te lage
lonen in Aziatische landen
aan te pakken. Deze Asian
Floor Wage-campagne
moet internationaal worden
gevoerd, want als de lonen
in één land stijgen, verhuizen
kledingmerken hun productie vaak naar landen waar de
lonen wél laag blijven – de
explosieve groei van de
­kledingindustrie in Bangladesh bewijst dat.
ONEWORLD 15
THEMA
Achter het etiket
Van een T-shirt dat hier
29 euro kost, is slechts 0,6
procent bestemd voor loon.
‘Eenderde van de parlementsleden is betrokken
bij de kledingbusiness’
trokken fabriekseigenaren goedkope werkkrachten aan:
jonge vrouwen, vaak van het platteland en zonder opleiding.”
Aan de wetgeving ligt het niet, stelt Amin. Die is er wel.
“Maar niemand houdt zich eraan.” Natuurlijk moeten
kledingateliers officieel voldoen aan de regels voor brandvei­
ligheid en voor gezonde werkplekken, en is het de bedoeling
dat zij regelmatig worden geïnspecteerd. Maar inspecties,
ook audits genoemd, stellen weinig voor. Amin: “Met onge­
veer dertig inspecteurs op ruim vijfduizend fabrieken richt je
weinig uit. Daarnaast zijn inspecteurs vaak in dienst van het
te inspecteren bedrijf. Of ze kondigen hun komst aan, zodat
fabriekseigenaren werkruimtes, al dan niet tijdelijk, op orde
kunnen laten brengen. En dan heb je nog fabrikanten die
inspecteurs zwijggeld geven.” De regering zou natuurlijk
strenger moeten handhaven. “Maar hoe doe je dat”, vraagt
Amin zich af, “als zeker 29 van de 300 parlementsleden zelf
eigenaar zijn van een of meerdere kledingfabrieken, en er
zo’n 60 een vader, broer of oom hebben die in de business
16 ONEWORLD
zit?” Terug naar de slachtoffers van Tazreen. Allereerst
moeten zij voldoende smartegeld en andere financiële steun
krijgen, stelt Amin. “Maar als vakbond worden wij in deze
kwestie omzeild.” De donkere huid van de vakbondsleider
kleurt een tint dieper: “Er moet nú een comité komen waarin
alle partijen – regering, fabriekseigenaren, vakbonden, werk­
nemers en westerse kledingbedrijven – samenwerken om
mensen fatsoenlijk te compenseren. We weten dat sommige
slachtoffers al wel een eerste toelage hebben ontvangen,
maar een deel van de nabestaanden van niet-geïdentificeerde
slachtoffers heeft tot nog toe niets gekregen, en mensen die
arbeidsongeschikt zijn geraakt worden niet doorbetaald.”
In het airconditioned kantoor met uitzicht over het
noorden van Dhaka verzekert algemeen secretaris Ehsan Ul
Fattah dat werkgeversvereniging BGMEA veel tijd heeft
gestoken in het afwikkelen van de compensatie voor de
getroffenen van Tazreen. Ook wil de secretaris graag gezegd
hebben dat de salarissen wel degelijk zijn gestegen de afgelopen jaren. Maar de straat spreekt een andere taal, gezien
de vele demonstraties van de afgelopen tijd in het hele land,
waarbij kledingarbeiders betere betaling eisen. De algemeen
secretaris spreidt zijn armen bij de vraag waarom er geen
beter loon in zit voor deze werknemers: “Weet u, deze men­
sen hadden voordat ze werk vonden in deze sector helemaal
niets. Dit werk is voor hen het verschil tussen iets en niets.”
hoger loon,
duurder shirt?
Maakloon 18 eurocent, winkelprijs 29 euro
leefbaar loon, voor (bijna) dezelfde prijs
Zouden arbeiders een leefbaar loon van 48 euro krijgen, dan
stijgt het maakloon per T-shirt van 18 eurocent naar 45 eurocent. Hieronder staat hoe de prijsopbouw van een T-shirt, dat
in de winkel 29 euro kost, eruitziet als het hogere loon wordt
doorberekend (links). De rechterkolom toont de prijsopbouw
waarin de loonstijging niet is doorberekend.
Twaalf procent van de totale
kosten gaat naar materialen,
zoals stof en garen.
Onafhankelijke inspecties
Tweede, dringende vraag: wat doen westerse kledingmerken
en brancheorganisaties van hun kant voor verbetering van
het lot van de naaisters, strijkers en stomers, die hun produc­
ten voor weinig geld in elkaar zetten? Verschillende kleding­
merken zeggen zich in te spannen voor fatsoenlijke werkomstandigheden. Mvo-topman van C&A Philip Chamberlain
meldt via de mail dat brandveiligheidscontroles door extern
Bureau Veritas ‘worden uitgevoerd bij productie-eenheden
van lokale toeleveranciers van C&A. De eerste resultaten
daarvan liggen bij een nieuw opgericht team Duurzame
Toeleveringsketen. Als een fabriek de vastgestelde verbeter­
punten niet kan of wil uitvoeren, dan wordt de C&A-produc­
tie elders ondergebracht totdat de fabriek wel aan de veilig­
heidseisen kan voldoen.’
Mvo-manager Marijke Willemsen van kledingketen WE
vertelt over de telefoon dat WE naar aanleiding van de
Tazreen-brand zijn leveranciers heeft aangeschreven over
verbeterpunten: “Onze kwaliteitscontroleurs onderzoeken
de fabrieken in Bangladesh. Dat regelen we via onze kanto­
ren in Thailand en Hongkong. Een audit is en blijft een
momentopname, waarbij we afhankelijk zijn van het
management ter plaatse. Daarom willen wij ons ook meer
gaan richten op het trainen en informeren van de mensen op
de werkvloer. We onderzoeken of we daarin kunnen samen­
loonsverhoging doorberekend
wel
niet
Maakloon bij een leefbaar loon
€ 0,45
€ 0,45
Materialen
€ 3,40
€ 3,40
Overhead
€ 0,27
€ 0,27
Winstmarge fabriek
€ 1,24
€ 1,15
Fabrieksprijs
€ 5,36
€ 5,27
Douane, transport, opslag
€ 2,19
€ 2,19
Agent/tussenpersoon
€ 1,26
€ 1,20
Winstmarge kledingmerk
€ 3,85
€ 3,61
Inkoopprijs voor winkel
€ 12,66
€ 12,27
Winkelkosten (personeel, huur,
winstmarge, btw etc)
€ 17,91
€ 17,00
prijs voor consument
€ 30,57 (+5%)
€ 29,27 (+1%)
Bron: berekening van Fair Wear Foundation, gebaseerd op de productie van
een fairtrade katoenen T-shirt in India, in Climbing the ladder to living wages
Het scheelt
maar 1 procent
In de kledingindustrie heeft
een loonsverhoging voor
arbeiders invloed op de
totale prijsopbouw van
­kleding, in dit geval het
T-shirt van 29 euro. Met
als gevolg dat aan het eind
van de productieketen de
kledingwinkels het meest
profiteren van die loons­
verhoging. De consument
moet dan 5 procent (linker-
kolom) meer betalen
voor het T-shirt. Fair Wear
­Foundation (FWF) ontwikkelde een model waarin
de loonstijging helemaal
ten goede komt aan werk­
nemers, zonder dat fabriek
of merk er extra aan verdienen. Met de fabriek wordt
afgesproken dat diens
marge hetzelfde blijft (zie
rechterkolom). Enkele kledingmerken gaan dit model
nu toepassen bij leveranciers in Bangladesh en India.
ONEWORLD 17
beter &
schoner
Kledingbedrijven halen
textielververijen in Bangladesh over om schoner te
gaan werken. Met succes.
Groen, roze en
paars, alle kleuren
van de regenboog
heeft het water in sloten
en geulen in gebieden waar
textiel wordt geverfd. Het
is het afvalproduct van de
textielververijen en wasserijen rond hoofdstad Dhaka.
Marieke Weerdesteijn,
tegenwoordig werkzaam bij
Solidaridad, merkte het
gekleurde water al in 2002
op, toen ze als textielconsultant door Bangladesh reisde.
Solidaridad, dat zich vooral
richt op agrarische producten als katoen, koffie, cacao,
begon in 2010 met International Finance Corporation,
onderdeel van de Wereldbank, in achttien fabrieken
het Cleaner Production-­
programma voor milieu­
vriendelijk werken in de
‘natte processensector’.
Weerdesteijn: “Via dit plan
wilden we kennis overdragen, helpen bij het minimaliseren van afvalstromen én
het gebruik van water,
energie en chemicaliën verminderen. Vaak resulteerde
dat in besparingen, waardoor
fabrikanten konden investeren in hun bedrijf.” Mede
daardoor werd Cleaner
Production een succes.
Grote besparingen
Het uitgebreide vervolg
hierop is PaCT (Bangladesh
Water PaCT: Partnership for
Cleaner Textiles). Sinds begin
2013 wordt met 200 fabrieken gedurende één jaar
gewerkt aan milieuvriendelijk
en efficiënt produceren. Het
begint met eenvoudige verbeteringen: het isoleren van
stoomleidingen, waardoor
die hun warmte behouden,
wat scheelt in het gasverbruik. Of door een klepje te
monteren op waterslangen
die worden gebruikt voor het
reinigen van vloeren, zodat
18 ONEWORLD
het water niet onophoudelijk
blijft stromen. Weerdesteijn:
“Simpele maatregelen leveren vaak grote besparingen
op, waardoor fabrieken
sneller bereid zijn om milieuvriendelijker te werken.” Na
dit jaar schakelt het project
met 100 fabrieken over op
nieuwe technieken waarmee
een grote duurzaamheids­
impact kan worden bereikt.
Ook is een Textielinstituut
in voorbereiding.
Wedstrijd
Kledingmerken als H&M en
C&A scouten en motiveren
hiervoor hun toeleveranciers,
die op hun beurt graag de
zakelijke band willen
onderhouden met hun klant.
Nederland steunt het
project met 4,5 miljoen euro,
H&M, Inditex (Zara) en C&A
zijn hoofsponsors. In totaal
doen negen merken mee,
waaronder G-Star. De 200
fabrieken betalen ook mee,
vanuit het idee dat een eigen
bijdrage hun betrokkenheid
vergroot. De bedrijven liggen
redelijk dicht bij elkaar rond
Dhaka. Weerdesteijn: “Door
ons op clusters te richten
verwachten we na vier jaar
een meetbare verbetering
van de waterkwaliteit te
kunnen aantonen. De verwachting is ook dat directeuren van naast elkaar liggende
bedrijven gaan praten met
elkaar over nieuwe maatregelen en oplossingen. Verder
zetten we gebruikersgroepen
op, die van lokale en buitenlandse techneuten kennis
op maat krijgen aangereikt.”
Een mooi voorbeeld binnen
PaCT is kledingfabriek DBL
Group, een groot bedrijf
waarbinnen de ene manager,
die bezig is met waterbesparing, opbiedt tegen een
collega die zich inspant voor
zuiniger gebruik van chemicaliën en verfstoffen. Weerdesteijn: “Het is net een
wedstrijd binnen de fabriek.
Deze kennis kan DBL straks
ook gebruiken in hun nieuw
op te zetten bedrijfspand.”
We willen best
meer betalen
Meer dan de helft van de Nederlanders
(56 procent) is bereid om tot 5 euro meer
te betalen voor een broek van 50 euro
als daarmee kan worden gegarandeerd
dat die is gemaakt onder veilige arbeidsomstandigheden. Nog eens 17 procent
is bereid om méér dan 5 euro extra te
betalen voor een broek van 50 euro.
Echter evenveel Nederlanders (17 procent)
zeggen niet extra te willen betalen om de
veiligheid te waarborgen.
Dit zijn met name mensen die zich zorgen
maken over hun eigen financiële situatie.
Er is een duidelijk verband tussen de
hoogte van het inkomen en de bereidheid
om meer te betalen voor eerlijke kleding.
Een aantal mensen antwoordt expliciet
dat hun inkomen het gewoonweg niet
toelaat om de (vaak) duurdere fairtradekleding te kopen. Bron: NCDO, mei 2013
werken met andere kledingmerken en brancheorganisaties.”
Mvo-manager Frouke Bruinsma van G-Star mailt dat het
bedrijf een eigen team in Dhaka heeft, dat ‘focust op kwaliteit
en naleving van onze standaarden op het gebied van chemi­
caliën en onze sociale en milieustandaarden’.
Maar al deze audits zijn systemen die door de kledingmerken zelf worden gehanteerd, stelt Christa de Bruin van
Schone Kleren Campagne (SKC). “Ze zijn niet onafhankelijk
en transparant, en vakbonden worden er niet bij betrokken.
Sinds twee jaar heeft SKC met internationale organisaties
gewerkt aan de Overeenkomst over Brandgevaar en Veilig­
heid van Gebouwen in Bangladesh.” Dit brandveiligheidspro­
gramma voor fabrieken omvat onafhankelijke inspecties waar­
over publiekelijk moet worden gerapporteerd en waarin
vakbonden een belangrijke rol spelen. Het is een bindende over­
eenkomst die kledingmerken verplicht verbeteringen in de
fabrieken van hun toeleveranciers door te voeren, en daar ook
een prijs voor te betalen. De Bruin: “Tot nu toe hadden alleen
PVH (Tommy Hilfiger en Calvin Klein) en het Duitse merk
Tchibo hun handtekening eronder gezet. Na de instorting van
het Rana Plaza-gebouw hebben nu meer bedrijven, waaronder
C&A, H&M, Inditex (Zara) en G-Star, ondertekend.”
Na ‘Rana Plaza’ heeft de regering van Bangladesh beloofd de
minimumlonen te verhogen, ook werknemers mogen zich
verenigen in vakbonden. Minister van Buitenlandse Handel
Beeld Pieter van den Boogert
De kledingfabriek is voor veel
vrouwen de enige kans op een
baan.
en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen laat via
de mail weten: “Maar van hieruit moeten wij ook onze
verantwoordelijkheid nemen. In Brussel ga ik mijn collegaministers vragen om de eigen nationale textielsector te
benaderen om ook tot een actieplan te komen. Ook ga ik
opnieuw met de Nederlandse textielsector, ngo’s en vakbonden in gesprek; deze zomer verwacht ik een concreet plan
van aanpak van de textielsector, met meetbare doelen.”
VOLHARDING
Zo eenvoudig is het opstellen van dit plan, dat op 20 juni aan
de minister wordt aangeboden, nog niet, zegt Jef Winter­
mans van MODINT, een van de instanties die de Nederlandse
textiel- en kledingsector vertegenwoordigen. “Een van de
problemen is dat je wel je productie, maar niet je verant­
woordelijkheid kunt uitbesteden. Bovendien is het vooral
belangrijk wat er gebeurt op basis van controles. Hoe pak je
tekortkomingen aan? Structurele problemen vergen struc­
turele aanpassingen, en dat vereist samenwerking met
belanghebbenden in de hele wereld. Dat gebeurt ook wel, bij­
voorbeeld via de International Apparel Federation. Maar dan
nog is er veel volharding nodig om cultuurverschillen te over­
bruggen en tegenstellingen in belangen te neutraliseren.”
Marije Willemsen van WE weet nog een reden waarom de
praktijk weerbarstig is: “Onderzoek naar kwaliteit, duur­
‘Dit werk is voor deze
mensen het verschil
tussen iets en niets’
zaamheid en prijs wijst uit dat consumenten de prijs op
nummer één zetten. De burger zegt ‘nee’ tegen onder slechte
omstandigheden geproduceerde kleren, maar de consument
wil zo goedkoop mogelijk inkopen.”
Het zal even duren eer Amina’s arm en gehavende gezicht zijn
genezen, beseft de voormalig werkneemster bij Tazreen
Fashion. “Maar dan wil ik snel weer aan de slag, in de kleding­
industrie. Ik vind er wel weer een baan in, ook al is het zwaar
werk, met dagen van soms meer dan elf uur. Mijn gezin woont
in het noorden. Mijn man werkt als boer, maar mijn loon is ook
nodig, en nu word ik niet doorbetaald. Met lenen probeer ik de
eindjes aan elkaar te knopen. Tot ik weer kan gaan werken.”
Ook collega Alinoor zegt nog wel even te moeten te herstellen
van haar verwondingen. “Daarna wil ik me ook weer aanmel­
den bij een kledingfabriek in de buurt. Maar voor mijn doch­
ters zie ik een andere toekomst, ze doen het heel goed op
school. Van mij mogen ze straks werken waar ze willen.” Ze
lacht even: “Als het maar niet in de kledingindustrie is.”
ONEWORLD 19
THEMA
ACHTER HET ETIKET
tegen de
eenheidsworst
Ecokatoen klinkt niet hip en op de
modeacademie wil men studenten
niet de les lezen. Toch zijn er steeds meer
jonge Nederlandse ontwerpers die juist in
duurzaamheid het antwoord op een
vastgeroeste modewereld zien, waarin
innovatie afwezig is. ‘Goede mode’ betekent
onderzoek, vernieuwing, originaliteit.
Tekst Emma meelker Foto’s menno van der meulen
H
et voltrekt zich in kleine, helverlichte ateliers.
Met hulp van piepjonge, zwijgzame stagiaires
met pruilerige pony’s en truien met opruiende
teksten. Tussen een lekkend espressoapparaat
en prototypen in ruwe beige en grijze lompen.
In de sweatshops van alumni van de Designacademie te
Arnhem staat iets spannends te gebeuren.
Een nieuwe generatie van jonge ontwerpers doktert in
deze ateliers organische, bijna ‘levende’ modeprojecten in
elkaar. Elsien Gringhuis (33) geeft bijenwas een centrale
plek in haar collectie. Ze maakt er zware zwarte capes van
met een onheilspellende kap die op haar hoofd gek genoeg
weer een zoete mariabeeldkwaliteit aanneemt. Maar ze
ontwierp ook een tas van biologisch afbreekbaar leer. Als je
de tas zes weken onder de grond stopt, zal hij tot stof
wederkeren.
Gringhuis’ laatste stoffen komen van een dame die in
‘samenwerking met de regen’ haar prints maakt. De gepre­
pareerde ecologische katoen en zijdes van Aliki van der
Kruijs (28) liggen op het dak van haar studio en reflecteren
in hun patronen het weer van die dag. “Regenpatronen zijn
natuurlijk ontstaan en zullen niet snel vervelen. In de
mode-industrie wisselen prints en kleuren per seizoen,
een belangrijke reden voor de snelle roulatie van kleding.
20 ONEWORLD
Doordat mijn prints niet zijn bedacht door mensen, zijn ze
tijdlozer.” Gringhuis maakt er dan een jurk van, bijna uit
één stuk. Door efficiënt met patroondelen om te gaan, kan
ze van haast rechte lappen toch heel scherp gesneden en
vrouwelijke kledingstukken maken, zonder veel stof weg te
hoeven gooien.
Ontwerper Borre Akkersdijk (27) maakt met een indus­
triële matrasnaaimachine spannende 3D -materialen en
reduceert zijn restafval tot een minimum. Studenten aan
het Amsterdam Fashion Institute AMFI persen knopen
van hoofdhaar. Pauline van Dongen (26) verwerkt zonne­
cellen in haar ontwerpen. Ze heeft een ‘bèta-instelling’,
zegt ze. Omdat ze zich snel verveelt, is ze ‘altijd op zoek
naar problemen’.
Marketingterm
Deze ontwerpers showen hun collecties op de Amsterdam
Fashion Week, zien hun aanvragen van buitenlandse
­stagiaires elk jaar groeien, werken samen met technische
universiteiten, musea en gemeentes. Wearable science is
waar duurzaamheid voor hen begint.
Maar laat het ze niet horen. Gek genoeg adverteert geen
van deze ontwerpers met milieubesparende technieken.
Niemand labelt zich als ‘duurzaam’. Ze nemen het woord
Pauline van Dongen
verwerkt zonnecellen
in haar ontwerpen.
‘Regenpatronen zijn
natuurlijk ontstaan en
zullen niet snel vervelen’
alleen met een zekere vermoeidheid in de mond. ‘Duur­
zaam’ is een marketingterm, die wordt misbruikt door
grote bedrijven. Gringhuis: “Ketens als H&M gebruiken
duurzaamheid ook in hun marketing. Dat is wat mij betreft
gewoon greenwashing. Als je voor twintig euro een outfit
kunt kopen, weet je dat er iets niet klopt.” Bovendien levert
het volgens Borre Akkersdijk uitsluiting op. “Oh ja, dat is
dat duurzame rekje, moet ik daar nog in kijken? Het klinkt
nooit als iets waar ik echt zin in heb.” Duurzame mode als duurzaam aanprijzen werkt volgens
deze ontwerpers averechts. E n dat terwijl ‘goede’ mode
voor hen spannende projecten, onderzoek en vooruitgang
betekent. Van Dongen: “Mode gaat in principe om vernieu­
wing. Maar de oude garde innoveert juist niet, niet in
­techniek, niet in materialen.”
Die vernieuwingsdrang moet van de jonge ontwerpers
komen. Dat uit zich in het gebruik en de ontwikkeling van
hoogwaardige stoffen die lang meegaan. Of door het ont­
Elsien Gringhuis: ‘Duurzame
mode vereist
meer vakmanschap’.
werpen van kleding die met je meegroeit, zodat je ‘meer
gevoel ontwikkelt voor je kleding, zoals voor een plant of
een huisdier’ en zo de boel niet achteloos weggooit. Of in
een nieuwe weeftechniek, waarmee Van Dongen de plissé
zo legt en uitknipt, dat een lap zich als vanzelf tot een
draagbare tunnel van stof vormt. Aliki van der Kruijs hoopt
ooit natuurlijke inkt uit te vinden om textiel mee te
bedrukken. Tot nu toe verstopt natuurlijke inkt de printer­
koppen. En een ietsje bedenkelijk: zelfreinigende kleding!
Als je je wilt verzetten tegen de eenheidsworst van de
mainstream mode-industrie, kom je vanzelf op ‘goede’
mode terecht. Gringhuis: “Het vereist meer kwaliteit en
vakmanschap. Het werkt net als met eten. De multinatio­
nals proberen ons allemaal aan hetzelfde voedsel te krij­
gen, waar vaak geen enkele voedingsstof meer in zit. Dat
vind ik pure armoede. En zo is het ook met de textiel­
industrie: het is dodelijk leeg en saai als op elke straathoek
hetzelfde wordt verkocht.”
Suf onderwijs
Een groot probleem is volgens deze alumni dat mode­
academies niet echt thuis geven bij het opleiden in duur­
zaamheid. Matthijs Boelee, hoofd opleiding bachelor
Fashion Design aan de designacademie Artez in Arnhem,
ONEWORLD 21
THEMA
ACHTER HET ETIKET
Ontwerper
Elsien
Gringhuis met
cape op basis
van bijenwas.
zegt dat het op de academie vooral gaat om de persoonlijke
creatieve ontwikkeling van zijn studenten. “Ze moeten van
het maatschappelijke debat afweten, maar we gaan ze niet
de les lezen over wat ze wel en niet moeten doen.” Boven­
dien, zegt hij, waar houdt het op? “Iedereen wil wel een
­zijden gevalletje in de collectie hebben. Maar dan moet je
er ook rekening mee houden dat daar honderden rupsen
voor in een bak met kokend water zijn gegooid.” Volgens
Boelee is het niet juist met de beschuldigende vinger naar
de mode-industrie te wijzen. “Je trekt een beerput open als
je het over duurzaamheid hebt. Onze wegwerpcultuur
werkt door in alles. Kijk maar wat voor vieze troep zo’n dag
als Koninginnedag oplevert.”
Jan Piscaer op het Amsterdam Fashion Institute (AMFI)
doet wel degelijk ‘pogingen om studenten bewust te
maken’. Maar hij schat dat maar tien procent van die
­studenten echt met duurzaamheid aan de slag gaat. Het
duurzame onderwijs dat er op de academies voorhanden
is, wordt onder de studenten niet altijd goed ontvangen:
het ‘glamourgevoel’ wat hen in mode zo aantrekt, ont­
breekt. Willa Stoutenbeek, PR-dame van een heel aantal
jonge ontwerpers: “In een stad als Londen is dat heel
anders. Duurzaamheid is daar overal opgenomen in het
mode-onderwijs”. Daar wordt dat wel aantrekkelijk.
22 ONEWORLD
‘Voor een zijden gevalletje
zijn honderden rupsen in
kokend water gegooid’
“Studenten mogen in duurzame uitdagingen bijvoorbeeld
samenwerken met grote modehuizen.”
In Nederland zijn de jonge ontwerpers die duurzaam
werken voorlopig op de vingers van één hand te tellen.
Maar de toon is gezet en de beweging is onomkeerbaar.
Gringhuis: “Zulke veranderingen gaan heel langzaam. Het
heeft ook twintig jaar geduurd voordat goed eten in de
mode kwam.”
Bovendien is het soms frustrerend dat als je duurzaam
onderneemt, dat vaak veel meer kritische vragen oproept
dan gangbare confectie. Gringhuis: “Het is natuurlijk
terecht dat je verantwoording moet kunnen afleggen voor
je productiestappen, maar we leven wat dat betreft nog
steeds in een omgekeerde wereld. Een wereld waarin je je
bijna moet verdedigen als je het goed wilt doen en waar je
je gang kunt gaan als je mensen uitbuit en het milieu om
zeep helpt.”
thema
Column eVA HOEKE
Beeld floris lok
wansmaak
M
ail van OneWorld:
of ik een column
wilde schrijven over
de zin en onzin van
eerlijke mode.
Een pleidooi voor
mens-, dier- en milieuvriendelijke
mode leek me op deze plek een tikje
overbodig, aangezien ik ervan uit ga
dat jij je net als ik hoogst ongemakke­
lijk voelt bij ingestorte gebouwen, door
kinderhanden in elkaar geknoopte
tuniekjes of laarzen waarvan je weet
dat er een horde Australische schapen
op brute wijze voor over de kling is
gejaagd.
Nee, dan heb ik het liever over waarom
duurzame kleding zo weinig wordt
verkocht. Want dat is het geval. Keer
op keer blijkt uit enquêtes dat iedereen
volmondig ja zegt op de vraag of ze
duurzame kleding belangrijk vinden,
maar kopen ho maar.
Duurzaam doen we als het om eten
gaat, niet om kleding. De een zegt dat
het komt omdat de afstand te groot is
tussen de doffe achterkant (de
sweatshops) en de glanzende voorkant
(de Beyoncé’s in een H&M-bikini),
anderen zeggen dat er te weinig
aanbod is, omdat winkeliers bang zijn
voor devaluatie van hun overige
aanbod. Zit wat in: als dit een goeie
spijkerbroek is, wat ligt dáár dan?
Dat de verschillende etiketten voor
verwarring zorgen – duurzaam,
bio­logisch, ethisch, fair trade, cradle
to cradle, snap jij het nog? – werkt
ook niet mee.
Maar laten we ook niet om dat andere
antwoord heen draaien. De meeste
Waarom hebben broeken
van hennep nooit een
normale pasvorm?
duurzame kleding is namelijk
verschrikkelijk lelijk.
Waar de ecofashion in steden als
Londen en New York ronduit chique is
– de faux-pythontas van Stella
McCartney was in no time uitverkocht
– gaat de duurzame revolutie hier
doorgaans hand in hand met regel­
rechte wansmaak. Waarom hebben
broeken van hennep nooit een
normale pasvorm? Wie heeft bedacht
dat duurzame shirtjes alleen maar
grijs, groen en vuil geel mogen zijn?
En niks ten nadele van hun trouwe
clientèle, veelal liefhebbers van moes­
tuinen en asymmetrisch haar, maar
mogen de schoenen van El Natura­
lista, ‘de natuurlijke stap’, alsjeblieft
vandaag nog van de markt af?
Maar er is hoop.
Van de week liep ik in Amsterdam
langs de pop-upstore van het Neder­
landse ecomerk Mud Jeans. En
verdomd, de inrichting was hip te
noemen: een boom bij wijze van
kledingrek, vogelkooitjes ter decoratie
en uit de iPod klonk geen waterval,
maar een lekker bandje. Goeie jeans,
prima basics en geen jute te bekennen.
Op de Amsterdamse Wallen lanceert
Kuyichi Jeans binnenkort de Deposit
Denim, de enige denim ter wereld die
volledig recyclebaar is. Hun slogan:
How old ones become new favorites.
Hoe het werkt: wie de pijpen van zijn
oude spijkerbroek inlevert, krijgt 10
euro korting op een nieuwe. Het
wachtwoord op de uitnodiging voor de
lancering: pijpen 10 euro.
Ik werd er vrolijk van. Du moment dat
je ecofashion associeert met seks, of in
ieder geval met een dikke vette
knipoog, ben je een heel end op weg.
Nu nog een cool uithangbord vinden –
kom d’r maar in Carice – en voor je het
weet is fatsoen in je kast het nieuwe
zwart. En óf dat zin heeft.
Eva Hoeke, voormalig hoofdredacteur
van glossy Jackie, is freelance journaliste en schrijft voor o.a. voor Het Parool,
Volkskrant Magazine, Linda en Jan.
ONEWORLD 23
RONDJE WERELD
ERGENS ANDERS DOEN ZE HET ZO
Drillen
die pupillen
Hun jongens moeten
respect tonen en niet
alleen maar willen winnen.
Deze voetbalcoaches zijn
streng maar rechtvaardig.
De jongens nemen soms
meer aan van hun trainer
dan van hun ouders.
De Mexicaanse coaches Martínez (l) en Acosta.
Mexico
‘De scheids uitschelden
kan één keer’
Jeugdtrainers Fidel Martínez (34)
en Mario César Acosta (38) van de
Mexicaanse profclub CF Pachuca in
Pachuca, pakken hun jongens van 15
en 16 jaar streng maar liefdevol aan.
“Voetbal is in Mexico nooit
gewelddadig geweest;
incidenten zoals met die
doodgeschopte scheids­
rechter in Nederland hebben we hier
gelukkig nog nooit gehad. Wel is door
de drugsoorlog ons land gewelddadiger
geworden. Dat beginnen we ook op en
langs de velden te merken.
Het voorkomen van agressie is een
belangrijke taak voor de jeugdtrainers
en de clubleiding van Pachuca. In onze
jeugdelftallen zitten jongens met talent,
maar ze zijn vaak afkomstig uit moeilijke
24 ONEWORLD
gezinssituaties, slechte wijken of een
gewelddadig milieu. Velen komen uit
het noorden, het gebied dat het zwaarst
is getroffen door de drugsoorlog. Voor
hen is voetbal een uitlaatklep, vaak de
enige ontsnapping aan een bestaan dat
anders door drugs en geweld zou worden
gedomineerd. Om te voorkomen dat ze
terugvallen of trauma´s met zich blijven
meedragen, proberen we ook betrokken
te zijn bij hun dagelijks leven.
Pachuca heeft een professionele
voetbal­academie, waar de jongens
naast voetbaltraining ook reguliere les­
sen, psychologische hulp en andere
zorg krijgen. Velen ontbreekt het aan
genegenheid in hun gezinnen, dat
gat proberen we te vullen. Daarbij
zijn we wel streng; een scheidsrechter
uitschelden of een opstootje op het
veld kan één keer, maar dat is meteen
de laatste waarschuwing. En dat werkt;
sommige jongens nemen niets meer
aan van hun ouders, maar luisteren nog
wel naar ons.”
Jan-Albert Hootsen
Zuid-Korea
‘Spelers moeten buigen’
Jung-chan Kim brengt de jonge
lichting van het jeugdopleidingsteam
(9 tot 12 jaar) van eredivisieclub
FC Seoul respect bij.
“FC Seoul is de eerste
professionele voetbalclub
in Zuid-Korea met een
jeugdteam. Sinds het WK
in Korea is gehouden, is hier een goede
infrastructuur, maar er moet nog hard
worden gewerkt aan een volwaardige
voetbalcultuur. Daar investeren wij
sinds een paar jaar in. In de statuten
van onze club benadrukken we dat
we spelers opleiden tot fatsoenlijke
sporters. In Azië staat respect hoog
in het vaandel. Ik leg de spelers
bijvoorbeeld uit hoe ze moeten buigen
naar andere spelers en naar het publiek.
We stimuleren goed gedrag en groeps­
verantwoordelijkheid. De keeper heeft
onlangs zijn hand gebroken, maar
komt wel altijd naar de trainingen en
wedstrijden; die toewijding aan de
groep is belangrijk. Als er jongens zijn
die zich arrogant gedragen, doe ik daar
iets aan. Dergelijk wangedrag, te laat
komen of een gebrek aan inzet, straf ik
af door ze op de reservebank te zetten.
Als het gaat om sportiviteit heeft
Zuid-Korea in de regio niet zo’n goede
reputatie. Aziaten willen goed zijn in
alles, dat moet een beetje afgezwakt
worden. Mijn jongens moeten groeien
als speler, daarom wil ik gerichtheid
op winnen nog even niet benadrukken.
Ik wil de Europese clubgeest, waarin
spelplezier ook belangrijk is, stimule­
ren en die combineren met het sterke
Koreaanse groepsverantwoordelijk­
heidsgevoel. Zuid-Korea zou het goed
kunnen doen op het komende ‘WK
onder de 20’, we hebben ons gekwalifi­
ceerd. Maar de spelkwaliteit is nog niet
voldoende. Hopelijk kunnen we door
hard te werken aan de basis op de lange
termijn betere resultaten boeken.”
Bas Verbeek
Trainer Jung-chan Kim in Zuid-Korea.
Egypte
‘Winnen hoeft niet’
Ahmed Sobr (38), trainer bij club
Tawfiqiya, Caïro, gelooft dat kleine
maatregelen het gedrag op het veld
verbeteren.
“Tien jaar geleden was
ik nog profvoetballer.
De meeste jongens die
ik train, kennen mij. Dat
geeft autoriteit. Voetbal in Egypte is
enorm veranderd sinds ik zelf speelde.
Toen ging het er vriendelijker aan toe,
zowel op het veld als langs de lijn.
Tegenwoordig is de politie aanwezig
bij alle officiële wedstrijden, zelfs bij
de jeugd. Dat is wettelijk geregeld. Dat
klinkt misschien niet prettig, maar het
is noodzakelijk. Ik werk met kinderen
en jongeren tussen de zes en twintig
jaar; bij alle leeftijdsgroepen komen
vechtpartijen tussen spelers of tussen
supporters voor.
Het heeft onder andere te maken met
Egyptenaar Ahmed Sobr is
ex-voetballer en nu trainer.
een cultuur waarin de nadruk te veel op
winnen ligt. Die instelling is verkeerd.
Die jonge jongens zijn te gedreven en
worden daar agressief van. Daarom
probeer ik te benadrukken dat winnen
niet het belangrijkste is in sport. Dat
is een deel van de oplossing voor het
geweld, denk ik.
Men onderschat hoe belangrijk de
trainer is voor het gedrag van
spelers. Die kan soms meer invloed
uitoefenen dan de ouders. Om
spanningen tussen twee teams tegen
te gaan, ga ik bijvoorbeeld tijdens
wedstrijden naast de trainer van de
tegenpartij zitten. Daarmee geef ik
een signaal aan mijn jongens. Verder
sta ik erop dat al mijn spelers de hand
schudden van alle tegenspelers, en
dat niet alleen de aanvoerders elkaar
een hand geven, zoals vaak gebeurt.
Zulke kleine maatregelen kunnen een
goede invloed hebben op het gedrag
van het hele team.”
Dirk Wanrooij
ONEWORLD 25
fotoreportAge
TEKST EN BEELD jeRoen oeRLemans
ROCKING
KABUL
in afghanistan bloeit een heuse rockscene op. Fotograaf
jeroen oerlemans legde begin mei de derde editie van het
festival sound Central vast.
A
chter hoge, dikke muren met prikkeldraad, in het hart
van Kabul, ligt het Institut Français. Hier wordt voor
het derde jaar op rij het rockfestival Sound Central
gehouden. Het zwaar beveiligde ministerie van Buitenlandse
Zaken ligt om de hoek. Afghaanse agenten met automatische
wapens bewaken het nabij gelegen kruispunt. Maar op het
festivalterrein lijkt deze grimmige wereld even ver weg. Op
het hoofdpodium spelen rockbands. Aan de achterzijde is
een podium voor elektronische muziek en in de grote tuin
aan de voorzijde exposeren fotografen. Ruim dertig groepen
treden op, bijna allemaal Afghaans. Fotojournalist Travis Beard,
26 ONEWORLD
gitarist in een band bestaande uit expats, is de drijvende
kracht achter het festival. De eerste keer trok het festival
500 bezoekers, de tweede keer 1400 en de editie van 2013,
die vier dagen duurde, heeft naar schatting 4000 bezoekers
gehaald. “Jongeren beseffen nu dat ook zij een band kunnen
beginnen, er begint een scene te ontstaan”, zegt Beard.
“Leven in de brouwerij.”
Bezoekster Mehria (21): “Veel jongeren willen weg. Wij niet.
De meeste Afghanen vinden dat zo’n festival niet kan. Maar
het geeft ons een gevoel van vrijheid.” De eerste dag van het
festival was ladies only. Bezoekster Nargis (20): “Sommige
vrouwen gooiden hun hoofddoek af en dansten, terwijl ze
nog nooit zulke muziek hadden gehoord. Als de Taliban ons
dit proberen af te nemen, pakken we een wapen en gaan we
tegen ze vechten.”
Publiek op het rockfestival
Sound Central in Kabul juicht
voor de Afghaanse band White
Page.
ONEWORLD 27
Afghaanse meisjes bij
het optreden van de
uit Kabul afkomstige
rapformatie Hybrid
Pharaohs.
28 ONEWORLD
Bezoekers van het
rockfestival Sound
Central 2013.
ONEWORLD 29
Een jongetje rolt op
een door Skate Aid
beschikbaar gesteld
board langs door
lokale fotografen
gemaakte foto’s van
Afghanistan.
De Afghaanse
­metalband District
Unknown speelt de
concertzaal van het
Institut Français plat.
30 ONEWORLD
Een man doet zijn
gebeden in het parkje
voor het Institut
Français.
Bezoekers van het
festival gaan met
elkaar op de foto.
ONEWORLD 31
AAn de slAg
VERANTwOORD wERKEN EN ONDERNEmEN
‘Vluchtelingen zijn talentvol’
atusa lalizadeh (37) werkt sinds 1 maart als consulent Job Support bij
het Universitair Asiel Fonds (UAF), een stichting voor vluchteling-studenten.
Wat doe je precies? “Ik help
hoogopgeleide vluchtelingen
aan een baan. Zij hebben vaak
geen netwerk waar ze op terug
kunnen vallen, of zijn de taal
niet machtig. Nederlandse
studenten hebben familie of
vrienden om hun sollicitatiebrief aan te laten lezen en
weten wat hier gebruikelijk is,
terwijl vluchtelingen onbekend
zijn met deze maatschappij
en de werkprocessen in
Nederland. Ik help ze een
eindje op weg. Op dit moment
heb ik zo’n dertig cliënten die
ik begeleid bij het maken van
hun cv en het solliciteren. Ik
geef sollicitatietrainingen en
breng vluchtelingen in contact
30%
met bedrijven die geld doneren
of mentoren aanbieden.”
droomde. Ik ben trots op wat
ik nu doe.”
Heb je iets speciaals met
vluchtelingen? “Ja, ik was er
zelf één. Ik ben 17 jaar geleden
gevlucht uit Iran. Daar zat ik
dan, in het asielzoekerscentrum. Ik wilde zo graag verder
studeren, maar kon geen kant
op. Ik was in een isolement
terechtgekomen terwijl ik aan
mijn toekomst wilde bouwen.
Het UAF heeft mij gered! Ze
hielpen me aan een studie.
Weet je, vluchtelingen zijn
talentvolle mensen die staan
te popelen om aan het werk
te gaan. Dit is een zinvolle
baan waar ik al heel lang van
al bijzondere ervaringen
opgedaan? “Zeker. Ik denk
aan een cliënt, hoogopgeleid
en met veel werkervaring.
Door veel pech onderweg
kwam hij in grote problemen.
Ik begeleid hem nu en hij is
zo’n doorzetter. Hij hoopt
deze zomer zijn studie af te
maken. De deur gaat voor
deze jongen open, hij wordt
actief en hij heeft weer zin in
de toekomst.” joanne de jageR
van de geproduceerde
groente haalt de
schappen van de
supermarkt in het
Verenigd Koninkrijk niet,
omdat ze als ‘te lelijk’
worden afgeschreven.
Bron: dailY mail.com
32 ONEWORLD
Op oneworld.nl vind je elke
dag nieuwe vacatures voor
verantwoorde banen.
vrAAg + Antwoord
Wil jij jouw vraag laten beantwoorden door een expert?
Laat het ons weten: oneworldredactie@ncdo.nl
“ik ben sportschoolhouder en heb
te maken met een enorm verbruik
van leidingwater. Hoe kan ik op
water besparen zonder dat mijn
leden er last van hebben?”
gover (30), amstelveen
mariken stolk, medewerker milieu Centraal:
“Besparen op water is
nuttig, maar geeft weinig financieel
voordeel. Besparen op warm water
scheelt naast water ook gas en
daarmee zet je pas echt zoden aan
de dijk. Een goede optie is de aanleg
van een douche-warmte-terugwin
(WTW)-installatie. Deze verzamelt
warmte uit wegstromend douchewater, en verwarmt zo koud water
voor. Een douche-WTW vergt een
forsere investering, maar bespaart
flink op de energierekening, namelijk
30 tot 40 procent op het gasverbruik
voor warm water. Van het geld dat
je zo bespaart, kun je je klanten gratis
waterbidons geven en tappunten
installeren in de sportschool. Dan
hoeven de sportievelingen geen
flesjes water meer te kopen en dat
is weer goed voor het milieu.”
bedrijvendokter
léés die krant!
Steeds meer bedrijven kiezen een duurzame koers.
OneWorlds bedrijvendokter Mark Schalekamp licht ze door.
Deze maand: de daklozenkrant.
trend
Boerengeheimen
in de Verenigde staten wordt het steeds
moeilijker om misstanden in veehouderijen
aan het licht te brengen. zogenaamde
‘ag-gag-laws’ verbieden journalisten om
undercover onderzoek te doen op
agrarische bedrijven. gevallen van
dierenmishandeling en voedselgevaar
komen zo niet meer naar buiten.
de klachten Dat de nieuwe lichting straatverkopers minder
goed Nederlands spreekt, helpt niet. De crisis evenmin en
adverteerders waren er toch al niet zo happig op zich te
associëren met daklozen. Maar dat is niet de belangrijkste
oorzaak van de problemen. Dat ben jij.
De daklozenkrant, je kent het concept: je koopt voor 2 euro
een krantje van de verkoper, die daarvan 1,10 euro afdraagt
aan de uitgever van de krant, een sociale onderneming, die
tot doel heeft dak- en thuislozen te helpen zichzelf te helpen.
Maar ken je het concept echt? De meeste Nederlanders
namelijk niet. Die geven hun vertrouwde en sympathieke
dakloze bij de ingang van de supermarkt geld en nee, laat
dat krantje maar zitten, zeggen ze goedbedoeld, meestal
met de gedachte dat de krant aan een ander kan worden
verkocht en hun dakloze dus twee keer kan verdienen.
Helaas is de uitwerking verkeerd. Het maakt de interactie
charitatief, van gever tot dakloze, en niet gelijkwaardig, van
verkoper tot koper. Dat helpt de dakloze niet. Bovendien
zal de verkoper voor die niet-verkochte krant geen 1,10 euro
afdragen aan zijn uitgever en de 2 euro in z’n
zak steken. Begrijpelijk, zou jij het anders
doen? Maar hierdoor mist de uitgever zijn
belangrijkste inkomsten en raakt in de
problemen.
Wat vindt de patiënt? Jeroen de Rooij
(woordvoerder Z!): “Dat klopt! Een
daklozenkrant is meer dan een krant.
Het is een sociale onderneming, zonder
subsidies. Zonder verkoop werkt het
niet. Dus help mee en kóóp de krant.”
de diagnose De Daklozenkrant heeft jou
nodig om beter te worden.
mark schalekamp is schrijver van
De Parvenu. In een vorig leven was hij
duurzaam ondernemer en advocaat.
Bron: grist.org
Beeld marCUs koPPen
Beeld mattY van WijnBergen
de check-up Straatnieuws, de Riepe, de Zelfkrant,
Straatmagazine, Z!: het zijn daklozenkranten en dus
sociale ondernemingen. Goed gaat het niet met ze,
want de een na de ander raakt in financiële problemen.
ONEWORLD 33
EXCLUSIEF VOOR
abonnees
OneWorld geeft 4 Actief eropuit-arrangementen weg
bij Stayokay t.w.v. € 230,- per stuk!
Stayokay is een keten van 27 hostels, gevestigd in bijzondere gebouwen op
de mooiste plekjes van Nederland. Zo kun je bijvoorbeeld overnachten in een
kasteel of in een kubuswoning, altijd in een groene omgeving of in de buurt van
kust of water.
Bij Stayokay kun je bewust genieten. In de hostels vind je allerlei initiatieven
die duurzaam ondernemen omarmen. Zo wordt het afval gescheiden, is er groene
stroom en geniet je van eerlijke koffie, een biologisch biertje of een biologisch
glas wijn. Bovendien hebben alle hostels het Europees Ecolabel, hét keurmerk
voor milieuvriendelijke producten en diensten.
Het driedaagse Actief eropuit-arrangement voor 4 personen bestaat uit:
n Een welkomstdrankje
n Twee overnachtingen met ontbijt
n Twee keer een diner
n Een wandelroute
n Een seizoensgebonden cadeau
Het arrangement is geldig t/m juni 2014 en kan in alle Stayokay hostels
worden verzilverd met uitzondering van de ‘City’ hostels.
Kijk voor meer informatie op www.stayokay.com
Wil je kans maken op één van deze arrangementen?
Ga naar www.oneworld.nl/magazine/actie en vul je gegevens vóór 29 juni in!
Winnaars krijgen uiterlijk 2 juli bericht.
ACTIE
34 ONEWORLD
AbdelkAder
Beeld Peter Boer
Schrijfster in de woestijn
V
Heeft literatuur niet
juist de stad
nodig om
tot bloei
te komen?
rouwelijke Afrikaanse auteurs
hebben hun weg gevonden naar
het Westen. Goede schrijvers,
prachtige vrouwen om te zien.
Ze zouden representatief zijn
voor het nieuwe Afrika dat zo
in opkomst is. Ik neem dit soort
grote uitspraken met een korreltje zout. Veel is
imago en slimme marketing. Soms wordt er
langer nagedacht over de sensuele portretfoto
dan over het boek. Tegemoet willen komen aan
het zo naarstig gezochte succesverhaal leidt
alleen maar af van het werk dat gedaan moet
worden. Mooie romans schrijven.
Toch is het interessant om deze vrouwen als
teken van een nieuwe, vruchtbare beweging te
zien. Ze eisen hun plaats op en inspireren ook hun
vrouwelijke collega’s in de Arabische wereld. In
Muscat (Oman) trad ik op met twee vrouwelijke
dichters. In hun poëzie stonden het lichaam, de
liefde en lust centraal, vanuit het perspectief van
de vrouw. De mannen mochten luisteren.
Mijn eerste ontmoeting met een Afrikaanse
verhalenvertelster was met de zangeres Oumou
Sangare. Op bezoek in Bamako, Mali, om een
verhaal te schrijven over een opera­gezelschap
dat vrouwenbesnijdenis als thema had uitge­
kozen, nam een assistent van het gezelschap me
op sleeptouw. Ik liep achter hem aan door de
nauwe en kronkelige straatjes van de hoofdstad
totdat we voor een stalen deur stonden waar vol
eerbied op werd geklopt.
Een sterke, kordate vrouw met heldere ogen en
open gezicht deed open. Het was Oumou Sangare.
Na me voorgesteld te hebben als schrijver uit
Nederland somde ze alle steden op waar ze had
gezongen. Groningen. Amersfoort. Rotterdam.
Vooral dat ze in Amersfoort had opgetreden
maakte indruk op me. In haar linkerhand had ze
een bordje bananenpap. “Hier”, zei ze. “Eet
COLUmN
maar.” Eén keer in de week ontving ze behoeftige
gasten in haar tuin. Iets terugdoen voor de
samenleving en misschien ook om inspiratie op te
doen voor haar liedjes. Er zat een bont gezelschap
van Malinezen. Ik ging naast een kreupele man
zitten die z’n bordje bijna leeg had. Als een gulzige
baby keek hij uit naar het tweede bordje. Dat hij
dan ook prompt kreeg. Hier ging dus deel van de
recette van Amersfoort naartoe.
Een dag later trad een andere Malinese zanger
op in het zuiden van het land, Bougouni. Het
publiek leek een magische band te hebben met
de zanger, alsof hij hun dromen en verlangens
vertolkte. Op weg door Mali zag ik vooral de
vrouwen werken; met de kinderen op de rug. In de
openluchtfeestzaal waren diezelfde vrouwen in
hun mooiste gewaden gestoken. De muziek die ze
hoorden, tilde ze op en verlichtte hun last.
Een paar jaar later zat ik in Rabat naast een
Marokkaanse schrijfster, ze was de kleindochter
van een zwarte Marokkaan uit de Sahara die het
in de jaren dertig van de vorige eeuw had geschopt
tot gerenommeerde schriftgeleerde. Het ging
over de orale traditie in Afrika. Hoe kon in zo’n
droog klimaat waar de ruimtes zo oneindig leken
zo’n vruchtbare literatuur ontstaan? Heeft litera­
tuur niet juist de stad en de moderniteit nodig om
tot bloei te komen?
Ze keek me aan alsof dit een absurde vraag was
en tikte met haar vinger op haar hoofd. “Als je in
de woestijn bent, kun je alleen maar terugvallen
op je hoofd. Je hebt niks anders tot je beschik­
king.”
Door deze opmerking viel alles op z’n plek.
Het is de eeuw van de Afrikaanse schrijfster.
De woestijn is van haar.
abdelkader Benali is auteur, tv-presentator
en marathonloper.
ONEWORLD 35
reportage
op school in Pakistan
De erfenis van
Malala
Een half jaar na de brute aanslag op haar leven blijkt Malala’s strijd voor meisjesonderwijs in Pakistan niet voor niks. Steeds meer ouders sturen hun dochter naar school. “Een slimme Pakistaanse
meid is op haar toekomst voorbereid.” Tekst en beeld Wilma van der Maten
Meisjes op een
gemengde
stadsschool in
Lahore.
36 ONEWORLD
‘Het trieste is dat er
zoveel Malala’s in
Pakistan zijn’
U
itgelaten hopt de zesjarige Fatma op de schoot van
haar moeder. Die streelt haar liefkozend over haar
haren. Ze zitten in de directiekamer van het platte­
landschooltje in het dorpje Kot Lakpat buiten de stad
Lahore. De moeder bekent dat ze een beetje zenuwachtig is. Ze
is nooit naar school geweest, zoals de meeste vrouwen in haar
dorp. Maar ze vindt het wel belangrijk dat haar dochter gaat.
Daarom is ze vandaag naar de school gekomen om Fatma in te
schrijven. Ze vertelt dat ze zich heeft laten overtuigen door ‘het
meisje Malala’, zoals ze Malala Yousafzai (15) noemt (zie kader).
“Eerst was ik wel een beetje bang en vond ik het veiliger voor
Fatma om niet te gaan, want je weet maar nooit wat er met haar
kan gebeuren. Maar op de televisie vertelde Malala dat meisjes
net zoveel rechten hebben als jongens. Ik hoop dat Fatma het
straks beter krijgt dan wij”, vertelt haar moeder enigszins
geëmotioneerd.
Barbaarse daad
Fatma is niet het enige meisje in Pakistan dat naar school mag
sinds Malala wereldwijd een bekendheid werd.“Noem het de
erfenis van Malala”, zegt Kozue Kay Nagata van de VN-organi­
satie Unesco in Islamabad. De aanslag op Malala, afkomstig uit
de Swat Vallei in het noordwesten van Pakistan, een gebied dat
bekend staat als een van de meest conservatieve streken van het
land, beschouwt ze als een barbaarse daad. Maar het heeft wel
een positieve discussie op gang gebracht over de vraag waarom
er zo weinig meisjes in Pakistan naar school gaan.
Uit een recent rapport van Unesco blijkt dat meer dan 60 pro­
cent van alle vrouwen en meisjes in de leeftijd van 15 tot 24 jaar
niet kan lezen of schrijven. Terwijl tachtig procent van alle Paki­
staanse jongens en mannen in diezelfde leeftijd dat wél kan.
De meest schrijnende cijfers werden vorig jaar, vlak voor de aan­
val op Malala, bekendgemaakt door Unicef, het kinderfonds van
de VN. Driekwart van alle Pakistaanse meisjes, dat zijn er ruim
drie miljoen, gaat niet naar school. Door de financiële crisis, die
Pakistan tijdens de regering van president Zardari trof, is in de
afgelopen vijf jaar het analfabetisme toegenomen. Arme gezin­
nen halen als eerste hun dochters van school.
Ook de voortdurende aanslagen van de Taliban op meisjesscho­
len zorgen ervoor dat ouders hun dochters thuis houden. “De
moed van Malala heeft veel moeders tot nadenken gezet. Als
zelfs zij onder Taliban-bezetting in de Swat Vallei nog naar
school durfde te gaan, waarom zouden dan in de meest veilige
streken meisjes achterblijven?”, stelt Nagata van Unesco.
Maar alle acties van Malala ten spijt, er is ook meer geld nodig.
De overheid besteedt niet meer dan 1,4 procent van het budget
aan onderwijs. Na de aanslag riep de Pakistaanse regering het
‘Malala Fonds’ in het leven. Dat moet de drie miljoen meisjes in
staat stellen naar school te gaan. President Zardari beloofde dat
ieder gezin per maand 2 dollar per kind zou krijgen .
Boegbeeld
De aanslag op Malala heeft door heel Pakistan geleid tot her­
nieuwde discussies over de positie van vrouwen. In Lahore, op
de grootste en meest prestigieuze vrouwenuniversiteit, wacht
een groep studenten in een van de collegezalen. Duizend jonge
vrouwen studeren hier achter streng bewaakte hekken. Alleen
het beveiligingspersoneel en enkele schoonmakers zijn man­
nen. De meiden willen graag vertellen hoe belangrijk meisjeson­
derwijs is voor de modernisering en de economische vooruit­
gang van hun land. “Pakistaanse vrouwen moeten financieel
onafhankelijk worden. Onderwijs geeft een vrouw een kans op
een baan. Als haar man haar dan nog durft te slaan, kan ze ver­
trekken met haar kinderen”, stelt docente Farah Adil. Ze zou
graag willen dat de slagzin ‘Een slimme meid is op haar toe­
komst voorbereid’ ook in Pakistan wordt geïntroduceerd.
Malala Yousafzai zou volgens Adil het boegbeeld van deze eman­
cipatiecampagne kunnen worden. “Het trieste is dat er zoveel
Malala’s in Pakistan zijn.” Uit onderzoek van haar universiteit
blijkt dat er 97 meisjes het afgelopen jaar door extremisten wer­
den aangevallen. Tientallen scholen bliezen ze op waardoor er
meer dan 23.000 meisjes alleen al in de Swat Vallei niet meer
naar school kunnen. De overheid investeert nauwelijks in
wederopbouw, bang dat als het nieuwe gebouw er eenmaal staat,
de extremisten er opnieuw een bom opgooien.
Seksuele spanning
Ondanks de ontmoedigende cijfers over het toenemende anal­
fabetisme is er volgens studente Subha Malik (24) ook vooruit­
gang te bespeuren. Ze vindt zichzelf daarvan een goed voor­
beeld. Als het eerste meisje in haar familie kreeg ze de kans te
studeren. Ze vertelt over haar jeugd op het platteland van de
provincie Punjab. Waar mannen buiten de deur de baas zijn,
maar vrouwen het huishouden domineren. “Onderschat de
invloed van vrouwen niet. Ze lijken met hun sluiers dociel, maar
een vrouw als mijn moeder is behoorlijk bazig. Ze overtuigde de
familie ervan dat ook meisjes voor een carrière mogen kiezen.”
Onder invloed van Malala en Pakistaanse radio en tv die school
promoten, beginnen moeders te beseffen dat onderwijs de sleu­
tel is om uit de spiraal van armoede te komen. Subha, die zoals
ONEWORLD 37
reportage
op school in Pakistan
‘Door jongens en meisjes
van elkaar te scheiden,
bouw je een seksuele
spanning op’
de meeste meisjes op de universiteit geen sluier draagt, geeft toe
dat ze in haar dorp een uitzondering is. “Mijn ouders lieten me
alleen gaan op voorwaarde dat ik me zou inschrijven bij de vrou­
wenuniversiteit”, vertelt ze. Subha had geen keus. Het liefst was
ze naar een universiteit gegaan waar jongens en meisjes samen
studeren. Maar dat is voor de meeste conservatieve moslims in
Pakistan een brug te ver. “We moeten van het gescheiden onder­
wijs af, willen we een doorbraak bereiken in deze conservatieve
patriarchale samenleving”, stelt docente Farah Adil. Aparte
meisjesscholen zijn volgens haar een basisoorzaak van het
geweld tegen vrouwen. “Door jongens en meisjes van elkaar te
scheiden, bouw je een seksuele spanning op. Jongens moeten op
jonge leeftijd leren dat ze vrouwen dienen te respecteren.
Bovendien weer je met gemengde scholen ook de aanvallen van
de Taliban af, want die gaan heus geen jongens bombarderen.”
Adil hoopt dat Malala een bijdrage kan leveren aan de doorbraak
van gemengd onderwijs. “Mogelijk dat beleidsmakers en ouders
naar haar willen luisteren. Ze is niet alleen het lievelingetje van
het Westen, maar ook hier in Pakistan.”
Zwanger
In haar dorpsschool op het platteland buiten Lahore, waar de
jonge Fatma vandaag begint, deelt directrice Rubina de mening
van docente Farah Adil. Ze stichtte twee scholen waar zeven­
honderd jongens en meisjes samen in de klas zitten en samen
spelen op het schoolplein. Het kostte haar grote moeite de
ouders ervan te overtuigen hun kinderen naar haar ‘moderne’
school te laten gaan. “Op het moment dat meisjes de menstrua­
Wie is Malala?
Malala Yousafzai (15) werd op 9 oktober 2012 in een schoolbus
op weg naar huis door een Talibanstrijder in haar hoofd
geschoten. De tiener had zich de woede van de extremisten
om de hals gehaald door zich in haar dagboeken, die ze voor
de BBC bijhield, tegen de ideologie van de Taliban uit te
spreken. De extremisten vinden dat ­meisjes niet naar school
mogen en net zoals hun moeders thuis horen te zitten. Malala
werd verpleegd in een ziekenhuis in Birmingham en ontving
duizenden steunbetuigingen uit de hele wereld.
38 ONEWORLD
Fatma (6) op haar eerste
schooldag. Haar moeder
ging zelf nooit naar school.
tieleeftijd bereiken, mogen ze niet meer met jongens omgaan.
Ze worden van school gehaald en komen bijna de deur niet meer
uit, uit angst dat ze zwanger raken.” Rubina, een kordate vrouw
met een bos zwarte krullen, lokte de ouders met gratis warme
maaltijden voor hun kinderen. Ze vindt dat de Pakistanen van
de ­conservatieve gedachte afmoeten dat meisjes en jongens op
jonge leeftijd alleen aan seks denken. Op haar scholen is het aan­
tal puberzwangerschappen niet hoger dan op ongemengde
­scholen.
Ze geeft een rondleiding langs de zes lokalen in het eenvoudige,
wit geschilderde gebouw, dat uit bakstenen is opgetrokken. De
kleuterklas bevindt zich door ruimtegebrek in de hal. Achter
een gordijn leren de kleintjes uit het dorp hun eerste Engelse
woordjes.
Rubina durft rustig te stellen dat Pakistaanse vrouwen die de
top bereikten, zoals de vermoorde premier Benazir Bhutto en
de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, Hina Rabbani
Khar, niet toevallig onderwijs volgden op gemengde scholen. Ze
geeft toe dat deze vrouwen ook hun rijke afkomst mee hadden.
Het is nu vooral de elite die hun kinderen naar een handjevol
gemengde scholen stuurt. Het zijn particuliere scholen die kwa­
litatief beter onderwijs bieden en die de leerlingen voorbereiden
op universitair onderwijs. “Die meiden haal ik er zo uit in de
winkels en cafés van Lahore. Ze dragen spijkerbroeken, shirts
met korte mouwen en hebben plezier met jongens. Zo zouden al
onze jongeren eruit moeten zien. Meiden met lef die de top wil­
len bereiken, gesteund en gerespecteerd door de andere sekse.
Dat komt de naam van Pakistan ook ten goede.”
De inspecteur
Ruerd Ruben
Al is de leugen nog zo snel, Ruerd Ruben ­­
achter­haalt hem wel. De directeur van de
­inspectiedienst Ontwikkelingssamenwerking scheidt voor
OneWorld m
­ aandelijks feit van fictie.
“Maximaliseren van winst door
ongewenst gebruik van fiscale
constructies door Nederlandse
bedrijven kan schadelijk zijn voor
lage- en middeninkomenslanden”
Minister Ploumen in de nota
Wat de wereld verdient: Een nieuwe
agenda voor hulp, handel en
investeringen, p. 16
Het huidige belastingstelsel
belemmert ontwikkeling
JA, INDERDAAD
Inkomsten uit lokale belastingheffing
zijn voor ontwikkelingslanden van vitaal
belang om de overheidsuitgaven te
financieren. Maar ontwikkelings­landen
lopen grote bedragen aan belasting­
inkomsten mis doordat aldaar
gevestigde bedrijven hun winst
boeken in andere landen met een
milder belastingklimaat. Volgens de
Nederlandse Bank staan er in
­Nederland zo’n 14.000 ­zogenaamde
­bijzondere financiële instellingen geregistreerd (‘brievenbus­maatschappijen’).
Zij functioneren als kanaal voor het
beheer van buitenlandse bezittingen en
het doorgeven van de omzet uit
­royalty’s en licenties. Schattingen
van de gemiste belastinginkomsten
lopen uiteen van 50 tot 500 miljard
dollar. Deze verliezen zijn vele malen
groter dan het bedrag dat westerse
landen jaarlijks ­uittrekken voor
ontwikkelingssamen­werking, in totaal
zo’n 100 miljard dollar.
NEE
Deze belastingconstructies beogen
bedrijven te beschermen tegen
­ ubbele belastingheffing en blijven
d
formeel binnen de wet. Onderzoeksorganisaties als SOMO en Tax Justice
laten zien dat multinationals die produceren in ontwikkelingslanden
nauwelijks lokale belastingen betalen.
Volgens het Nederlandse ministerie
van Financiën zijn de heersende
­belastingtarieven echter vaak niet
door­slaggevend bij besluiten van
ondernemingen om ergens te
investeren. Veel belangrijker is een
stabiel investeringsklimaat. De
vestiging van buitenlandse bedrijven
levert ook lokale werk­gelegenheid
op en dus inkomsten uit loonbelasting.
EN NU KOMT HET
Lage-inkomenslanden halen nauwelijks 15 procent van hun nationale
­inkomen uit belastingen. Daarmee
moeten essentiële uitgaven worden
gefinancierd, zoals het onderhoud
van het wegennet, de aanleg van
havens en het onderwijssysteem.
Deze publieke investeringen zijn weer
een randvoorwaarde voor bedrijven
om zich ergens te vestigen. Omdat
loon- en inkomstenbelasting vaak
lastig te innen zijn, vormen heffingen
op ­exporten en bedrijfswinsten vaak
de belangrijkste inkomstenbron.
Als bedrijven meer belasting betalen,
maakt dat dus direct een groot
­verschil voor de staatskas.
HET OORDEEL
Hervorming van belastingverdragen
levert op termijn mogelijk meer op
dan ontwikkelingshulp.
Reden om bestaande belasting­
verdragen tegen het licht houden
en te kijken naar de effecten daarvan
voor ontwikkelingslanden. Er valt veel
voor te zeggen om ‘substantie’-eisen
strikt toe te passen: de belasting­
heffing vindt dan plaats daar waar
bedrijven reëel aanwezig zijn. Denk
bijvoorbeeld aan bronbelasting:
daar heffen waar het geld wordt
­verdiend. Daar kunnen landen die
veel bodemschatten herbergen,
nog eens rijk van worden.
Ruerd Ruben is directeur van IOB,
de inspectiedienst van het ministerie
van Buitenlandse Zaken. Tevens is hij
hoogleraar ontwikkelingssamenwerking
aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
ONEWORLD 39
interview
Jaime de Bourbon Parme
De prins en
de mijnen
Tekst Alphonse Muambi
Foto’s Jordi Huisman, FairPhone
40 ONEWORLD
Interview
Jaime de Bourbon Parme
Conflictvrije grondstoffen voor onze
mobieltjes en tv’s. Daar zet prins
Jaime de Bourbon Parme, zoon van
prinses Irene, zich voor in. Schrijver
Alphonse Muambi, geboren in
Congo, reisde met hem mee naar
het mijngebied in Oost-Congo.
D
e hemel is blauw. De stilte van het
imposante Kivu-meer is absoluut.
Maar de vogels schenden die
­genadeloos met een tropische wel­
komsthymne. De zon schijnt op de
rode bloemen. Een decor waarin een Neder­
landse prins past. Maar wat doet de zoon van
prinses Irene in een gebied waar rebellie, ver­
krachtingen, moord en roof gangbaar vocabu­
laire zijn geworden? Hij zit tegenover mij. Zijn
bril zit goed op zijn plek. Zijn hemelsblauwe
blouse past prima op zijn kaki-jeans.
Kunt u zich voorstellen, wie u bent, wat u hier
doet en waarom u dat doet? “Ik ben Jaime de
Bourbon Parme. Ik ben Speciaal Gezant
Natuurlijke Hulpbronnen voor het ministerie
van Buitenlandse Zaken. Mijn thema is de voor­
zieningszekerheid van grondstoffen, vooral
metalen en mineralen, voor de Nederlandse en
Europese markt. Ik kijk hoe bijvoorbeeld elek­
tronicabedrijven op de lange termijn op een
verantwoorde manier aan grondstoffen kunnen
komen. U moet bedenken dat een elektronica­
bedrijf misschien wel tweeduizend verschil­
lende bronnen van grondstoffen heeft voor zijn
mobiele telefoons. Zo’n bedrijf weet vaak zelf
niet eens waar alles precies vandaan komt.”
Met één vraag krijg ik een lawine van uitleg. Ik
beland meteen in het middelpunt van zijn vak.
Maar dat is niet mijn bedoeling. Ik wil eerst van
de prins weten wat zijn verbinding is met de
natuur “Met de natuur?” De prins trekt zijn
hoofd naar achter. Hij lacht met verbazing in zijn
stem en ogen. Maar zijn repliek is snel: “ Natuur­
lijke hulpbronnen, zoals water, voedsel, energie
Conflictmineralen
Oost-Congo is rijk aan
mineralen als coltan,
wolfraam, goud en tin.
Tin wordt onder meer
gebruikt om de onderdelen van televisies en
telefoons met elkaar te
verbinden. Coltan zit
in onze mobieltjes en
laptops.
Export
Strijdende rebellen
worden volgens de VN
gesteund door buurlanden als Rwanda en
Uganda om controle te
hebben over mijnen en
wegen om de mineralen
te exporteren.
Wet
De Amerikaanse ‘Dodd
Frank Act’ uit 2010
verplicht alle beursgenoteerde bedrijven in de
VS te bewijzen dat door
hen gebruikte grondstoffen niet uit Congo of
omstreken komen.
Eerlijke tin
De kritiek op deze wet
is dat je de vrede niet
dichterbij brengt door
Congo links te laten
liggen. Het Conflict
Free Tin Initiative (CFTI),
waarbij onder meer
Philips en Tata Steel zijn
aangesloten, wil tin op
eerlijke en transparante
wijze het land uit krijgen.
en grondstoffen, dat zijn de basiselementen van
ónze economie. En als je ze op een verant­
woorde manier benut, profiteren mens en
milieu daarvan. Mijn kracht zit bij de mense­
lijke kant. Daar zet ik mij voor in.”
Ik stel deze vraag niet voor niets. Uw moeder,
prinses Irene, is erg betrokken bij de natuur. Zij
heeft daar veel boeken over gepubliceerd. Uw
broer, prins Carlos, is een fervent pleiter voor
groene energie. Bent u in dat opzicht de tegenpool binnen de familie? “Nee. Ik heb mij meer
op de menselijke kant gericht en mijn moeder
­misschien meer op de natuurlijke kant, maar
uiteindelijk gaan die twee samen. Ik heb
­persoonlijk ontzettend veel met de natuur. Dat
heb ik van thuis mee gekregen. Mijn grootvader
prins Bernhard was medeoprichter van het
Wereld Natuur Fonds. Als je opgroeit, kijk je
altijd naar je meerwaarde binnen het gezin. En
die ligt bij mij op het snijvlak van diplomatie en
conflict­preventie.”
De Bourbon is niet klaar. Hij vertelt over zijn
tweede ‘ik’ die beïnvloed is door zijn Spaanse opa,
zijn vaders vader, Xavier de Bourbon Parme. Een
man die alleen maar oorlog heeft gekend. De Eerste Wereldoorlog, de Spaanse burgeroorlog, de
Tweede Wereld­oorlog. Een man die vanwege zijn
verzet in de concentratiekampen Natzweiler en
Dachau terechtkwam en deze heeft overleefd.
Maar vooral ook een man die de bron van inspiratie en de kracht is voor de prins.
“Als kind vroeg ik altijd aan mijn vader om over
opa te vertellen. Toen besefte ik dat als ik van­
daag nog steeds de mensen in de ogen kan kij­
ken die concentratiekamp Dachau hebben
overleefd, die zeventig jaar vrede die we nu in
Europa hebben, niet vanzelfsprekend is. Zeker
niet in landen buiten Europa, zoals Congo, waar
nog steeds oorlog is.”
Toch even terug naar uw familie. Is het een
­familie met een missie? Door God gestuurd om
iets voor de aarde te betekenen? “Ik heb een
paar interessante, goed betaalde banen in het
bedrijfsleven laten l­ iggen om me in te zetten
ONEWORLD 41
Hoe ziet een werkdag eruit? “Ik zit aan tafel of
heb conference calls met bedrijven en ik reis
naar grondstofrijke landen, zoals China natuur­
lijk, maar ook Zuid-Afrika, Myanmar, Indonesië
en Suriname.”
Hoe vaak bent u dan op kantoor in Den Haag?
“Ik schat een derde van mijn tijd.”
‘Grondstoffenprins?
Dat klinkt alsof het
mijn hobby is’
voor maatschappelijke verandering. Dat zit
ingebakken, ik weet niet of dat iets in onze
genen is of in onze opvoeding of toch, zoals u het
zegt, in een goddelijke macht, maar het is deel
van mijn leven.” Hij relativeert. “Ik zie dat eigen­
lijk niet alleen bij onze familie. Ik zie dat heel
sterk bij jongeren onder de dertig. Ze ­hebben
een enorme drang naar een eerlijke en duur­
zame wereld. Dus het is niet uniek, maar toeval­
lig wel sterk vertegenwoordigd in de familie.”
De titel van dit interview zou kunnen zijn: Prins
Jaime de Bourbon Parme, de Nederlandse
grondstoffenprins. Wat zou u daarvan vinden?
“Ik zou het vreselijk vinden. Omdat ik dit doe als
persoon. En mijn prins-zijn speelt een onderge­
schikte rol. Ik ben gewoon Jaime de Bourbon
Parme. Ik heb alle stappen doorlopen binnen de
diplomatie. Nu ik Speciale Gezant ben, ben ik
een soort ambassadeur. En gebruik ik mijn titel
voor de eerste keer om deuren te helpen ope­
nen. Dus ‘grondstoffenprins’, dat klinkt alsof
het mijn hobby is, als een goed doel naast een
andere baan. Maar dit is mijn volledige baan die
ik gewoon als Jaime doe.”
42 ONEWORLD
CV
Jaime de Bourbon
Parme (Nijmegen, 1973)
is de zoon van prinses
Irene en Carlos-Hugo
de Bourbon Parme. Hij
studeerde internationale
betrekkingen, economie
en conflictmanagement
aan de Brown University
en Johns Hopkins University (VS) en liep stage
bij het WNF en het Rode
Kruis.
Venezuela
Zijn loopbaan begon
bij ABN-AMRO in
Argentinië en Brazilië,
daarna werkte hij bij
Corporación Andina de
Fomento, een regionale
ontwikkelingsbank in
Venezuela.
Afghanistan
Als diplomaat bij Buitenlandse Zaken was zijn
eerste uitzending naar
Irak, in 2003. Vervolgens
was hij politiek adviseur
in Noord-Afghanistan.
Na een tussenstop
bij het kabinet van
eurocommissaris Neelie
Kroes in Brussel werd hij
Speciaal Gezant Natuurlijke Hulpbronnen.
Tijdens een bijeenkomst van de OESO, de club
van de rijke landen, in Parijs in 2012 ontmoette
hij manager Boukje Theeuwes die zich bij Phi­
lips inzet voor de duurzaamheid van de
leveranciers­keten. Die ontmoeting leidde tot
meer contacten. En die contacten leidden tot
deze reis naar Congo. Een reis met Motorola
Solutions, Philips, FairPhone, USAID en de
Europese Commissie. Het doel: als Conflict
Free Tin Initiative(CFTI) een systeem opzetten
om Congolese grondstoffen van de mijn tot aan
de consument te traceren, om ervoor te zorgen
dat alleen conflictvrije mineralen worden geëx­
porteerd. Er draait nu een proefproject in de
mijn Kalimbi, in het stadje Nyabibwe.
De Bourbon legt het hele proces uit met een vuist
in de lucht om zijn gedachtegang te ondersteunen. “Elk zakje met tin dat uit de mijn komt,
krijgt een apart label. Een speciaal comité van
overheid, maatschappelijke organisaties en vei­
ligheidsinstellingen volgen de route van deze
zakjes tot aan de grens, om te zorgen dat geen
gewapende groepen aan de mijn v­ erdienen.”
Nederlanders hebben affiniteit met cijfers.
Hoeveel kost dit project hen? “Het is een drie­
jarig project. We hebben Pact, de Congolese
organisatie die ter plekke de spil is van het
geheel, gefinancierd met 1,3 miljoen dollar. In
november 2012 zijn de eerste zes containers
met tin ter waarde van 1,7 miljoen dollar uit
Congo geëxporteerd. Ziet u dat de economische
waarde na een paar maanden even groot is als de
totale investering voor drie jaar?”
Is dit een donatie of toch een moderne vorm
bAbAh
COLUmN
Eten, knippen, denken
van de VoC-mentaliteit, zodat westerse bedrijven zonder schuldgevoel
aan grondstoffen kunnen komen? “Het
enige belang voor het ministerie van
Buitenlandse Zaken is transparantie.
Nederland is een doorvoerland voor
agrarische grondstoffen, het is onze
natuurlijke rol om te kijken hoe je daar
verantwoord mee omgaat. Ik ben een
belangeloze bemiddelaar. Ik verbind
de schakels uit de ketens. De mijn­
werker weet niet wie de smelter is, de
smelter weet niet dat de tin bij Philips
terechtkomt. Die partijen probeer ik
bij elkaar te brengen. Zo kunnen we
met relatief weinig ontwikkelingshulp
grote impact hebben. Dat past in de
filosofie van de nieuwe minister van
Ontwikkelingsamenwerking en Inter­
nationale Handel. Economische diplo­
matie, dat is wat ik hier in Congo doe.”
Zijn er vragen die ik niet heb gesteld en
waarop u wilt antwoorden? De Bourbon
geeft geen antwoord, maar wil nu de
interviewer zijn. Wat doet het u, als
Congolees, om ons project te zien?
“De hele oorlog in Congo draait om
illegale handel in grondstoffen. Mijn
pleidooi is altijd geweest: laat bedrijven
op transparante wijze rechtstreeks in
Congo grondstoffen afnemen in plaats
van via de buurlanden. Dit project is
een eerste stap in die richting.”
E
lke zaterdag koop ik in een kleine
Afrikaanse winkel in de Utrechtse wijk
Lombok exotische ingrediënten voor
mijn Afrikaanse maaltijden. Het winkeltje is ook een afro-kapperszaak die Afrikanen uit alle landen en lagen van de bevolking
trekt, die met elkaar het nieuws doornemen.
Hier voed ik
mijn maag en
hersenen
alphonse muambi (Lubumbashi, 1968)
is publicist en auteur van Democratie
kun je niet eten (2009) over de verkiezingen in Congo. Hij woont in Den
Haag.
Beeld marCUs koPPen
Het interview is nu definitief klaar. De
hemel is nog steeds blauw boven Kivu.
De zon schijnt niet meer, maar de sterren
wel. De welkomsthymne is nu veranderd
in een hymne van hoop. De hoop dat het
tin-initiatief een succes wordt.
Deze keer ging het over berichten die tijdens de
inauguratie van de nieuwe president van Kenia
werden getweet. De bejaarde president Mugabe
van Zimbabwe had tegen Museveni, president
van Uganda, gefluisterd: “Hoe is het mogelijk om
twee voormalige presidenten levend in een land
te hebben? Het lijkt wel een Amerikaanse film.”
Museveni keek naar oud-president Daniel Arap
Moi en de vertrekkende president Mwai Kibaki
en schudde zijn hoofd in ongeloof.
Mugabe en Museveni zijn zelf het levende bewijs
dat leiders in Afrika pas op hun sterfdag de
macht overdragen. Ter illustratie: hier hebben
we inmiddels vier levende voormalige premiers
en Nederland verging niet toen zij hun ambt
neerlegden. Zelfs de paus en de monarch blijven
tegenwoordig niet meer zitten tot aan hun dood.
“Laten we het over het positieve nieuws hebben”, reageerde een Keniaan. “Nieuwe leiders
doen makkelijker afstand van de macht. Men
accepteert een verkiezingsnederlaag en stapt
met waardigheid op. En kijk naar Macky Sall, de
nieuwe president van Senegal. Die kondigde
meteen aan dat hij zijn ambtstermijn wil reduceren van zeven naar vijf jaar.”
Toen ik met mijn boodschappen op straat stond,
realiseerde ik me dat ik de wereld niet meer
bekijk met een Afrikaanse, maar met een westerse blik. Maar dankzij dit heerlijke Afrikaanse
winkeltje in hartje Utrecht kan ik niet alleen mijn
maag maar ook mijn hersenen voeden.
Babah tarawally is journalist, verhalenverteller.
Hij schreef het boek De god met de blauwe ogen.
ONEWORLD 43
Achtergrond
Vrijwilligers versus managers
Schisma
binnen de wereldwinkels
Het rommelt bij de wereldwinkels. Lagere prijzen voor de leveranciers en stevig betaalde
managers: volgens velen was de wereldwinkel de wereldwinkel niet meer. Directeur Huub Jansen
van de Landelijke Vereniging Wereldwinkels zegt nog steeds voor de lokale pottenbakker en
houtsnijder op te komen. “Het gaat ons om de producenten, niet om de leveranciers en
wereldwinkels.” Tekst Esther Bakker Beeld Ewoud Rooks
O
p een toplocatie in
Heemstede, tussen de
nette boetieks, de ijs­
salon en een meubel­
zaak vol duur design,
wolkt een bekende lucht van wierook
over het trottoir. Ik herinner me in een
flits de feestelijke opening van een
wereldwinkel in mijn dorp. Pa en ma
deden zich te goed aan wijn uit een
socialistisch land en ik mocht een
duifje kopen van Zuid-Amerikaans
keramiek, iets onvoorstelbaar exotisch.
Voortaan zouden we suikerriet op onze
pannenkoek eten.
Inmiddels zijn die Chileense wijn, de
rietsuiker en de exotische snuisterijen
alledaags geworden. De circa 350
wereldwinkels die Nederland telt,
moesten de afgelopen jaren een meta­
morfose doormaken om die nieuwe
werkelijkheid te overleven. Voortaan
zijn ze fris, hip en strak, met een taboe
op stoffige raffia mandjes. Ze werden
gerestyled door ervaren marketeers.
Op de toonbank kwam een heus stijl­
boek te liggen.
44 ONEWORLD
Eigen koers
Die verandering ging niet zonder slag
of stoot. Nieuwsuur kwam in april met
het verhaal dat er bonje was bij de
­Landelijke Vereniging van Wereld­
winkels. Het ging over autonomie, een
beschuldiging van belangenverstren­
geling en over hardwerkende vrijwilli­
gers versus goedbetaalde managers.
Inmiddels hebben 64 leden in de laat­
ste twee jaar hun lidmaatschap van de
Landelijke Vereniging Wereldwinkels
beëindigd. Dertig van hen gingen
­verder onder de Stichting Wereld­
winkel.
“We vonden dat we te veel geld moes­
ten afdragen voor de ontwikkeling van
de nieuwe strategie, 4 procent van de
omzet, en dat er te weinig werd
­geleverd”, zegt Ellen Cruyse, betaalde
coördinator van de wereldwinkel in
Groningen.
Met een omzet van vier ton is het de
grootste wereldwinkel van Nederland.
Maar bovenal stak het ­Groningen dat
de Landelijke Vereniging via de Stich­
ting Fairsupport lagere inkoopprijzen
bedong bij de leveranciers. “De leve­
ranciers stonden hierdoor voor de
keuze: of een groot deel van hun afzet­
kanaal verliezen als ze niet mee zouden
doen, of hun producten tegen te lage
prijzen verkopen.”
Dat een deel van de aldus behaalde
winst bij Fair Support bleef, was Cruys
en haar collega’s een doorn in het oog.
FairSupport was in 2007 opgericht op
initiatief van de Landelijke Vereniging
en van Fair Trade Original. Fair­
Support moest de wereldwinkel­
formule moderniseren.
Lars Moratis, lid van de stichtingsraad
van FairSupport en bestuurslid van de
Landelijke Vereniging: “Het grote punt
is dat onze vereniging veel leden kent
met uiteenlopende opvattingen over
een goede winkel en professionalise­
ring, wat ze daarin willen investeren en
terugverwachten. Dat is terug te voe­
ren op verschillen in opvatting over
waar onze vereniging voor bestaat. Een
aantal wereldwinkels vindt een profes­
sioneel ondersteuningsniveau über­
haupt niet nodig.”
‘We vonden dat we teveel
geld moesten afdragen
voor de ontwikkeling van
de nieuwe strategie’
Last van de crisis
De overgebleven bijna driehonderd
wereldwinkels van de Landelijke
­Vereniging gaan door op de ingeslagen
koers. Fairsupport is inmiddels opgehe­
ven. “Het bracht ons niet wat we had­
den gehoopt”, zegt directeur Huub
­Jansen van de Landelijke Vereniging.
De modernisering van de winkels was
succesvol maar de winkels hebben last
van de crisis: de omzet stagneert (28,7
miljoen in 2011) en het aantal klanten
loopt terug. Sommige winkels kunnen
het hoofd niet boven water houden en
sluiten de deur. Wereldwinkels zitten
vaak op een a-locatie met een hoge
huur. De wereldwinkels nieuwe stijl
worden nog altijd gerund door vrijwilli­
gers, alleen de grotere zaken hebben
een betaalde coördinator. De wereld­
winkels – geboren uit actie en strijd
tegen de hoge invoerrechten op rietsui­
ker – bestaan inmiddels 45 jaar. Ze
wonnen enige jaren achter elkaar het
predicaat ‘beste cadeauwinkel’ van
Nederland, een bewijs dat ze de w
­ ierook
en riet­suiker ver achter zich hebben
ONEWORLD 45
Achtergrond
Vrijwilligers versus managers
gelaten. “Ons doel was Nederland
bewust maken. Met fairtrade food is dat
gelukt, dat ligt tegenwoordig in de
supermarkt. Nu willen we hetzelfde
met onze arts and crafts bereiken.
Gewone winkels moeten ook eerlijk
geproduceerde cadeau-artikelen gaan
verkopen “, zegt Jansen. “Ik kwam op
reis houten muziekinstrumenten tegen
in Thailand. Niets voor onze wereld­
winkels, maar wel geschikt voor een
muziekzaak. Of hele dure sieraden die
je beter in de Bijenkorf kunt verkopen.”
Elke twee jaar controle
De wereldwinkels van Nederland
kopen hun producten bij Nederlandse
leveranciers die goedgekeurd zijn door
de Landelijke Vereniging. De leveran­
ciers moeten hun producenten (boeren
en bedrijfjes in ontwikkelingslanden)
genoeg betalen voor een leefbaar loon
en gaan een langdurige relatie met ze
aan zodat ze durven investeren. Verder
moet het product milieuvriendelijk
gemaakt zijn en wordt de handelsketen
doorgelicht. In Culemborg zitten ver­
schillende coöperaties van leveran­
ciers. Elke wereldwinkel doet daar de
eigen inkoop. De leveranciers worden
elke twee jaar gecontroleerd.
Directeur Huub Jansen is net terug van
een reis door Swaziland en Zuid-Afrika
om producenten te bezoeken. De con­
troles worden doorgaans uitgevoerd
door lokale specialisten die goed op de
hoogte zijn van de gang van zaken in de
regio. Soms wordt een product of leve­
rancier afgewezen omdat de fairtrade
criteria niet zijn gegarandeerd. “Hoe
leuk het product ook is, het gaat ons om
de producenten, niet om de leveran­
ciers en wereldwinkels”, aldus Jansen.
Het verontrustende verhaal van de boze
wereldwinkels dat de leveranciers door
zijn vereniging gedwongen worden
46 ONEWORLD
Mijn duifje uit
Latijns-Amerika is
helaas nergens meer
te vinden
lagere prijzen te accepteren, kan hij
verklaren. “Een groep van vijftig
wereldwinkels ging gezamenlijk inko­
pen. Dat scheelt de leverancier in
Nederland geld en werk. Ze kunnen een
container met kaarsen uit Swaziland
dan zonder uit te pakken aan ons verko­
pen. In ruil vragen wij een lagere prijs.
Het is niet de bedoeling dat zij lagere
prijzen bedingen bij de producent.”
De winst van de lokale wereldwinkels
wordt gebruikt om de winkel te verbe­
teren en gaat naar individuele kleine
projecten in ontwikkelingslanden. Een
deel (3,5 procent van de omzet) gaat
ook naar de Landelijke Vereniging
Wereldwinkels. Met het geld worden
onder meer de salarissen betaald.
“Die zijn aanzienlijk lager dan in
Nieuwsuur werd genoemd “, zegt direc­
teur Jansen. “Ik haal de Balkenendenorm bij lange na niet, zelfs niet bruto/
bruto.” Met behulp van de opbrengst
van de winkels voorziet de Landelijke
Vereniging in de controle van de pro­
ducten, wordt gewerkt aan de verkoop­
maximalisatie van de wereldwinkels en
stimuleert de Vereniging de opkomst
van fairtrade producten in de gewone
detailhandel. “Dat blijft toch ons
hoofddoel. Met fairtrade food is
dat een groot succes, je kunt het
overal krijgen. Nu de cadeau­
markt nog.” De Vereniging ijvert
voor een nationaal of zelfs inter­
nationaal keurmerk voor fair trade
‘gifts en living producten’ zoals dat ook
voor fairtrade food geldt.
Eigentijdse hipheid
De wereldwinkels krijgen overigens
ook subsidie. De Landelijke Vereniging
kreeg 1,7 miljoen voor vier jaar voor
het stimuleren van draagvlak voor
ontwikkelingssamenwerking. Met dit
geld financiert ze twee campagnes,
jongerenprogramma Fairminds en de
Fairtrade Gemeente-campagne:
gemeenten en bedrijven spreken af
op verschillende fronten fairtrade
te handelen. Tot nu toe hebben 31
gemeenten het predicaat Fairtrade
Gemeente gekregen, 91 gemeenten
zijn actief bezig om die status te ver­
werven.
Heemstede staat nog niet genoemd als
Fairtrade Gemeente, maar heeft wel
een wereldwinkel. Eenmaal voorbij de
wolk van wierook gestapt, is in één
oogopslag duidelijk dat deze zaak op
een ander publiek gokt dan de idealis­
tische rietsuikergebruikers uit de
seventies. Op wat oude favorieten na
(de stenen beeldjes, de houten olifant­
jes en het schap met wierook) straalt
de winkel eigentijdse hipheid en kleu­
rige vrolijkheid uit. Geen souvenirachtige spulletjes meer, maar westers
gedesignde cadeauartikelen.
De absolute favoriet anno 2013 in de
wereldwinkel staat al jaren stabiel op
nummer één: de tapasschaal uit Tune­
sië. Mijn duifje uit Latijns-Amerika is
helaas nergens meer te vinden.
beeld Anaïs López
oPEN keuken
GEHEIMEN VAN DE THUISKOK
Chrysoula bakt amigdalopita
Waar Chania, een stadje op westelijk Kreta, Griekenland Wie Chrysoula Michialidou (74, huisvrouw)
Maakt a
­ migdalopita, amandeltaart, een familierecept Wie eet mee zoon Stavros en kleindochters Carmela (11)
en Dimitra (12) Wat kost het 8,50 euro. De amandelen zijn het duurst (3,50 euro). Chrysoula krijgt een weduwepensioen van 450 euro per maand. Daarvan besteedt ze 40 procent aan eten Altijd in huis citroenen, olijfolie
en meel. In de koelkast liggen altijd feta, eieren en graviera (gele kaas) Wie doet de afwas Chrysoula
Kijk op www.oneworld.nl/amandeltaart voor Chrysoula’s recept
ONEWORLD 47
mArcel & jAn-dirk
wAREN ERBIJ
Een nacht met Mauro
H
Schrijver Marcel van
Roosmalen en fotograaf Jan-Dirk van
der Burg bezoeken bijeenkomsten van mondiale Nederlanders.
Deze maand wandelen
ze tijdens Nacht van de
Vluchteling.
et was Nacht van de Vluchteling,
een jaarlijkse nachtelijke wandeling van Rotterdam naar Den Haag
waarmee aandacht wordt gevraagd
voor het lot van vluchtelingen. In
gebouw Las Palmas te Rotterdam verzamelden
de zeshonderd lopers zich, de meesten in
regenbestendige kleding met een rugzakje om
de schouders. Ze hadden allemaal sponsors
geworven voor het goede doel: het opruimen
van mijnen in Zuid-Sudan. In totaal was de
lopers 150.000 euro toegezegd. Beduidend
minder dan vorig jaar, toen 1100 lopers
200.000 euro bij elkaar liepen. Volgens
de organisatoren lag de oorzaak in ‘de
aanhoudende crisis’ en ‘concurrentie van
gelijksoortige evenementen’.
Ze focusten op het positieve.
“Het gemiddelde bedrag per loper is
gestegen.”
Toplopers, volgens de website, waren onder
andere radiomaker Sander de Heer en Femke
Halsema. Sander de Heer stond op het podium
met een microfoon aan één stuk door te praten
48 ONEWORLD
over de nacht (zijn eigen idee).
Slogan van de avond was ‘Hoe ver zou jij
’s nachts lopen uit angst voor geweld?’.
Voor de meeste mensen lag de grens op
veertig kilometer, de afstand tussen Rotterdam
en Den Haag.
Of om het in de woorden van Sander de Heer
te zeggen: “Veertig kilometer lopen voor een
ander, dat geeft een goed gevoel.”
Op het podium maakte Sander plaats voor
Olga Commandeur, bekend van het tvprogramma Nederland in Beweging, die aan
een serie simpele rek- en strekoefeningen
begon. Ik maakte kennis – nou ja, maakte
kennis, ik ging per ongeluk in zijn tas staan –
met een KLM-medewerker die met een Ethiopische vlag om de nek stond mee te springen.
Op de vraag: “Bent u een Ethiopiër?”, kwam
een gedecideerd “nee”.
Natuurlijk was hij geen Ethiopiër.
Maar zijn vriend wel!
Er volgde een zoektocht, uiteindelijk werd
de vriend gevonden bij de koffiebar.
Nadat ze uitgebreid zijn vluchtverhaal en
over hun kennismaking – hij haalde namens de
KLM een kindercircus naar Nederland en had
daar een tolk nodig, dat werd zijn vriend –
hadden verteld, kwam de toestand in Ethiopië
ter sprake. Er werd daar op grote schaal
gemoord en gemarteld, iets wat in Nederland
amper belicht werd. De situatie van homo’s was
er op z’n zachtst gezegd ook niet ideaal.
De vriend: “Ze moeten niet worden terug­
gestuurd. Ze moeten hier blijven, regering!”
Nadat ik dat genoteerd had, viel ik in de armen
van Carla van Os, woordvoerster van Defence
for Children. Ze zat ooit bij me in de klas op
de School voor Journalistiek en werd landelijk
bekend als woordvoerder van Mauro Manuel,
de asielzoeker die eerst wel, daarna toch weer
niet moest worden uitgezet en tijdens een uitzending van Pauw & Witteman door toenmalig
staatssecretaris Henk Bleker werd uitgenodigd
om mee te gaan naar de voetbalwedstrijd
FC Twente-PSV.
Mauro had zin in de wandeling.
Er passeerden lopers in een PvdA-regenjack.
Carla wilde
niets negatiefs
zeggen, blij als
ze was met het
kinderpardon
Ik vond dat gezien alle commotie in die partij
rond illegalen een vorm van lef hebben.
Carla wilde er niets negatiefs over zeggen, blij
als ze was met het kinderpardon in het regeer­
akkoord.
We gingen naar buiten.
Op de Erasmusbrug stond Youp van ’t Hek
met een megafoon. Hij prees de lopers dat
ze zich inzetten voor een ultiem goed doel:
het opruimen van alle mijnen.
“Het is in Limburg ook gelukt, dus dan moet
het kunnen.”
Daarna schoot burgemeester Aboutaleb de
lopers weg met de woorden dat hij hoopte dat
het geld dat ze zouden ophalen goed terecht
zou komen.
We liepen over de Erasmusbrug en sloegen
daarna rechtsaf langs het water.
De stemming onder de wandelaars was vrolijk,
uitgelaten bijna.
Een enkeling zette het lied ‘Ik heb een potje
met vet’ in.
Daarna draaide ik om en gingen zij verder.
ONEWORLD 49
portret
Internationaal studentenhuis
Eindhoven
heeft
het
Tekst evelien veldboom beeld Martijn van de griendt
Terwijl kranten vol staan over het politieke gesoebat over de strafbaarstelling van illegaliteit en
­uitgeprocedeerde asielzoekers die bivakkeren in tenten en kerken, herbergt een gewone straat
in Eindhoven een internationale idylle. In het Jongerenhuis wonen vluchtelingen, sommige
­uitgeprocedeerd, andere in afwachting van verdere beslissingen van de rechtbank, samen met
Nederlandse studenten die een woonplek zochten die meer biedt dan stapels bierkratten en lege
pizzadozen in de woonkamer. Ze delen niet alleen de keuken en het afwasrooster, er wordt ook
samen gesport, gebarbecued en muziek gemaakt. “Als je de tv aanzet, denk je dat niemand meer
samen kan leven. Maar hier zitten we met zeven culturen aan één tafel.”
50 ONEWORLD
Sanne (25)
uit Limburg
woont vijf jaar in het
Jongerenhuis. Heeft
haar studie Culturele
en Maatschappelijke
Vorming afgerond en is
nu jongerencoördinator
in het huis.
“V
ijftien studentenhuizen
ben ik afgegaan voor
hospiteeravonden,
maar het was elke keer
weer zo’n vleeskeuring en de kratten
bier stonden opgestapeld tot aan
het plafond. Toen zag ik dit huis op
internet staan. Ik ben een avondje
langsgegaan en werd uitgenodigd om
te komen proefwonen. Ik ben nooit
meer weggegaan. Inmiddels ben ik
coördinator. Ik help de bewoners
bij het zoeken naar werk, studie of
ontspanning, en ik geef ze les in
Nederlands. Als je de tv aanzet, denk
je dat niemand meer samen kan
leven, maar hier zitten we met zeven
culturen aan één tafel en het lúkt
gewoon.
Doordat ik in het huis woon, besef ik
heel goed wat voor mazzel ik heb. Ik
kan doen wat ik wil. Het maakt me
soms boos als ik zie hoe lui en verwend
sommige Nederlandse studenten zijn,
terwijl we hier een huis vol jongeren
hebben die staan te springen om een
studie en werk. In februari hebben we
het Vreemdland Festival georganiseerd
om Nederlanders dichterbij het leven
van vluchtelingen te brengen.
Mustapha, een jongen die eerst op
straat leefde, gaf daar zijn eerste
rapoptreden. Ik was zo trots op hem!’’
ONEWORLD 51
Negar (29)
uit Iran
woont ruim twee jaar in
het Jongerenhuis. Maakt
schoon bij mensen
thuis en wacht op een
verblijfsvergunning.
“V
oor mij is het heel
belangrijk dat er een
plek is waar ik mij veilig
voel. Die plek heb ik in
dit huis gevonden. Hier kom ik tot
rust. Voordat ik naar Eindhoven
kwam, woonde ik in een opvang in
Amsterdam. Ik had geen contact met
de buitenwereld, daar werd ik heel
triest van. Nu heb ik altijd mensen
om mij heen. Mijn lievelingsmoment
52 ONEWORLD
op de dag is als we samen koken en
eten. Sanne geeft mij Nederlandse
les. In het begin speelden we ook
gitaar tijdens de lessen, omdat
muziek een taal is die we allebei
begrijpen.
Drie jaar geleden ben ik gevlucht uit
Iran, omdat ik praktiserend christen
ben. Gelukkig kan ik hier zonder
sluier over straat. Ik ben actief in de
Perzische kerk in Apeldoorn en zing
daar in het kerkkoor. Het grootste
probleem in Iran is het gebrek aan
vrijheid, om je mening te uiten en
om te kiezen wat je wilt. In Nederland
is dat allemaal beter geregeld, maar
doordat mijn asielaanvraag geweigerd
is, kan ik alsnog niet echt van die
rechten genieten. Ik hoop dat ik toch
een verblijfvergunning krijg en in
Eindhoven kan blijven wonen. Ik wil
graag mondhygiëniste worden.”
Bryan (19)
uit Uganda
woont sinds vier maanden in het Jongerenhuis.
Werkt als vrijwilliger
bij een kringloopwinkel
en wacht op een
verblijfsvergunning.
“O
mdat mijn ouders
politiek actief zijn,
moesten we vluchten
uit Uganda. We zijn
allemaal op andere plekken terechtgekomen. Gelukkig kan ik goed met
mijn huisgenoten praten, ze voelen
voor mij als mijn eigen familie.
Ondanks dat het in Uganda onveilig
is voor mij heb ik nog geen verblijfsvergunning gekregen. Als ik die wel
krijg, gaan er zoveel deuren open. Ik
wil Ontwikkelingsstudies studeren,
dat is altijd mijn grote droom geweest.
Ik hoop dat ik later iets kan betekenen
voor de mensen in Uganda.
Veel asielzoekers zijn afgesloten van
de buitenwereld en zitten de hele dag
op hun kamer tv te kijken, omdat ze
niks mogen doen. Het Jongerenhuis
zorgt ervoor dat je actief blijft, dat
alles zin blijft hebben. Zo heeft het
huis voor mij geregeld dat ik als
vrijwilliger aan de slag kan bij de
Emmaüs kringloopwinkel. Met de
vrachtwagen halen we oude spullen
op bij mensen thuis en die brengen
we naar de winkel. Zo blijf ik een
beetje bezig. Hier in huis spelen
veel mensen een instrument. We
zijn nog op zoek naar een keyboard
waarop ik kan spelen. Dan kunnen
we een huisbandje beginnen.”
ONEWORLD 53
loethe
Beeld marCUs koPPen
COLUmN
Voer tot nadenken
‘J
Katten zijn
duurzamer
dan baby’s
54 ONEWORLD
ij doet altijd zo milieubewust en
duurzaam – maar hoe zit het met
je katten? Die vreten vlees en vis,
poepen en voeren niks uit. Hoe
duurzaam is dat eigenlijk?’
Tja. Op dit soort gewetensvragen
heb ik nooit direct antwoord,
zeker niet omdat op het moment dat ik dit
stukje typ, zowel poes Persil als kater Donder
wijdpoots liggen te loungen voor de verwarming,
die ik ’s winters speciaal voor hen ’s nachts een
béétje laat branden. Maar dit vergeet je hopelijk
weer. Zijn huisdieren duurzaam? Vast niet.
Neem je eigen poes. Die kost je handenvol geld
aan eten en dierenartsen, en haar drolletjes
zijn zo ammoniakaal scherp en stinkend, dat
ze zelfs niet als tuinmest te gebruiken zijn.
Dus sjouw je braaf met zware zakken vol
kattenbakkorrels, meestal van klei of silica:
niet echt goed voor het milieu. Jij en je kat
scoren al een stuk beter wanneer je voor
papier­, hout­ of strokorrels met Milieukeur
kiest, die gemaakt zijn van restproducten.
Bovendien kun je die wél in de GFT­bak
deponeren. En nog even ter relativering:
katten zijn áltijd nog duurzamer dan baby’s,
die met hun poep tonnen luiers vervuilen en
bergen afval veroorzaken. Bovendien houden
katten zichzelf schoon, wat veel wasmiddel,
zeep en water scheelt.
Maar goed: met dat eten heeft de criticus
een punt. Want van alle voedingsmiddelen
belasten vlees en vis het milieu het meeste.
En katten zijn, anders dan honden, 100 procent
carnivoor. Dat maakt kattenvoerfabrikanten
die doperwtjes in hun blikjes stoppen volstrekt
lachwekkend, want je kattenbeest kan groenvoer
niet eens verteren. Wij delen ons land met
pakweg 3,3 miljoen katten, die jaarlijks per
poes zo’n 58 kilo kattenvoer wegbunkeren.
Kattenvoer bestaat voor minimaal een derde
uit dierlijke ingrediënten, vooral restproducten
van slachterijen (vet, huid, orgaanvlees), maar
ook van schoongemaakte en gefileerde vis
blijven graten, vellen, staarten over. Die worden
verwerkt tot visolie en –meel voor viskweek,
gebruikt in soepen, sauzen of in kattenvoer.
En ja, dit is behoorlijk duurzaam, want zo
worden deze resten toch nog nuttig gemaakt.
Altijd beter dan weggooien.
Maar hoe zit het dan met kattenvoermerken
die zich op de borst kloppen omdat er verant­
woord gevangen vis, met MSC­keurmerk, in
hun blikjes zit? Het verschil met reguliere
blikjes is minimaal, zegt onderzoeksbureau
Blonk Milieu Advies. Wel zijn grondstoffen
uit een duurzame bron altijd beter. Maar kijk:
slechts ongeveer 4 procent van dit kattenvoer
bestaat uit vis. Dat MSC­logo zegt dus niet
zoveel, al stemt het voer in ieder geval tot
nadenken. Want eigenlijk zou álle vis, voor
de poes of voor ons, duurzaam gevangen of
gekweekt moeten zijn.
Maar goed: zijn Persil en Donder nu duur­
zaam of niet? Het blijft lastig. Ze produceren
geen eieren, melk of wol en doen niks nuttigs,
op het sporadisch vangen van een muis na.
Maar wat ze wél leveren: gezelligheid,
aanhankelijkheid en vrolijkheid. Daarmee
maken ze mij vaak erg gelukkig en dat drukt
ongetwijfeld mijn doktersskosten en
chocoladebehoefte. Heel duurzaam. Al blijf
ik door mijn katten wellicht ook langer leven.
En dat is minder goed, want mensen, die zijn
pas écht slecht voor het milieu.
loethe olthuis is culinair journalist en
columnist bij onder meer de Volkskrant.
op de kop getikt
HIp EN HANDIG
sTijn CHeCkT
kooPjes
Rokjesdag
Waar rook is,
is vuur
Olcay Gulsen van
modelabel SuperTrash ontwierp
speciaal voor STOP
AIDS NOW! deze kekke
kokerrok. De gehele opbrengst
gaat naar vrouwen met hiv in
Ethiopië.
superTrash rokje € 29,95
supertrash.com/
staringiscaring
oneWorld wijst je de weg in
het woud van keurmerken,
greenwashing en ecoclaims.
deze maand: een tuinfakkel
die Co2 -neutraal brandt.
Fabrikant Fire-up
Prijs vanaf € 4,99
oordeel
Claim De Zweedse fakkel is een
ware trend in de Nederlandse
tuinen. Het ingezaagde stammetje
is brandhout en vuurkorf ineen.
Simpel in gebruik en met een noeste
uitstraling. Die van Fire­Up komt
nu met een nieuwe claim: ‘brandt
CO2­neutraal’.
analyse Heb je hout wel eens CO2­
neutraal verbrand? Ik niet in ieder
geval. Bij mij komt er altijd CO2
vrij. Bij navraag komt de aap uit
de mouw. Fire­Up bedoelt met
‘branden’ ook de opname van CO2
toen de fakkel nog een boom was.
Een boom neemt tijdens zijn leven
evenveel CO2 op als daarna bij
verbranding ervan vrijkomt.
Dat heft elkaar dus op.
Toch is dit selectief winkelen:
de opname door de boom wordt
wél meegenomen in de claim,
maar de uitstoot van CO2 tijdens
bijvoorbeeld transport, productie
en verpakking van de fakkel níet.
Wat zien we als we verder kijken
dan deze aparte definitie? Twee
Racen op de camping
goede acties van Fire­Up. De fakkel
is gemaakt van hout uit duurzaam
beheerde bossen met het fsc­
keurmerk. Ook de aanmaakblokjes
die in de fakkel zitten om hem op
gang te krijgen, zijn fsc gekeurd en
geïmpregneerd met plantaardige
olie in plaats van met paraffine
of kerosine. Om welk type
plantaardige olie het gaat, is
alleen onduidelijk.
Het fsc­keurmerk is prima, maar
staat op de verpakking naast de
CO2­claim, dus op dat gebied voegt
dat niets toe. En de aanmaakblok­
jes zijn niet anders dan de fakkel
zelf: CO2­neutraal branden doen
ze alleen als je creatief bent met
de definities in je rekensom.
oordeel Het fsc­keurmerk en
de plantaardige olie van Fire­Up
zijn twee punten waard. Maar de
gekke CO2­claim gaat in rook op.
stijn Cornelissen is journalist
en schrijft kritisch over maatschappelijke projecten en
duurzame producten.
Dagje rondhangen bij de tent?
De kids vermaken zich met de
solar rover, gemaakt van een
leeg frisdrankblikje. Het moet
wel een beetje zonnig
weer zijn, want deze
wagen haalt zijn energie
uit zonlicht.
Zonnecelwagen,
green science,
€ 19,95,
bit.ly/11a8j6R
Thuis op vakantie
Voor wie geen zin heeft in die
stinkende, volgepropte auto
en gehannes met tentstokken:
met dit vakantieboek tover je
je eigen huis om tot een ware
vakantieplek.
Niemand de deur uit, studio
de Leijer, € 15, deharmonie.nl
Win Win Win: Maak
kans op een van de vijf
gratis exemplaren van dit
lees-, doe- en kijkboek.
Doe de quiz op
oneworld.nl/
vakantieboek
ONEWORLD 55
mediA & cultuur
LEZEN
DOEN
Win Win Win
doe de quiz op oneworld.nl/ghana
en maak kans op een exemplaar
van Ghana ga weg
uiTgeLiCHT
Nergens thuis
“D
oe geen moeite, je bent
schrijver of niet”, zei
Nobelprijswinnaar en
schrijfster Toni Morrison tegen
Taiye Selasi (1979) toen Selasi
haar vertelde dat ze schrijver
wilde worden. Selasi deed wél
moeite en bewees dat ze schrij­
ver is. Na het succesvolle verhaal
Het seksleven van Afrikaanse
meisjes schreef ze haar gedeel­
telijk autobiografische debuut­
roman Ghana ga weg. Met dit
debuut werd ze door het Engelse
literaire magazine Granta be­
noemd tot een van de twintig
beste jonge Britse romanschrij­
vers. De roman begint met de
dood van een geniale Ghanese
arts Kweku Sai. Hij woonde met
zijn Nigeriaanse vrouw en hun
kinderen in Boston, maar ruilde
hen in voor een nieuwe vrouw.
Samen met haar keerde hij terug
naar Ghana, waar hij uiteinde­
lijk overlijdt. Voor zijn kinderen
in de VS komt met het overlijden
de vraag naar boven waar ze
écht vandaan komen.
Tijdens de boekpresentatie in
Amsterdam vertelde Selasi over
het schrijfproces. “Ik was eind
29 en wilde voor mijn 30e wat
gepresteerd hebben. Maar toen
kreeg ik een writer’s block.” Ze
ging op yogales in Zweden.
Daar, onder de douche, kwam
haar redding. “In mijn verbeel­
ding zag ik ineens de familie
Sai naar mij toe lopen. Ik jatte
details van de karakters van
mijn familieleden, vervormde
non-FiCTie
ze een beetje en maakte ze tot
de personages.” Selasi beschrijft
op een aangrijpende en beladen
manier hoe het is om vreemde­
ling te zijn in eigen land. De vraag
‘waar kom ik vandaan?’, spookt
ook regelmatig bij haar door
het hoofd. Na Londen, Boston,
New York en New Delhi, woont
ze nu in Rome. Maar zich thuis
voelen doet ze nergens. “Het zou
mooi zijn als ik kon zeggen: ‘Dit
is mijn taal en dit is mijn vlag’.
Maar ik ben geen Nigeriaan,
Ghanees, Amerikaan of Italiaan.
Ik noem mezelf liever Afropolitan: een wereldburger met Afri­
kaanse roots.” anTje TiLsTRa
ghana ga weg
Taiye selasi / atlas Contact /
382 pagina’s / € 19,95
THRiLLeR
Nieuwe kijk op hulp
Een onmogelijke misdaad
Zij zijn arm en wij zijn rijk. Die opvatting is
inmiddels passé. Problemen rond grondstoffen, klimaat, veiligheid en water treffen
iedereen. Daar past een ander soort ‘hulp’
bij. In dit boek schetst Cordaid-directeur
René Grotenhuis een
nieuwe kijk op internationale samenwerking.
De Stieg Larsson van Japan wordt Keigo
Higashino al genoemd. Redding van een
heilige is zijn tweede thriller (naast andere
romans) met inspecteur Yukawa a.k.a.
professor Galileo in de hoofdrol. Zelfs
de briljante Yukawa heeft
moeite om de schijnbaar
onmogelijke misdaad op te
lossen en de moordenaar
te vinden.
grenzeloos eigenbelang. armoede uitbannen in een veranderende wereld /
René grotenhuis /
kiT Publishers i.s.m.
Cordaid / € 19,50
56 ONEWORLD
Redding van een heilige /
keigo Higashino / de
geus / € 19,95
dans
dans over de islam
In El Djoudour toont
de Frans-Algerijnse
choreograaf Abou
Lagraa hoe tradities
en rituelen zijn geworteld in kernwaarden
van de islam: vrijgevigheid en broederschap.
Zo 9, di 11 juni
stadsschouwburg
amsterdam
www.hollandfestival.nl
RondLeiding
Vrede en recht
Fietsend langs het
Humanity House, het
Joegoslavië Tribunaal
en het Internationaal
Strafhof kom je alles
te weten over vrede
en recht.
do 27 juni
Prodemos, den Haag
www.prodemos.nl
uiT eTen
Puur menu
Tijdens een avondje
uit genieten van een
driegangendiner met
pure, biologische, fairtrade en vegetarische
producten.
3 t/m 9 juni
Puur Restaurant Week,
in heel nederland
puurrestaurantweek.nl
muZiekFesTiVaL
afrique – Carib
Festival met onbekende muziekgenres
uit Afrika en het
Caribische gebied,
plus een kleurrijke
optocht ter herdenking van het slavernijverleden.
Za 29, zo 30 juni
Festival afrique - Carib
www.afrique-carib.nl
LUISTEREN
KIJKEN
BRaZiLië LuisTeRT naaR
FoToBLog
Sambô – Rock ‘n’ samba
Z
e zaten ooit op een feest­
je rond de tafel een beet­
je muziek voor zichzelf
te maken; Braziliaanse samba.
Toen zetten een paar vrienden
Rock and Roll van Led Zeppe­
lin in, met tamboerijn en ban­
jo. Die geïmproviseerde sessie
kwam op YouTube, waarna het
filmpje door heel Brazilië werd
opgepikt: de band ‘Sambô’ (va­
riant op samba) was geboren.
De vijfkoppige popgroep, die
sinds 2006 zes cd´s uitbracht,
speelt covers als Sunday Bloody
Sunday van U2 en Mercedes
Benz van Janis Joplin. Ze noe­
men hun muziek rock­samba,
en bespelen daarbij de instru­
menten die bij de samba horen,
zoals cavaquinho (kleine
gitaar) en percussie. Toen
Sambô vorig jaar optrad in
Big Brother Brasil kwam de
grote doorbraak.
Volgens pianist Ricardo Gama
besefte de groep ‘dat ze welis­
waar vooral voor de acht Big
Brother­deelnemers speelden,
maar dat ondertussen het hele
land meekeek’. Sinds dat
optreden is het rock­samba
wat de klok slaat in Brazilië.
De Braziliaanse Angélica Dass laat zien dat iedereen voorkomt in de kleurenwaaier van Pantone®
humanae.tumblr.com
FiLm
sTijnTje BLankendaaL
oneworld.nl/sambo
geHooRd
Arabische elegantie
Yasmine Hamdan vestigde haar reputatie in Libanon met
electro en new wave. Voor haar debuut-solo-album putte
ze uit het repertoire van beroemde en minder bekende
Arabische zangeressen uit het midden van de twintigste
eeuw. Die aanpak levert een elegante mix op van pop- en
folkliedjes, geïnspireerd op de verschillende, rijke Arabische
tradities, ondersteund door akoestische gitaren en synthesizers. Daardoorheen meandert haar licht hese, sensuele
stem. Een lust voor het oor.
Ya nass / Yasmine Hamdan / Crammed / ca. € 11,-
De film Rebelle van de Canadees-Vietnamese
regisseur Kim Nguyen roept zowel walging op,
vanwege de gruwelijkheden, als bewondering,
door de flarden van schoonheid die opduiken.
Komona (12) wordt op een dag wakker van het
geluid van mitrailleurs, als rebellen in een nietgenoemd Afrikaans land haar dorp binnenvallen.
Ze wordt gedwongen haar ouders te doden en
daarna wordt ze getraind als kindsoldaat. Later
raakt ze bevriend met een albino, ‘de tovenaar’.
Doordat Komona helderziend is, kan zij hinderlagen herkennen. De rebellen, ook Komona, zaaien dood en verderf. Tot de tovenaar besluit te
stoppen met oorlog voeren. Hij wil met Komona
trouwen, maar zij stelt als voorwaarde dat hij
eerst een witte haan voor haar moet vinden, een
moeilijke opgave in een land met weinig pluimvee.
Komona vertelt haar verhaal aan haar ongeboren
kind. Het verliezen van Komona’s onschuld, haar
worsteling daarmee en haar poging haar leven te
beteren maken de film boeiend. VamBa sHeRiF
Verkrijgbaar op dvd
ONEWORLD 57
MIJN OPLOSSING
tekst Marianne Wilschut
WERELDVERBETERAAR PRESENTEERT PLAN
Condoom met vleugels
Wie Paul Breur (32), werktuigbouwkundige en ondernemer Wil condoomgebruik
bevorderen Idee het Wingman Condoom, dat je zonder gehannes omdoet Maakt kans op
100.000 dollar van de Bill and Melinda Gates Foundation, voor het meest sexy condoom.
Wingman? Dat klinkt Top Gun-achtig. “Het is
een kwinkslag naar de straaljagerpiloten die altijd
een buddy bij zich hebben. Maar het is ook een
term uit het Amerikaanse uitgaansleven voor
een vriend die zijn maat helpt om een meisje te
versieren. Dit idee is geboren uit persoonlijke
frustratie. Adnan Tunovi, een Delftse vriend
en collega, vertelde mij ooit over het wilde
weekend dat hij achter de rug had en over zijn
gestuntel met het condoom. Dat was herkenbaar.”
Waarom is een condoom niet sexy? “Op wat
smaakjes en ribbeltjes na, is het latex condoom sinds
1930 niet wezenlijk veranderd. Het omdoen blijft
een hinderlijke onderbreking. De seks voelt minder
natuurlijk en door verkeerd gebruik zijn condooms
niet altijd veilig. Dit maakt condooms niet geliefd,
zelfs niet als ze gratis uitgedeeld worden.”
Beeld Anaïs López
Wat maakt jullie condoom anders? “Het geheim
zit hem in een plastic clipje met vleugels. Die
houdt het tuutje luchtvrij, terwijl je met één hand
het condoom naar beneden rolt en het clipje
verwijdert. Dat kan in drie seconden zonder dat
het licht aan hoeft. Omdat je het condoom zelf
niet aanraakt, is de kans nihil dat het door een
nagel of ring scheurt. We kunnen dus het allerdunste rubber gebruiken. Het voelt prettiger,
is veilig en geeft minder gedoe.”
58 ONEWORLD
Waar kan ik de Wingman kopen? “Sinds december
ligt-ie in erotiekspeciaalzaken, daar komen steeds
meer (online) verkooppunten bij. Ook is er
interesse bij aidsbestrijdingsorganisaties. Het
ultieme doel is om bij de drogist te liggen. Als we
de hoofdprijs winnen, kunnen we het condoom
verder ontwikkelen. Denk aan andere maten en
vleugels van biologisch afbreekbaar plastic.”
In november wordt bekend wie het condoom het
meest sexy heeft gemaakt. wingmancondoms.com
OneWorld LIVE!
Kleurt
de toekomst
groen?
talkshow over de zin en onzin van de duurzame agenda
Datum: dinsdag 11 juni
Tijd: 20.00 uur
Locatie: De Balie, Amsterdam
Gratis entree
Staat duurzaamheid veel te laag op het lijstje van politici of is die groene
agenda eigenlijk maar activistenpraat? En hoe maken we ons eigen huis
een beetje groen?
Op dinsdag 11 juni schuiven experts en critici aan tafel tijdens de wervelende talkshow OneWorld Live! In drie rondes ontrafelen we de feiten
en de sprookjes achter duurzame politiek, de groene economie en lokale
burgerinitiatieven.
Altijd op de hoogte van duurzame nieuwtjes? Marjan Minnesma (Urgenda)
zal diezelfde avond de app Duurzaam Journaal lanceren. De duurzame
app is een initiatief van OneWorld, De Betere Wereld en De Nieuwe Pers.
Voor meer informatie: oneworld.nl
LIVE
ONEWORLD 59
NIEUW:
oneWorld
MAGAZINE APP
NUMMER
JUNI
OneWorld/juni
WIN
DRIEDAAGS
UITJE
PARME
Prins(h)eerlijk
mobieltje
JAIME DE BOURBON
STUDENTEN EN ASIELZOEKE
OWNR–
DOWNLOAD
OWNR–
DOWNLOAD
OWNR–
DOWNLOAD
RS SAMEN
Eindhovense
verbroedering
COMMERCIE OF PRINCIPES
Worstelende
wereldwinkels
ARLIJKEMODE
VA
GEalen
betalen de prijs, wij niet
Beng
OWNR–
OWNR–
DOWNLOAD
OWNR–
DOWNLOAD
OWNR–
DOWNLOAD
DOWNLOAD
Het laatste nummer uitgeleend? Dat artikel in het oude nummer toch
nog willen lezen? Of woonachtig in het buitenland, en geen geld voor
een abonnement? Nu is er de enige echte OneWorld Magazine app,
voor iPad en Android-tablets, met alle nummers vanaf de start in
december 2011. Ga naar de Apple App Store of de Google Play Store,
en laad de app!
WWW. oneWorld.nl/aPPs