Jaarverslag 2013

Transcription

Jaarverslag 2013
Jaarverslag
© Layla Aerts
2013
Child Focus dankt de Koning Boudewijnstichting voor haar bijdrage tot
de realisatie van dit jaarverslag.
Child Focus dankt van ganser harte
de Nationale Loterij, haar meest gulle schenker!
Inhoud
• Samenstelling van de Raad van Bestuur in 2013… ……………………………………………………………………………… 1
• De cijfers 2009-2013 in een oogopslag……………………………………………………………………………………………… 2
• Voorwoord van de directie en de voorzitter … …………………………………………………………………………………… 4
• 116 000: het noodnummer van Child Focus… …………………………………………………………………………………… 5
• De twee actiedomeinen van Child Focus…………………………………………………………………………………………… 6
1. Vermiste kinderen
7
• Weglopers…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 11
• Internationale kinderontvoeringen door een ouder… ………………………………………………………………………… 14
• Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)………………………………………… 16
• Ongedefinieerde verdwijningen… ……………………………………………………………………………………………………… 17
• Ontvoeringen door derden… ……………………………………………………………………………………………………………… 18
Preventie- en sensibiliseringsacties… …………………………………………………………………………………………………… 19
2. Seksueel uitgebuite kinderen en e-safety
20
• Seksueel misbruik……………………………………………………………………………………………………………………………… 21
• Seksueel misbruik via informatie- en communicatietechnologieën… ………………………………………………25
• Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik…………………………………………………………………27
• Beelden van seksueel misbruik (stopchildporno.be)… ………………………………………………………………………28
• e-safety (hulplijn)……………………………………………………………………………………………………………………………… 30
Preventie- en sensibiliseringsacties… ……………………………………………………………………………………………………32
• Financiering en jaarrekeningen……………………………………………………………………………………………………………34
• Financiering… ……………………………………………………………………………………………………………………………………34
• Jaarrekeningen……………………………………………………………………………………………………………………………………36
• Verslag van de Bedrijfsrevisor……………………………………………………………………………………………………………38
• Lijst van partners……………………………………………………………………………………………………………………………… 40
Hoofdredacteur: Maryse Rolland
Redactie: Nadège Bastiaenen, Hilde Demarré, Nadia
Elmouden, Nathalie Fallon, Alexander Isakhanian, Kenny
Kolijn, Brigitte Maca, Sofia Mahjoub, Lise-Laura Mattern,
Melissa Palomo Lopez, Astrid Pouppez de Kettenis, Katrien
Temmerman, Adinda Van Poucke, Elisa Van Speybroeck,
Sandra Voet
Grafisch ontwerp: Françoise Albertyn,
Dominique Cabanac I www.wysiswyg.com
Druk: impresor.be
Vertaling: igtv.be
Leescomité: Elisa Van Speybroeck, Heidi De Pauw, Dirk
Depover, Nathalie Fallon, Stéphanie Leyn, Sofia Mahjoub,
Melissa Palomo Lopez, Miguel Torres Garcia
Foto’s: Layla Aerts I www.laylaaerts.be
Verantwoordelijke uitgever: Heidi De Pauw,
Houba – de Strooperlaan 292, B- 1020 Brussel
De Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen werkt onder de naam ‘Child Focus’. Het is
een stichting van openbaar nut.
Zeven dagen op 7 en 24 uur op 24 stelt de organisatie alles in het werk om vermiste kinderen terug te
vinden en hun seksuele uitbuiting tegen te gaan, offline en online.
Om een verdwijning of seksuele uitbuiting te melden, gebruik één noodnummer, 116 000. Via de
chatlijn ‘nupraatikerover.be’ kunnen jongeren in alle vertrouwen over seksueel misbruik praten. Mensen die op beelden van misbruik van kinderen op internet botsen, kunnen dit anoniem melden via het
burgerlijk meldpunt stopchildporno.be.
De overheidssubsidies dekken ca. een derde van de behoeften van Child Focus. Deze fondsen worden
per project of op jaarbasis onderhandeld. Ondernemingen en het grote publiek zorgen voor de andere
twee derden.
Child Focus is lid van:
. Belgisch Netwerk van Stichtingen
. Kinderrechtencoalitie Vlaanderen
. Missing Children Europe (MCE)
. International Centre for Missing and Exploited Children (ICMEC)
. International Association of Internet Hotlines (INHOPE)
. Internationaal netwerk van sensibilisatieplatforms rond veilig internet (INSAFE)
. Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF)
. Association pour le Volontariat
. Vzw Het Punt
. eNACSO
Onder het Erevoorzitterschap van
H.M. Koningin Paola, vanaf
31 januari 2014 van H.M. Koningin
Samenstelling van de Raad
van Bestuur in 2013
Voorzitter
Jean-Louis Duplat
Vicevoorzitter
Hilde Burie – Witters
Leden
Stef Anthoni
Willy Bruggeman
Vincent Bruyère
Heidi De Pauw
Jérôme Glorie
Marina Maes
Joël Moresco
Benoît Parmentier
Françoise Pissart
Astrid Rubbens (tot 01.10.2013)
Dirk Vanden Branden
Jan Van Gils (tot 01.10.2013)
Jean-Pierre Wellens
Waarnemer aangeduid
door de Federale Regering
Jérémie Tojerow
Waarnemers aangeduid door
de drie Gemeenschappen - Regeringen
Margot Cloet
Isabelle Pierret
Marco Zinnen
1
Child Focus 2013 Jaarverslag
Cijfers 2009-2013 in een oogopslag
Behandelde dossiers “verdwijningen” 2009-2013
2009 2010 20112012
p.11 Weglopers
1 019
1 042
1 101
1 095
989
p.14 Internationale kinderontvoeringen door een ouder
467
470
508
455
383
p.16 Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
279
299
93
83
64
p.17 Ongedefinieerde verdwijningen
29
32
61
77
82
p.18 Ontvoeringen door derden
36
29
31
17
33
1 830
1 873
1 794
1 727
1 551
227
253
294
279
282
TOTAAL verdwijningsdossiers
TOTAAL onrustwekkende verdwijningen (zie p.8 en p.10)
p.10 Affichagecampagnes
24 14 3331 33
p.10Vignettagecampagnes
57
81 61 87106 93
TOTAAL opsporingscampagnes
Behandelde dossiers “verdwijningen” per categorie in 2013
927
62
250
133
6%
TOTAAL
TOTAAL
35 %
47
54
75
60
Niet-afgesloten dossiers 31.12.2013
56
26
TOTAAL
46
18
24
9
28 %
32 %
82
Afgesloten dossiers
TOTAAL
27 %
TOTAAL
989
383
94 %
65 %
68 %
72 %
73 %
Internationale kinderontvoeringen door een ouder
Ongedefinieerde
verdwijningen
Verdwijningen van niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen
Ontvoeringen door
derden
Weglopers
2
2013
64
33
Child Focus 2013 Jaarverslag
Nieuwe dossiers « seksueel uitgebuite kinderen & e-safety » 2009-2013
2009 2010 20112012
p.21 Seksueel misbruik
2013
-
-
460
636
502
p.25 Seksueel misbruik via ICT*
-
-
57
52
44
p.27 Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik
-
-
17
18
16
TOTAAL dossiers “seksuele uitbuiting”
257 331 534706 562
p.30 Contacten “Hulplijn” (via clicksafe.be)
112
78
113
p.30 Vragen over vorming en pedagogisch materiaal 338
2 064
1 025
782
1 500
338
2 064
1 137
860
1 613
1 839
1 320
1 479
1 394
1 232
Totaal contacten en vragen “e-safety”
p.28 Dossiers “stopchildporno.be”
*ICT: informatie- en communicatietechnologieën
Vóór 2011: de dossiers seksuele uitbuiting waren niet onderverdeeld in categorieën
Dossiers “seksuele uitbuiting” preventieve vs. effectieve dossiers 2009-2013
240
6
1
16
66%
%
1%
94%
284
41
326
12 %
28%
2%
2009
2010
93 %
86 %
72%
5
203
471
1%
61 %
2011
Preventieve dossiers
219
2%
38 %
67 %
68%
Effectieve gevallen
16
2012
392
31 %
12
2%
70 %
2013
158
28 %
35%
65%
Andere
3
Child Focus 2013 Jaarverslag
Voorwoord
Zonder doelstellingen gesteund op waarden, is een organisatie als een
schip zonder bestemming…
Een jaarverslag is per definitie een terugblik. We geven
u inzicht in onze operationele aanpak van en preventie-activiteiten rond verdwijning en seksuele uitbuiting
van kinderen, gedurende een bijzonder intens en druk
werkjaar.
Daarnaast was 2013 een belangrijk scharniermoment.
15 jaar na de oprichting van Child Focus, definieerden
we samen met de raad van bestuur en het hele team, na
intens en constructief overleg, de strategische doelstellingen voor de periode 2014-2017. De hamvragen waren:
wat willen wij doen? - en hoe willen wij dit doen? We
vertrokken daarbij vanuit zes sterk geformuleerde basiswaarden, die u achteraan dit jaarverslag terugvindt.
We blijven resoluut focussen op verdwijningen en seksuele uitbuiting van kinderen. Daarbij plaatsen we mens
en kind centraal, en gaan we zonder enig oordeel of
onderscheid tewerk. Iedereen, ook de meest kwetsbare
niet-begeleide minderjarige vluchteling die vermist raakt
heeft recht op een volwaardige benadering. In zaken van
internationale parentale ontvoering zullen we steeds
proberen de betrokkenen tot bemiddeling te bewegen,
hoe moeilijk ook, omdat we weten dat zo vaak snellere
en betere resultaten geboekt worden dan bij het louter
volgen van de juridische weg. Dat een jongere wegloopt
zullen we nooit bagatelliseren, ook niet als die jongere
dat reeds meermaals deed. Betrokkenheid gaat daarbij
hand in hand met het streven naar professionalisme.
Meer dan ooit leggen we het accent op seksuele uitbuiting en fungeren we in dossiers van seksueel misbruik
louter als raadgever en doorgeefluik naar gespecialiseerde lokale hulporganisaties en politiediensten. We
hebben niet de pretentie langdurende hulp of therapie te
kunnen bieden. In de loop van 2014 zullen we daarom de
banden met andere organisaties nog aanhalen, teneinde
de hulpvragers rechtstreeks naar hen toe te leiden. We
kiezen daarbij resoluut voor partnerschap en overleg.
Zelf willen we onze actieradius beter afbakenen en onze
rol en taken inzake seksuele uitbuiting scherper definiëren. Daarbij wordt het verdrag van Lanzarote onze
“
”
Ik dank en feliciteer jullie voor jullie toewijding. Professioneel of
vrijwillig vervullen jullie met grote inzet, en menselijkheid, jullie taak.
ELIO DI RUPO, eerste minister
leidraad. In België is er op dat vlak nog veel werk aan
de winkel. Het gaat daarbij om de aanmaak en verspreiding van beelden van seksueel misbruik van kinderen
(kinderporno), om het online misleiden van kinderen met
als doel seksuele handelingen te plegen (grooming), om
kinder- en jongerenprostitutie, en om bepaalde vormen
van sekstoerisme.
Child Focus richt zich traditioneel op ouders en naasten
van vermiste en seksueel uitgebuite kinderen, tot op heden waren de activiteiten en contacten die rechtstreeks
op kinderen en jongeren waren gericht beperkt. Daarin
willen we verandering aanbrengen. Daarom gaan we op
termijn onze boodschappen ook in een andere taal en via
andere kanalen brengen. Want door de jongeren actief
te betrekken en hen een stem te geven verwerven onze
acties en sensibiliseringsactiviteiten meer slagkracht.
Hartelijk dank aan alle medewerkers en vrijwilligers die
zich onvermoeibaar en professioneel inzetten, 365 dagen en nachten lang.
Child Focus bestaat 15
Heidi De Pauw,
algemeen directeur
Jean-Louis Duplat,
voorzitter
jaar!
Op 3 december 2013 blies Child Focus 15 kaarsjes uit. Ter gelegenheid van deze verjaardag verwelkomden de voorzitters van Kamer en
Senaat de heer André Flahaut en Mevrouw Sabine de Bethune onze organisatie en haar 250 genodigden uit welzijns- en bedrijfswereld,
politie, magistratuur en beleid, in het Federaal Parlement. Onze erevoorzitster (tot 31 januari 2014), Koningin Paola en de eerste minister
Elio Di Rupo waren eveneens aanwezig. Deze gezellige avond was voor de directie en de raad van bestuur van Child Focus eveneens de
gelegenheid om de conclusies van de recente identiteitsoefening en het strategisch plan voor de komende vier jaar voor te stellen.
4
Child Focus 2013 Jaarverslag
116 000 en straks 116000.be
Het noodnummer van Child Focus
Eén van de belangrijkste troeven van Child Focus blijft de laagdrempeligheid.
De organisatie is dag en nacht, elke dag van de week, te bereiken op het
gratis noodnummer 116 000. Iedereen kan hier terecht om een verdwijning of
een situatie van seksuele uitbuiting van een minderjarige te melden. Het team
van acht onthaalverantwoordelijken staat als eerste klaar om bellers een
luisterend oor te bieden en verder te helpen.
De onthaalverantwoordelijken: medeleven en efficiëntie
De onthaalverantwoordelijken moeten snel kunnen afleiden wat de vraag van de beller is. Eens de vraag is verduidelijkt, is het belangrijk om de juiste informatie te bekomen. Daarna geeft de onthaalverantwoordelijke de oproep door
aan een consulent ‘verdwijning’ of ‘seksuele uitbuiting’.
Oproepen die niet tot de bevoegdheid van Child Focus behoren, worden doorgestuurd naar een consulent ‘sociale
kaart’. Deze consulent heeft een uitgebreide kennis van het hulpverleningslandschap en zal de oproeper snel doorverwijzen naar de juiste organisatie of dienst.
In 2013 werden zo 617 oproepers doorverwezen naar een organisatie of dienst die meer geschikt was om een antwoord op de vraag te bieden. In totaal werden 37 359 oproepen ontvangen via de 116 000.
Evoluties in het profiel
Ouders en familie enerzijds en de politie anderzijds, blijven de belangrijkste groep aanmelders voor verdwijningen op
het noodnummer 116 000. Na een opmerkelijke stijging vorig jaar van de meldingen door de politie, noteren we in
2013 opnieuw een lichte stijging van ongeveer 2%. De oproepen van gezinnen en familie blijven op hetzelfde niveau
van 2012.
OPROEPEN VAN POLITIE,
MAGISTRATEN:
14,4 %
(12,3 % in 2012)
OPROEPEN
VAN FAMILIELEDEN:
38 %
(37 % in 2012)
OPROEPEN
VAN GETUIGEN:
1%
(1 % in 2012)
In 2012 was het nummer 116 000 reeds in gebruik in 22 Europese landen. Eind 2013 waren
deze met 25!
Sinds de opstart van de 116 000 in België is het oude
nummer 110 parallel blijven bestaan. In 2013 stelden we
echter vast dat 90% van de oproepen op de 110 vergissingen en kwaadwillige oproepen waren. De beslissing
werd dan ook genomen om de 110 vanaf 1 januari 2014
definitief af te schaffen en de volle ruimte te laten aan de
116 000 om zich in het collectieve geheugen te nestelen.
In 2013 besliste Child Focus de telefonische noodlijn te
versterken met een chat. Onderzoek wijst immers uit dat
er een toenemend gebruik merkbaar is van sociale media
en chat-applicaties. 116000.be, operationeel op 25 mei
2014, zal werken volgens dezelfde modaliteiten als de
klassieke 116 000 telefoonlijn met één verschil: er wordt
op de chatlijn geen 24/7 bereikbaarheid geboden.
“
Op een avond vormde een oudere dame per vergissing de
116 000. Met een aarzelende stem herhaalde ze keer op keer:
“Ik ben gevallen”. Omdat ik niet zeker was over haar fysieke
toestand en haar vermogen om de 100 te bellen, schakelde ik de
oproep door en gaf ik de operator haar telefoonnummer, voor het
geval ze haar precieze adres niet kon doorgeven. Nog geen tien
minuten later belde de 100 me terug om te melden dat er een
ziekenwagen op weg was naar haar woning.
De 116 000 is meer dan een noodlijn voor vermiste en seksueel
uitgebuite kinderen. Het is ook een telefoonlijn met een hart dat,
in geval van nood, klopt voor elke persoon in moeilijkheden.
”
BRIGITTE MACA, onthaalverantwoordelijke
5
Child Focus 2013 Jaarverslag
De twee actiedomeinen
van Child Focus
Een multidisciplinair team (psychologen, juristen, criminologen, sociologen, pedagogen, seksuologen en maatschappelijk assistenten), in totaal
bestaande uit negen consulenten, behandelen de verdwijningsdossiers
en de dossiers inzake seksuele uitbuiting. Twee analisten onderzoeken
het fenomeen van verdwijningen en seksuele uitbuiting van kinderen en
doen beleidsinvloedend werk. Daarnaast vergeten we zeker de vijf projectverantwoordelijken niet, die alles in het werk stellen om projecten en
preventietools te ontwikkelen en het grote publiek te sensibiliseren.
In geval van verdwijningen informeert de consulent regelmatig naar de stand van zaken van het politieonderzoek, waakt erover dat er geen informatie aan de aandacht van de onderzoekers ontsnapt en zorgt
ervoor dat de ouders en slachtoffers op een correcte manier worden bijgestaan. Soms houdt de consulent
ook na sluiting van het dossier verder contact. Indien nodig zal Child Focus doorverwijzen naar de gepaste
hulpverlening voor verdere psychosociale of andere begeleiding.
In geval van seksuele uitbuiting en e-safety luistert de consulent met empathie naar het verhaal, probeert
de ernst ervan in te schatten en peilt naar de noden van het slachtoffer en zijn omgeving. De consulent
informeert de persoon over mogelijke hulp of gerechtelijke procedures. De noden van het slachtoffer staan
hierbij altijd centraal.
6
In 2013 behandelden de consulenten 2 113 dossiers inzake verdwijningen en seksuele uitbuiting (2 433 in 2012), waarbij in totaal 1 706
kinderen betrokken waren. Dat is een daling
van bijna 9% van het totale aantal behandelde dossiers tegenover 2012 (320 dossiers).
Child Focus kan geen specifieke redenen voor
deze daling van dossiers geven. Het zou te vroeg
zijn om dit een trend te noemen. Een trend ontplooit zich gewoonlijk over een vijftal jaren.
AANTAL BEHANDELDE
DOSSIERS:
EEN TERUGVAL
MET ZOWAT
9%
Het aantal behandelde dossiers is niet altijd gelijk aan het aantal betrokken kinderen. In wegloopdossiers (de grootste categorie verdwijningen) zijn er bijvoorbeeld
jongeren die meerdere keren per jaar wegliepen. Bij dossiers seksuele uitbuiting of internationale
kinderontvoeringen door een ouder, zijn er soms meerdere kinderen uit hetzelfde gezin betrokken.
In verhouding meer onrustwekkende verdwijningen
Voor het eerst sinds de oprichting van Child Focus is het aantal dossiers verdwijningen onder de
grens van 1 600 dossiers per jaar (1 551) gegaan. De wegloopdossiers en dossiers met internationale ouderlijke ontvoeringen zijn het sterkst afgenomen. Maar de dossiers inzake ontvoeringen door
derden zijn zowat verdubbeld (33 dossiers tegenover 17 in 2012). Het is dus niet verwonderlijk dat de
onrustwekkende verdwijningen in verhouding talrijker zijn dan in 2012 (18% van de dossiers tegenover 16% in 2012)
Dossiers inzake seksuele uitbuiting naar beneden
562 dossiers inzake seksuele uitbuiting werden behandeld in 2013, dat is 144 minder dan in 2012.
Een afname die toe te schrijven is aan de wil van Child Focus om zich minder te profileren op het
gebied van seksueel misbruik, volgens de nieuwe strategie van de organisatie (zie editorial).
Child Focus 2013 Jaarverslag
VERMISTE KINDEREN
De gevallen van vermiste kinderen worden onderverdeeld in
vijf categorieën: weglopers, internationale kinderontvoeringen
door een ouder, de verdwijning van niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen, ontvoeringen door derden en ongedefinieerde
verdwijningen. Voor elk type verdwijning worden verschillende
procedures toegepast. Er bestaan ook verschillende samenwerkingsverbanden met politie, justitie, de FOD Buitenlandse
Zaken en Justitie, maar ook de hulpverleningsorganisaties.
Wanneer is een verdwijning
onrustwekkend?
Een verdwijning wordt als onrustwekkend beschouwd indien één of
meer criteria uit de Ministeriële Richtlijn van 20 februari 2002 inzake de
opsporing van vermiste personen van toepassing zijn:
1. de vermiste persoon is jonger dan 13 jaar;
De onthaalverantwoordelijken van de noodlijn schakelen de oproepen met betrekking tot vermiste kinderen
door naar de consulenten. Om een verdwijningsdossier te kunnen opmaken, ongeacht de aard ervan, is het
belangrijk dat er aangifte van verdwijning wordt gedaan bij de lokale politie. Dit is echter geen verplichting
voor een internationale kinderontvoering door een ouder.
2.de vermiste persoon heeft een lichamelijke of geestelijke beperking of mist de nodige
zelfredzaamheid;
3. de vermiste persoon is afhankelijk van medicatie of medische behandeling;
4.de vermiste persoon bevindt zich mogelijk in een voor hem/haar levensbedreigende
situatie;
Child Focus behandelt verdwijningen van jongvolwassenen tot 24 jaar
5.de vermiste persoon bevindt zich mogelijk in het gezelschap van derden die zijn welzijn
kunnen bedreigen of is het slachtoffer van een misdrijf;
Child Focus behandelt ook verdwijningen van jongeren tot 24 jaar als minstens één van de verontrustende
6. de afwezigheid van de jongere is in complete tegenstelling tot zijn normale gedrag.
criteria uit de Ministeriële Richtlijn inzake de opsporing van vermiste personen van toepassing is.
7
Child Focus 2013 Jaarverslag
Wat doet Child Focus bij een
onrustwekkende verdwijning?
Een ouder, een kennis, een magistraat, een politiedienst of
een instelling belt naar de 116 000, de gratis noodlijn van
Child Focus (24 uur op 24 en 7 dagen op 7 bereikbaar). Een
onthaalverantwoordelijke beantwoordt de oproep en verbindt
de beller door met één van de consulenten die gespecialiseerd
is in verdwijningen.
Natuurlijk is elke ouder verontrust wanneer zijn kind
verdwijnt. Maar dankzij onze ervaring en een reeks
criteria die werden vastgelegd in een Ministeriële
Richtlijn met betrekking tot vermiste personen, probeert Child Focus de situatie objectief in te schatten
(zie p.7).
Snel en efficiënt handelen
Child Focus heeft een samenwerkingsprotocol met politie en justitie. Een consulent neemt contact op met
de politiedienst die zich bezighoudt met desbetreffende verdwijning en gaat na of de Cel Vermiste Personen
van de federale politie op de hoogte is. Indien nodig,
kan de Cel grote zoekmiddelen inschakelen, zoals helikopters, speurhonden, duikers, enz.
Onontbeerlijke samenwerking
Wanneer het leven van
het kind in onmiddellijk
gevaar is: CHILD ALERT
Child Alert werd in februari 2011 op initiatief van Child Focus in het leven geroepen. Het
is een uiterst snel systeem voor de grootschalige verspreiding van opsporingsberichten
van een kind dat in onmiddellijk levensgevaar verkeert. Maximum 24 uur lang worden
alle mogelijke communicatiemiddelen ingezet: e-mails, sociale netwerken, applicatie
voor smartphones, media (radio en televisie), netwerken van ondernemingen (digitale
schermen, webbanners), digitale signalisatieborden, enz.
Iedereen kan zich inschrijven via childalert.be zodat ze opsporingsberichten kunnen
ontvangen en verspreiden via hun netwerken (vrienden, klanten, werknemers, lezers,
luisteraars, kijkers, enz.). De getuigenissen worden gecentraliseerd via het nummer
116 000 (noodlijn van Child Focus) of 0800 30 300 (nummer van de federale politie).
Enkel de magistraat die met het verdwijningsdossier is belast, beslist over de
lancering van een Child Alert. In 2013 werd geen Child Alert gelanceerd.
8
Na overleg met de onderzoekers en de magistraat die
zich over het dossier ontfermt, wordt zo nodig een
affichageprocedure opgestart. Het Netwerkteam van
Child Focus wordt dan op de hoogte gebracht en krijgt
de opdracht om de betrokken coördinator(en) van de
vrijwilligers te bellen, net als de andere partner(s) die
in het kader van het dossier werd(en) gekozen. Het
gaat om organisaties die hun verdeel- en communicatienetwerk ter beschikking stellen van Child Focus
tijdens haar opsporingscampagnes (zie p.10). Tegelijkertijd maakt het Affichageteam de papieren en/of digitale affiche in de gevraagde hoeveelheden en formaten. Een koeriersbedrijf bezorgt de afgedrukte affiches
vervolgens aan de vrijwilligers en structurele partners.
Ook de pers is een belangrijke partner. De woordvoerders van Child Focus houden de journalisten zonodig
tijdens de hele verdwijningszaak op de hoogte van wat
Child Focus doet. Iedereen kan de opsporingsberichten
van vermiste kinderen onmiddellijk ontvangen, dankzij
de RSS-feed van de website childfocus.be en de mogelijkheid zich op allerlei andere kanalen te abonne-
ren. Child Focus maakt eveneens gebruik van sociale
netwerken (Facebook, Twitter, You Tube…).
Een discreet hulpmiddel
Als in het belang van het kind discreter gewerkt moet
worden, dan kunnen er vignetten verspreid worden in
plaats van affiches. Een vignet is een miniaffiche die
in een portefeuille past of achter een toonbank discreet wordt bewaard. Vrijwilligers verdelen vignetten
onder zorgvuldig geselecteerde doelgroepen (stationchefs, handelaars, taxibestuurders, bewakingsagenten, enz.). Een vignet wordt niet uitgehangen en is
dus niet voor iedereen zichtbaar.
Alle getuigenissen die na zo’n affichage- of vignettagecampagne binnenkomen via de 116 000, worden
meteen doorgestuurd naar de betrokken politiedienst(en) en de verantwoordelijke magistraat.
Ouders ondersteunen
tijdens moeilijke momenten
Vanaf het eerste moment van de verdwijning staat
een consulent van Child Focus de ouders bij door
hen te steunen en hen op de hoogte te houden van
het verloop van het onderzoek. Zonodig doet hij een
beroep op de diensten van slachtofferonthaal of
slachtofferhulp. De consulent staat voortdurend in
contact met de onderzoekers. Zodra een kind wordt
teruggevonden, zorgt de consulent ervoor dat het kind
en zijn familie, indien gewenst, psychologische steun
of begeleiding krijgen. Child Focus haalt ook alle opsporingsberichten weer weg. Al die hulp is volledig
gratis.
Child Focus 2013 Jaarverslag
De coördinator, belangrijkste schakel
binnen een vrijwilligersgroep
Onze vrijwilligers: de sterkste schakel
van de solidariteitsketen van Child Focus!
Child Focus rekent op 26 vrijwilligersgroepen, die elk worden beheerd door één of twee
coördinatoren. De coördinator, zelf ook vrijwilliger, is onder meer verantwoordelijk voor
de algemene en praktische organisatie van zijn team vrijwilligers, voor alle communicatie en dagelijkse contacten, voor het goede verloop van een affichage- en vignettageactie, en voor het organiseren en coördineren van sensibiliseringscampagnes en lokale
evenementen.
Eind 2013 waren ze met 1 000, verdeeld over 26 groepen over heel
België. Elke vrijwilligersgroep staat onder leiding van één of twee
coördinatoren, zelf ook vrijwilligers.
De cel Netwerk van Child Focus stelt elke dag alles
in het werk om deze vrijwilligers te motiveren en te
omkaderen. Er wordt hen een uiteenlopend activiteitenpalet aangeboden waarmee ze al hun talenten en
vaardigheden kunnen benutten en dat zo goed mogelijk aan hun verwachtingen voldoet.
Ze werken mee aan de opsporingscampagnes …
De vrijwilligers bieden concrete hulp bij een geval van
onrustwekkende verdwijning van een kind of jongere:
ze hangen opsporingsaffiches op of verdelen vignetten
in winkels en op andere plaatsen in hun omgeving. In
2013 deed Child Focus een beroep op haar vrijwilligers
voor 78 van de 94 opsporingscampagnes die de organisatie op touw zette.
… organiseren evenementen en bemannen
stands …
De vrijwilligers werken ook mee aan verschillende
soorten evenementen en stands om de organisatie
meer bekendheid te geven bij het grote publiek of om
geld in te zamelen. In 2013 waren vrijwilligers aanwezig op een kleine honderd evenementen die door ons
of anderen werden georganiseerd. In januari deelden
ze identificatiearmbandjes voor kinderen uit op het Autosalon. In de lente verkochten ze Child Focus-artikelen op talloze markten en rommelmarkten of waren ze
Hij is het scharnier tussen de vrijwilligersgroep en de organisatie. En hij is bovendien,
zoals elke vrijwilliger bij Child Focus, een ware ambassadeur van de organisatie.
aanwezig op grote beurzen zoals de vrijwilligersbeurs
van Luik.
… zetten zich in voor preventie- en sensibiliseringsacties …
Ook wanneer de organisatie projecten, programma’s
en campagnes rond communicatie, sensibilisering en
preventie voert, is de hulp van vrijwilligers bijzonder
waardevol. Zo leidt Child Focus sinds eind 2011 vrijwilligers op tot “Vrijwillige Ambassadeurs in de Scholen” (zie p.19).
… steunen de ouders van weggelopen
kinderen …
In 2013 vormde Child Focus, met de steun van Cera,
12 nieuwe vrijwillige ervaringsdeskundige ouders voor
haar ‘Bijstandsteam’. (zie p. 13)
… en helpen de werknemers binnen de
organisatie
Een tiental vrijwilligers helpt de werknemers van
Child Focus binnen de organisatie met bepaalde administratieve, logistieke of andere taken. Ze komen
op regelmatige basis of wanneer we ze nodig hebben.
Child Focus zet zo vrijwilligers in die zich bezighouden
met het persoverzicht, helpen bij de verzending van
preventiemateriaal, het nalezen van publicaties of het
beantwoorden van de oproepen op de noodlijn.
“
Na meer dan twee jaar als coördinator, weet ik hoe belangrijk deze
taak is om snel affiches of vignetten tot bij de vrijwilligers te krijgen
om zo snel en efficiënt mogelijk kinderen of jongvolwassenen terug te
vinden. Ook op evenementen vormen we een (h)echt team. Zo leren
de mensen Child Focus beter kennen en vooral het noodnummer
116 000 onthouden. Ik ben dan ook zeer blij dat ik deze taak op mij
genomen heb, want met een zeer goed vrijwilligersteam zoals dat van
Dendermonde, beleef je er ook veel plezier aan.
”
SONJA DEKUYPER, coördinatrice vrijwilligersgroep Dendermonde
9
Child Focus 2013 Jaarverslag
Structurele partners:
een onmisbare hulp bij opsporingsacties
Naast haar vrijwilligers kan Child Focus eveneens rekenen op een sterk netwerk van structurele
partners. Het gaat om ondernemingen waarmee we een samenwerkingsovereenkomst afsloten en
waarop we beroep kunnen doen tijdens opsporingscampagnes.
Het team Netwerk van Child Focus is steeds op zoek
naar nieuwe partners om onze solidariteitsketen te
versterken. Zo konden we in 2013 rekenen op de steun
van de Gemeenschapswachten van negen nieuwe
steden en ondertekenden we nieuwe overeenkomsten
met Brussels South Charleroi Airport en Q-Lite.
Child Focus verspreidt jaarlijks tal van affiches en vignetten van vermiste kinderen, en dit zowel in papieren
als in digitale versie. In 2013 noteerden we 282 onrustwekkende verdwijningen (dit is 18% van het totaal
van 1 551 dossiers). We lanceerden 93 opsporingscampagnes met onze vrijwilligersgroepen en/of structurele partners, respectievelijk 33 affichage-acties en
60 vignettage-acties.
Met het oog op een zo efficiënt mogelijke werking op
het terrein, is Child Focus in 2012 samenwerkingsovereenkomsten aangegaan met de Gemeenschapswachten van verscheidene grote steden. Deze groep werd
in 2013 uitgebreid met Asse, Aalst, Brugge, Charleroi,
Dendermonde, Mechelen, Nijvel, Turnhout en Vilvoorde. Ook in deze steden zijn de extra paar ogen op
straat een welgekomen hulp voor Child Focus.
De samenwerking is tweeledig. Enerzijds krijgen de
Gemeenschapswachten de vignetten van vermiste kinderen en worden ze gevraagd onze noodlijn 116 000 te
10
bellen als ze de kinderen opmerken. Anderzijds kunnen
ze onze lokale vrijwilligersteams ondersteunen in de
verdeling van vignetten of het ophangen van affiches,
indien dat nodig blijkt.
Twee nieuwe partners
In 2013 werd de lijst van structurele partners aangevuld met twee nieuwe partnerschappen. Zo stelde
Brussels South Charleroi Airport haar netwerk van digitale schermen in verschillende zones van het luchthavengebouw ter beschikking van de organisatie. Zo
kunnen duizenden passagiers gelijktijdig geïnformeerd
worden over communicatie- en opsporingscampagnes.
Ook met Q-Lite, ontwikkelaar van digitale outdoor
LED-informatiedisplays, kunnen we een groot publiek
bereiken via hun netwerk van digitale schermen. Deze
schermen staan onder meer op grote openbare plaat-
sen opgesteld en zorgen dus voor een bijzonder grote
zichtbaarheid.
Atrium, Belmedis, Belspeed/Fashionwheels, Carrefour, Colruyt/Spar, Defensie, Delhaize, De Lijn,
Digitopia, Febelco, Laboratoria Flandria, Lidl, MIVB,
de Nationale Loterij, NMBS, Proximus, Securitas,
de Socialistische Mutualiteit van Waals-Brabant,
TEC, Tempo-Team, Thalys, Tondeur Diffusion en Total
vullen de lijst met structurele partners aan waarop
Child Focus kan rekenen.
Deze partners steunen ons ook door hun verdeel- en
communicatienetwerken ter beschikking te stellen
tijdens sensibiliseringscampagnes zoals de jaarlijkse
campagne van 25 mei, Internationale Dag van de Vermiste Kinderen.
“
Aangezien onze gemeenschapswachten worden
beschouwd als de oren en ogen van de Stad Hasselt, kunnen
zij een belangrijke rol spelen in de opsporingen van Child
Focus. Wij vinden het als preventiedienst dan ook een
evidentie om hieraan mee te werken.
”
ANN CLAES, Coördinator Preventiedienst Stad Hasselt
Child Focus 2013 Jaarverslag
Weglopers : aantal dossiers historisch laag
Classificatie van de wegloopdossiers in 2013
Minder onrustwekkend
Onrustwekkend
Totaal
Preventief dossier
Effectief weggelopen kind
13
808
2
166
15
974
Totaal 791
168
989
In 2013 behandelde Child Focus 989 wegloopdossiers
(tegenover 1 095 in 2012), waarin 957 (867 in 2012) kinderen waren betrokken. Voor het eerst zien we het aantal
wegloopdossiers dalen tot onder 1 000, wat ruim 10%
minder is dan de voorbije jaren. Child Focus werd in 2013
over het algemeen minder gecontacteerd. De daling in
het aantal wegloopdossiers is dus waarschijnlijk gelinkt
aan deze algemene daling (zie kader p. 6) en niet aan het
fenomeen op zich.
Child Focus wordt meestal ingelicht wanneer het kind
al is weggelopen. Er wordt dan een “effectief” dossier
geopend. Voor meldingen over jongeren die van plan zijn
om weg te lopen of waar de ouders vrezen dat hun kind
zal weglopen, wordt een “preventief” dossier geopend.
In 2013 werden 15 preventieve dossiers behandeld (18 in
2012). Als we dat vergelijken met de 974 effectieve dossiers die Child Focus in 2013 behandelde, blijft het aantal
preventieve dossiers bijna onbeduidend. Child Focus wil
de komende jaren dan ook werk maken van meer preventieve acties, waarbij jongeren die het moeilijk hebben ook
zullen worden aangemoedigd om contact op te nemen
met Child Focus of andere hulp- en dienstverlening vooraleer ze de stap naar weglopen zetten.
Meer jongeren uit instellingen,
meer herhaaldelijke weglopers
Elk jaar zijn er jongeren die meerdere keren per jaar
weglopen. In 2013 zijn 115 kinderen (107 in 2012)
2 tot 8 keer weggelopen. Dit is een cijfer dat jaarlijks
licht stijgt. Net als het aantal jongeren dat uit een
instelling wegloopt. Eén derde van de dossiers die
Child Focus behandelt, betreft jongeren die in een
instelling geplaatst zijn. In deze moeilijke dossiers
moeten de consulenten vaak extra creatief zijn in het
vinden van oplossingen, gezien deze jongeren vaak al
een heel ‘hulpverleningsparcours’ hebben afgelegd en
de mogelijkheden voor hen steeds beperkter worden.
“
Een jong meisje loopt weg. Ze wil eigenlijk niets liever
dan praten met een vertrouwenspersoon alvorens ze naar het
politiekantoor gaat, want ze is bang dat ze dan in een instelling wordt
geplaatst. Ik raad haar aan om toch contact op te nemen met de
politie om haar te beschermen tegen de eventuele risico’s die ze
op straat loopt. Ik nam contact op met de inspecteur van wacht en
informeerde hem over haar komst. Ik ben ook met haar meegegaan
om haar te steunen. Zo ging ik samen met haar naar het Parket,
vervolgens naar de Dienst Bijzondere Jeugdzorg en uiteindelijk naar
het gastgezin waar ze zal verblijven tot haar thuissituatie gekalmeerd
is. Onze beschikbaarheid 24/24 is echt een enorme meerwaarde in
dergelijke gevallen.
”
LISE-LAURA MATTERN, consulente
11
Child Focus 2013 Jaarverslag
Wie meldt? De politie of de ouders
61% was jonger dan 15 jaar
De meeste weglopers worden door de politie en het parket
(47%) en door de ouders (43%) aan Child Focus gemeld. In
meer dan twee derde van deze gevallen is het de moeder
die belt om te zeggen dat haar kind is weggelopen.
De verjongingstrend van de voorbije jaren zet zich verder. Van de 957 kinderen, voor wie in 2013 een wegloopdossier werd behandeld bij Child Focus, was op
het ogenblik van de opening van het dossier 9% jonger
dan 13 jaar oud, 52% 13 à 15 jaar oud en 34% 16 à
17 jaar oud. 5% was reeds meerderjarig. Child Focus
opent een dossier voor de verdwijning van een jongere
ouder dan 18 jaar (tot 24 jaar) zodra één (of meerdere) van de onrustwekkende criteria uit de Ministeriële
Richtlijn met betrekking tot de opsporing van vermiste
personen van toepassing is (zie p.7).
In een minderheid van de gevallen opent Child Focus een
wegloopdossier op vraag van een ander lid van de familie
(8%) of op vraag van de jongere zelf (2%). Heel af en toe
wordt een dossier gemeld door een instelling. Net als vorig
jaar komen de meeste dossiers uit Antwerpen (21%), gevolgd door Henegouwen (16%) en Brussel (12%). Daarna
komen Oost-Vlaanderen (9%) en Luik (8%).
In 2012 was ruim de helft van de weglopers jonger dan
15 jaar. In 2013 ging het al om 61%.
Onderstaande grafiek illustreert dat we per provincie grote
verschillen vaststellen in de melders van wegloopdossiers
aan Child Focus. Maar liefst 4 op 5 dossiers uit Antwerpen
werd door de politie aan Child Focus gemeld, vandaar het
grote aantal dossiers uit deze provincie. In Brussel werd
bijna de helft van de wegloopdossiers bij Child Focus door
de politie gemeld en in Henegouwen was dat slechts 1 op
5 dossiers.
8 jongeren op tien terecht binnen de week
In 2013 was 40% van de weglopers terecht binnen
de 48 uur en 38% binnen de week.15% was terecht
tussen 1 week en 1 maand en 7% bleef tussen 1 en 6
maand vermist.
Melder per provincie 2013
Aantal onrustwekkende
wegloopgevallen stabiel
Bijna net zoveel uit zichzelf teruggekeerde
als teruggevonden kinderen
Iets meer dan 1 wegloper op 6 werd in 2013 als onrustwekkend beschouwd (17%). Dit aandeel is gelijk
gebleven ten opzichte van 2012.
Net zoals de vorige jaren werden de wegloopdossiers
vooral afgesloten omdat het kind uit zichzelf is teruggekeerd (40%) of door de autoriteiten werd teruggevonden (39%). Er werden ook dossiers afgesloten omdat het kind werd teruggevonden door zijn ouders (7%)
of door een derde persoon (6%). Maar er zijn nog andere redenen (8%) voor de afsluiting van een dossier:
misverstanden, verloren gelopen kinderen, overlijdens
of wanneer een volwassene (categorie 18-24 jaar) uit
eigen wil blijkt te zijn vertrokken.
Het onrustwekkende karakter van een wegloopdossier
is afhankelijk van de aanwezigheid van één (of meerdere) criteria zoals bepaald in de Ministeriële Richtlijn
met betrekking tot de opsporing van vermiste personen (zie p.7). Child Focus hecht evenwel hetzelfde
belang aan de zogenaamde “minder onrustwekkende”
verdwijningen waarvoor geen enkele van deze criteria
van toepassing is. Alle dossiers worden onpartijdig en
met eenzelfde inzet behandeld.
“
We worden zelden gecontacteerd door jongeren die weglopen.
Toch kunnen we hen begeleiden naar specifieke hulpverlening en
samen naar de beste alternatieven zoeken
(Belga, 3.12.2013)
”
DIRK DEPOVER, directeur communicatie en woordvoerder
Evolutie dossiers weglopers 2002 - 2013
250
derde (politie, parket)
200
1 093
kind/ouder/familie
1 244
1 345
1 324
1 101
1 255
150
1 041
1 019
1 042
1 101
1 095
2008
2009
2010
2011
2012
989
100
500
rg
xe
mb
u
t
Lu
an
lsBr
ab
bu
rg
W
aa
nd
laa
t-V
Lim
er
en
n
me
Na
s-B
aa
m
Vl
W
es
an
t
ik
ra
b
er
nd
aa
Vl
stOo
12
Lu
en
l
se
Br
us
uw
go
ne
He
An
tw
er
p
en
en
0
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2013
Child Focus 2013 Jaarverslag
“Ik heb hetzelfde
meegemaakt, ik begrijp jouw situatie …”
Het Bijstandsteam werd in maart 2011 boven de doopvont gehouden met de
actieve steun van Cera.
Dit team bestaat uitsluitend uit ouders die ooit zelf met de wegloopproblematiek te maken
kregen. Ze werken op vrijwillige basis en krijgen een aangepaste opleiding die hen zo goed
mogelijk op hun opdracht voorbereidt. Ze versterken de ondersteuning van ouders die Child
Focus inschakelen omdat hun kind is weggelopen. Hun werk vormt een aanvulling op dat van
de gespecialiseerde consulenten.
Ze bieden morele steun aan ontredderde ouders door hen thuis een bezoek te brengen. Een
luisterend oor en wederzijds begrip zijn de basisprincipes van deze ontmoetingen.
In 2013 brachten 8 “ervaringsdeskundige” ouders 17 bezoeken in 8 wegloopdossiers.
“
Elke ouder in nood wenst in contact te komen met
een persoon die geen vooroordelen koestert. Iemand die
er is, speciaal voor hem. En dat is de meerwaarde van dit
soort hulpverlening : “Ik begrijp je want ik heb hetzelfde
meegemaakt”. Dit gevoel laat hen toe de moed niet op
te geven. Ik heb contact gehad met vier families van
weggelopen tieners. Steeds had ik het gevoel dat mijn
bezoek hen veel deugd deed. Omwille hiervan blijf ik me
inzetten voor het Bijstandsteam.
”
VEERLE, “ervaringsdeskundige ouder”
13
Child Focus 2013 Jaarverslag
Internationale kinderontvoering door een ouder: een
Het vooroordeel blijft
De ontvoeringsdossiers betreffen
voornamelijk
de Europese
landen.
In 2013 behandelde Child Focus 383 dossiers internationale kinderontvoering door een ouder. Bij deze 383
dossiers waren 458 kinderen betrokken: 233 meisjes
en 225 jongens. 223 dossiers werden geopend in 2013.
De overige 160 waren reeds vroeger geopend maar
waren in 2013 nog in behandeling. Dit is een opvallende daling ten opzichte van voorgaande jaren. Vorig jaar
werden nog 455 dossiers behandeld, zo’n 15% meer.
Minder preventiedossiers
Van de 383 behandelde dossiers in 2013 ging het in
244 dossiers om een effectieve ontvoering (in 2012
waren dat er 272) en in 138 gevallen om een preventiedossier (nog 183 in 2012). Eén keer betrof het een
mislukte poging. Voor het tweede jaar op rij zien we
dus voornamelijk een daling in het aantal preventiedossiers, waardoor het aantal effectieve ontvoeringen
proportioneel blijft stijgen (65%).
14
Het misverstand dat kinderen voornamelijk ontvoerd
worden naar Maghreblanden blijft overeind. Wanneer
mensen een ontvoering vrezen, gaat het voornamelijk
om ontvoeringen naar Noord-Afrikaanse bestemmingen. In de top 5 van landen waarnaar mensen een ontvoering vrezen staan maar liefst 4 Noord-Afrikaanse
landen mn Marokko (18%), Turkije (9%), Algerije (7%)
en Tunesië (6%). Frankrijk vervolledigt deze top 5 met
5% van de preventiedossiers. Andere bestemming
worden minder frequent genoemd.
Deze cijfers staan in schril contrast met de werkelijke ontvoeringsdossiers. Hierbij primeren de Europese
landen. 4 bestemmingslanden uit de top 5 liggen in de
EU en voornamelijk onze onmiddellijke buurlanden zijn
populair: Frankrijk (13%), Duitsland (4%), Nederland
(4%) en Spanje (3,5%). Deze lijst wordt vervolledigd
met Marokko, dat de derde plaats bekleedt in de top
5 (7%).
65% van de dossiers afgesloten
Van de 383 behandelde dossiers werden er in 2013 250
afgesloten, ofwel 65%. Dit percentage is vergelijkbaar
met 2012. Het kan weken, maanden en soms jaren
duren alvorens een oplossing wordt gevonden in een
dossier van internationale kinderontvoering. Dit heeft
te maken met de internationale gerechtelijke procedures alsook met de moeilijkheden om een beslissing tot
terugkeer uit te voeren wanneer de ontvoerende ouder
elke medewerking weigert. In 2014 zal Child Focus investeren in een bemiddelingsproject dat zich specifiek
richt op deze gevallen waarbij de uitvoering van een
beslissing problematisch blijkt.
daling van 15%
In de 250 dossiers die in 2013 werden afgesloten ging
het in 128 gevallen om een preventiedossier. Deze
dossiers worden afgesloten zodra de hulpvrager de
nodige informatie verkreeg over de wijze waarop hij
een ontvoering kan voorkomen.
De overige 122 dossiers werden afgesloten door:
- een onderling akkoord tussen de ouders (in 17% van
de gevallen);
- een gerechtelijke beslissing (in 21% van de gevallen);
- een lokalisatie van de kinderen in België. Het was
dus geen internationale ontvoering door een ouder
(in 14% van de gevallen);
- een beslissing van Child Focus om het dossier af te
sluiten (23% van de gevallen). Dit gebeurt meestal
omdat we de ouder niet meer konden bereiken;
- een beslissing van de ouders om het dossier af te
sluiten (16% van de gevallen). Dit betekent niet
noodzakelijk dat de ouder de moed liet zakken. Het
kan ook dat hij besliste zelf aan een oplossing te wer-
ken of een beroep te doen op andere professionelen;
- de vaststelling dat het dossier eigenlijk geen kinderontvoering betrof (in 9% van de gevallen).
“Ik heb mijn kind ontvoerd
vóór hij dat kon doen!”
Moeders blijven de voornaamste ontvoerder en hun
percentage blijft stijgen. In 2013 was net geen 70%
van de ontvoerders de moeder van de kinderen. In de
overige gevallen was de vader de ontvoerder. Toch blijven voornamelijk moeders vrezen voor een ontvoering
door de vader: in 67% van de preventiedossiers wordt
een ontvoering door de vader gevreesd tov 33% van de
dossiers waarbij een ontvoering door de moeder wordt
gevreesd.
Ook de trend dat voornamelijk jonge kinderen worden
ontvoerd houdt stand. Ruim de helft van de ontvoerde
kinderen is 5 jaar of jonger, drie kwart is jonger dan 9.
“
De consulenten van Child Focus staan ook klaar om proactief
te reageren om het drama van een internationale kinderontvoering
door een ouder te voorkomen. Ouders kunnen dus preventief
contact met ons opnemen. Ze krijgen dan bijvoorbeeld het advies
om een advocaat te raadplegen voor een uitspraak die de ouderlijke
situatie regelt, of om bij het gemeentebestuur van de woonplaats
van het kind een paspoort aan te vragen en dat op een beveiligde
plaats te bewaren … Eenvoudige, maar waardevolle tips!
(RFI, 7 milliards de voisins, 18.04.2013)
”
MARYSE ROLLAND, communicatieverantwoordelijke en woordvoerster
Child Focus 2013 Jaarverslag
Netwerk van Internationale Familiebemiddelaars wordt
Europees verankerd
In 2013 verwelkomde het Europees Netwerk van Internationale Familiebemiddelaars, dat een jaar eerder werd opgericht, enkele
nieuwe leden van buiten de Europese Unie: Russische bemiddelaars. In augustus 2013 kreeg het Netwerk een officiële erkenning
van de Europese Unie. Sindsdien verwijst het Europees e-justitieportaal iedereen die op zoek is naar een grensoverschrijdende
gezinsbemiddeling door naar ons Netwerk. In samenwerking met haar Duitse partner MiKK besliste Child Focus om vanaf 2014
het Netwerk onder te brengen bij Missing Children Europe, dat als supranationale structuur haar werking en secretariaat kan
verzekeren. Via haar lidmaatschap blijft Child Focus de werkzaamheden wel verder opvolgen.
“
Na drie maanden
politieonderzoek worden N. en M.
en hun moeder teruggevonden
in Portugal. De moeder wordt
aangehouden. De Belgische
overheid heeft niets voorzien om
de twee kinderen te repatriëren.
N. en M. worden tijdelijk in een
opvangcentrum geplaatst. We
organiseren alles met de vader,
Buitenlandse Zaken en de Portugese
overheid om ze zo snel mogelijk
terug naar België te brengen. Na
één week actie ondernemen, zijn ze
eindelijk terug!
”
SANDRA VOET, consulente
15
Child Focus 2013 Jaarverslag
Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen:
blootgesteld aan talloze gevaren
Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) zijn kinderen afkomstig uit een land buiten
de Europese Economische Ruimte die in België aankomen zonder hun ouders of wettelijke
vertegenwoordigers. Jaarlijks worden in België ruim 3000 NBMV gesignaleerd.
Kwetsbare kinderen
1 op 3 wordt teruggevonden of gelokaliseerd
Child Focus maakt zich al jaren zorgen om het grote
aantal niet-begeleide minderjarigen die na korte of
langere tijd weer zonder spoor verdwijnen. Het gaat
om kwetsbare jongeren die vaak een traumatische
voorgeschiedenis hebben, in een onzekere verblijfssituatie verkeren, een gezinsomkadering missen en een
grote nood hebben aan psychologische ondersteuning
en praktische begeleiding. Ze lopen meer dan andere
jongeren het risico slachtoffer te worden van mensenhandel en diverse vormen van (seksuele of economische) uitbuiting.
In 2013 behandelde Child Focus 64 dossiers van vermiste NBMV, tegenover 83 in 2012. Dit is een daling die kan
te wijten zijn aan het feit dat het aantal oproepen naar
Child Focus over het algemeen daalde. Van de 64 dossiers ging het in 2013 om 24 nieuwe dossiers en werden
er 46 afgesloten.
“
In de helft van de gevallen werd een dossier gesloten
omdat Child Focus geen meerwaarde meer kon bieden
in de zoektocht naar de minderjarige. In een derde van
de dossiers werd de minderjarige teruggevonden of ge-
Een 11-jarige Afghaanse jongen, op doortocht in België om in
Groot-Brittannië herenigd te kunnen worden met zijn familie, verdwijnt.
Zijn verdwijning wordt meteen als zeer onrustwekkend beschouwd
omwille van zijn jonge leeftijd en het vermoeden dat zijn overtocht naar
Engeland zou worden georganiseerd door een netwerk. De jongen wordt
een eerste keer teruggevonden in België, maar ontvlucht nogmaals
de opvanginstelling waar hij geplaatst werd. We dringen erop aan dat
zowel de Britse politie als de organisatie Missing People, gevestigd in
Londen, op de hoogte worden gebracht van deze verdwijning. Dankzij
deze internationale contacten krijgt Child Focus enkele maanden later
de melding dat de jongen veilig Groot-Brittannië heeft bereikt en er een
asielaanvraag heeft ingediend.
16
”
SANDRA VOET, consulente
lokaliseerd en één op vijf dossiers werd gesloten omdat
de jongere 18 jaar werd. Vanaf 2014 zal Child Focus
haar beleid verder uitwerken.
Jonger dan 13 jaar …
Op het moment van hun verdwijning was ruim 40% van
de 64 NBMV jonger dan 13 jaar, bijna 1 op 5 was tussen
13 en 15 jaar oud en 1 op 3 16 of 17 jaar. We stellen
vast dat de meeste door Child Focus behandelde dossiers jonge kinderen betreft, terwijl de meeste gesignaleerde NBMV op het Belgisch grondgebied gemiddeld
16-17 jaar oud is. De reden hiervoor is dat Child Focus
enkel voor onrustwekkende verdwijningen NBMV een
dossier opent. Het feit dat een kind jonger is dan 13 jaar
is een criterium voor een onrustwekkende verdwijning
(zie kaderstuk p.7).
Leeftijd NBMV 2013
6%
42%
33%
… van het mannelijke geslacht …
Onder de betrokken NBMV waren er 44 jongens (70%)
en 20 meisjes (30%).
19%
… afkomstig uit Afghanistan
De meeste NBMV waarvoor Child Focus in 2013 een
dossier behandelde, waren afkomstig uit Afghanistan,
in tegenstelling tot in 2012 toen de meeste uit Afrika
kwamen. Van de 38 NBMV waarvan we de herkomst
kenden, kwam de helft uit Azië (vnl. Afghanen), 1 op 3
uit Afrika en een minderheid uit Zuid-Amerika.
Jonger dan 13 jaar
13 tot en met 15
16 en 17 jaar
Onbekend
Child Focus 2013 Jaarverslag
Ongedefinieerde verdwijningen:
In de
82 behandelde
dossiers was ruim
45 % van de kinderen
jonger dan
13 jaar
meestal zeer verontrustende
vermissingen
Indien er bij de opening van een verdwijningsdossier
onvoldoende informatie is over de aard van de verdwijning,
wordt dit door Child Focus als een ongedefinieerde verdwijning
geregistreerd. Deze dossiers zijn meestal onrustwekkend omdat
het onduidelijk is of de minderjarige verdween als gevolg van
een kwaadwillig opzet, een ongeluk, een vrijwillig vertrek, een
verdwaling of een zelfdoding.
Zeven levenloze lichamen gevonden
Vaak jonge kinderen of jongvolwassenen
In 2013 behandelde Child Focus 82 ongedefinieerde
verdwijningen (77 dossiers in 2012).
In de 82 behandelde dossiers was ruim 45% van de kinderen jonger dan 13 jaar, een kleine 10% tussen 13 en
16 jaar, en 45% 18 jaar of ouder. Net zoals vorig jaar
betroffen deze dossiers dus vaak jonge kinderen (verdwaald, misverstanden) en jongvolwassenen (misverstanden, vrijwillige verdwijningen, ongeval, zelfdoding).
Van de 56 dossiers die in 2013 werden afgesloten,
werden 23 kinderen veilig en wel teruggevonden
door de politie, ouders of bekenden en kwamen er
7 kinderen uit zichzelf terug. Het ging om 9 misverstanden en 4 verdwaalde kinderen. Drie jongeren
(18-24 jaar) bleken na onderzoek uit eigen wil vertrokken. Drie dossiers werden afgesloten omdat in
België geen enkele actie meer mogelijk bleek of de
ouder niet meer bereikbaar was. In 7 andere dossiers
werden 5 jongvolwassenen en 2 jonge kinderen dood
teruggevonden. Dat is evenveel als in 2012.
“
Een jongen verdwijnt in onrustwekkende omstandigheden. Ik ga langs bij zijn familie, het is een
bijzonder emotionele ontmoeting. Ze hebben ontzettend veel vragen, en ook ik kan ze helaas niet
allemaal beantwoorden. Toch sterkt het de ouders dat ze een gezicht kunnen plakken op Child Focus
en dat ze voelen dat de organisatie niet op de achtergrond blijft. Spijtig genoeg wordt enkele dagen
later het levenloze lichaam van hun zoon teruggevonden. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Ik blijf regelmatig contact met hen opnemen.
”
GRIET IVENS, consulente
17
Child Focus 2013 Jaarverslag
Ontvoering door derden:
ontvoering door bekende derde
verdubbeld
Child Focus definieert de ontvoering door een derde als de
onrechtmatige onttrekking van de minderjarige aan de hoede
van de wettelijke ouder of voogd. Deze dossiers omvatten
dus niet enkel criminele ontvoeringen, maar ook en vooral
ontvoeringen door bijvoorbeeld biologische (maar niet erkende)
ouders, ouders die uit hun rechten werden ontzet of familieleden
zonder ouderlijk gezag.
Wat betreft de ontvoering door een ‘gekende derde’ behandelde Child Focus 28 dossiers in 2013. Dat is meer
dan een verdubbeling ten opzichte van 2012. Het ging om 22 effectieve ontvoeringen en 6 preventieve dossiers
waarbij de melder vreesde dat zijn kind zou worden ontvoerd.
Child Focus behandelde ook 5 dossiers waarbij sprake was van (een poging tot) ontvoering door een onbekende
derde. Het ging om 1 effectieve ontvoering (gedateerd van 2011 maar afgesloten in 2013) en 4 pogingen tot
ontvoering.
Zoals elk jaar gaat het in deze dossiers meestal om jonge kinderen. In meer dan twee derde van de dossiers ging
het om kinderen die jonger waren dan 7 jaar.
Ontvoering door derden N = 33
Onbekende 3de 1
Bekende 3de
4
22
Effectieve ontvoeringen
18
6
Mislukte pogingen
Preventieve dossiers
Child Focus 2013 Jaarverslag
Preventie- en sensibiliseringsacties
Twaalfde editie van de Internationale
Dag van de Vermiste Kinderen
Een dag in het teken van solidariteit
Al twaalf jaar staat de maand mei in het teken van de
campagne die Child Focus op touw zet naar aanleiding
van de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen, op
25 mei. Aandacht in de media, de verdeling van vergeetmij-nietjes, een Carrefour-actie en evenementen, … .
Met als nieuwigheid de “Big Tweet”!
Twee weken voorafgaand aan 25 mei hebben onze vrijwilligers zich massaal ingezet. Ze trokken door het land om
meer dan 500 000 speldjes en zelfklevers met vergeet-mij-nietjes uit te delen en de affiche van de campagne in heel
het land op te hangen. De firma Ricoh drukte meer dan 20 000 affiches gratis af. Onze structurele partners (zie p.10)
verspreidden dezelfde affiche via hun netwerken van stations, opslagplaatsen, winkels, apotheken, tankstations,
voertuigen en digitale schermen.
Bijeenkomsten en lokale initiatieven
Vrijwilligers en burgers uit alle uithoeken van België
waren van de partij op een vijftiental evenementen.
De vrijwilligers van de groep van Dinant zetten hun beste beentje voor door de hele dag optredens en randanimaties te organiseren, alsook een enorme menselijke
116 000 te vormen.
De toewijding van Carrefour en de grote merken loont
Carrefour en een aantal grote merken bundelden opnieuw hun krachten om Child Focus te steunen. Per aankoopschijf
van 10 euro van de producten van deze merken werd 1 euro overgemaakt aan de organisatie. Dankzij de vrijgevigheid
van de Carrefour-klanten kon zo 98 000 euro worden ingezameld. Dankzij dit bedrag kon een online educatief spel
ontwikkeld worden dat als doel heeft jongeren te sensibiliseren voor een veilig en verantwoord gebruik van het
internet. Dit spel, “Master F.I.N.D.” genaamd, zal het daglicht zien in mei 2014.
Berichten delen via de sociale media
en de “Big Tweet”
Eén van de belangrijkste objectieven van de campagne van
2013 was het aanmoedigen van de burgers om onze opsporingsberichten te delen op Facebook en Twitter. Dit doel werd
ruimschoots bereikt, aangezien het aantal fans van onze Facebook-pagina op slechts enkele weken tijd groeide van 6 000 tot
12 000. Eind 2013 bedroeg dit aantal 17 000. Allen bereid onze
opsporingsberichten te delen.
Verschillende twitteraars, onder wie eerste minister Elio Di Rupo
en Vincent Kompany, hebben deelgenomen aan onze Big Tweet.
Ze verspreidden opsporingsberichten van niet-opgeloste verdwijningen, die Child Focus tijdens deze dag elk half uur uitstuurde.
De Vrijwilligers als Ambassadeurs in de Scholen waren
aanwezig in 247 klassen!
Sinds meer dan twee jaar organiseert Child Focus informatie- en sensibiliseringssessies voor kinderen van 10 tot 12 jaar over haar voornaamste thema’s: verdwijningen
van kinderen, met extra focus op weglopen, seksuele uitbuiting en veilig surfen
op internet. Goed opgeleide “Vrijwilligers als Ambassadeurs in de Scholen” (VAS)
geven die sessies in de klas, en dat gratis en met behulp van aangepast didactisch
materiaal.
Het voorbije jaar werden 16 vrijwilligers ingeschreven als Ambassadeur in de Scholen na het succesvol
afronden van één van de drie vormingen die Child Focus organiseerde. Tijdens die opleidingen volgen de
vrijwilligers theoretische modules en nemen ze deel
aan workshops. Er gaat veel aandacht naar communicatietechnieken en omgang met kinderen. Deze
nieuwe rekruten vervoegen het enthousiast team van
25 VAS die reeds actief zijn op het terrein.
Niet minder dan 247 klassen (5 054 leerlingen) kregen
een VAS op bezoek.
19
Child Focus 2013 Jaarverslag
SEKSUEEL UITGEBUITE
KINDEREN EN E-SAFETY
Child Focus groepeert vijf types meldingen onder de titel Seksuele
Uitbuiting & e-safety: seksueel misbruik, seksueel misbruik via
informatie- en communicatietechnologieën (ICT), georganiseerd of
gecommercialiseerd seksueel misbruik, beelden van seksueel misbruik
en vragen en probleemmeldingen over de online veiligheid van kinderen.
Rond elk van deze thema’s werkt Child Focus niet alleen als meldpunt waar burgers met vragen of problemen
terecht kunnen, maar ook als een expertisecentrum. Dit bestrijdt en voorkomt, door middel van studies,
preventieprojecten en beleidsbeïnvloedend werk de seksuele uitbuiting van minderjarigen en onveilige
situaties online.
20
Child Focus 2013 Jaarverslag
Seksueel misbruik: steeds meer effectieve dossiers
Op het gratis nummer 116 000 kunnen burgers de klok rond
gevallen of vermoedens van seksueel misbruik van minderjarigen
melden, ook wanneer een slachtoffer op het moment van de
melding al meerderjarig is. Het kan gaan over misbruik binnen
het gezin (incest), door bekenden van buiten het gezin of door
onbekenden. De meldingen kunnen variëren van éénmalige
feiten tot langdurig misbruik, van ongepaste aanrakingen tot
gewelddadige verkrachting.
Naast het gratis nummer 116 000 stellen we ook andere
kanalen ter beschikking. Burgers kunnen ons bereiken
per mail of per post en kunnen ook langskomen op het
kantoor van Child Focus. Sedert begin 2012 kwam daar
ook een chatlijn voor jongeren bij.
De voornaamste rol van Child Focus, als makkelijk bereikbaar meldpunt voor seksuele uitbuiting, is hoogwaardige steun aanbieden en de beller door te verwijzen naar de gespecialiseerde diensten van politie of
gerecht en/of maatschappelijke en psychosociale hulp.
In 2013 ontving Child Focus via haar verschillende kanalen 615 vragen of meldingen in verband met seksueel
misbruik. Dit is een daling van 24% ten opzichte van
2012, toen er 806 meldingen waren.
In 562 gevallen werd het afgelopen jaar een dossier
aangemaakt, wat neerkomt op bijna 11 dossiers per
week. Dit is een daling van 20% ten opzichte van 2012,
toen 706 nieuwe dossiers werden aangemaakt (14 per
week). In 2012 steeg het aantal dossiers nog met 32%
(172) ten opzichte van 2011. De belangrijkste verklaring
hiervoor was de lancering van de chatlijn “nupraatiker-
In 47 %
van de gevallen
van seksueel misbruik,
is de vermoedelijke
dader een lid van
de familie.
over.be” begin 2012. In 2013 werd de chatlijn minder
gepromoot (zie kader p.6 en p.23).
70% effectieve dossiers
Op een totaal van 565 dossiers seksueel misbruik behandelde Child Focus het afgelopen jaar 392 effectieve
dossiers (70%). Dat zijn er 79 minder dan in 2012, toen
471 op 706 dossiers (67%) effectieve dossiers waren.
Procentueel zien we dus wel het aandeel van effectieve
dossiers toenemen met 3% ten opzichte van 2012. We
merken dat dit percentage sinds 2012 stijgt.
Onder effectieve dossiers verstaan we situaties waarin
een melder het heeft over misbruik dat heeft plaatsgevonden. Naast deze dossiers behandelde Child Focus
in 2013 ook 158 preventieve dossiers of 28% van het
totaal aantal dossiers. In 2012 waren er 219 preventieve
dossiers (31%). In preventieve dossiers meldt een burger een risicosituatie (65 dossiers) of een vermoeden
van seksueel misbruik (93 dossiers). In een klein aantal
dossiers (12) gaat het noch om een preventieve, noch
om een effectieve melding, maar bijvoorbeeld om een
informatieve vraag.
“
Als het seksueel misbruik zich binnen de familiekring afspeelt en
de dader niet meerderjarig is (vier gevallen op tien), zal deze worden
doorverwezen naar specifieke hulpdiensten, terwijl het slachtoffer en het
gezin steun krijgen van Child Focus en andere organisaties zoals SOS
Enfants. Ik ben ervan overtuigd dat als ouders die zich vragen stellen bij
het vreemde gedrag van hun kind wisten tot wie ze zich konden richten, de
minderjarige eerder zou kunnen worden opgevangen en drama’s kunnen
worden voorkomen.
(La Dernière Heure. 22.11.2013)
”
BÉLINDA NOÉ, coördinatrice ‘Seksuele uitbuiting en e-safety’
21
Child Focus 2013 Jaarverslag
Wie zijn de melders? Meestal de moeders
Net zoals vorig jaar deden familieleden van het reëel
of potentieel slachtoffer in 2013 in iets meer dan de
helft van de meldingen van (vermoedelijk) seksueel misbruik (53%). Het gaat hierbij om moeders (31%), vaders
(12%) en andere familieleden (11%). Iets minder dan
een kwart van de meldingen kwam van slachtoffers zelf
(133 meldingen of 24%). Meldingen door derden zijn
goed voor iets meer dan een vierde van de dossiers: 119
dossiers of 21%.
Wie zijn de slachtoffers? Vooral tieners
Bij de 562 dossiers in 2013 waren in totaal 565 kinderen
betrokken. Omdat de preventieve dossiers over risicosituaties en vermoedens gaan, bespreken we hieronder
enkel de gegevens over kinderen betrokken bij effectieve meldingen. Per melding kunnen meerdere kinderen
betrokken zijn. Bij de 392 effectieve meldingen in 2013
kregen we informatie over in totaal 420 betrokken kinderen.
De slachtoffers zijn vooral meisjes: 320 meisjes of 76%.
In 2012 was dit 77% (365 meisjes). Iets minder dan
een kwart van de slachtoffers zijn jongens: 93 jongens
of 22%. Slechts in enkele gevallen (7 kinderen of 2%)
weten we niet of het om een jongen of een meisje gaat,
bijvoorbeeld wanneer een melder zijn verhaal volledig
anoniem brengt.
daling van 7% ten opzichte van een jaar eerder.
In 2013 kregen we in vergelijking met het vorige jaar
procentueel meer meldingen over jonge kinderen. Het
aandeel van de meldingen waarbij we de leeftijd van
het slachtoffer niet weten bleef gelijk, namelijk 13%.
Ongeveer 19% van de slachtoffers zijn jonge kinderen
tussen 0 en 6 jaar (78 kinderen). In 2012 was dit slechts
15%. Daarnaast zijn 23% van de slachtoffers tussen
7 en 12 jaar oud (95 kinderen), een lichte stijging ten
opzichte van vorig jaar (toen 21%). De grootste groep
zijn de 13 tot 15-jarigen: 116 jongeren of 28% van de
slachtoffers (25% in 2012). Jongeren van 16 of 17 jaar
oud (23 slachtoffers) maken 5% uit van het geheel, een
“
In 2013 kregen we 49 effectieve meldingen in verband
met 18-plussers, wat neerkomt op 12%. In deze gevallen gaat het over verlengd minderjarigen (NVDR : wanneer de minderjarige getroffen is door een ernstig mentale achterstand, waardoor het kind niet in staat is om
zichzelf en zijn bezittingen te beheren, wordt de staat
”
BÉLINDA NOÉ, coördinatrice ‘Seksuele uitbuiting en e-safety’
Aantal en type dossiers
Alle nieuwe dossiers (N = 562)
Alle nieuwe dossiers 2009-2013
Andere
700
31 %
Moeder (173)
24 %
Slachtoffer (133)
21 %
Derde (119)
400
12 %
Vader (66)
300
11 %
Ander familielid (61)
Preventieve meldingen
600
Ongekend (10)
Effectieve meldingen
500
200
100
2009
22
Nemen we enkele leeftijdscategorieën samen, dan zien
we dat 70% van de slachtoffers 15 jaar of jonger was.
Vorig jaar was dit nog 61%, dus we zien dat het aandeel
van jonge kinderen gestegen is.
Bijna geen enkele jongere belde ons. Ze hielden hun geheimen liever
voor zich. Heel snel stonden ze open voor het idee om te praten via de chat
nupraatikerover.be. Wanneer ze zich op hun gemak voelen, draaien ze niet rond
de pot zoals volwassenen doen, die alles liever in zijn context blijven plaatsen.
Tijdens die chatpermanenties komen we in heuse emotionele tsunami’s terecht.
(Le Soir 14.08.2013)
Wie meldt seksueel misbruik?
2%
van minderjarigheid verlengd) of over volwassenen die
als kind het slachtoffer zijn geweest van misbruik. Van
59 kinderen (of 13%) kennen we de leeftijd niet.
2010
2011
2012
2013
Child Focus 2013 Jaarverslag
nupraatikerover.be: minder meldingen…
Jongeren kunnen sinds 2012 via de chatlijn ‘nupraatikerover.be’ (‘maintenantjenparle.be’ voor de Franstaligen) makkelijker contact opnemen met Child Focus.
Dit antwoord op maat kwam er omdat we vaststelden
dat in het verleden slechts een kleine minderheid van
de meldingen van slachtoffers zelf afkomstig was. Een
1-op-1 chat op maat van jongeren laat hen toe makkelijker contact op te nemen dan via de telefoon.
sloten of bezet was. Om de jongeren in die situatie
op te vangen, bevat de website een e-mailadres
(chat@childfocus.org) en een invulformulier. Deze 6
dossiers werden via e-mail verder behandeld.
Uiteindelijk werden 76 dossiers via chatgesprekken
behandeld, een daling van 31% ten opzichte van 2012,
toen er nog 110 dossiers via de chat werden behandeld.
… maar meer door de slachtoffers zelf
In 2013 daalde het aantal meldingen via de chat met
37%. Child Focus ontving via de twee specifieke websites 118 meldingen tegenover 186 vorig jaar. Van deze
meldingen werd in 82 gevallen een dossier aangemaakt
dat verder door ons werd behandeld. In 36 gevallen was
Child Focus geen aangewezen gesprekspartner en werden de jongeren naar een meer gespecialiseerde organisatie doorverwezen.
De meldingen via de chat kwamen voor 92% van het
slachtoffer zelf (70 meldingen). Dit is een stijging van
8% ten opzichte van vorig jaar, toen 84% van de meldingen via de chat van slachtoffers kwam. Daarnaast
noteerden we 2 meldingen van derden (3%), 1 melding
door een moeder (1%) en 1 melding door een ander familielid dan de vader (1%). In 2 gevallen (3%) was de
melder onbekend.
Van de 82 situaties die wel tot een dossiers leidden,
kwamen er 6 binnen op een moment dat de chat ge-
Er werden opnieuw bijna uitsluitend effectieve meldingen behandeld via de chat. Dit is voor 68 dossiers (90%)
Geslacht van de slachtoffers
Leeftijd van de slachtoffers
Type dossiers
Effectieve dossiers (N = 392)
Effectieve dossiers (N = 392)
Vergelijking telefoon en chat
76 %
Meisjes
22 %
Jongens
2%
Ongekend
Andere
100%
ongekend
18 of
ouder
16-17 jaar
13 %
19 %
0-6 jaar
12 %
Preventieve meldingen
80%
Effectieve meldingen
60%
5%
13-15 jaar
23 %
7-12 jaar
40%
28 %
20%
Telefoon (N = 410)
Chat (N = 76)
23
Child Focus 2013 Jaarverslag
Ondersteunen, informeren en
doorverwijzen indien nodig
Child Focus stelt zich tot doel om de burger die
ons contacteert inzake seksueel misbruik te
ondersteunen, te informeren en indien nodig door
te verwijzen naar de best geschikte instanties.
In 2013 werd 95% van de nieuwe dossiers afgesloten voor het einde
van het jaar.
Sinds 2012 houden we meer gedetailleerde informatie bij over de
organisaties waarnaar melders werden doorverwezen. In 2013 werd
de melder in 143 gevallen, of 25% van het totale aantal dossiers,
doorverwezen naar de politie. Dit is een daling van 6% ten opzichte
van vorig jaar. In 75 gevallen (13%) was een doorverwijzing naar
het slachtofferonthaal van een Justitiehuis aangewezen. In 16%
van de gevallen raadden we de melder aan om contact te nemen
met gespecialiseerde hulpverlening. In 32 gevallen was dat het
Vertrouwenscentrum Kindermishandeling; in 58 gevallen een Equipe
SOS Enfants. In 2012 werd in 25% van de gevallen doorverwezen
naar gespecialiseerde hulpverlening. We zien nu dus een daling van
9%. Er werd eveneens regelmatig doorverwezen naar het Centrum
voor Algemeen Welzijnswerk (26 maal), het Jongerenadviescentrum
(8 maal), de Service d’Aide à la Jeunesse (11 maal) en de Service
d’Aide aux Victimes (9 maal). In eenzelfde dossier kan soms
doorverwezen worden naar meerdere organisaties.
24
het geval. In 2012 was dit vergelijkbaar (91%). Naast
de effectieve dossiers behandelden we 4 preventieve
dossiers (5%) en 4 dossiers waar het noch om een effectieve noch om een preventieve melding ging (5%).
Bij meldingen via de telefoon gaat het in 69% van de
gevallen om effectieve meldingen (281 op 410 telefonische meldingen) en 30% (123) preventieve meldingen.
Bij 5 meldingen ging het noch om een effectieve noch
om een preventieve melding (1%). In 2012 was dit 63%
effectieve meldingen (319 op 507) en 35% (179) preventieve meldingen en 2% andere meldingen (noch effectief, noch preventief)
Via de telefoon gaat 48% van de meldingen over een
situatie van intrafamiliaal misbruik (197 meldingen), via
de chat gaat het om 53% (40 meldingen). In 2012 was
dit 43% (219 meldingen) voor de telefonische meldingen
en 52% (57 meldingen) voor de meldingen via de chat.
Meldingen van extrafamiliaal misbruik bedragen 38%
via de telefoon (154 dossiers) en 24% via de chat (18
dossiers). Het aandeel van dossiers waarin de context
van het misbruik ongekend is, is kleiner in de dossiers
per telefoon (59 meldingen of 14%) dan in de chatdossiers (18 meldingen of 24%). Vorig jaar was dit nog
anders toen bij 24% van de meldingen via de telefoon
de context van het misbruik niet bekend was, tegenover
20% van de meldingen via de chat.
Wie zijn de daders? Vooral volwassenen…
In de 565 meldingen van 2013 was sprake van in totaal
458 vermoedelijke daders. In 85% van de gevallen is de
vermoedelijke dader een bekende. Wanneer we kijken
naar de leeftijd van de vermoedelijke dader, zien we
dat het in 68% van de gevallen om meerderjarigen gaat
(313), tegenover 18% minderjarigen (82). In 14% van de
gevallen hebben we geen informatie over de leeftijd van
de vermoedelijke dader (63).
Wat opvalt is dat het aantal minderjarige vermoedelijke
daders in 2013 gestegen is. Dit jaar waren er 82 tegenover 70 in 2012. Procentueel stijgt hun aandeel van 12%
in 2012 naar 18% in 2013.
In 2012 was 69% van de vermoedelijke daders meerderjarig (418) en 12% minderjarig (70). In 19% van de gevallen (115) was de leeftijd van de vermoedelijke dader
ons toen niet bekend.
…van het mannelijke geslacht
De vermoedelijke dader is meestal een man: 86% of
395 personen. Dit is 3% meer dan in 2012 toen we 83%
(499) mannen noteerden. In sommige gevallen (18 personen of 4%) was de vermoedelijke dader een vrouw.
In 45 gevallen ofwel 10% was het geslacht van de vermoedelijke dader ons onbekend.
...uit de familiekring
In bijna de helft van de gevallen is de vermoedelijke
dader familie van het kind: 216 vermoedelijke daders
of 47%, hetzelfde percentage als in 2012. Het gaat dan
om een ouder (26%), broer of zus (6%), grootouder (4%),
neef of nicht (4%), tante of oom (4%) of een ander familielid (3%).
In totaal 38% van de vermoedelijke daders gaat het om
een derde die buiten de familie staat (176 personen).
Hierbij ging het in 35 gevallen over een persoon met
een professionele band met het kind (bijvoorbeeld een
leerkracht of jeugdbegeleider). In 141 gevallen ging het
om iemand zonder professionele band met het kind. In
66 gevallen ofwel 15% hebben we geen informatie over
de band met het kind.
Child Focus 2013 Jaarverslag
Seksueel misbruik via informatie- en communicatietechnologieën (ICT): bijna één dossier per week
Child Focus is door de Europese Commissie aangeduid als ‘Belgian Safer Internet Centre’ en heeft in dat kader heel wat expertise
ontwikkeld rond online veiligheid van minderjarigen. Die expertise zetten we ook bij de behandeling van de meldingen van seksueel
misbruik volop in.
In 2013 was er in 8% van de meldingen (562) een link met informatie- en communicatietechnologieën wat neerkomt op 44 dossiers of iets minder dan één dossier per week. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar toen er in 52 van
de 706 dossiers (7%) een link was.
Het kan gaan om een bepaald aspect van een situatie van misbruik in het echte leven (bijvoorbeeld beeldmateriaal
dat wordt verspreid), maar ook om misbruik dat via het internet of andere kanalen gebeurt. Denken we maar aan
situaties van online grooming (zie kader p.26) en gedwongen webcamseks.
Dossiers seksueel misbruik gelinkt aan ICT (N = 44)
vs geen link met ICT (N = 518)
Sociale netwerken in pole position
Net als vorig jaar gaan de meeste meldingen over mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag of misbruik via
sociale netwerksites. Het gaat om 26 gevallen, een stijging ten opzichte van 2012 toen er 19 gevallen waren.
Chat speelde slechts in 4 gevallen een rol terwijl dit in 2012 nog 17 keer was.
Verder werd er ook mogelijk misbruik gemeld gelinkt aan het gebruik van de webcam (4 gevallen) en de gsm
(2 gevallen). In eenzelfde dossier kan sprake zijn van meerdere technologieën, bijvoorbeeld wanneer seksueel
getinte beelden gemaakt met een smartphone of een webcam nadien ongewenst verspreid worden via sociale
netwerksites.
Welke ICT spelen een rol?
8%
5
26
Geen link met ICT (518)
Een link met ICT (44)
92%
5
Social network
Chat
GSM
4
Webcam
Andere
2
4
Ongekend
25
Child Focus 2013 Jaarverslag
De strijd tegen online grooming
Bij online grooming wordt een minderjarige door een volwassene doelbewust benaderd
en gemanipuleerd via het internet, doorgaans via de chat, met het oog op seksueel
misbruik. Zowel in ons land als in het buitenland gaat steeds meer aandacht naar dit
fenomeen. In 2013 kwamen in de Kamer en Senaat wetsvoorstellen rond grooming aan
bod. Deze wetgevende initiatieven worden door Child Focus actief opgevolgd.
Dat de strijd tegen online grooming en andere vormen van online seksueel misbruik
opgevoerd moet worden, werd nog maar eens pijnlijk duidelijk toen in Nederland
een grote zaak van seksuele uitbuiting aan het licht kwam. De dader zette honderden
kinderen aan tot seksuele handelingen via de webcam, maakte opnames (foto’s en
video’s) en misbruikte een aantal slachtoffers nogmaals tijdens fysieke ontmoetingen.
Onder de slachtoffers zijn ook kinderen uit België.
Voor Child Focus moet de strijd tegen online misbruik en uitbuiting een prioriteit
worden. Verschillende actoren hebben hierin een rol te spelen vanuit een gezamenlijke
verantwoordelijkheid.
26
Child Focus 2013 Jaarverslag
Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik:
3% van de dossiers
Child Focus behandelt eveneens meldingen over georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik. Het gaat om dossiers van
(vermoedelijke) kinder- en tienerprostitutie, kinderhandel en kindersekstoerisme. Vaak spelen deze fenomenen zich af in het buitenland
of in verdoken milieus, wat het niet eenvoudig maakt om daders te bestraffen en alle slachtoffers te identificeren. Child Focus behandelt
deze meldingen voornamelijk in samenwerking met de Dienst Mensenhandel van de Federale Politie en met het Federaal Parket.
In 2013 hadden 16 situaties (3%) die bij Child Focus
gemeld werden een georganiseerd of gecommercialiseerd karakter. In deze 16 dossiers was er 15 maal
sprake van (vermoedelijke) kinderprostitutie en 1 maal
van sekstoerisme (in combinatie met kinderprostitutie). In eenzelfde dossier kan sprake zijn van meerdere
vormen van uitbuiting tegelijk.
Gezien het verdoken karakter van deze vormen van
misbruik is samenwerking met andere partners
onontbeerlijk. Daarom is Child Focus actief lid van de
werkgroep Stop kinderprostitutie, gecoördineerd door
ECPAT België (End Child Prostitution, Child Pornography and Trafficking of Children for sexual purposes) in
samenwerking met onder andere de Federale Politie,
NMBS, de FOD Buitenlandse Zaken en de Dienst Strafrechtelijk Beleid. We bereidden het voorbije jaar ook
een samenwerkingsprotocol voor met ECPAT België.
Child Focus zet tot slot ook in op beleidsbeïnvloedend
werk, zowel op nationaal als op internationaal niveau.
Georganiseerd of gecommercialiseerd seksueel misbruik
Alle behandelde dossiers (562)
3%
97 %
Geen georganiseerd of
commercieel karakter (546)
Georganiseerd of
commercieel karakter (16)
Child Focus geeft de slachtoffers een stem en een gezicht
Child Focus heeft zich reeds meer dan tien keer burgerlijke partij gesteld in zaken van kinderhandel, kinderprostitutie,
sekstoerisme en kinderpornografie. Onze advocaten zetten zich uitermate in om de vaak ongeïdentificeerde slachtoffers
van dit misbruik te vertegenwoordigen. Op deze manier willen we minderjarigen die niet persoonlijk kunnen optreden
een gezicht en een stem geven. Anderzijds wil Child Focus het algemene publiek sensibiliseren over de ernst van de
fenomenen: voor elk beeld van seksueel misbruik is er immers een reëel kind misbruikt.
27
Child Focus 2013 Jaarverslag
Beelden van seksueel misbruik:
steeds meer verborgen in het web
stopchildporno.be is het online burgerlijk meldpunt van Child Focus waar burgers beelden van
seksueel misbruik van minderjarigen die ze online hebben aangetroffen kunnen melden. Dit
gebeurt via een meldingsformulier op de website, dat indien gewenst volledig anoniem kan worden
ingevuld. Zo bieden we een laagdrempelig meldingskanaal voor deze beelden, dat complementair is
met het politionele meldpunt.
De medewerkers van Child Focus behandelen de meldingen niet zelf, maar verwijzen door naar de Federale
Politie, dit overeenkomstig het samenwerkingsprotocol. Als een melding voldoende informatie bevat,
wordt ze naar het politioneel meldpunt ecops.be van
de Federal Computer Crime Unit van de Federale Politie doorgestuurd. De experten van de Cel Mensenhandel van de Federale Politie halen deze meldingen uit
de databank voor politioneel onderzoek.
Het burgerlijk meldpunt is er ook om burgers te informeren over de wetgeving omtrent beelden van seksueel
misbruik: wat is strafbaar en waarom? De website informeert ook over de verschillende partners waarmee op
nationaal en internationaal vlak wordt samengewerkt.
Concrete vragen over bijvoorbeeld wetgeving of beleid,
kunnen via het e-mailadres info_scp@childfocus.org
gesteld worden.
Over de grenzen
Omdat het internet geen landsgrenzen kent, is een
versterkte samenwerking op internationaal niveau
absoluut noodzakelijk. Wanneer je online een beeld
van seksueel kindermisbruik aantreft, betekent dit
28
niet noodzakelijk dat de bron van het beeld in België
is terug te vinden. Om de uitwisseling van gegevens
en expertise te vergemakkelijken, zijn er ook in andere
landen wereldwijd meldpunten actief. Het meldpunt
stopchildporno.be maakt deel uit van het internationaal netwerk INHOPE dat strijd voert tegen illegale
inhoud op het internet en inmiddels reeds 46 meldpunten in 40 verschillende landen telt.
24 meldingen per week
In 2013 ontving het online burgerlijk meldpunt 1232
meldingen of gemiddeld 24 per week. De voorbije
jaren zien we licht schommelende statistieken. Net zoals vorig jaar merken we dat er niet enkel beelden van
seksueel misbruik van minderjarigen worden gemeld.
Mensen signaleren via het online meldpunt ook verdachte profielen op sociale netwerksites. Child Focus
“
De ontwikkelaars van Tor verdedigen hun software met het argument
dat dissidenten in Syrië en andere probleemgebieden hem kunnen gebruiken
om te communiceren. Maar er is geen enkele regulering van het gebruik
ervan ingebouwd. Het maakt het mogelijk kinderen ongestraft te misbruiken
en er geld aan te verdienen. Het misbruik op zich is al zwaar genoeg. Door
Tor gaan de beelden ervan de wereld rond, terwijl pedofielen zich erbij
bevredigen. Voor de slachtoffers voelt dat alsof ze telkens opnieuw misbruikt
worden. Vaak gaan “kijkers” uiteindelijk ook over tot een fysiek misdrijf,
omdat ze bij het clubje van in hun ogen echte pedofielen willen horen.
(De Standaard 04.04.2013)
”
HEIDI DE PAUW, algemeen directeur
Child Focus 2013 Jaarverslag
werkt daarom in samenwerking met de Federale Politie aan een nieuw meldingsformulier dat duidelijker en
gebruiksvriendelijker zal zijn. Zo zal er een apart luik
voorzien worden voor sociale netwerksites, wat eveneens accuratere statistieken oplevert.
Slechts het topje van de ijsberg
te krijgen op de werkelijke omvang van dit fenomeen.
Wereldwijd verplaatst het aanbod en de uitwisseling
van beelden van seksueel misbruik van kinderen zich
van het publieke ‘www’-internet naar verdoken netwerken zoals peer-to-peer netwerken. Daar worden
de beelden vaak versleuteld en via niet te achterhalen
kanalen uitgewisseld.
Het is belangrijk aan te geven dat het aantal meldingen die burgerlijke of politionele meldpunten ontvangen, geenszins representatief is voor het totaal
aantal beelden van seksueel kindermisbruik dat op
het internet circuleert. Het is heel moeilijk om zicht
Mensen die ter goeder trouw van het internet gebruik
maken, komen minder met deze beelden in aanraking,
wat verklaart dat het aantal meldingen stagneert. Het
betekent niet dat het aanbod van kinderporno afneemt.
Meldingen op stopchildporno.be
Websites (URLs, sociale netwerksites...)
Andere Kanalen (P2P, ongewenst e-mails...)
1400
1200
1000
800
600
400
200
1 320 meldingen
in 2010
1 479 meldingen
in 2011
1 394 meldingen
in 2012
1 232 meldingen
in 2013
29
Child Focus 2013 Jaarverslag
e-safety : de “hulplijn voor een veiliger internet” in de kijker!
De in juni gelanceerde hulplijn voor een veiliger internet van Child Focus ziet het aantal oproepen met de dag toenemen. Die
hulplijn is toegankelijk via e-mail, een online contactformulier en telefoon (116 000). Ze is bestemd voor iedereen (kind, tiener, ouder
of professioneel) die een vraag of een probleem heeft over internetgebruik bij minderjarigen. Gespecialiseerde consulenten zijn
aanwezig om te luisteren, advies te geven en door te verwijzen indien nodig.
“
Een meisje van 13 jaar heeft een naaktfoto van zichzelf naar een vriend
gestuurd via Facebook. Ze durft niet meer naar school te gaan uit schrik
dat het vriendje de foto aan iedereen gaat tonen. De sociaal assistente
die verantwoordelijk is voor haar, vraagt me advies. Ik bepaal alle stappen
die nodig zijn om de risico’s te beperken en ik ondersteun haar bij de
psychologische begeleiding van de familie. Ze bedankt me “dat ik ze
geholpen heb op deze moeilijke momenten”. Daar zijn we voor!
”
JULIE VAN BOXSTAEL, consulente
“
Op het net kan schijn bedriegen, kunnen woorden vervormd
worden, beelden geïnterpreteerd… reden genoeg om bijzonder
voorzichtig te zijn met welke informatie je post over jezelf maar ook
over anderen.
(RTBF. La Première. 5.02.2013)
”
MARYSE ROLLAND, communicatieverantwoordelijke en woordvoerster
“
Je moet de kinderen altijd vragen om na te denken over volgende
vraag: zou hun grootmoeder die foto van hen in haar salon zetten? Als
het antwoord nee is, dan is het beter de foto niet online te plaatsen!
(RTL-TVI. Le journal. 18.09.2013)
ASTRID POUPPEZ, projectverantwoordelijke
30
In 2013 heeft de organisatie 113 dossiers geopend
over online veiligheid, of zowat 40% meer dan in
2012. Die toename is ongetwijfeld het gevolg van
de communicatiecampagne over het bestaan van
deze hulplijn die gevoerd is op sociale netwerken
(“Charlie” zie p.32) maar ook in Belgische scholen:
meer dan 6.000 posters werden uitgedeeld dankzij de
steun van het Vlaams ministerie van onderwijs en de
gewaardeerde hulp van vrijwilligers van Child Focus.
Op zoek naar informatie
Van de 113 dossiers geopend in de loop van het jaar
2013 ging het in 55 gevallen (49%) om een vraag naar
informatie. Dit cijfer nam licht toe in vergelijking met
2012. In 3 dossiers was er sprake van een risicosituatie voor een internetsurfer. Voor 44 dossiers was een
doorverwijzing nodig naar andere instanties (Centrum
voor Leerlingenbegeleiding, SOS Enfants, enz.). In 11
dossiers heeft de beller geen gevolg gegeven aan de
voorgestelde oplossing.
Child Focus heeft informatie ontvangen over 33 kinderen betrokken bij deze dossiers. Het ging vooral om
meisjes (24 meisjes en 9 jongens). De meesten waren tussen 13 en 15 jaar (48%). De tweede categorie
betreft kinderen tussen 7 en 12 jaar (30%). Slechts
7 kinderen waren 16 jaar of meer. Die cijfers liggen in
lijn met de vorige jaren.
Cyberpesten, een ernstige bekommernis
Zoals blijkt uit grafiek hiernaast hielden 52 dossiers
verband met het thema cyberpesten. Dat betekent
een stijging met zowat 20% in vergelijking met 2012.
En 32 dossiers hielden verband met mediaopvoeding.
Op het totale aantal dossiers hadden er 76 betrekking
op sociale netwerken (Facebook, ask.fm…). Daarna
kwamen websites (16), mobiele toestellen (6), chats
(6), e-mails (4), webcam (4) en games (1).
Wie neemt contact op met de hulplijn?
Een van de uitdagingen van de hulplijn voor 2013 was
om meer jongeren aan te sporen contact met ons op
te nemen. Opzet geslaagd: in 2012 hadden 6 jongeren rechtstreeks contact met ons opgenomen, in 2013
waren dat er 16. De belangrijkste bellers blijven
toch de ouders, en dan vooral de moeders met 36%
tegenover 8% vaders, en derden (37%) (directeurs,
lesgevers of professionelen die een band met het kind
hebben).
Child Focus 2013 Jaarverslag
Waarom wordt contact opgenomen met de hulplijn? (N = 138)
52
Cyberpesten
10
Seksuele intimidatie
32
Media opvoeding
“
1
Niets is beter dan de dialoog
tussen ouder en kind,want geen enkele
technische oplossing kan online pesten
of afspraken met onbekenden op het
web vermijden
(VivaCité. 6.09.2013)
11
Ongewenst contact
Potentieel schadelijke
inhoud
Andere
DIRK DEPOVER, directeur communicatie en woordvoerder
11
Privacy
Internet verslaving
”
5
Filters
“
Met de smartphone is het internet verhuisd van thuis naar broekzak of
handtas van zoon of dochter. Als ouders zich interesseren voor het gebruik
van deze toestellen door hun kroost en hen tonen dat ze weten hoe Facebook,
Twitter en Co werken, dan krijgen zij ook makkelijker feedback over wat de
kinderen daarmee aanvangen en met wie ze in contact komen.
(Het Nieuwsblad. 2.01.2013)
10
”
6
NADÈGE BASTIAENEN, projectverantwoordelijke
De hulplijn werkt
opbouwend
samen
Child Focus heeft een hechte
samenwerking opgebouwd met
verschillende sociale netwerken
zoals Twitter, Facebook, Ask.fm…
Wie neemt contact op met de hulplijn? (N = 109)
om zo snel mogelijk te kunnen
37 %
Derde (44)
36 %
Moeder (61)
13 %
Betrokken kind (16)
8%
Vader (9)
6%
Lid van het (7)
gezin
optreden bij een hinderlijke
situatie op het net (ongewenste
content…).
31
Child Focus 2013 Jaarverslag
Preventie- en sensibiliseringsacties
Safer Internet Day 2013: “Connect with respect”
Op dinsdag 5 februari 2013, ter gelegenheid van de
tiende editie van Safer Internet, heeft de “e-safety
cube” van Child Focus post gevat in het centraal station. Op de buitenzijden van die kubus – een soort computer – zijn handige tips te vinden om veilig te chatten. Vanbinnen zijn er lachspiegels die voorbijgangers
willen aanzetten tot nadenken over het beeld dat ze
online van zichzelf vrijgeven. Deze sensibiliseringsdag
belichtte vooral de rechten en verantwoordelijkheden
van ieder persoon op het internet.
“Raamwerk Seksualiteit en Beleid” voor het Vlaamse Onderwijs
Op 30 januari 2013 kon onze erevoorzitster, Koningin
Paola, in primeur kennismaken met deze “e-safety
cube”.
Child Focus en Sensoa werkten in 2013 aan de doorontwikkeling van het Raamwerk Seksualiteit en Beleid naar de
sector van het Vlaamse Onderwijs. Het Raamwerk is een uitgebreid document bedoeld voor alle sectoren waar met
kinderen, jongvolwassenen of (kwetsbare) volwassenen gewerkt wordt.
Elk jaar moedigt Child Focus ook alle spelers actief in
media-onderwijs aan om een of meerdere preventieacties op touw te zetten. Er werden meer dan dertig
activiteiten georganiseerd.
Het bevat bouwstenen om een beleid rond lichamelijke en seksuele integriteit te ontwikkelen of een bestaand
beleid aan te passen. De basisversie van het Raamwerk werd reeds begin 2012 gelanceerd. Tegelijk ondertekende
de Vlaamse Overheid een engagementsverklaring met de sectoren die zich inzetten voor welzijn, sport, onderwijs
en jeugd om kindermisbruik aan te pakken over de verschillende beleidsdomeinen heen.
Als eerste resultaat werden eind 2012 vier nieuwe versies (doorvertalingen) van het raamwerk voorgesteld, respectievelijk voor sportorganisaties, jeugdwerkorganisaties, kinderopvang en de sectoren van de Integrale Jeugdhulp.
De versie voor het Vlaamse Onderwijs zal in 2014 gelanceerd worden.
Onmisbare samenwerking met de webindustrie…
Het web zou geen plek voor verrijking en ontwikkeling van jongeren kunnen zijn zonder de betrokkenheid van de
makers ervan: leveranciers van content, online diensten en toegangsdiensten. Daarom beschouwt Child Focus
de samenwerking met en sensibilisering van de spelers in de webindustrie als een prioriteit in het preventiewerk
op het web.
“Charlie”-spots
Om die ondernemingen te overtuigen om toepassingen te onwikkelen die beter aangepast zijn aan de behoeften
van de jonge internetbezoekers, heeft Child Focus een strategie op meerdere niveaus. Ten eerste neemt de
organisatie actief deel aan verscheidene internationale debatten zoals de CEO & ICT Coalitions waar actoren uit
de telecomsector aanwezig zijn. Het gaat om twee initiatieven ingevoerd door de Europese Commissie om de
maatschappij de kans te bieden haar stem te laten horen aan de grote webindustrieën.
Vervolgens neemt Child Focus ook deel aan het sociale beleid van bepaalde ondernemingen door de kwestie van
het juiste internetgebruik bij kinderen in hun bedrijfsstrategie te integreren.
Een mooi voorbeeld zijn de “e-safety”-workshops met Microsoft en Belgacom. Jaarlijks stellen Microsoft en
Belgacom workshops “Internet : fun in alle veiligheid” voor in lagere scholen in België die worden gegeven door
vrijwilligers uit het eigen personeelsbestand. Child Focus heeft die aanpak uiteraard ondersteund door didactisch
materiaal ter beschikking te stellen en de vrijwilligers op te leiden. In 2013 waren meer dan 150 mensen betrokken bij dit grootscheepse preventieprogramma om meer dan 17 000 kinderen te sensibiliseren.
32
Met vier humoristische spots die de naam “Charlie”
meekregen, wil Child Focus jong en oud sensibiliseren
voor de problemen die kinderen en tieners online kunnen ondervinden. Charlie brengt thema’s als informatie
opzoeken, grooming, sexting of porno op een didactische en leuke manier aan. Hij stimuleert internetsur-
fers om vragen te stellen en over eventuele moeilijke
situaties te spreken.
Sinds de lancering in december 2013 zijn de spots zowat 2 000 keer bekeken in één maand.
Child Focus 2013 Jaarverslag
De “clicksafe”-catalogus en bijhorende dvd
De “e-safety”-opleidingen van Child Focus
De “clicksafe”-catalogus centraliseert alle educatieve tools van Child Focus die aansporen tot behoorlijk gebruik
van het internet. Hij is bestemd voor professionelen die rechtstreeks met kinderen en tieners werken en die
opvoeding rond online media met hen willen aankaarten.
Child Focus wil de belangrijkste opvoeders (ouders,
leerkrachten, jeugdleiders, psychologen, sociaal assistenten...) van onze maatschappij sensibiliseren om ze
te betrekken bij de opvoeding, in de brede zin van het
woord, van kinderen en leerlingen over online media.
Deze catalogus werd uitgegeven in 2012 en geactualiseerd in 2013. Hij biedt extra pedagogische tools waaronder een dvd met een compilatie van de videospots ter sensibilisering ontwikkeld door Child Focus en andere
organisaties.
De “clicksafe” -catalogus en bijhorende dvd zijn te raadplegen of gratis te bestellen via clicksafe.be.
Preventietools voor iedereen
In 2013 heeft Child Focus de inclusieve aanpak opgedreven bij het preventiewerk rond online media:
geen tools ontwikkelen die specifiek bestemd zijn voor
kwetsbare kinderen of kinderen met een beperking,
maar de bestaande tools aanpassen of er nieuwe uitwerken om niemand uit te sluiten en rekening te houden met de specifieke behoeften van de verschillende
kwetsbare groepen in de maatschappij.
• Jungle Web
In die optiek zag Jungle Web het daglicht in 2013.
Dat is een educatief spel dat behendigheid, waarneming en kennis over het web op de proef stelt. Het
moet de positieve dialoog over het juiste gebruik van
het internet binnen het gezin bevorderen. Child Focus heeft 10.000 exemplaren van het spel gemaakt.
Jungle Web kan besteld worden via clicksafe.be .
• Gespecialiseerd onderwijs
Child Focus heeft, in partnership met het Work &
Technology Research Center, ook een onderzoek
gevoerd in 2013: “Vorming over online media in het
bijzonder onderwijs”. De idee erachter was om de
behoeften te bepalen rond onderricht van online
technologieën in het buitengewoon onderwijs. Op
basis van deze resultaten kan in 2014 een nieuwe
pedagogische tool over online veiligheid ontwikkeld
worden die specifiek bestemd is voor professionelen
die werken met gehandicapte kinderen.
• Opleiding voor ouders
Al enkele jaren biedt de Organisatie ouders en grootouders een educatief programma over online veiligheid dat de naam “Veilig online” meekreeg in Vlaanderen, “Webetic” in het Franstalig landsgedeelte en
“Durchklick” in de Oostkantons. Zo heeft Child Focus
in 2013 meer dan 6.000 ouders geïnformeerd tijdens
meer dan 200 informatiesessies over heel België.
• Opleiding voor professionelen
Tegelijk vormt Child Focus professionelen in het
onderwijs en in jeugdzorg en rust ze uit met educatief materiaal waarmee ze het juiste gebruik van
het internet kunnen aankaarten met de jongeren. In
2013 is Child Focus heel België rondgetrokken en
heeft het niet minder dan 1.000 professionelen uit
het formele en niet-formele, gewone en bijzondere
onderwijs informatie geboden.
Een luisterend oor voor jongeren
Dankzij sociale netwerksites konden we, in 2013, op een eenvoudige manier een Nederlands- en Franstalig consultatiesysteem, meer bepaald een Youth Panel, dat specifiek gericht is op jongeren, genereren. De focus ligt op
jongeren tussen 13 en 16 jaar oud. Vanaf nu kunnen zij mee adviseren en informeren en kan het e-Safety team zijn
tools beter afstemmen op de doelgroep. Ook offline trachten we steeds meer jongeren te betrekken door ‘fysieke’
jeugdpanels te organiseren.
Tool tegen cyberpesten
Child Focus heeft een miniwebsite ontwikkeld met vier
animatiefilmpjes die pestsituaties schetsen en de mogelijke reacties van ouders. Ze worden aangevuld met
advies en een lijst met frequente vragen. Deze tool is
beschikbaar op www.clicksafe.be
33
Child Focus 2013 Jaarverslag
Financiering en jaarrekeningen
In 2013 ontving Child Focus uit vijf grote financieringsbronnen in totaal 4,27 miljoen euro:
Subsidies
van de Nationale Loterij
1 259.500 €
823.898 €19,27%
Overige overheidssubsidies
Giften en andere bijdragen van Privéorganisaties (in contanten en in natura)
1 085.738 €
25,39%
Giften van het grote publiek (giften en netto verkoop van Child Focus artikelen)
1 034.849 € 24,20%
72.235 € 1,69%
4 276.221 € 100,0%
Netto financiële opbrengst
Totaal
Sinds 2001 geniet Child Focus de steun van de Nationale Loterij via een aanzienlijke schenking. Dit is de
bijdrage van de federale regering aan Child Focus, een
bijdrage die in 2012 voor het eerst werd geïndexeerd
(2%) maar in 2013 met 5% daalde (net als voor alle
ngo’s ondersteund door de Nationale Loterij). De federale regering voorziet ook in een deel van de opleidingsnoden van Child Focus en biedt financiële tewerkstellingsteun (Plan Activa). De regionale regering van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft dan weer trouw
op post sinds de oprichting van Child Focus, door het
loon van 5,5 werknemers deels te bekostigen. De
Vlaamse regering stortte een uitkering voor de inpassing van één medewerker en bood ook financiële
steun voor twee projecten van Child Focus: enerzijds
de e-safety-opleidingen voor ouders, in samenwerking
met de Gezinsbond (zie p.33), en anderzijds, in samen-
34
29,45%
werking met Sensoa, de uitwerking van een raamwerk
voor organisaties die zich met jongeren bezighouden
(zie p.32). 24 gemeenten maakte ook een subsidie over
in het kader van activiteiten van vrijwilligers van Child
Focus.
De Europese Commissie:
een waardevolle steun…
De subsidies van de Europese Commissie bedroegen
588 000 euro in 2013 en betroffen hoofdzakelijk vier projecten. Dankzij een eerste project, in het kader van het
programma Safer Internet Plus, kon Child Focus blijven
optreden als burgerlijk meldpunt voor beelden van seksueel misbruik van kinderen op het internet (zie p.28),
kon het ook haar expertisecentrum rond mediaopvoeding ontwikkelen, en kon het ook een hulplijn beheren
om zo een antwoord te bieden op vragen van jongeren,
leerkrachten of ouders over het internet (zie p.30). Dit
project zal verlengd worden tot eind 2014. Dankzij een
tweede project dat door de Europese Commissie werd
gefinancierd (budgetlijn Daphné) kon de kwaliteit van
onze dienstverlening via het noodnummer 116 000
worden verbeterd. De resterende subsidie voor dit project dat werd afgerond in 2012, is in 2013 gestort. Een
verlenging van het project 116 000 is gestart in maart
2013 en zal twee jaar duren. Voor alle volledigheid: na
de afronding begin 2013 van het « ch@dvice » project
(implementatie van een chat om jongeren die seksueel
misbruikt worden de kans te bieden tot contact met
Child Focus, zie p.12) heeft de Commissie het saldo van
haar subsidie in 2013 betaald.
…net als die van de privésector
Wat de privésector betreft, kon Child Focus eens te
meer rekenen op de steun van een van zijn oprichters,
de Koning Boudewijnstichting, net als op die van zijn
bevoorrechte financiële partners: Belgacom, buy aid,
Carrefour, Danone, D’Ieteren (Volkswagen), Grey, ING,
Hewlett-Packard, Microsoft, Mutas en Ricoh. Sinds
2007 maakt de coöperatieve CERA ook deel uit van
deze lijst. Eerst bij een theaterproject van drie jaar
bestemd voor scholen rond het weglopen van tieners.
Dan bij een tweede project waarbij Child Focus een
team met ouders kon samenstellen die fungeeren als
“ervaringsdeskundigen” en die bereid zijn ouders te
steunen die vandaag geconfronteerd worden met een
verdwenen kind (zie p.13). Meer dan honderd andere
bedrijven boden Child Focus financiële steun, en dat
rechtstreeks of via speciale acties, zoals de storting
van een percentage van de omzet gerealiseerd tijdens
een bepaalde periode (operatie Carrefour in samen-
Child Focus 2013 Jaarverslag
werking met Kimberly-Clark, Bongrain, Henkel, Mondelez Kraft, Pietercil Delbys, Snack Venture Pepsico,
Tropicana Looza et Yoplait), de financiering van een
project of speciaal evenement (AG Insurance, De Helpende Hand van Belgacom, Cera, BNP Paribas Fortis
Foundation, Sodexo) – of nog in de vorm van steun
(competentiemecenaat, giften in natura of sterke
kortingen) – zoals bijvoorbeeld: tijdens de e-safety
opleidingen in de scholen (werknemers/vrijwilligers
van Belgacom en Microsoft), vastgoedadvies (Bopro),
beheer van maaltijdcheques (Sodexo), afvalbeheer
(Net Brussel) of bij de aankoop van meubilair (Pami Solution), tickets voor openbaar vervoer (NMBS), drank
(Coca Cola, Rombouts, Spadel), enz. Zonder nog maar
de duizenden kmo’s en zelfstandigen te vergeten, die
met de aankoop van post-its, pennen, plakband, snoep
en wenskaarten van buy aid Child Focus steunden voor
10% van het bedrag van hun aankopen. Child Focus
kon in 2013 ook 14 tombola’s organiseren, meestal in
samenwerking met ING en Afibel.
…en het grote publiek
Net als elk jaar steunde het grote publiek Child Focus
via gerichte schenkingen, permanente betalingsopdrachten en de aankoop van artikelen van Child Focus,
maar ook via speciale operaties en evenementen. Vier
voorbeelden:
- Eind 2013 telde Child Focus 13 000 schenkers die
haar maandelijks een vast bedrag storten. Deze
schenkers werden thuis gecontacteerd of, in enkele
gevallen, bij de ingang van de Carrefour-hypermarkten door medewerkers van het bedrijf Direct Dialogue Fundraising (tot en met februari 2012) en Pepperminds (sinds april 2013). Deze medewerkers, voor
het merendeel jobstudenten, hebben deze schenkers
aangemoedigd om rechtstreeks giften op de rekening
van Child Focus te storten.
- In december betaalde de bevek “ING Invest Solidarity /
Child Focus” – in juni 1999 door ING gelanceerd – een
nettodividend van 3,225 e (4,3 e bruto) per aandeel
ten voordele van Child Focus. Eind december 2013
heeft ING, om interne redenen, beslist om deze bevek
af te sluiten en de 130 investeerders/schenkers hun
aandelen terug te betalen. De bank spoorde hen wel
aan om trouw te blijven aan Child Focus en andere
ondersteuningsmiddelen te vinden (aparte giften,
permanente opdrachten, legaten…). Als compensatie en gezien de goede relatie sinds de oprichting
van Child Focus, heeft ING zich ertoe verbonden een
mooie jaarlijkse gift te doen aan Child Focus, minstens voor de volgende 5 jaar.
- Onze vrijwilligers organiseerden dit jaar bijna honderd infostands zowat overal in België. Zo kon Child
Focus niet alleen geld inzamelen, maar ook aan preventie doen onder de burgers.
- Drie personen dachten aan Child Focus bij het opstellen van hun testament of de ondertekening van hun
levensverzekering. Zo namen ze het initiatief om alles
of een deel van hun bezittingen bij hun overlijden na
te laten aan Child Focus. 1 van deze legaatdossiers
kon afgerond worden in 2013 en heeft zo bijgedragen
tot de financiering van de opdrachten van Child Focus.
Dag van de Vrijwilligers 2013:
een uitje om te bedanken
Om haar vrijwilligers te bedanken heeft Child Focus ze op zaterdag 27 april met hun familie uitgenodigd in
de prachtige dierentuin Pairi Daiza.
De organisatie van dit evenement was mogelijk dankzij de steun van vele sponsors. Zo heeft Pairi Daiza
een mooie korting aangeboden op de toegangstickets en ook de Provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg,
Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen hebben een aanzienlijke financiële bijdrage geleverd.
35
Child Focus 2013 Jaarverslag
Rekeningen31/12/13
31/12/12
Vaste Activa (netto)
Immateriële vaste activa 21
40.052,27 131.427,20
Inrichting gebouw en Installatie
23
1.705,50 2.558,25
Meubilair en materiaal
24
106.910,46 110.771,73
Borgtochten
28
111,33 111,33
148.779,56 244.868,51
Vlottende Activa
Handelsvorderingen
40/1
65.283,47 72.720,82
Geldbeleggingen
50/3
5.340.709,79 5.657.058,98
Liquide middelen
54/8
289.354,17 130.831,71
Over te dragen kosten en Verkregen opbrengsten
490/1
61.083,49 75.830,84
5.756.430,92 5.936.442,35
TOTAAL ACTIVA 5.905.210,48 6.181.310,86
Eigen Vermogen
Fondsen van de vereniging
10
1.810.699,85 1.810.699,85
Fonds bestemd voor investeringen
13
79.717,58 86.005,86
Fonds bestemd voor sociaal passief
13
1.539.478,25 1.549.824,17
Fonds bestemd voor fondsenwerving
13
90.000,00 340.000,00
Overgedragen resultaat
14
1.492.535,98 1.442.423,75
Kapitaalsubsidies
15
69.061,98 158.862,72
5.081.493,64 5.387.816,35
Voorzieningen voor risico’s en lasten
160/5
89.787,33 73.061,61
Schulden
Voorschotten Actiris
17
14.410,22 16.547,02
Handelsschulden
44
169.017,17 111.911,42
Belastingen
450/3
40.578,40 86.270,39
Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
54.392,28 39.056,65
Provisie vakantiegelden
456
273.587,84 297.921,23
Overige schulden
48
0,00 20.229,56
Over te dragen opbrengsten
492
1.956,72 7.934,43
Toe te rekenen kosten
493
179.986,88 140.562,20
733.929,51 720.432,90
5.905.210,48 6.181.310,86
TOTAAL PASSIVA
36
Child Focus 2013 Jaarverslag
RESULTATENREKENING
Rekeningen2013
2012
Opbrengsten
Subsidies
73
1.936.184,57 2.352.421,61
Schenkingen in natura
73
531.459,02 573.653,20
Geldschenkingen
73
1.677.700,61 2.095.412,08
Recuperatie van onkosten / Vrijstelling Bedrijfsvoorheffing
74
38.909,14 45.009,72
4.184.253,34 5.066.496,61
Uitgaven
Lokalen
61
261.707,95 311.338,66
Verplaatsingen
61
69.848,39 118.763,68
Briefwisseling en telefonie
61
111.217,54 102.202,00
Materiaal en uitrusting
61
71.761,62 60.462,03
Voedsel & Drank
61
32.868,42 26.719,52
Documentatie
61
68.040,82 48.391,42
Publicaties en Informatiecampagnes
61
253.145,01 231.486,52
Honoraria
61
693.306,98 475.610,37
Gerichte financiële hulp
61
122.812,18 97.547,25
Lonen / Sociale Lasten 62
2.549.062,32 2.691.545,95
Afschrijvingen en Minderwaarde op vaste activa
63
223.059,42 255.075,17
Dotatie / Bestedingen Voorzieningen voor risico’s en lasten
635/8
16.725,72 11.672,13 4.473.556,37 4.430.814,70
Netto Financiële Opbrengsten
75/65
72.815,63 85.992,62
Netto Uitzonderlijke Opbrengsten (Lasten)
76/66 (34,59) 3,72
Winst (verlies) van het boekjaar vóór bestemmingen
(216.521,99)
721.678,25
Beslissing genomen door de Raad van Bestuur tijdens de vergadering van 25 maart 2014
Overgedragen resultaat van vorig boekjaar
1.442.423,75 1. Resultaten van het boekjaar
(216.521,99)
2. Netto Onttrekkingen (Netto Bestemmingen)
Fonds bestemd voor investeringen
6.288,30 Fonds bestemd voor sociaal passief
10.345,92 Fonds bestemd voor fondsenwerving
250.000,00 Resultaat over te dragen 1.492.535,98 1.095.562,89
721.678,25
(12.677,09)
(22.140,30)
(340.000,00)
1.442.423,75
37
Child Focus 2013 Jaarverslag
West Point Park
’t Hofveld 6 C3
1702 Groot-Bijgaarden
Rapport du réviseur
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Bedrijfsrevisoren - Reviseurs d’Entreprises - Registered Auditors
Tel: 02 464 20 50
“STICHTING VOOR VERMISTE EN SEKSUEEL UITGEBUITE KINDEREN”
Houba de Stropperlaan 292 – 1020 Brussel
OVER DE JAARREKENING VAN HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2013
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van Commissaris
die u ons heeft toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening evenals de vereiste
bijkomende vermeldingen.
Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud
Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013, opgesteld op basis
van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 5.905.210,48 en waarvan
de resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van € 216.521,99 voor onttrekking en toewijzing aan de bestemde
fondsen.
Verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan
Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Deze verantwoordelijkheid
omvat onder meer: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen
en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van het
maken van fouten, bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van schattingen die onder
de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de Commissaris
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle.
Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt
georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
materieel belang bevat, als gevolg van fraude of van het maken van fouten.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie
over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk
van onze beoordeling, welke een inschatting omvat van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat
ten gevolge van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne
controle van de stichting met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening, ten einde in de
gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van
de interne controle binnen de stichting.
Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt
door de stichting, alsook de voorstelling van de jaarrekening als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de stichting de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van onze opinie.
Opinie
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2013 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële
toestand en de resultaten van de stichting, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig
referentiestelsel.
Bijkomende vermeldingen en inlichtingen
Het naleven door de vereniging van de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen (internationale) zonder winst
oogmerk en de stichtingen, alsmede van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen en inlichtingen op te nemen die
niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen:
• O nverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van
toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
•W
ij hebben geen kennis gekregen van verrichtingen of beslissingen die in overtreding met de statuten of de Wet van
27 juni 1921 betreffende de verenigingen (internationale) onder winst oogmerk en de stichtingen zijn gedaan of genomen.
Brussel, 25 maart 2014
VRC Bedrijfsrevisoren
BV o.v.v.e. CVBA
Vertegenwoordigd door Brigitte Motte
VRC BEDRIJFSREVISOREN – VRC REVISEURS D’ENTREPRISES – VRC REGISTERED AUDITORS
Burgerlijke vennootschap onder de vorm van een cooperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid / Société Civile sous forme d’une société coopérative à responsabilité limitée
Maatschappelijke zetel | Siège social | Registered address: 8820 Torhout, Lichterveldestraat 39A • BTW | TVA | VAT BE 462 836 191 – RPR | RPM Ger. Arr. | Arr. Jud. 0462 836 191
Vennoten | Associés | Partners: Vander Donckt Hedwig – Roobrouck Bart – Christiaens Yves – Geeroms Andre – Motte Brigitte – Van Steenberge Bart – Vander Donckt Frederik
38
Child Focus 2013 Jaarverslag
Waarderingsregels en boekhoudkundige impact in 2013
Hierna de specifieke waarderingsregels die momenteel van kracht zijn bij Child Focus en hun impact op de boekhouding 2013 :
(Im)materiële vaste activa, Kapitaalsubsidies en Fondsen bestemd voor investeringen
Regelmatig ontvangt Child Focus d.m.v. een legaat een onroerend goed dankzij een schenker (publiek of privé)
die bepaalt dat zijn gift in contanten of in natura wordt bestemd voor die bepaalde investering. Boekhoudkundig
worden deze activa, geschat op hun marktwaarde (btw inbegrepen), gewaardeerd op de rekening (im)materiële
vaste activa en worden de bedragen die overeenstemmen met deze giften geboekt op het passief van de rekening
Kapitaalsubsidies.
Voor de andere (im)materiële vaste activa die Child Focus ontving dankzij giften zonder specifieke bestemming,
reserveert de Raad van Bestuur het bedrag noodzakelijk voor deze aankopen door een bestemming van de winsten te boeken op de rekening Fonds bestemd voor investeringen.
De (im)materiële vaste activa ingeschreven op het actief en hun financieringen, ingeschreven op het passief van
de rekeningen Kapitaalsubsidies en Fondsen bestemd voor investeringen worden lineair afgeschreven, rekening
houdend met de volgende afschrijvingstermijnen: 2 jaar voor de audiovisuele producties, 3 jaar voor het ICT
materiaal en de software, 4 jaar voor het bureelmateriaal en 10 jaar voor het meubilair.
dingen in geval van een aanzienlijke herstructurering of sluiting van de Stichting. De Raad van Bestuur behoudt
zich de vrijheid dit fonds te blijven spijzen door de bestemming van de resultaten van een boekjaar of, integendeel
dit Fonds te verminderen in het geval dat deze te hoog blijkt in vergelijking met de verschuldigde vergoedingen,
geschat op datum van 31 december van elk jaar. Op het einde van 2013 werd een bedrag van 10.345,92 e overgedragen van dit Fonds naar de resultatenrekening; het Fonds bedraagt momenteel 1.539.478,25 e.
Ander Fonds bestemd voor Fondsenwerving
De Raad van Bestuur heeft tijdens zijn vergadering van 26 maart 2013 besloten om een nieuw Fonds te openen
bestemd om de financiële duurzaamheid van Child Focus te waarborgen, en meer bepaald om de opstart van een
fondsenwervingscampagne georganiseerd door Pepperminds te financieren.
Sinds april 2013, moedigt dit bedrijf het grote publiek aan om Child Focus financieel te ondersteunen door middel
van maandelijkse schenkingen. Het duurt ongeveer drie jaar voor deze nieuwe activiteit een effectieve bron van
financiering wordt voor Child Focus. Daarom had de Raad van Bestuur besloten om 340.000 e te onttrekken aan
de resultaten van 2012 om deze te boeken in dit nieuwe fonds. In 2013 werden, zoals voorzien door de Raad van
Bestuur, 250.000 e overgedragen van dit Fonds naar de jaarresultaten. Aan het einde van 2013, bedroeg dit Fonds
nog 90.000 e.
Provisies voor risico’s en kosten
Eind 2013 bedroeg het netto saldo van de (im)materiële Vaste Activa 148.779,56€e (tegenover 244.868,51 e in
2012). Dit bedrag was voor 69.061,98 e gedekt door de rekening Kapitaalsubsidies en voor 79.717,58 e door de
rekening Fondsen bestemd voor investeringen
De Raad van Bestuur heeft beslist om jaarlijks provisies voor risico’s en kosten aan te leggen op basis van de
evaluatie van de risico’s op afsluitdatum, namelijk 89.787,33 e op het einde van 2013 (tegenover 73.061,61 e op
het einde van 2012). Deze provisies worden teruggenomen zodra de last in rekening werd genomen of zodra uit
een nieuwe evaluatie blijkt dat het risico niet langer bestaat.
Thesauriebeleggingen
De thesaurie wordt hoofdzakelijk geplaatst op spaar- of speciale lopende rekeningen, geopend bij vier banken. Op
het einde van 2013 bedroegen zij 5.147.669,80 e. Het saldo van deze beleggingen bevindt zich in een effectenportefeuille voor een aankoopwaarde van 193.039,99 e, voornamelijk samengesteld uit obligaties en in minder
mate uit BEVEK obligaties; deze effecten worden gevaloriseerd tegen de aankoopprijs of de markprijs indien deze
lager is.
Giften in natura
Fonds bestemd voor sociaal passief
In 2013 werd het totaal van deze giften in natura geschat op 531.459,02 e (tegenover 573.653,20 e in 2012) en
“financierde” de uitgaven zoals de huur, de erelonen, het onderhoud, de tickets voor openbaar vervoer, de dranken,
enz. evenals de afschrijvingen van het lopende jaar op de in natura ontvangen investeringen.
In 2006 gaf de Raad van Bestuur te kennen een Fonds bestemd voor sociaal passief in het leven te willen roepen,
met een bedrag voorbehouden voor de medewerkers van Child Focus ten belope van de verschuldigde vergoe-
Elke bedrijfsuitgave wordt altijd geëvalueerd aan zijn marktwaarde, btw inbegrepen (of aan de vervangingswaarde
van dit goed of dienst voor Child Focus) en niet overeenkomstig de werkelijk betaalde prijs. Derhalve wordt het
eventuele verschil, dat ofwel een korting, ofwel een volkomen gratis terbeschikkingstelling van een goed of een
dienst vertegenwoordigd, geboekt in Giften in natura.
39
Financiering en jaarrekeningen
Overheden
Bevoorrechte financiële partners
Europese Commissie
Belgacom
Afibel
Cera
Belgacom Mobile (Proximus)
Federale Regering
Financiële partners
Coca-Cola Enterprises Belgium
Computer Associates
buy aid
Danone Belgium
Delacre
Carrefour
R egering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest
Grey Worldwide Belgium
Hewlett-Packart Belgium
Bevoorrechte partners
Nationale Loterij
ING Belgium
Microsoft
Koning Boudewijnstichting
Ricoh Belgium
D’Ieteren
Mutas
Allen & Overy
40
Ethias Assurances
Nationale Bank van België
NMBS
Pami Office Solutions
Sodexo Pass Belgium
Spadel
State Street Foundation
We plaatsen mens en kind
centraal
We kiezen
resoluut voor
partnerschap
en overleg
We gaan
moeilijke
thema’s niet
uit de weg
We nemen geen blad voor de mond
We focussen op verdwijningen en seksuele
uitbuiting van kinderen en kiezen daarbij
het pad van professionalisme en innovatie
We rekenen op de solidariteit
van iedereen
Child Focus
Stichting van openbaar nut
Belgacom gebouw
Houba - de Strooperlaan 292
1020 Brussel - België
Tel.: +32 (2) 475 44 11 - Fax: +32 (2) 475 44 01
Noodnummer:
116 000 (24 uur op 24)
Noodnummer vanuit het buitenland:
+32 2 475 44 99 (24 uur op 24)
childfocus.be
childalert.be
nupraatikerover.be
stopchildporno.be
clicksafe.be
116000.be
Rekeningnummer:
BE51 3101 2117 00 62
Giften vanaf 40 euro per jaar zijn fiscaal aftrekbaar.