sic_2010_digi. - Rail Cargo Information Netherlands
Transcription
sic_2010_digi. - Rail Cargo Information Netherlands
Infrastructuur • Verkeersprestatie • Vervoersprestatie • Intermodaal vervoer • Marktpartijen • Kosten • Materieel • Milieubelasting • Punctualiteit • Railterminals • Deelnemers • SPOOR IN CIJFERS 2010 SPOOR IN CIJFERS 2010 Inhoudsopgave Voorwoord 4 1 Infrastructuur 7 a Spoornetwerk in Nederland 7 b Infrastructuurprojecten Rijksoverheid 8 c Overige infrastructuurprojecten 12 2 Verkeersprestatie 19 a Aantal treinen gereden over de Betuweroute 19 b Omvang railgoederenvervoer naar richting 20 3 Vervoersprestatie 21 a Ontwikkeling volume in tonnen 21 b Verdeling volume naar goederensoort 22 c Modal split per EU-land 23 d Vervoersprognose 24 e Prognoses per marktsegment 25 4 Intermodaal vervoer 26 a Intermodaal vervoer, bestemmingen per land 26 b Intermodaal vervoer, aantal wekelijkse diensten per land 28 c Historische ontwikkeling aantal intermodale treinen per week 30 5 Marktpartijen 31 a Overzicht toegelaten railgoederenvervoerders 31 b Overzicht intermodale railoperators 34 6 Kosten 37 a Kostenstructuur spoorvervoer 37 b Gebruiksvergoedingen op het Spoor 38 7 Materieel 40 Overzicht locomotieven 40 8 Milieubelasting 41 Emissies vervoerswijzen 41 9 Punctualiteit 43 Punctualiteit internationaal intermodaal vervoer 43 10 Railterminals 44 Ontwikkeling overslag per railterminal 44 11 Deelnemers 46 Spoor in Cijfers 2010 3 Max Philips directeur Rail Cargo information Netherlands VOORWOORD Geachte lezer, Met veel plezier bieden wij u hierbij de vierde editie aan van onze publicatie ‘Spoor in Cijfers’. Hierin zijn wederom de belangrijkste statistieken opgenomen over het railgoederenvervoer. In deze editie zijn ook de nieuwste cijfers over het gebruik van de Betuweroute opgenomen. Belangrijk kenmerk van deze publicatie is dat wij niet alleen de cijfers vermelden, maar tevens de interpretatie hiervan. Daarmee wordt het mogelijk om ontwikkelingen en trends aan te duiden. In deze editie zien we duidelijk de effecten terug van de economische crisis. Net als veel andere sectoren heeft ook het railgoederenvervoer te maken gehad met een teruggang in 2009. Dat wordt duidelijk in dalende volumes en minder intermodale diensten. Gelukkig is in de eerste helft van 2010 weer een stijgende lijn zichtbaar. Door de crisis is een kritische houding merkbaar geworden bij de opdrachtgevers van transport. Zij trachten nog meer dan voorheen hun logistiek te optimaliseren, zowel wat betreft prijs als performance. Opvallende trend daarbij is dat zij meer en meer proberen een duurzaamheidsstrategie door te voeren die moet leiden tot minder CO2 uitstoot. Het spoor past daar prima bij als ‘milieuvriendelijke’ vervoerswijze. Het voorlichtingsbureau Rail Cargo information Netherlands is opgericht met als doel het gebruik van het railgoederenvervoer te stimuleren. Dat begint met het bieden van transparante informatie en een laagdrempelige toegang tot deze sector. Wij hopen dat deze publicatie hieraan bijdraagt en staan graag voor u klaar. Ik wens u veel leesplezier toe. Max Philips directeur Spoor in Cijfers 2010 5 Spoornetwerk in Nederland Aantal sporen 1 2 3 of meer Betuweroute HSL-Zuid baanvak in aanleg/heractivering 75 afstand in km Roodeschool 27 stationknooppunt* (selectie) Harlingen 26 Bron: ProRail, Netverklaring 2011 Delfzijl 29 47 Sauwerd 54 * bij knooppunten zijn niet alle verbindingsbogen weergegeven 27 11 Weener (D) Groningen Leeuwarden Veendam 50 66 Den Helder 77 Stavoren 35 Emmen Enkhuizen 18 17 Heerhugowaard Meppel Hoorn 23 33 Uitgeest 13 19 8 Zandvoort aan Zee Lelystad Centrum Zaandam Amsterdam 17 17 29 27 39 15 16 Hoek van Holland Maasvlakte 24 19 Schiedam 4 39 18 Woerden 45 18 28 19 16 Gouda 11 Kijfhoek 45 Roosendaal Vlissingen Terneuzen Apeldoorn Ede Wageningen 16 10 44 Geldermalsen 107 22 8 Essen (B) 15 Breda 22 21 Tilburg 17 Zevenaar 14 Elst 50 Emmerich (D) Nijmegen ’s-Hertogenbosch 12 Boxtel 61 20 52 Hazeldonk (B) Eindhoven Venlo 29 Weert Neerpelt (B) 10 3 Kaldenkirchen (D) 24 24 24 6 Sittard 22 Maastricht 11 14 Heerlen 23 Visé (B) 6 Rail Cargo Bad Bentheim (D) Enschede 8 Gronau (D) 43 29 Lage Zwaluwe 15 Zelzate (B) Hengelo 45 44 15 18 15 Zutphen Rhenen 49 Almelo Deventer Amersfoort 41 19 39 Arnhem Dordrecht 23 75 21 Utrecht Rotterdam 9 42 67 44 Marienberg 47 30 15 Hilversum 16 16 34 Zwolle 40 Weesp Schiphol Leiden Den Haag 13 41 27 Kampen 13 9 6 Herzogenrath (D) Kerkrade Centrum Winterswijk 1a Spoornetwerk in Nederland Deze kaart toont een algemeen overzicht van het spoornetwerk in Nederland. Weergegeven zijn de spoorlijnen die door het railgoederenvervoer worden gebruikt. Op de kaart zijn de Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn niet opgenomen omdat deze zijn overgegaan naar het lightrail netwerk van RandstadRail. Op de kaart is per baanvak het aantal sporen weergegeven. Meer detailinformatie is verkrijgbaar in de Netverklaringen van infrastructuur manager ProRail (www.prorail.nl) en Keyrail (www.keyrail.nl). Ook is een gedetailleerde spoorkaart beschikbaar op www.railcargo.nl. Nederland heeft een vrij dicht netwerk van spoorlijnen, dat intensief wordt gebruikt door zowel reizigers- als goederentreinen. Het spoornetwerk dat in beheer is bij ProRail is 6.823 kilometer lang, gerekend als enkelspoor. De totale netlengte bedraagt 2.888 kilometer, waarvan 1.982 kilometer dubbelspoor of meer. Een bijzondere spoorlijn vormt de Betuweroute, die loopt van de Maasvlakte in de Rotterdamse haven tot de grens van Duitsland (Zevenaar). Deze lijn is uitsluitend bestemd voor goederentreinen. De exploitatie van de Betuweroute is in handen van Keyrail. Aandeelhouders van Keyrail zijn het Havenbedrijf Rotterdam, Haven Amsterdam en ProRail. Keyrail zorgt voor de capaciteitsverdeling, de verkeersleiding en het beheer en onderhoud van de Betuweroute. De Betuweroute heeft een lengte van 160 kilometer, gerekend als enkelspoor. De Betuweroute omvat de Havenspoorlijn in Rotterdam (40 km) en het A15 tracé van Kijfhoek tot Zevenaar (120 km). Spoor in Cijfers 2010 Infrastructuur 7 1b Infrastructuurprojecten Rijksoverheid Het ministerie van Verkeer en Waterstaat publiceert jaarlijks het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte- en Transport (MIRT). Hierin staan de belangrijkste infrastructuurprojecten en de planning opgenomen. Er wordt bij infrastructuurprojecten onderscheid gemaakt tussen de verkenningsfase, de planstudiefase en de realisatiefase. Onderstaand worden de projecten opgesomd die een relatie hebben met het railgoederenvervoer. Verkenningsfase Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte Na de aanleg van de Tweede Maasvlakte (vanaf 2013) wordt een flinke groei verwacht van het railgoederenvervoer. De huidige spoorcapaciteit is dan hoogstwaarschijnlijk onvoldoende. Om dit op te lossen zijn zowel verbeteringen van het vervoersproces (logistiek) als uitbreidingen van de spoorinfrastructuur noodzakelijk. De geografische (infrastructurele) scope van deze verkenning betreft het onderzoek naar de spoorweginfrastructuur in het Rotterdamse havengebied, grofweg van Maasvlakte 2 tot en met Kijfhoek. De logistieke scope van deze verkenning gaat zover als noodzakelijk dan wel mogelijk is. Tijdens de uitvoering van de verkenning kwam naar boven dat de elektrificatie van het emplacement Maasvlakte West en van het wachtspoor bij de Botlekbrug op zeer korte termijn noodzakelijk was. Deze twee zogenoemde no-regretopties konden in 2009 relatief goedkoop worden uitgevoerd. Een deel van de gereserveerde middelen is hiervoor naar voren gehaald, vooruitlopend op de beslissing over een eventuele planstudie. 8 Rail Cargo Planstudiefase Goederenroute Rotterdam – Noord-Nederland (GoeNoord) Op het gedeelte Rotterdam – Weesp zijn op twee plaatsen capaciteitsproblemen te verwachten. Om dit op te lossen worden extra wachtsporen aangelegd. Daarnaast zal vanaf 2013 de route van de goederentreinen tussen Weesp en Zwolle worden verlegd naar de Flevolijn en de Hanzelijn (die dan gereed is). Op de Flevolijn is daardoor extra geluidhinder te verwachten. Hier worden geluidsmaatregelen genomen. Start realisatie: 2010 Oplevering: 2013 Optimalisering Goederencorridor Rotterdam – Genua Op de spoorcorridor tussen Rotterdam en Genua zijn nu verschillende systemen voor treinbeïnvloeding en voltage aanwezig. Hierdoor moeten vervoerders vaak van locomotief wisselen of investeren in dure multi-courante locomotieven. Grensoverschrijdend goederenvervoer blijft daardoor inefficiënt en duur. Voor een optimaal gebruik van de spoorcorridor is het wenselijk dat de variëteit aan systemen teruggebracht wordt en zo veel mogelijk geharmoniseerde Europese technieken worden geïnstalleerd. Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië hebben gezamenlijk projectplannen opgesteld om de nieuwe Europese treinbeïnvloedingstechniek ERTMS versneld in te voeren op de spoorcorridor. Start realisatie: 2011 – 2013 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) De afgelopen jaren is het reizigers- en goederenvervoer over het spoor flink gestegen. Voor de toekomst streeft het Rijk naar een kwaliteitssprong in het reizigersvervoer met de realisatie van hoogfrequent spoorvervoer. Bij hoogfrequent spoorvervoer heeft de reiziger in feite geen spoorboekje meer nodig doordat treinen elkaar snel opvolgen. Om na te gaan of dit mogelijk is en of tegelijkertijd de groei in het goederenvervoer opgevangen kan worden is een uitgebreide analyse uitgevoerd, de studie LMCA-spoor. Hieruit bleek dat de prognoses uit de Nota Mobiliteit naar boven moeten worden aangepast gezien de hogere marktontwikkelingen tot 2020 en dat zich meer knelpunten voordoen dan in de Nota Mobiliteit was voorzien. Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer wordt de ambitie van het Rijk ingevuld aan de hand van vier speerpunten: –Hoogfrequent spoorvervoer op de drukste trajecten in de Randstad. Het betreft zes intercity’s per uur op de drukste trajecten in de brede Randstad en maatwerk voor Sprinters, alsmede het verwerken van het groeiende goederenvervoer. –Samenhangende regionale OV-systemen,waarvan het spoorvervoer - met name de Sprinters – de ruggengraat vormt met goede aansluitingen op het overige OV en de andere modaliteiten. –Kwalitatief goede reistijden naar de landsdelen, tevens in te vullen via maatregelen uit het pakket reistijdverbeteringen. –Toekomstvaste routestrategie voor het goederenvervoer, die aansluit bij de behoeften van het groeiende goederenvervoer en personenvervoer en die ruimte schept op het bestaande net voor meer personentreinen. De routestrategie is gericht op maximaal gebruik van de Betuweroute en realiseren van aansluitende goederenroutes op het gemengde net naar de andere grensovergangen en de landsdelen. Naast deze maatregelen is capaciteitsvergroting van de Havenspoorlijn nodig om het vervoer van en naar het Rotterdamse havengebied te accommoderen. Juni 2010 heeft het kabinet zich uitgesproken voor de ‘maatwerk 6/6’variant van PHS. Dit houdt onder andere in 6 intercity’s en 6 sprinters per uur op hoofdroutes spoor en veel extra ruimte voor goederenvervoer. De voorkeursbeslissing voorziet ook in goede, veilige routering van de goederentreinen. Goederentreinen ten noorden van de Betuweroute worden beter gespreid. Zo wordt het vervoer tussen Rotterdam en Noord Duitsland niet meer via Amsterdam geleid, maar via de Betuweroute en Arnhem en de IJssellijn. Voor de zuidoostelijke richting gaan de goederentreinen rijden over de Betuweroute en via een nieuw te bouwen zuidwest-boog bij Meteren naar Den Bosch en Eindhoven en verder. Voor het totale programma PHS is een budget beschikbaar van 4,6 miljard. Start realisatie: 2013 Goederenverbinding Antwerpen – Ruhrgebied (IJzeren Rijn) De capaciteit en kwaliteit van de huidige achterlandverbinding van de Antwerpse haven (de Montzenroute) is volgens België nu en in de toekomst onvoldoende om het goederenvervoer per spoor te verwerken. Om die reden wil de Belgische regering het historische tracé van de IJzeren Rijn weer in gebruik nemen. Sinds medio 2006 werken Nederland en België samen aan de voorbereiding van de structurele modernisering van het Nederlandse deel van de IJzeren Rijn, Budel-WeertRoermond-Dalheim. België betaalt op basis van een arbitrage-uitspraak, een groot deel van de kosten. Nederland wil als moderniseringswerken onder meer een omleiding Roermond (in de zijberm van de A73) en een tunnel bij de passage van het natuurgebied Meinweg realiseren. In maart 2009 zijn de benodigde gezamenlijk BelgischNederlandse studies afgerond (o.a. over vervoerprognoses, maatschappelijke kosten/batenanalyse, het tracé-ontwerp / inpassing en de kostenraming). De Commissie van Onafhankelijke Deskundigen heeft in april 2009 advies aan beide ministers uitgebracht over de kostenverdeling tussen België en Nederland. Aansluitend zijn onderhandelingen tussen België en Nederland gestart. Start en realisatie: onbekend. Realisatiefase Aslastenclusters I, II, III Dit project heeft tot doel om bepaalde trajecten geschikt te maken voor zware goederentreinen met een aslast tot 22,5 ton en tevens een maximumsnelheid mogelijk te maken van 100 km/h. Dit wordt gerealiseerd door middel van met name bovenbouwvernieuwingen, zoals dwarsliggers, spoorstaven, baanlichaam en aanpassingen van kunstwerken. Start realisatie: cluster III in 2010. Oplevering: cluster I is gereed, cluster II in 2010, cluster III in 2015. Spoor in Cijfers 2010 Infrastructuur 9 Geluidpilots spoorgoederenvervoer Geluidsoverlast kan aangepakt worden door het plaatsen van geluidsschermen of door aanpak van de bron. Dit laatste is gebeurd in de geluidspilots. Het stiller maken van goederentreinen is uitgetest door het vervangen van de metalen remblokken van goederenwagens door blokken van kunststof (K-blokken of LL-blokken). Hierdoor worden de wielen minder opgeruwd waardoor tijdens het rijden minder rolgeluid ontstaat. Uit de pilots blijkt een reductie haalbaar van 8 dB. Start realisatie: 2002. Afronding project: 2010 PAGE risicoreductie Het project PAGE (Plan van Aanpak Goederen Emplacementen) wil de externe veiligheidsrisico’s verlagen rondom spooremplacementen als gevolg van het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen. PAGE zorgt ervoor dat alle emplacementen voldoen aan de regels op het gebied van externe veiligheid. De oplossingen worden gezocht in het uitsluiten van conflicterende rijwegen, onder andere door middel van aanpassing van de treinbeveiliging en -beheersing en door het saneren of verplaatsen van wissels. Op Kijfhoek na beschikken alle emplacementen over een vigerende milieuvergunning. Start realisatie: 2002 Eindrapportage in 2010 10 Rail Cargo Sloelijn De Sloelijn is het goederenspoor dat het Sloegebied (havengebied Vlissingen-Oost) verbindt met het hoofdspoor Vlissingen-Roosendaal. Door de economische groei in het Sloegebied, zullen in de toekomst meer goederentreinen gebruik maken van deze verbinding. De oude Sloelijn was daar niet op berekend. Een andere reden voor de aanleg van de nieuwe Sloelijn vormde het niet geëlektrificeerd zijn van de oude Sloelijn. Hierdoor ontstond een veiligheidsprobleem in Roosendaal. Dieseltreinen uit het Sloegebied moesten hier van locomotief wisselen, omdat de Sloelijn niet geëlektrificeerd was en de treinen verder met een e-locomotief gereden dienen te worden (onder andere vanwege de vereiste snelheid). Daarnaast liep de oude Sloelijn dicht langs woonkernen. Na het doorlopen van de Tracéwetprocedure is besloten om een nieuw tracé aan te leggen ongeveer zeven kilometer westelijk van de oude lijn. De nieuwe Sloelijn is bijna 3 kilometer lang en is voorzien van bovenleiding. Begin 2006 is de aanleg van de nieuwe spoorlijn gestart. Op 6 oktober 2008 is de nieuwe Sloelijn officieel geopend (zonder bovenleiding). Na de oplevering in 2008 is in 2009 de elektrificatie afgerond en zijn ook maatregelen getroffen om de geluidsoverlast te beperken. Oplevering: Sloelijn niet geëlektrificeerd: 2008 Elektrificatie Sloelijn: 2009 Geluidsmaatregelen Zeeuwse lijn: 2009 Goederenroute Elst – Deventer – Twente (NaNOV) Door de toename van het goederenvervoer over bestaand spoor (Elst - Arnhem – Deventer - Twente) ontstaan leefbaarheids- en veiligheidsproblemen. Een divers pakket van hinderbeperkende maatregelen, waaronder het vervangen van overwegen door tunnels en het versnellen van de sanering van geluidhinder. Dit project is opgezet na het besluit om geen nieuwe Noordoostelijke verbinding aan te leggen. Start realisatie: 2009 Oplevering: 2015 Infrastructuurprojecten GoeNoord (Goederenroute Noord-Nederland) NaNov (Na de Noordoostelijke Verbinding) Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte Sloelijn IJzeren Rijn Spoorwegen GoeNoord NaNov Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte t Sloelijn IJzeren Rijn Spoor in Cijfers 2010 Infrastructuur 11 1c Overige infrastructuurprojecten Common Rail Terminal 2e Maasvlakte Met de komst van extra containerterminals op de 2e Maasvlakte is er een duidelijke behoefte aan bundeling van volumes per spoor naar het Europese achterland, zo bleek uit de eerder gepubliceerde ACTP-studie “Coördinatie op het Havenspoor”. Hierbij is het noodzakelijk dat voor wat betreft het spoor verschillende bundelingconcepten naast elkaar zullen bestaan, namelijk directe shuttles, opstapshuttles, hub en spoke. De bundeling zou concreet op 2 manieren ingevuld kunnen worden op de 2e Maasvlakte: 12 Rail Cargo –Common Rail Terminal (CRT): een neutrale terminal op de 2e Maasvlakte –Virtual Common Rail Terminal: de deep sea terminals werken met elkaar samen (waarbij per bestemming een terminal de rol van CRT kan vervullen) Het Havenbedrijf Rotterdam zal in 2010 een vervolg geven aan de studie door gezamenlijk met de deep sea terminals en andere marktpartijen te bepalen wat de beste bundelingoptie is. Het is zeer waarschijnlijk dat er een nieuw te bouwen CRT moet komen op de 2e Maasvlakte. Het Havenbedrijf zal dan samen met de marktpartijen invulling gaan geven aan de realisatie van deze neutrale terminal. Rail Service Center Moerdijk Het Havenschap Moerdijk werkt aan de ontwikkeling van een nieuw Rail Service Center op industrieterrein Moerdijk. Ondanks de aanwezigheid van een stamspoorlijn is spoor nog steeds een onderbenutte modaliteit binnen de haven, terwijl de vraag naar spoor steeds meer toeneemt. Met de aanleg van de nieuwe faciliteiten hoopt het Havenschap in te spelen op deze ontwikkeling en de hoeveelheid containerlading die per spoor wordt afgehandeld, op te schroeven van anderhalf naar tien miljoen ton per jaar. Via het nieuwe Rail Service Center kunnen straks alle bedrijven op Moerdijk direct het Europese spoornet op. Daartoe gaan ook zogeheten multitrailer-system-wagens rijden over het industrieterrein. De mts-wagens zijn een soort treintjes op de openbare weg. Ze halen containers op bij bedrijven en brengen die naar het RSCM en vice versa. Daar worden ze meteen op de trein gezet of opgeslagen tot er een trein naar de juiste bestemming wordt samengesteld. De aanleg van het centrale RSC kost naar schatting zestig miljoen euro. Plannen zijn afgerond, vanaf 2010 of 2011 wordt gefaseerd begonnen met de uitvoering van het project. In 2024 moet het project dan geheel uitgevoerd zijn. Sloeboog Een belangrijke ‘missing link’ in het goederenvervoer per spoor is de directe verbinding tussen Zeeland en Antwerpen. Goederentreinen met bestemming Antwerpen of verder moeten nu eerst naar het noorden, naar rangeerterrein Kijfhoek bij Zwijndrecht. Hier moet de locomotief van de voorzijde naar de achterzijde worden verplaatst (kopmaken) om vervolgens weer naar het zuiden te rijden. Dat is niet alleen logistiek gezien omslachtig, maar dit betekent ook een dubbele belasting voor o.a. Roosendaal en Dordrecht. Als oplossing wordt een nieuwe Zuidwestboog vanaf de Zeeuwse lijn naar het Antwerpse Havengebied voorgesteld, de zogeheten Sloeboog. Het is een ontbrekend stuk van slechts 6 kilometer die parallel zou kunnen lopen aan de A4 Zuid. Ook vanuit Antwerpen is belangstelling voor de Sloeboog. In Antwerpen Noord is in 2010 de nieuwe Combinant railterminal geopend. De exploitant ziet graag een goede verbinding naar het noorden. Een beperkende factor vormt de geluidsproblematiek rond Goes en omgeving. De bewoners hebben bezwaar tegen de groei van het aantal goederentreinen vanwege de toename van de geluidsoverlast. Verbinding Axel - Zelzate Het bedrijfsleven in ZeeuwschVlaanderen vraagt al langere tijd om een betere verbinding met het Belgische spoorwegennet. Vooral de bedrijven aan de oostzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen zijn voor hun ontsluiting afhankelijk van de spoorbrug bij Sluiskil. Dit is een kwetsbaar punt aangezien bij calamiteiten bij deze brug het spoorvervoer volledig stil komt te liggen. Daarom vragen de bedrijven om een doortrekking van het spoor van Axel naar Zelzate. ACT Rail Terminal Hoofddorp ACT staat voor het nieuwe duurzame bedrijventerrein Amsterdam Connecting Trade. Het doel van ACT is om uit te groeien tot een duurzame en innovatieve logistieke draaischijf. Strategisch gelegen nabij Schiphol en dichtbij het centrum van Amsterdam. Eén van de middelen om dit te kunnen realiseren vormt de aanleg van een railterminal ter hoogte van Hoofddorp (A4-zone west). De aansluiting op de Schiphollijn maakt het mogelijk om een groeiend aantal vrachtwagenbewegingen via het spoor af te wikkelen met als gevolg een duidelijke modal shift en een ontlasting op de dichtslibbende toegangswegen. Dit betreft overigens niet alleen luchtvracht, maar ook vracht die bijvoorbeeld afkomstig is van de Bloemenveiling Aalsmeer. Tevens wordt sterk rekening gehouden met een eventuele aansluiting van de terminal op de Hoge Snelheidslijn. Het doel daarvan is om vrachtvervoer van expresgoederen, bloemen en verswaren per hogesnelheidstrein mogelijk te maken, als alternatief voor vrachtvervoer over de weg en nachtvluchten vanaf Schiphol. Betere spoorontsluiting Amsterdam Westpoort Voor de komende tijd wordt verwacht dat ook het goederenvervoer per spoor naar Amsterdam Westpoort verder zal toenemen. Dit leidt tot een toename van het aantal en de lengte van goederentreinen. Aangezien ook het personenvervoer zal blijven toenemen, voorziet men een aantal knelpunten nabij Amsterdam Westpoort. Om te voorkomen dat de haven niet langer goed per spoor bereikbaar is, zijn een viertal maatregelen getroffen. 1Tweede spooraansluiting Houtrakpolder Dit project is in november 2009 gerealiseerd. 2Nieuw emplacement Aziëhavenweg Bij de Aziëhavenweg wordt een nieuw goederenemplacement Spoor in Cijfers 2010 Infrastructuur 13 en de aansluiting hiervan op de Zaanlijn richting Amsterdam Centraal gebouwd. Deze zal in maart 2011 worden opgeleverd. Schiphollijn over het goederenspoor zal worden geleid. De realisatie van dit project staat gepland in december 2013. 3Uitbreiding emplacement Westhavenweg Er ontstaat door de toename van (goederen)treinen een knelpunt op de aansluiting bij de Transformatorweg. Op dit punt moeten de goederentreinen van het Westhavenwegemplacement de Schiphollijn kruisen en vervolgens in één keer invoegen op de Zaanlijn. Twee lijnen die nu al zeer zwaar belast zijn met reizigersvervoer. Om dit soepeler te laten verlopen moeten de sporen van het emplacement Westhavenweg worden verlengd tot 750 meter. Hierdoor kunnen langere goederentreinen worden ingezet, zodat er minder extra treinen nodig zijn. Daarnaast worden treinen afgeleid naar de Aziëhavenweg, zodat de aansluiting Transformatorweg wordt ontlast. Dit project is in januari 2010 van start gegaan en de realisatie staat gepland in november 2011. GreenRail Terminal Bleiswijk Nederland bestaat uit een aantal tuinbouwclusters, ook wel Greenports genoemd. Een goede bereikbaarheid van deze Greenports is essentieel. Echter door de toenemende congestie op de weg en de strengere regelgeving op het gebied van rij- en rusttijden en milieu staat de bereikbaarheid van deze Greenports onder druk. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid en noodzaak van de realisatie van een railterminal van waaruit versproducten per spoor getransporteerd kunnen worden naar het Europese achterland. Uit dit onderzoek is gebleken dat Greenparc Bleiswijk de meest geschikte locatie is. Op het Greenparc terrein in Bleiswijk is reeds een groot cluster aanwezig van handelaren, logistieke dienstverleners en kennispartners. Bovendien wordt momenteel het Bleizoterrein ontwikkeld, een nieuw vervoersknooppunt op de lijn Den Haag - Utrecht dat naar verwachting in 2012-2013 open gaat. Bleiswijk ligt relatief centraal ten opzichte van omvangrijke Greenports in de buurt, zoals het Westland, de Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop. Ook is er een goede wegontsluiting via de A12 en ligt het spoor hier letterlijk voor de deur. De terminal zou een capaciteit kunnen bieden van 3 treinen per dag. Dit aantal is eventueel te verdubbelen naar 6 treinen per 4Vrije kruising transformatorweg Goederentreinen uit het havengebied moeten nu gelijkvloers intakken op de drukke Schiphollijn. Dat veroorzaakt regelmatig problemen in de dienstregeling. Om dat op te lossen, wordt de gelijkvloerse kruising van het goederenspoor en de Schiphollijn ter hoogte van de Nieuwe Hemweg/ Transformatorweg vervangen door een ongelijkvloerse kruising (fly-over), waarbij de 14 Rail Cargo dag. De kosten van dit project worden geschat op circa € 25 – 30 miljoen. Venlo Trade Port Noord Het bedrijventerrein Trade Port Noord is na Venlo Trade Port, Trade Port West en Trade Port Oost de voorlopige afronding van de Trade Port-formule van de gemeente Venlo. Het bedrijventerrein Trade Port Noord is circa 231 hectare groot en sluit direct aan bij het bestaande Trade Port West. Het is de bedoeling dat zich op Trade Port Noord bedrijven vestigen die actief zijn in de logistiek, de distributie en in overslag. Daarnaast is er ongeveer 20 hectare gereserveerd voor de aanleg van een railterminal voor de overslag van goederen. Deze railterminal wordt vooralsnog gesitueerd ten zuiden van de spoorlijn Rotterdam - Venlo/ Duisburg Een deel van de gereserveerde ruimte kan eventueel ook voor een tweede railterminal worden gebruikt als de capaciteit van de bestaande ECT rail- en bargeterminals op termijn onvoldoende zou blijken te zijn. Rail Opstappunt Valburg Een opstappunt voor de Betuweroute in Valburg biedt perspectief om ook regionale lading en andere niet-Rotterdamse lading via het spoor te verladen. Valburg ligt zeer strategisch vlak bij de A15, A73, A50 en de Waal. Bovendien liggen aan deze assen de nodige grote bedrijventerreinen, waaronder Bijsterhuizen in Wijchen en Medel in Tiel. Overige infrastructuurprojecten Dryport Emmen - Coevorden Dryport Emmen - Coevorden Amsterdam Westpoort Rail Terminal Hoofddorp GreenRail Terminal Common Rail Terminal Valburg t RSC Moerdijk Boxtel - Veghel Rail Terminal Tilburg Trade Port Noord Sloeboog Axel-Zelzate Spoor in Cijfers 2010 Infrastructuur 15 De functie van een Rail Opstappunt (ROP) zou drieërlei kunnen zijn. In de eerste plaats kan het ROP als tussenstop worden opgenomen in bestaande shuttleverbindingen vanuit Rotterdam. Veel van deze shuttles zijn bijvoorbeeld voor 80 procent gevuld en continentale lading vanuit de regio kan dan gemakkelijk worden toegevoegd. Daarnaast kan het ROP fungeren als een hub voor het combineren van lading vanuit andere kleinere havens in Nederland als Amsterdam, Moerdijk en Vlissingen. Een derde functie is een zogeheten railport, waarbij de railterminal wordt ingericht als een transferium. Vanaf het opstappunt kunnen dan ook nieuwe continentale shuttlediensten met een (inter)nationale bestemming worden aangeboden. Dryport Emmen-Coevorden Een dryport is een werkgebied in het achterland van één of meerdere zeehavens, waar bedrijfsactiviteiten van de overvolle havens worden overgenomen, zoals douane- en veiligheidscontroles, op- en overslag, assemblagewerk en distributie. Uit onderzoek is gebleken dat de regio Emmen-Coevorden zeer geschikt is voor een dryport vanwege de beschikbare ruimte, de ligging tussen Nederlandse en Duitse zeehavens en de uitstekende bereikbaarheid via zowel de weg als het spoor. Vooral de Euroterminal Coevorden en de Bentheimer Eisenbahn zijn belangrijke troefkaarten. Daarmee ligt er een directe verbinding tussen het Nederlandse en het 16 Rail Cargo Duitse spoorwegennet. Met verschillende partners uit de zeehavens in Noord-Nederland en Noord-Duitsland wordt nu gekeken welke maatregelen genomen moeten worden om de dryport te kunnen realiseren. Voor het project is recentelijk subsidie toegewezen vanuit de Europese Unie. Rail Terminal Tilburg De Brabantse intermodale groep Gebr. Versteijnen (GVT) exploiteert al enkele jaren een kleinschalige railterminal, de Rail Terminal Tilburg. Zij willen hun activiteiten fors gaan uitbreiden en een groter Rail Service Centrum (RSC) in Tilburg opzetten naar Rotterdams model. Het bedrijf heeft begin 2010 een zeven hectare groot terrein op het bedrijventerrein Loven I gekocht van FrieslandCampina, dat beschikt over een spooremplacement met vier opstelsporen. Het aangekochte terrein kan als basis dienen voor de ontwikkeling van een volwaardig RSC met rechtstreekse verbindingen met de zeehavens en het achterland. De locatie wordt in de loop van 2010 en 2011 in fasen overgedragen aan GVT, dat ook logistieke activiteiten op het voormalige Campinaterrein wil ontwikkelen. Reactivering spoorlijn Boxtel-Veghel De lnland Terminal Veghel heeft het initiatief genomen om de haalbaarheid te onderzoeken van de reactivering van de spoorlijn tussen Boxtel en Veghel. Inland Terminal Veghel (ITV) is een overslagbedrijf, waar containers worden overgeslagen tussen de weg en de binnenvaart. Het bedrijf is gelegen aan de Zuid-Willemsvaart in Veghel. Door de sterke groei in de overslag van containers is het bedrijf op zoek naar mogelijkheden voor de aan- en afvoer van containers per spoor. De containers zijn bestemd voor de bedrijven in de regio Veghel en omgeving. In Veghel zijn een groot aantal bedrijven gevestigd met intensieve vervoerstromen. Bij reactivering van de spoorlijn ontstaan voor deze bedrijven nieuwe mogelijkheden voor hun aan- en afvoer per spoor. De spoorlijn Boxtel-Veghel, ook wel Duits lijntje genaamd, wordt al jaren niet meer gebruikt. Het werd vroeger gebruikt voor de aanvoer van landbouwproducten uit de haven van Rotterdam naar Cehave in Veghel. Bij reactivering zou ook dit vervoer weer terug kunnen komen. 18 Rail Cargo Aantal treinen gereden over de Betuweroute Sinds de opening op 16 juni 2007 is het aantal gereden treinen over de Betuweroute sterk toegenomen. De eerste maanden na de opening was een duidelijke opstartfase waarin nog aanpassingen aan de spoorlijn en de locomotieven moesten plaatsvinden. Bovendien was juist in deze periode geen verkeer mogelijk vanwege grote onderhoudswerkzaamheden op het aansluitende traject in Duitsland. De tabel toont het aantal treinen per kwartaal over het A15-tracé van de Betuweroute (heen en terug opgeteld). Vanaf begin 2008 zien we stapsgewijs dat het aantal gereden treinen is toegenomen. Dit hangt vooral samen met het certificeren van locomotieven van de vervoerders. Zodra een bepaald type locomotief is toegelaten kunnen er substantieel meer treinen rijden. Daarnaast is een duidelijk effect merkbaar van de regeling die Keyrail met zijn klanten overeen is gekomen waarmee het gebruik van het A15-tracé wordt gestimuleerd. Bovendien is door elektrificatie van de Havenspoorlijn in de- cember 2009 het nog aantrekkelijker geworden om voor de Betuweroute te kiezen. Treinen kunnen nu zonder te stoppen vanaf de Maasvlakte in een keer doorrijden tot in Duitsland. Mede hierdoor wordt er meer bulk (waaronder kolen) over de Betuweroute vervoerd. Ook zijn er kwaliteitsverbeterende maatregelen genomen die leiden tot een hogere punctualiteit en verbetering van de doorstroming binnen de haven van Rotterdam. Het marktaandeel van de Betuweroute (van Rotterdam naar Duitsland en terug) steeg ook van bijna 40% in het eerste kwartaal van 2009, tot 57% in het tweede kwartaal van 2010. Er rijden dus al meer goederentreinen over de Betuweroute dan over de Brabantroute. Keyrail verwacht dat deze stijging wordt doorgezet tot zo’n 65% aan het eind van 2010. Dan zullen er ongeveer 350 goederentreinen per week over de Betuweroute rijden. Vanaf juni 2010 zijn de aansluitbogen bij Meteren opengesteld en heeft ook de haven van Amsterdam een directe aansluiting op de Betuweroute. Tevens zullen bij de start van de nieuwe jaardienst (december 2010) ook ertstreinen over de Betuweroute worden afgewikkeld, die nu nog gebruik maken van het gemengde net. Aantal treinen per kwartaal over het A15-tracé van de Betuweroute 5000 4000 3000 2000 1000 2008 2009 2010 Bron: Keyrail Spoor in Cijfers 2010 Verkeersprestatie 19 2a 2b Omvang railgoederenvervoer naar richting De grafiek toont aan dat het merendeel van het railgoederenvervoer in 2009 (62%) de grens passeert met Duitsland en dan met name in de afvoer van goederen. De belangrijkste oorzaak hiervoor ligt in het vervoer van kolen en ertsen naar Duitsland. Dit vervoer is groot in absolute omvang en betreft eenrichtingsverkeer, d.w.z. de wagons komen leeg terug. Het vervoer van kolen zal in de toekomst waarschijnlijk nog aanzienlijk stijgen als de Duitse kolenmijnen worden gesloten. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) gaat uit van maximaal 3,25 miljoen ton extra per spoor in 2020. De grenspassage met Duitsland wordt gebruikt voor het meeste oost-west en noord-zuid verkeer in Europa. Alleen de goederentreinen naar België, Frankrijk en Spanje gebruiken de Belgische grenspassage. Opvallend daarbij is dat voor het vervoer op Frankrijk zelfs een deel wordt vervoerd via Duitsland. De ontwikkeling van het internationale vervoer per spoor is niet evenwichtig verdeeld over de landsgrenzen. Terwijl het vervoer op de Nederlands-Duitse grens meer dan verdrievoudigde tussen 1995 en 2006 nam het vervoer op de NederlandsBelgische grens in die periode met circa 10% af. Voor de meest recente jaren blijft deze verhouding ongewijzigd. 25 x miljoen ton 20 15 10 5 0 Binnenlands naar vanuit Duitsland Duitsland naar België vanuit België Bron: Raming Rail Cargo op basis van CBS, KIM en Statisches BundesAmt 20 Rail Cargo Transit 3a Ontwikkeling volume in tonnen Het gaat hier om de ontwikkeling van het absolute volume uitgedrukt in netto tonnen, d.w.z. het totale gewicht van de vervoerde goederen, inclusief het gewicht van eventuele intermodale laadeenheden (bijvoorbeeld een container of trailer), maar exclusief het gewicht van wagon en locomotief. Het volume omvat alle soorten lading, zoals bulk, stukgoed en containers. Voor containers rekent het CBS zowel de lading als het gewicht van de container zelf. Voor het gewicht van een lege container wordt uitgegaan van een gemiddelde. Voor een 20ft container geldt 2,3 ton en voor een 40ft container 4,3 ton. In de afgelopen jaren is het vervoerde volume in tonnen sterk gestegen. Tot aan de economische crisis in november 2008 lag de groei gemiddeld op zo’n 7,5% per jaar. Uit de staafdiagram blijkt de spectaculaire groei van het railgoederenvervoer tussen 2004 en 2008. De groei deed zich vooral voor in het internationale vervoer. Er is in die periode een forse toename geweest in het vervoer van ertsen en kolen naar Duitsland. Ook het intermodale vervoer van containers en wissellaadbakken is in die periode sterk gestegen. Tot november 2008 was duidelijk sprake van een hoogconjunctuur waar het spoor naar verhouding veel van heeft kunnen profiteren. Hierna is echter de economische crisis begonnen, hetgeen het eerste merkbaar was in de automotive sector. Hierdoor is de groei voor 2008 in zijn totaliteit beperkter gebleven dan in voorgaande jaren en kwam uit op 45,5 miljoen ton. In 2009 hebben alle vervoerswijzen te maken gehad met een sterke terugloop in transportvolumes. In het spoorvervoer was dit duidelijk merkbaar, alhoewel niet voor alle deelmarkten even zwaar. Het tonnage is in zijn totaliteit teruggelopen met 20% en komt uit op 36,3 miljoen ton. De daling was het sterkst in het vervoer van ertsen voor de staalindustrie (-47%). Ook het staalvervoer (-40%) en intermodaal vervoer (-14%) zijn in 2009 sterk teruggelopen. Begin 2010 zijn de volumes weer gestegen. In het eerste kwartaal was dit vooral een stijging in de importstromen, d.w.z. van Nederland naar het Europese achterland. Vanaf het tweede kwartaal stijgt ook de export weer en komt er meer balans in de vervoerstromen. 45 40 x miljoen ton 35 30 25 20 15 10 5 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 nationaal 2009 internationaal Bron: CBS bewerking KIM; voor 2009 raming Rail Cargo op basis van cijfers Havenbedrijf Rotterdam en reacties marktpartijen. Spoor in Cijfers 2010 Vervoersprestatie 21 3b Verdeling volume naar goederensoort In onderstaande grafiek wordt het totale volume onderverdeeld naar soort lading. Er worden volumes aangegeven die vervoerd zijn op Nederlands grondgebied. Naast het volume is ook een taartdiagram weergegeven met de procentuele verdeling. Uit de grafiek wordt meteen duidelijk dat het intermodaal vervoer het grootste aandeel heeft. Dit deel is de laatste jaren sterk gegroeid met een toename van 10 miljoen ton tussen 1995 en 2006. Steeds meer goederen worden per container, wissellaadbak of kraanbare trailer vervoerd. Deze bedrijven zijn steeds meer verplaatst naar voormalige Oost Europese landen. Door de langere afstanden en het hoge gewicht is spoorvervoer hier een aantrekkelijke optie. Bij droge bulk handelt het vaak om agrarische producten zoals granen en soja, maar ook kunstmest valt hieronder. 15 12 9 6 3 0 Droge bulk Erts Inter- Rail Cargo Kolen Natte bulk Staal Overig modaal 11% 6% 7% 11% Droge bulk Erts Intermodaal Kolen 13% Natte bulk Staal Overig 16% 35% Bron: CBS bewerking KIM; voor 2009 raming Rail Cargo op basis van cijfers Havenbedrijf Rotterdam en reacties marktpartijen. 22 De natte bulk omvat onder andere vloeibare chemische producten, LPG, alcohol en eetbare oliën. De categorie overige goederen heeft betrekking op het traditionele stukgoed op pallets. Deze laatste categorie is de laatste jaren teruggelopen omdat steeds meer goederen in containers worden vervoerd. Omvang railgoederenvervoer naar verschijningsvorm in 2009 x miljoen ton Daarnaast is dit deel sterk gegroeid door de import van goederen uit China en het Verre Oosten. Veel containers komen Europa binnen via de haven van Rotterdam en hebben een bestemming in het Europese achterland. Een andere belangrijke ladingsoort vormt het vervoer van ijzererts. Deze worden vanuit de havens in bulkwagons vervoerd naar de staalindustrie in het Duitse Saarland. Hetzelfde geldt voor het vervoer van kolen naar de Duitse kolengestookte elektriciteitscentrales. In Duitsland zijn de afgelopen jaren steeds meer kolenmijnen gesloten als gevolg van een minder rendabele winning. In de plaats hiervan komen importkolen die voor een deel via de havens van Rotterdam en Amsterdam worden aangevoerd. Een ander deel van de Duitse kolenbehoefte komt van kolenmijnen uit Polen en Rusland. Bij het vervoer van staal per spoor gaat het niet alleen om Nederlands staal van Corus in IJmuiden, maar ook om staal van andere producenten die dit via Nederland laten vervoeren naar afnemers in Europa. De automobielindustrie is een belangrijke afnemer van staal. 3c Modal split per EU-land De modal split wordt per EU-lidstaat weergegeven in tonkilometers voor vier vervoerswijzen in 2008. De zeevaart en de kustvaart zijn hierin niet opgenomen. Uit de tabel blijkt duidelijk een aantal verschillen tussen de EU-lidstaten. Door de natuurlijke ligging zijn er maar een paar landen waar binnenvaart goede mogelijkheden biedt, zoals in Nederland en Duitsland. Daarnaast valt op dat de nieuwe EU-lidstaten Estland, Letland, Litouwen en Slovenië een hoog aandeel spoorvervoer hebben. De taartdiagram toont de modal split in Nederland voor vier vervoerswijzen op basis van de vervoersprestatie. 4% 5% 33% Spoor 57% Weg Binnenvaart Pijpleiding Modal split per EU-land in 2008 (x miljoen tonkilometers) Spoor EU27 Weg Binnenvaart Pijpleiding Totaal 442.739 1.877.729 145.270 124.094 2.589.832 BE 8.572 38.356 8.746 1.449 57.123 BG 4.693 15.322 2.890 420 23.325 CY 0 1.308 0 0 1.308 DK 1.866 19.480 0 4.209 25.555 DE 115.652 341.532 64.056 15.935 537.175 EE 5.943 7.354 0 0 13.297 FI 10.777 29.856 80 0 40.713 FR 40.627 206.304 8.896 20.918 276.745 EL 786 28.850 0 100 29.736 9.874 35.759 2.250 2.975 50.858 IE 103 17.402 0 0 17.505 IT 23.831 175.000 76 11.624 210.531 LV 19.581 12.344 0 2.097 34.022 LT 14.748 20.419 12 527 35.706 LU 279 10.533 367 0 11.179 MT 0 250 0 0 250 NL 6.984 78.159 45.296 5.967 136.406 AT 21.915 34.327 2.359 7.521 66.122 PL 52.043 164.930 277 21.247 238.497 PT 2.549 39.091 0 449 42.089 RO 15.236 56.386 8.687 1.720 82.029 SI 3.520 16.261 0 0 19.781 SK 9.299 29.276 1.101 5.300 44.976 ES 10.477 242.983 0 9.141 262.601 CZ 15.437 50.877 28 2.315 68.657 UK 24.831 163.000 149 10.180 198.160 SE 23.116 42.370 0 0 65.486 HU Bron: Eurostat Spoor in Cijfers 2010 Vervoersprestatie 23 3d Vervoersprognose In 2008 heeft ProRail een nieuwe prognose laten opstellen door TNO van het goederenvervoer per spoor. Daarbij is ook gekeken naar prognoses voor de langere termijn voor de periode 2020 - 2040. TNO heeft daarbij drie scenario’s uitgewerkt: –– Lage sociaal-economische groei, gematigde ontwikkeling transportmarkt; –– Gematigde sociaal-economische groei, gematigde ontwikkeling transportmarkt; –– Hoge sociaal-economische groei, verdergaande ontwikkeling transportmarkt. In het scenario met de laagste groei varieert de omvang van de goederenstromen per spoor voor geheel Nederland (binnenlands, afvoer, aanvoer en doorvoer zonder overlading) tussen 66 en 81 miljoen ton in de periode 2020 - 2040, in het scenario met gematigde groei varieert de omvang van de goederenstromen tussen 78 en 110 miljoen ton in de periode 2020 - 2040 en in het scenario met de hoogste groei varieert de omvang van de goederenstromen tussen 99 en 162 miljoen 180 160 140 x miljoen ton 120 100 80 60 40 20 0 2001 2007 LG LG LG 2020 2030 2040 binnenlands GG GG GG 2020 2030 2040 afvoer HV HV HV 2020 2030 2040 aanvoer doorvoer Bron: TNO, Scenarioberekeningen goederenvervoer per spoor, periode 2020 – 2040 24 Rail Cargo ton in de periode 2020 - 2040. De prognoses tonen allemaal dat het goederenvervoer per spoor in de toekomst hoger zal uitvallen dan is aangenomen in de Nota Mobiliteit. Opvallend is ook dat er in de toekomst nadrukkelijker rekening wordt gehouden met transit verkeer, d.w.z. goederentreinen die door Nederland rijden zonder dat zij hier een herkomst of bestemming hebben. 3e Prognoses per marktsegment De markt voor het railgoederenvervoer is sterk in beweging. De prognoses in het railgoederenvervoer laten een zeer sterke stijging zien in het intermodale marktsegment. Afhankelijk van het scenario treedt een ruime verdubbeling tot zelfs een verdrievoudiging op. Van de overige segmenten wordt in de markt voor het kolenvervoer een substantiële groei verwacht, in de overige deelmarkten wordt een veel gematigder groei verwacht tot, in geval van erts, een consolidatie. Deze niet-gecontaineriseerde stromen van verladers maken veelal gebruik van spooraansluitingen en bij voldoende volume zal dit ook de meest aangewezen wijze van op/afstappen blijven. De wereldwijde economische crisis heeft ertoe geleid dat internationale handel aanzienlijk is afgenomen. Als gevolg hiervan zijn de volumes van goederenstromen, ook in het railvervoer, afgenomen. Vooralsnog wordt aangenomen dat de achterliggende trends, zoals toename van gecontaineriseerd transport, op basis waarvan de prognoses zijn opgesteld zich op lange termijn doorzetten. Mogelijk betekent de crisis een tijdelijke vertraging in de groei en het later realiseren van de geprognotiseerde volumes. Maar ook als sprake is van een structureel lagere groei, zoals in het lage groei scenario, dan resteert nog altijd een aanzienlijke groei in met name het intermodale marktsegment. De groei in het intermodale vervoer betreft met name maritieme containers. Continentaal vervoer vindt nog voornamelijk over de weg plaats. Er ontstaat echter ook steeds meer interesse van logistiek dienstverleners, verladers en greenports om con- tinentale lading via het spoor, als alternatief voor de weg, te gaan vervoeren. RSC Waalhaven in Rotterdam kent inmiddels zo’n grote toestroom van continentale lading dat deze niet meer als (louter) maritieme terminal beschouwd kan worden. Ook in marksegmenten die niet snel met spoorvervoer worden geassocieerd blijkt spoorpotentie aanwezig. Zo werden in 2009 de eerste containers met planten met een shuttletrein naar Italië en Roemenië vervoerd. Ook BCI (2009) constateert dat (geconditioneerde) agrifoodstromen potentieel interessant kunnen zijn voor spoorvervoer, omdat het hier grote transportvolumes betreft over vaak lange transportafstanden. 50 45 Tonnage (mio ton) 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Droge bulk Erts Intermodaal 2004 2020 LG 2007 2020 GG Kolen Natte bulk Overig Staal 2020 HV Bron: TNO, Scenarioberekeningen goederenvervoer per spoor, periode 2020 – 2040 Spoor in Cijfers 2010 Vervoersprestatie 25 4a Intermodaal vervoer, bestemmingen per land De kaart toont per land de bestemmingen die wekelijks vanuit Nederland worden bediend door intermodale railoperators. Zij organiseren het vervoer per spoor van containers, wissellaadbakken en kraanbare trailers naar deze bestemmingen in Europa. Hiervoor gebruiken zij het shuttle principe, waarbij een trein die vertrekt ook altijd in dezelfde samenstelling weer terugkomt. Het aantal bestemmingen is de laatste jaren flink uitgebreid, vooral in Centraal en Oost Europa. Opvallend genoeg zijn er maar weinig bestemmingen op de noord zuid as richting Frankrijk en Spanje. Het beperkte aantal bestemmingen heeft hier te maken met de moeizame toegang tot de Belgische en Franse spoormarkt en de onbalans in vervoerstromen. De kaart toont de steden die 26 Rail Cargo direct vanuit Nederland worden bediend. Er zijn uiteraard nog veel meer bestemmingen die indirect per spoor bereikt kunnen worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een draaischijf in het buitenland (‘hub’). Dit zijn grote railterminals waar de intermodale laadeenheid van de ene intermodale trein wordt overgezet op een andere. Zo geeft de ‘hub’ Duisburg aansluiting op intermodale diensten naar Rusland en de Balkan landen. Via de ‘hub’ Antwerpen zijn aansluitingen mogelijk op Frankrijk, Spanje en Portugal. Containershuttle-verbindingen vanuit Nederland Keulen Shuttle terminal Stand september 2010 Oslo Moskou Vostoktrans RSC Groningen Leeuwarden Amsterdam Coevorden Rotterdam Acht/Eindhoven Tilburg Antwerpen Stein Venlo Dortmund Westerholz Warschau Kobylnica (Poznan) Kutno (Warszawa) Duisburg Neuss Gadki Keulen Schkopau Mainz Ludwigshafen Germersheim Brzeg Dolny Aschaffenburg Mannheim Rhenania Gablingen (Augsburg) Basel Melnik Linz Wels Niederglatt Malaszewicze Wroclaw Gliwice Praag Krems Wien NW Slawkow (Katowice) Pruszkow Sladkovicova Enns Budapest Lyon Busto Arsizio Melzo Novara CIM Verona Mortara Genova Marseille Curtici Brescia La Spezia Padova Ravenna Frosinone Spoor in Cijfers 2010 Intermodaal vervoer 27 4b Intermodaal vervoer, aantal wekelijkse diensten per land De Europese kaart geeft per land aan hoeveel intermodale diensten per week worden aangeboden vanuit Nederland. Dit is berekend aan de hand van het aantal bestemmingen naar een land en de frequenties per week naar die bestemmingen. Zowel de openbare- als de dedicated intermodale diensten zijn meegerekend. Een dedicated dienst is een intermodale trein die exclusief voor één klant wordt gereden. Intermodale treinen rijden met containers, wissellaadbakken en kraanbare trailers via een shuttle principe, d.w.z. dat zij altijd heen en weer rijden tussen twee bestemmingen met vaste vertrektijden. Zo gaat bijvoorbeeld vijf keer per week een intermodale trein heen en weer tussen Rotterdam en Keulen. Opvallend is dat de intermodale diensten naar Frankrijk via Ludwigshafen in Duitsland rijden. Een directe verbinding via België is nog niet beschikbaar. Het blijkt dat de meeste intermodale diensten naar Duitsland worden aangeboden. Hiernaast is een aparte onderverdeling naar deelstaat weergegeven. De getallen hebben betrekking op het aantal wekelijkse intermodale diensten per deelstaat. Een actueel overzicht van intermodale diensten staat op www.railcargo.nl 28 Rail Cargo = railterminal SH HH MV HB NS 45 Duisburg NRW BRB Schkopau SN TH HE Köln SA 2 Dortmund Düsseldorf Neuss B 22 RP Mainz Ludwigshafen SL Mannheim Germersheim BY 3 BW Bron: Rail Cargo information Netherlands Augsburg 1 EU-landen Intermodale diensten per week per land vertrekkend uit Nederland Binnenlandse intermodale diensten per week 2 Aantal intermodale diensten per week Stand: september 2010 2 1 RU 55 13 73 2 B D PL 9 11 F CZ 4 6 1 29 CH A 57 SK H 4 RO I Spoor in Cijfers 2010 Intermodaal vervoer 29 4c Historische ontwikkeling aantal intermodale treinen per week Dit is een historisch overzicht van het aantal intermodale treinen dat per week fysiek vertrekt met een nationale of internationale bestemming. Tevens is het verschil aangegeven in tractie tussen DB Schenker Rail Nederland (voorheen Railion) en de overige railgoederenvervoerders. Het shuttle principe is in 1994 geïntroduceerd in de spoormarkt en bleek al snel succesvol. Een belangrijke impuls was de opening in 1994 van het Rail Service Centrum Rotterdam in de Waalhaven. Hiermee ontstond een concentratiepunt voor intermodale laadeenheden (containers, wissellaadbakken en opleggers). De liberalisering van de spoormarkt komt in deze tabel tot uitdrukking in de geleidelijke verschuiving van tractie van DB Schenker Rail Nederland naar de andere railgoederenvervoerders. In 2010 heeft DB echter zijn positie zowel nationaal als internationaal sterk weten te verbeteren. Het totale aantal intermodale treinen is in de loop der jaren sterk gestegen. Dit komt niet door allerlei nieuwe bestemmingen, maar vooral door een verhoging van de frequentie op bestaande bestemmingen. We zien in de tabel ook weer duidelijk het effect van de economische crisis, met een sterke terugval in 2009. Historische ontwikkeling aantal intermodale treinen per week 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 35 20 21 25 10 10 0 0 2 2 6 5 5 5 5 15 Binnenland DB Schenker Rail Anderen Binnenland 0 0 0 5 16 21 31 30 35 40 48 46 50 59 57 40 35 20 21 30 26 31 31 30 37 42 54 51 55 64 62 55 70 97 102 112 106 115 114 103 89 57 40 75 72 74 60 78 totaal Internationaal DB Schenker Rail 0 0 0 0 0 8 8 8 24 53 80 112 188 206 152 130 70 97 102 112 106 123 122 111 113 110 120 187 260 280 212 208 105 117 123 142 132 154 153 141 150 152 174 238 315 344 274 263 Anderen Internationaal totaal Totaal Bron: Rail Magazine, Hendrik Bouwknegt/ Rail Cargo information Netherlands 30 Rail Cargo Overzicht toegelaten railgoederenvervoerders Om als railgoederenvervoerder in Nederland te kunnen opereren, moet een bedrijf beschikken over een bedrijfsvergunning, een veiligheidsattest, toegelaten voertuigen en gekwalificeerd personeel. De bedrijfsvergunning regelt in feite de toegang tot het beroep van spoorwegondernemer. In Nederland worden de vergunningen afgegeven door de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Alle buitenlandse bedrijven die een Europese of een Nederlandse licentie hebben, zijn in Nederland toegelaten. Zij mogen echter pas daadwerkelijk op het Nederlandse net rijden als ze ook een veiligheidsattest hebben. Een veiligheidsattest wordt door de Inspectie Verkeer en Waterstaat afgegeven aan bedrijven die aangetoond hebben dat ze een veiligheidszorgsysteem hebben ingevoerd en toegepast. Daarnaast moeten railgoederenvervoerders een toegangsovereenkomst sluiten met de beheerder(s) van het Nederlandse spoornetwerk ProRail en/of Keyrail, de beheerder van de Betuweroute. De toegangsovereenkomst legt de zakelijke verhoudingen vast tussen de infrabeheerder en de vervoerder. Met de toegangsovereenkomst heeft de vervoerder recht op het zogeheten Basistoegangspakket. Daarin zijn alle diensten opgenomen die noodzakelijk zijn om te mogen rijden op de Nederlandse spoorinfrastructuur. Om gebruik te mogen maken van de Betuweroute wordt een aparte toegangsovereenkomst afgesloten met Keyrail. De volgende bedrijven beschikken momenteel (september 2010) over een bedrijfsvergunning: Spoor in Cijfers 2010 Marktpartijen 31 5a DB Schenker Rail Nederland N.V. Moreelsepark 1 - 3511 EP Utrecht Telefoon +31 (0)30 2354004 - www.rail.dbschenker.nl ACTS Nederland BV Parallelweg 21 - 5223 AL ’s-Hertogenbosch Telefoon +31 (0)73 6270000 - www.acts-nl.com ERS Railways BV Albert Plesmanweg 61 K-L 3088 GB Rotterdam Telefoon +31 (0)10 4285200 - www.ersrail.nl Crossrail Benelux Airport Business Center Luchthavenlei 7a, B 2100 Deurne, België Telefoon +32 3 844 97 02 - www.crossrail.ch Häfen und Güterverkehr Köln AG Harry Blum Platz 2 - D-50678 Köln, Duitsland Telefoon 0049 (0)221 39 00 - www.hgk.de Rotterdam Rail Feeding Europaweg 855, 3199 LD Rotterdam, Maasvlakte Telefoon +31 (0)181 362143 - www.railfeeding.nl Captrain Benelux Italiëlei 2 - B-2000 Antwerpen, België Telefoon 0032 (0)3 202 50 80 - www.captrain.be KombiRail Europe B.V. Seattleweg 11 - 3195 ND Pernis Telefoon 0031 (0)10 495 05 10 - www.kombirail.eu NMBS Logistics/ B-Cargo Hallepoortlaan 40 - B-1060, Brussel, België Telefoon 0032 (0)2 528 32 70 - www.nmbslogistics.be Rurtalbahn Benelux B.V. Albert Plesmanweg 121-141, 3088 GC Rotterdam Telefoon +31 (0)10 2833350 - www.rurtalbahn.nl TX Logistik, Rhöndorfer Straße 85, D-53604 Bad Honnef, Duitsland Telefoon +49 2224 779 200 - www.txlogistik.de 32 Rail Cargo Naast de railgoederenvervoerders en de reizigersvervoerders (NS Reizigers, Arriva, Connexxion, HSA, Thalys, Syntus, Prignitzer, DB Autozug en DB Regio) zijn er ook een aantal andere bedrijven die een vergunning hebben om op het spoornetwerk te rijden. Een deel hiervan bestaat uit de zogeheten onderhoudsaannemers. Dit zijn bedrijven die bouwwerkzaamheden uitvoeren ten behoeve van nieuwbouw en/ of onderhoud van railinfrastructuur. Zij doen dit in opdracht van de infrastructuurbeheerders ProRail en Keyrail. De actieve onderhoudsaannemers met een bedrijfsvergunning zijn BAM Rail, VolkerRail, Spitzke Spoorbouw en Strukton Rail. Naast onderhoudsaannemers kennen we ook bedrijven die inspecties uitvoeren aan het spoor (Eurailscout), bedrijven die locomotieven onderhouden (Shunter en Nedtrain) en bedrijven die een breed scala aan materiaal leveren aan de onderhoudsaannemers (voestalpine Railpro). BAM Rail Stadionstraat 40, 4815 NG Breda Telefoon 0031 (0)76 573 43 00 - www.bam.nl VolkerRail Lange Dreef 7, 4131 NJ Vianen Telefoon 0031 (0)347 35 44 44 - www.volkerrail.com Spitzke Spoorbouw BV Peppelkade 3 - 3992 AL Houten Telefoon 0031 (0)30 639 41 00 - www.spitzke.nl Strukton Rail Westkanaaldijk 2, 3542 DA Utrecht Telefoon 0031 (0)30 240 72 00 - www.struktonrail.nl Eurailscout Inspection & Analysis Stationsplein 121, 3818 LE Amersfoort Telefoon 0031 (0)33 469 70 00 - www.eurailscout.com Shunter B.V. 2e Rosestraat 10 - 3074 JK Rotterdam Telefoon 0031 (0)10 492 89 00 - www.shunter.nl NedTrain Stationshal 15, 3511 CE Utrecht Telefoon 0031 (0)88 671 18 34 - www.nedtrain.nl voestalpine Railpro Nieuwe Crailoseweg 8, 1222 AB Hilversum Telefoon 0031 (0)35 688 96 00 - www.voestalpine.com Spoor in Cijfers 2010 Marktpartijen 33 5b Overzicht intermodale railoperators Intermodale railoperators zijn bedrijven die voor eigen rekening en risico goederentreinen laten rijden, in de regel containertreinen. De intermodale railoperator zorgt zelf voor de acquisitie van de lading. Voor het rijden van de trein schakelt hij een spoorvervoerder in. De intermodale railoperator heeft zelf geen locomotieven. In sommige gevallen beschikt hij wel over eigen wagons. Hij exploiteert in feite één of meerdere shuttlediensten op vaste bestemmingen. De intermodale railoperator werkt alleen met intermodale laadeenheden, d.w.z. (tank)containers, wissellaadbakken en kraanbare trailers. Groupage van deelladingen behoort niet tot zijn activiteiten. De intermodale railoperator kan ook het voor- en natransport over de weg voor zijn rekening nemen. De volgende bedrijven exploiteren een intermodale dienst binnen Nederland of naar een buitenlandse bestemming. Aanbieders van ‘dedicated’ diensten (niet voor derden beschikbaar) zijn hierin voor de volledigheid ook opgenomen. Bring Logistics Netherlands B.V. Scheepmakersstraat 55, 3334 KG Zwijndrecht Telefoon +31 (0)78 610 00 30 - www.bring.nl Container Terminal Stein Paalweg 11, 6129 EZ Urmond Telefoon +31 (0)46 426 80 80 - www.meulenberg.com CSKD Intrans Jana Želivského 2, CZ 130 00 Praha-Žižkov, Tsjechië Telefoon +42 (0)220 193 520 - www.intrans.cz CTS Container Terminal GmbH Becken 2 - D-50735 Köln, Duitsland Telefoon +49 (0)22 175 20 80 - www.container-terminal.de EFS Rail Logistics Van Weerden Poelmanweg 26b, 3088 BB Rotterdam Telefoon +31 (0)10 495 47 60 ERS Railways Waalhaven Z.z. 2b, 3088 HH Rotterdam Telefoon +31 (0)10 428 52 00 - www.ersrail.com EuroTerminal Coevorden De Mars 21, 7742 PT Coevorden Telefoon +31 (0)524 59 71 50 - www.europark-terminal.de Hupac Intermodal NV A. Plesmanweg 107c, 3088 GC Rotterdam Telefoon +31 (0)10 495 25 22 - www.hupac.ch 34 Rail Cargo IMS Veendam Lloydsweg 17, 9641 KJ Veendam Telefoon +31 (0)598 65 79 11 - www.ims-veendam.info Inter Ferry Boats (IFB) Houtdok 25A, B-2030 Antwerpen, België Telefoon +32 (0)3 270 27 00 - www.interferryboats.be Interbulk Group PLC Waalhaven Z.z. 2, 3008 PB Rotterdam Telefoon +31 (0)10 245 65 89 - www.interbulkgroup.com Intercontainer Austria Erdberger Lände 40-48, A-1030 Wenen, Oostenrijk Telefoon +43 1 504 95 60 0 - www.intercontainer.at Intercontainer Interfrigo SA Hoefsmidstraat 41, 3194 AA Rotterdam-Hoogvliet Telefoon +31 (0)10 231 07 90 - www.icfonline.com Kombiverkehr/ Optimodal Seattleweg 11, 3195 ND Rotterdam Telefoon +31 (0)10 494 39 00 - www.kombiverkehr.de Metrans Podleska 926, CZ 104 00 Praha, Tsjechië Telefoon +42 (0)267 293 102 - www.metrans.cz NYK NCO Aert van Nesstraat 45, 3012 CA Rotterdam Telefoon +31 (0)10 403 14 83 - www2.nykline.com Pernis Combi Terminal (PCT) Propaanweg 91, 3196 KH Rotterdam-Pernis Telefoon +31 (0)10 438 27 30 - www.pctbv.com Rail Terminal Tilburg Geminiweg 51, 5015 BP Tilburg Teefoon +31 (0)13 580 18 00 - www.bttilburg.nl Rail-Link Europe 29 Boulevard Gay Lussac - F-13014 - Marseille, Frankrijk Telefoon +33 4 88 91 98 57 - www.rail-link-europe.com Shuttlewise Albert Plesmanweg 121 - 141, 3088 GC Rotterdam Telfoon +31 (0)10 428 67 00 - www.shuttlewise.com ECT-TCT Venlo B.V. Celsiusweg 30, 5902 RG Venlo Telefoon +31 (0)77 387 09 80 - www.ect.nl Spoor in Cijfers 2010 Marktpartijen 35 36 Rail Cargo 6a Kostenstructuur spoorvervoer De tabel geeft een goed overzicht van de verschillende kostenposten in het railgoederenvervoer en de onderlinge verhoudingen. Het betreft een voorbeeld voor een intermodale trein van 75 TEU op de relatie tussen Rotterdam en Milaan (1.100 kilometer). De cijfers hebben betrekking op een roundtrip (heen en weer) voor het jaar 2007. Voor het traject in Nederland en Italië is uitgegaan van het gebruik van dieseltractie, in Duitsland en Zwitserland van elektrische tractie. De infra kosten hebben betrekking op de te betalen gebruiksvergoeding. Bij de totale kosten is rekening gehouden met 30% aan overhead kosten (administratie en marketing). Er bestaat een fundamenteel verschil tussen kosten en tarieven in het transport. Kosten weerspiegelen in feite alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het transport te kunnen uitvoeren, zoals brandstof, personeel en documenten. Tarieven daarentegen vormen een resultaat van een commercieel onderhandelingsproces tussen een vrager en een aanbieder van een transportdienst. Het tarief is het bedrag dat uiteindelijk op de factuur wordt vermeld. Voor de eenvoudige vraag “Wat kost Land spoorvervoer?” moet dus steeds goed gekeken worden of we praten over kosten of tarieven. De onderlinge verhouding van de kostenposten wordt beïnvloed door het gekozen logistieke concept, de mate van efficiency van de vervoerder en de concurrentieverhoudingen. Voor de locomotieven is voorts van belang of deze zijn gekocht of geleased en of het om een zware of lichte locomotief gaat. Ook het onderscheid diesel/ elektrisch beïnvloedt het aandeel in de kosten. Bij wagons Locomotief kosten Wagon kosten zijn de opties koop/lease en type wagon eveneens van invloed op de kosten. Personeelskosten omvatten de inzet van machinisten en rangeerders. De infrastructuurkosten omvatten de gebruiksvergoeding. Kosten vormen in onderhandelingen overigens slechts één component van het te bepalen tarief, naast zaken zoals de hoeveelheid te vervoeren lading, de soort lading, de af te leggen afstand en de frequentie van het vervoer. Infra kosten Energie kosten Arbeids kosten Totale kosten Nederland € 1.811,54 € 277,05 € 250,16 € 742,10 € 236,46 € 3.317,31 Duitsland € 2.380,84 € 1.199,49 € 5.408,96 € 3.745,50 € 821,03 € 13.555,82 € 945,32 € 476,26 € 2.436,01 € 1.155,15 € 857,05 € 5.869,78 Zwitserland Italië € 1.509,62 € 169,82 € 413,68 € 404,51 € 294,81 € 2.792,44 Overal € 6.647,31 € 2.122,62 € 8.508,81 € 6.047,26 € 2.209,34 € 25.535,33 Totaal, incl. 30% overhead � 33.195,93 Bron: NEA studie ‘Costs and performance of European rail freight transportation’ juli 2008 Spoor in Cijfers 2010 Kosten 37 6b Gebruiksvergoedingen op het spoor Wie over het spoor rijdt, moet daarvoor een gebruiksvergoeding betalen. Nederland heeft twee spoornetwerken voor het goederenvervoer, de Betuweroute met Keyrail als exploitant en het zogeheten gemengde netwerk, waar ook reizigerstreinen rijden, met ProRail als beheerder. Beiden zijn private ondernemingen en mogen zelf de systematiek en het tarief van de gebruiksvergoeding bepalen. De hoogte van de gebruiksvergoeding is in de eerste plaats van belang voor de railgoederenvervoerder, die zal kijken naar de meest efficiënte inzet van het materieel. Maar ook voor de verlader is het belangrijk om te weten hoe de vergoeding wordt berekend, want deze is mede bepalend voor de kostenopbouw van het spoorvervoer. Zoals de naam al zegt, gaat het om een vergoeding voor het feitelijk gebruik van het spoor, een soort rekeningrijden dus en niet zoals bij de wegenbelasting een vast bedrag per voertuig. Mededingsautoriteit (NMa) toezicht op de wijze waarop de kosten worden berekend. De gebruiksvergoeding is alleen bedoeld om de variabele kosten van het spoornet te dekken. Dit zijn de directe kosten gerelateerd aan het laten rijden van treinen. Het omvat in ieder geval de primaire processen van capaciteitsverdeling, verkeersleiding, beheer en instandhouding. De infrastructuur beheerders ProRail en Keyrail bepalen zelf de manier waarop de vergoeding wordt berekend en de hoogte ervan. Om eerlijke concurrentie te waarborgen houdt de Vervoerkamer van de Nederlandse Er is in de afgelopen jaren op het spoor veel veranderd. De Betuweroute is in 2007 opengesteld en heeft een eigen exploitant gekregen. ProRail heeft voor het gemengde net een nieuwe tariefsystematiek van de gebruiksvergoeding ingevoerd, waarbij het gewicht van de trein een rol speelt. Om te voorkomen dat hierdoor het evenwicht in de Nederlandse markt voor het spoorgoederenvervoer wordt verstoord, heeft de overheid een overgangsregeling gebruiksvergoeding 20072011 (Kamerstuk 29 984, nr. 47) 38 Rail Cargo De overheid wil dat de gebruiksvergoeding niet al te heftig fluctueert. Daarom moet de systematiek voor een periode van vier tot vijf jaar vaststaan en moet de ontwikkeling van de tarieven de gematigde lijn van de afgelopen jaren aanhouden. In overleg met de goederenvervoerders is in 2007 een tarievenstructuur voor de periode tot en met 2012 vastgesteld. Daarin is een geleidelijke groei van het tarief afgesproken. geïntroduceerd. Daarbij wordt onder meer voor zwaardere treinen op het gemengde net een korting berekend. De Europese regelgeving laat ruimte voor zulke tijdelijke regelingen. Om goederenvervoerders in tijden van economische teruggang tegemoet te komen is door KNV Spoorgoederenvervoer, de werkgeversvereniging voor het spoorgoederenvervoer, en Keyrail een stimuleringsregeling voor de jaren 2010 en 2011 ingevoerd voor de Betuweroute. Het gaat hierbij echter vooral om het stimuleren van het gebruik van de Betuweroute. Een financiële prikkel moet de vervoerders bewegen om bestaand en nieuw vervoer via de Betuweroute af te wikkelen. Keyrail, de exploitant van de Betuweroute, hanteert een ‘flat rate’ per afgelegde treinkilometer, waarbij alle gebruikers hetzelfde betalen ongeacht de lengte en het gewicht van de trein. Keyrail kent bovendien een bonus/malus-regeling in het geval van vroegboeken, wijzigen en annuleren en soortgelijke regelingen voor het niet halen van een slot. Het basistarief dat Keyrail rekent voor gebruik van de Betuweroute per gereden treinkilometer: 2009 � 1,69 2010 � 1,99 2011 � 2,33 ters), maar telt daarbij ook het gewicht van de trein mee (tonkilometers) en heeft daarvoor weegpunten in het netwerk ingebouwd. Het basistarief dat ProRail rekent voor het gebruik van het gemengde net per treinkilometer gedifferentieerd naar gewicht: ProRail, als beheerder van het gemengde net, rekent de afgelegde afstand (treinkilome2009 2010 2011 2009 2010 2011 0 – 275 ton � 0,86 � 0,911 � 0,916 275 – 750 ton � 1,521 � 1,750 � 2,012 750 – 3.000 ton � 1,575 � 1,843 � 2,156 Meer dan 3.000 ton � 1,798 � 2,247 � 2,809 Spoor in Cijfers 2010 Kosten 39 7 Overzicht locomotieven Het is moeilijk formeel vast te stellen met welke locomotieven in Nederland gereden wordt. Dit komt omdat de railgoederenvervoerders vaak buitenlandse ondernemingen zijn die hun materieel bij de moedermaatschappij in het buitenland hebben geregistreerd. Daarnaast zijn er bedrijven (o.a. DLC en HGK) die slechts beperkt rijden op Nederlands grondgebied. In de tabel hebben we getracht de aantallen weer te geven van daadwerkelijk in Nederland ingezette locomotieven. Het geeft dus een beeld van de praktijk en niet van de officiële registratie. Vervoerder Naast locomotieven van erkende railgoederenvervoerders rijden er in Nederland ook locomotieven van andere vervoerders. In dat geval betreft het subcontracting, d.w.z. vervoer dat Aantal Diesel Aantal Elektrisch plaats vindt onder regie van een erkende railgoederenvervoerder (bijv. CRS rijdt onder regie van RRF). Totaal ACTS 21 5 26 B-Cargo 24 43 67 8 0 8 Captrain 24 11 35 Crossrail 21 Bentheimer Eisenbahn 21 0 CTL Logistics 0 2 2 DB Schenker 125 68 193 ERS Railways 8 10 18 Eurailscout Inspection & Analysis 12 0 12 HGK 10 0 10 KombiRail 0 4 4 Locon 1 0 1 21 RRF 21 0 Rurtalbahn 8 0 8 Shunter B.V. 27 0 27 Spitzke Strukton Rail TX Logistik Volker Rail Totaal Bron: www.rolandrail.net 40 Rail Cargo Materieel 4 0 4 13 0 13 0 6 6 5 0 5 332 149 481 8 Emissies vervoerswijzen De milieuaspecten van transport staan de laatste jaren sterk in de belangstelling. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de emissies van de verschillende vervoerswijzen. In de grafieken op pagina 42 wordt een vergelijking weergegeven ten aanzien van de uitstoot van CO2, NOx en PM10. Het zijn gemiddelden per vervoerswijze. Het zijn getallen voor het vervoer van non-bulk lading zoals containers over langere afstanden. Het betreft hier de situatie voor 2010. De uitstoot van CO2 wordt voor 28% veroorzaakt door het energiegebruik van de transportsector. CO2 is de belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect. In 1997 werd in het Kyoto Protocol afgesproken om de uitstoot van CO2 met 8% te verlagen tussen 2008 en 2012. Stikstofoxide NOx veroorzaakt verzuring en smog. In 2008 is door CE Delft een uitvoerige studie gemaakt naar de emissies van de verschillende vervoerswijzen. CE Delft trekt de conclusie dat de schoonste modaliteit niet bestaat. De schaalgrootte van het transport is vooral in het goederenvervoer heel belangrijk, vaak belangrijker dan de modaliteit. Daarnaast spelen logistieke factoren als bezettings- en beladingsgraad een belangrijke rol. Een andere interessante conclusie is dat op de korte afstand de CO2-emissies van grotere vrachtauto’s en trekkers met oplegger hoger zijn dan van spoorvervoer en gemiddeld ook wat hoger dan van binnenvaartschepen. Op de lange afstand stoten de binnenvaart en de trein duidelijk minder CO2 uit dan vervoer over de weg. Op gebied van luchtkwaliteit wint de grote vrachtauto het vaak van de binnenvaart. Dit geldt vooral voor PM10, qua NOx liggen deze modaliteiten vaak dicht bij elkaar. Ten slotte constateert CE Delft dat een elektrische goederentrein relatief schoon en zuinig is. In de figuren worden de waarden weergegeven voor CO2, Nox en PM10 (fijnstof). Ze geven een gemiddelde (de stip) en een range rond dit gemiddelde (de verticale lijn). Deze range wordt veroorzaakt door variatie (worst en best) in logistieke parameters. Het gemiddelde is berekend door voor alle logistieke parameters de waarde in het midden van de range te nemen. Spoor in Cijfers 2010 Milieubelasting 41 42 Alle Modaliteiten Rail Cargo Zeevaart (1.900 TEU) Zeevaart (580 TEU) Zeevaart (150 TEU) Binnenvaart (470 TEU) Binnenvaart (200 TEU) Trein (diesel) Trein (elektrisch) Trekker met oplegger Vrachtauto > 20 ton 20 0,04 0,02 0 0,00 NOx (g/ton-km); bulk; korte afstand; 2010 2,25 1,75 2,00 1,50 1,25 1,00 0,75 0,50 0,00 0,25 Bron: CE Delft, studie STREAM, Studie naar TRansport Emissies van Zeevaart (1.900 TEU) 0,06 40 Zeevaart (580 TEU) 0,08 60 Zeevaart (150 TEU) 0,10 80 Binnenvaart (470 TEU) 0,12 100 Binnenvaart (200 TEU) 0,14 120 Trein (diesel) 0,16 140 Trein (elektrisch) 0,18 160 Trekker met oplegger 180 Vrachtauto > 20 ton Zeevaart (1.900 TEU) Zeevaart (580 TEU) Zeevaart (150 TEU) Binnenvaart (470 TEU) Binnenvaart (200 TEU) Trein (diesel) Trein (elektrisch) Trekker met oplegger Vrachtauto > 20 ton CO2 (g/ton-km); bulk; korte afstand; 2010 PM10 (g/ton-km); bulk; korte afstand; 2010 Punctualiteit internationaal intermodaal vervoer 9 De grafiek toont de gemiddelde punctualiteit in het internationale gecombineerde weg-spoorvervoer, zoals die wordt bijgehouden door de Union Internationale des sociétés de transport combiné Rail Route (UIRR). De grote intermodale railoperators zijn hierbij aangesloten. De data hebben alleen betrekking op het gecombineerde vervoer van de leden van de UIRR. Op tijd betekent hier dat de containertrein binnen een half uur van het afgesproken tijdstip is gearriveerd. Uit de grafiek wordt duidelijk dat de punctualiteit tussen 2001 en 2004 duidelijk is verbeterd. In 2005 en 2006 is dit echter weer verslechterd. In 2007 zijn er door verschillende spoorwegstakingen (o.a. in Frankrijk en Duitsland) weer vele vertragingen opgetreden. Van de 23.300 intermodale treinen in 2007 binnen Europa was 59% op tijd (binnen half uur van afgesproken tijdstip). 27% van de intermodale treinen had een vertraging van meer dan 3 uur en 8% meer dan 24 uur. Hiermee scoorde het jaar 2007 in zijn totaal beter dan 2006. Een verdere verbetering wordt continu nagestreefd door de marktpartijen. Zij sluiten hiervoor zelfs kwaliteitscontracten. 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 99 00 01 02 03 04 05 06 > 24 uur tussen 3 en 6 uur tussen 1/2 en 1 uur > 6 uur tussen 1 en 3 uur < 1/2 uur 07 Bron: UIRR Spoor in Cijfers 2010 Punctualiteit 43 10 Ontwikkeling overslag per railterminal De kaart toont de overslag van containers in eenheden per railterminal over de afgelopen zeven jaar. Een railterminal functioneert als een betrouwbaar en flexibel ontkoppelpunt tussen railvervoer en wegtransport. De terminals dragen bij aan de optimalisatie van de logistieke keten en vormen een onmisbare schakel in het intermodale vervoer. Uit de kaart blijkt duidelijk dat het merendeel van de containers in de haven van Rotterdam op het spoor wordt gezet. In Rotterdam starten de meeste internationale containershuttles. De overige railterminals vervullen over het algemeen een rol in 44 Rail Cargo de aan- en afvoer van containers per spoor naar Rotterdam. De lichte daling in 2005 bij het RSC Rotterdam komt door een verschuiving van een containerstroom van spoor naar binnenvaart. In 2006 is deze containerstroom weer teruggegaan naar het spoor. Ook in deze figuur zien we weer het duidelijke effect van de economische crisis met een stevige terugval in het aantal overgeslagen eenheden. Gelukkig is dit in 2010 weer omgezet in een stijgende lijn. 350 100 300 50 50 RSC Maasvlakte 150 100 RCT Maasvlakte 50 0 Pernis Combi Terminal 0 50 50 0 0 Railterminal Tilburg 50 0 50 0 100 CCT Moerdijk 50 0 50 0 38.000 48.003 57.000 57.000 65.000 78.000 74.100 150 26.678 29.346 35.000 8.500 n.b. 7.030 8.043 200 6.900 7.000 11.000 12.350 14.691 15.500 9.530 50 0 15.586 18.740 20.586 23.116 22.693 23.494 22.360 0 33.900 36.800 38.600 40.000 40.000 38.000 41.000 50 0 0 0 12.000 12.402 12.200 16.500 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 4.000 9.000 9.720 13.501 16.525 15.942 250 264.024 300.000 295.000 306.000 340.239 335.715 265.000 300 0 3.500 8.732 9.588 n.b. n.b. 3.235 350 248.000 265.000 313.000 322.880 395.000 442.000 390.000 400 15.000 8.104 10.213 6.570 0 4.700 4.000 450 0 0 0 0 0 0 0 0 0 in éénheden (x 1.000) 100 50 Railterminal Friesland-Leeuwarden 60.500 74.100 78.300 75.000 69.000 72.000 53.000 Aantal gehandelde containers 0 Railterminal Veendam railterminal spoorlijn Euroterminal Coevorden 250 200 50 t RSC Rotterdam TCT Venlo Railterminal Eindhoven Railterminal Born Container Terminal Stein Spoor in Cijfers 2010 Railterminals 45 Rail Cargo is sponsored by: Train operating companies Port authorities Infrastructure managers Rail terminals BONDER RECYCLING EN OVERSLAG B.V. Intermodal rail operators Freight forwarders Logistic service providers Assignment of personnel / Educational institutes Railway Supply industry 46 Rail Cargo P OW E R B Y T H E H O U R Assignment of personnel / Educational institutes Railway Supply industry P OW E R B Y T H E H O U R Associations cmyk 11 / 95 / 71 / 33 cmyk 0 / 0 / 0 / 100 Leasing companies Manufacturers Financial institutions & Solicitors Government Spoor in Cijfers 2010 www.railcargo.nl Deelnemers 47 Colofon Rail Cargo information Netherlands Koddeweg 37 3194 DH Hoogvliet T +31 10 204 21 11 F +31 10 204 21 12 info@railcargo.nl www.railcargo.nl Tekst 6b Feico Houweling Foto blz. 18 André Korevaar Floris de Leeuw Vormgeving en productie Studio Guido van der Velden B.V., Rijswijk September 2010 Overname van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits bronvermelding plaatsvindt. Hoewel de uitgave met de meeste zorg is samengesteld, aanvaardt Rail Cargo information Netherlands geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende onjuistheden of onvolkomenheden. Jaarbericht Kwartaalrapportage Bedrijfscases RTL transportwereld Helpdesk Interviews Presentaties Beursdeelname Spoorkaarten DVD’s Website Raildirectory Time table Landendossiers Persvoorlichting voorlichtingsbureau Rail Cargo Kennisinstituut Spoor in cijfers Nieuwsbrief Brochures Spoorcafé Factsheets Flyer IJzersterk Betuweroute co-modality Infrastructuur projecten Promotie Samenwerking Minder CO2 Minder Fijnstof Internationaal
Similar documents
BeLEAN: copErNIcAANSE rEvoLutIE - B
gelukkig in gevolgd.” NMBS schrapt 193 treinen die maximaal 9% van hun kosten
More information