1 (Oktober `09)

Transcription

1 (Oktober `09)
Colofon
Comissieleden
Lena Bounimovitch
Melissa Costa
Liselore Goossens
Diana Kuijpers
Carmen Loh
Redactie
Diana Kuijpers
Carmen Loh
Eind- en hoofdredacteur
Martijn Heule
Redactioneel
ほい。
Welkom bij de eerste Tatanukiki onder mijn kundig
bewind. Als eerste journal van
het collegejaar 2009-2010
A.D. blijven we dit nummer
nog redelijk dicht bij het ontwerp van vorig jaar. Voor het
volgende nummer gaat de layout op de schop, dus koester
deze journal als een artefact
uit een vervlogen, onschuldiger tijdperk.
Desalniettemin staat deze
journal bomvol frisse verhalen
en episodes, en ook verhalende episodes, over jou en mij.
Goed, ik ben de draad kwijt.
Martijn Heule
Hoofdredacteur
Vicevoorzitter Tanuki
Je eigen artikel in de journal?
tatanukiki@gmail
Meer artikelen? Meer weten?
Bezoek dan de website:
www.tanuki.nl
2
Inhoudsopgave
Voorwoord door de voorzitter
Yori van Hout 4
Tanuki-bestuur 5
7
Bestuursintroductie
Tanuki-agenda
De Journalcommissie
De journalcommissie Japan News
Diana Kuijpers 10
Tanuki Kamp 2009
Melissa Costa 11
Milan van Berlo
14
Erotiek te koop: de Japanse hosts
Lena Bounimovitch
16
Zwangere poppen
Liselore Goossens
19
Anne van den Bosch
20
Michiel Boerwinkel
22
Carmen Loh
24
Mattias van Ommen
25
Tokyo Pilot Project
Diana Kuijpers
28
Het moment van De Schoen De Schoen
30
TFC Banzai vs JDream Martijn Heule
34
Maaike de Vries
36
Dr. Gé de la Colline
38
コトバによって表現された人 The GazettE
蟲師 Je eigen pokémon van papier
Het goede leven in Kyoto
Back to School-feest
Dr. Gé’s Postvakje
8
3
Yori van Hout
初めまして、
Mijn naam is Yori van Hout, vierdejaars student TCJ en komend jaar
voorzitter van de studievereniging voor TCJK: LVSJK Tanuki. Mijn
waarde collega-bestuursleden zullen op de komende bladzijden aan
jullie worden voorgesteld. Gezamenlijk zullen wij ons best doen om
jullie het komend collegejaar een gedenkwaardige tijd te bezorgen.
Voor de oud-leden is alles wat ik hier zal schrijven al gesneden koek
en al meerdere malen gezegd door mijn voorgangers, maar de frisse
eerstejaarsleden zullen van sommige zaken misschien nog niet op de
hoogte zijn. Ik zal geen opsomming maken van alle activiteiten die
wij zoal organiseren; dit zullen jullie ongetwijfeld wel een beetje in de
gaten hebben na deze eerste maand. In plaats daarvan wil ik jullie er
voornamelijk aan herinneren dat wij als vereniging er vooral voor jullie
zijn, onze leden. Als bestuur zijn wij haast chronisch nieuwsgierig naar
input en feedback die jullie ons kunnen geven over onze activiteiten.
Wij zijn tevens zeer benieuwd naar dingen die jullie graag doen, dan
kunnen wij deze activiteiten organiseren en blijven jullie tevreden.
Dit alles kan via het forum op onze website en door te mailen naar
bestuur@tanuki.nl.
Hopelijk zijn jullie een beetje tevreden met de huidige verdeling die het
afgelopen collegejaar al is neergezet, waarin wij een gezonde balans
proberen te creëren tussen onder andere sociale, studiegerelateerde
en sportactiviteiten.
Verder wil ik jullie nog meegeven dat Tanuki niet alleen uit een bestuur
bestaat, maar ook uit verscheidene commissies, variërend van een
feestcommissie tot een voetbalcommissie. Zonder leden die zich inschrijven voor de verschillende commissies, zou het organiseren van
een groot aantal activiteiten niet mogelijk zijn. Wij moedigen onze
leden aan om hun talenten te ontplooien en te helpen in de organisatie
van de vereniging. Op het Tanuki-prikbord
(vlakbij de bibliotheek) hangen de inschrijflijsten hiervoor!
Ik kijk er naar uit om jullie allemaal een keer
te mogen verwelkomen op een van onze activiteiten. Laten we er een productief en gezellig collegejaar van maken!
よろしくお願いします!
4
Als een rasbrabo is Yori niets zonder zijn carnavalsvereniging. Wie is de
rest van het bestuur? We gaan van onbelangrijk naar aardig.
Dag. Hoeveelstejaars ben jij, en wat is je
functie binnen Tanuki?
Ik ben 1e jaars en ben Tanuki-assessor.
Ben jij reeds in Japan geweest?
Ik ben helaas nog nooit in Japan geweest.
Wat is je favoriete aspect van Japan?
In ieder geval technologie.
Waarom is Tanuki dé manier voor een goede studententijd?
Als je lid wordt bij Tanuki leer je veel mensen kennen; je kan ontspannen
met Tanuki, maar als de tentamenweken eraan komen kan je blokken omdat iedereen ze dan heeft.
Wie is je minst geliefde lid binnen het bestuur en waarom?
Ik kan niet eens het meest geliefde lid binnen het bestuur bepalen, laat
staan het minst geliefde lid.
Waarom ben jij zo aantrekkelijk?
Zoek me op / spreek me aan en het wordt vanzelf duidelijk…;)
De uitsmijter: wat is je lievelingskanji/kana?
忍者
Bonusvraag: Ken je de kana al?
Bijna
Bonusantwoord:
Yori: “Amiet kent de kana nog niet (x2) ♪ Dat rijmt.”
Hoi ventje, wat ben jij?
Tweedejaars, webmaster.
Ben je in Japan geweest? Wat zijn je lievelings-plaatsen?
Ja, en ik vind de meeste plaatsen op Kyushu wel leuker dan op Honshu.
Wat vind jij nou leuk aan Japan? De mensen? Weet ik het?
Waarom Tanuki?
Omdat Tanuki niet alleen zorgt voor leuke activiteiten, maar ook voor de
contacten met hele bijzondere mensen.
Wie is je meest gehate lid binnen het bestuur? Hoezo?
Martijn, niet om te discrimineren, maar hij heeft krullen.
Jij ziet er Japans genoeg uit om een lievelingskanji te hebben.
Favo kanji is 廉.
5
Hey Aranka. Yo ik ben Aranka. Hoeveelstejaars
ben je, en wat is je functie binnen Tanuki?
Inmiddels 2e jaars Japanoloog and I’m the woman
with the big bucks 8D (red.: penningmeester)
Ben jij reeds in Japan geweest?
Nee, helaas nog niet. In januari ga ik een korte
rondreis maken!
Wat is je favoriete aspect van Japan?
De mix/clash van oude traditionele elementen met de Japanse hypermoderniteit (bijv: enorme tempelcomplexen midden in Tokyo).
Waarom is Tanuki dé manier voor een goede studententijd?
Omdat het zorgt dat je ook eens ergens anders dan op je kamer komt,
je je medestudenten op hun leukst leert kennen, and basically because
Tanuki just kicks ass.
Wie is je minst geliefde lid binnen het bestuur en waarom?
Yori, because he assaulted my beloved British Museum pen D:
Waarom ben jij zo aantrekkelijk?
Cuz I’ve brains, looks AND money, baby. Mojo Jojo all the way!
De uitsmijter: wat is je lievelingskanji?
平均寿命 [heikinjumyou]; average life span. Omdat zelfs ouderejaars
je dan even verslagen aan zitten te kijken.
En wat ben jij dan wel/niet?
Tweedejaars en zoals velen al zullen weten ben
ik de Ab-Actis (jah de latijnse benaming blijft
toch veel mooier X3)
Heb jij Japanervaring?
Inmiddels twee keer, voor vakantie weliswaar.
Mijn favoriete plaats blijft toch echt Tokyo, ik
vind het heerlijk hoe levendig het is en het is er
heerlijk shoppen XD.
Wat is je favoriete aspect van Japan?
Eigenlijk is het een mengelmoesje van alles. De taal vind ik leuk om te
horen en te spreken (al gaat dat bij lange na nog niet vloeiend) en de
mensen vind ik erg boeiend. Daarom is in een metro in Japan staan ook
zo leuk, dan kan je de mensen heel goed observeren! XD
Waarom houden wij van ons?
6
Tanuki maakt alles een stuk leuker! Alles? Echt alles. Je kan gewoon
gezellig met studiegenoten feesten, en geloof me, Japanologen zijn
HÉÉÉÉEL goed in feesten! Natuurlijk organiseert Tanuki zoveel meer
dan alleen feesten en alle activiteiten zijn even leuk.
Wie is het gewoon net niet binnen het bestuur?
Ik kan natuurlijk politiek correcte antwoorden gaan geven zoals “ik
kan met iedereen opschieten en iedereen is even aardig,” of ik kan een
antwoord verzinnen, want dat is natuurlijk veel leuker om te lezen.
Nou dan zal ik zeggen...Martijn. Denkt dat hij zomaar een jaartje naar
Japan kan verdwijnen om dan terug te komen als hoofd van de Journal
én vice-voorzitter! Wat?
Nee hoor grapje ;) Oh.
Wat maakt jou een woest dier?
Deze vraag aan anderen stellen is veel leuker, want dan krijg je
antwoorden zoals: “Maaike is sex on legs” (dank je wel Bard X3). Of
misschien is het gewoon dat ik ontzettend spontaan en vrolijk ben XD.
En wat is jouw lievelingskanji?
楽!Waarom? Omdat hij zo ontzettend vrolijk is!
Tanuki Agenda, onder voorbehoud
30 september
≫
Borrel en eten, eerste journal
7 oktober
≫
Filmavond
8 oktober
≫
SVS feest “Yellow Fever”
12 oktober
≫
Kanjiposter verkoop
14 oktober
≫
Concert Mucc in Tivoli Utrecht
15 oktober
≫
Karaoke-avond
28 oktober
≫
Borrel
6 november
≫
Excursie naar Leuven
7
De journalcommissie van 2009-2010
...introduceert zichzelf
Martijn, ruw beest, jij introduceert jouw journalharem met verve in
de tweede persoon. Je kan je niet gedragen in een groep maar hebt
wel mooie benen.
- Martijn Heule, vierdejaars
Lena, hey jij, strijdlustige walkure,
je bent op een missie om alle taboes te doorbreken door wat
pikante onderwerpen aan te snijden.
Het is dan ook hoog tijd om menig Tanuki-lid kennis te laten maken
met de leukere dingen van het leven.
- Lena Bounimovitch, vierdejaars
Je staat aan het begin van het derde jaar, al bedolven onder huiswerk en verplichtingen, terwijl je probeert tijd te vinden voor je
passies voor muziek, schrijven en fotografie.
Ook de talen Japans en Engels krijgen de nodige aandacht, en net
als de twee voorgaande jaren, ben je weer een enthousiast lid van
de Journalcommissie. Geen leven? Hoe kom je erbij?’
- Diana Kuijpers, derdejaars
Je bent soms wat vreemd, en schrijft dan ook graag over de vreemdere, minder bekende - maar wel interessante - trekjes van Japan.
Je houdt van paradoxen, maar hebt een hekel aan tegenstrijdigheden.
- Liselore Goossens, tweedejaars
Jij bent Carmen, een 2e jaars, en je doet niet veel meer dan luieren.
Je bedenkt de rare dingen, zoals dat iedereen in de 2e persoon
moet schrijven.
- Carmen Loh, tweedejaars
Jij bent Melissa Costa, een sjaars die nog een hoop moet leren,
maar de lezers hopelijk kan vermaken met de artikelen die je
schrijft, want je houdt erg veel van schrijven en hoopt dat anderen
dat op deze manier kunnen waarderen. Je maakt een peace-sign!
- Melissa Costa, eerstejaars
Wist je dat:
Dr. Gé net als elke andere warmbloedige Japanologenman zijn
scharrel in een ver land heeft zitten?
8
Net-niet cover #1
Heb jij creatief talent?
Laat je gelden! Leuke stripjes
of tekeningen; stuur ze in! De
leukste worden geplaatst in de
volgende journal. En de slechtste
misschien ook! Inzending naar:
tatanukiki@gmail.com
Net-niet cover #2
9
Diana Kuijpers
Japan News
Ontzettend leerzaam, en omstreden leuk, dat we over Japanse
geschiedenis leren, haar cultuur, haar economie en politiek en hier en
daar diepgaandere onderwerpen. Maar weten we eigenlijk wel wat zich
nu afspeelt in Japan? Waar staan de kranten vol mee op dit moment?
In deze ‘Japan News’ rubriek komen er allerlei nieuwtjes aan bod zodat
ook jullie actuele kennis op peil blijft.
Deze week zijn de Japanse ogen voornamelijk gericht op Yukio
Hatoyama (鳩山由紀夫), de Japanse premier sinds september dit jaar.
Op dinsdag 22 september vond in New York een bijeenkomst van
de Verenigde Naties plaats als symbolisch startschot voor de ‘echte’
conferentie in december dit jaar, waar een opvolger voor het Kyoto
Protocol opgesteld moet worden. Hiervoor moeten nieuwe afspraken
overeengekomen worden met betrekking tot het verminderen van
CO2-uitstoot, en Hatoyama kwam met ambitieuze voorstellen op de
proppen tijdens zijn debuutspeech tegenover de Verenigde Naties.
Hatoyama beloofde onder meer dat Japan haar uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 25 procent verminderd zal hebben ten opzichte
van 1990, een doel dat hij met alle mogelijke middelen wil behalen.
Hij voegde hier echter wel aan toe dat Japan dit alleen zou doen als
ook de grootste CO2-uitstoters ambitieuze plannen overeenkomen.
De grootste uitstoters zijn de Verenigde Staten en China, met elk ongeveer 20 procent van alle globale CO2-uitstoot; hierna volgt Europa
met 14 procent en daarna Rusland en India, elk 5 procent. Hatoyama
vroeg tevens om het vestigen van een ‘internationaal mechanisme’ om
ontwikkelingslanden financiële en technologische steun te kunnen bieden in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Dit voorstel wordt
nu al het ‘Hatoyama Initiatief’ genoemd.
Verder is de vissersboot Daiei Maru No. 11, die op 14 april zonk toen
ze in slecht weer terecht kwam bij Hirado Island (Nagasaki prefectuur),
eindelijk geborgen. Van de bemanning werden toentertijd tien man
gered; de overige twaalf mannen worden nu nog steeds vermist.
Tot slot is er een hoge concentratie aan kwikzilver in zowel dolfijnenals walvisvlees ontdekt, moest in Iwaki (Fukushima prefectuur) een
met de varkensgriep besmet schoolkoor voor een lege zaal zingen
om verspreiding van de griep te voorkomen, heeft Mitsubishi plannen
om een nieuwe vestiging te plaatsen vlakbij het plaatsje Savannah in
Georgia (Verenigde Staten), en heeft het honkbalteam Yomiuri Giants
de Tokyo Yakult Swallows met een 6-3 stand verslagen dankzij spelers
Abe en Ramirez.
10
Dit was het nieuws voor deze keer; tot in de volgende Journal!
Melissa Costa
Tanuki Kamp 2009
Ochtendgymnastiek, Opmaken en Ontzettend veel plezier
Ook dit jaar was het eerstejaarskamp van Tanuki, dat van 19 tot 21
augustus plaatsvond, weer een groot succes. Net zoals vorige jaren
werden de ruim zestig deelnemers en hun begeleiders ondergebracht op de Kampeerboerderij ‘Ons Thuis’ te Ommel. Verschillende groepen reisden vanaf Leiden Centraal of Utrecht Centraal,
vergezeld door ouderejaars, tot het hele gezelschap verenigd werd
bij het station van Deurne. De groep bleek zelfs zo groot dat een
aantal onfortuinlijke sempai moest wachten op een tweede rit van
dezelfde bus naar Ommel. Maar in de bus bleek al dat de sfeer er
goed inzat voor een geweldig weekend.
Na het uitladen van de spullen en de huishoudelijke mededelingen
van onze gehonoreerde sempai vloog men als één man naar de
slaapzalen om een bed te bemachtigen. De voormalige koeienstallen vormden uitstekende locaties voor de grote aantallen stapelbedden en meteen hing er een gemoedelijke sfeer, met slechts
hier en daar de discussie wie er bovenin mocht slapen, natuurlijk. Het verwachte ‘kleefeffect’ dat vaker bij kersverse eerstejaars
voorkomt, bleef zelfs ongemerkt en één groot groepsgevoel was
geboren, dat over het weekend alleen maar sterker zou worden.
Bij de kennismakingsspelletjes die vervolgens plaatsvonden, bleek
zelfs dat veel mensen elkaar al kenden. Vast mede het resultaat
van de eveneens geslaagde ElCid-week!
Na het gezamenlijke avondeten en de ronseling voor het corvee
(wat door begeleider Tijmen vrij angstaanjagend werd aangekondigd en dus feilloos gehoorzaamd) werden er groepjes gemaakt
voor de nachtelijke speurtocht, die volledig in het thema van Super
Mario stond. Al snel dwaalden er dappere groepjes, bewapend met
zaklampen en een kaart, door het nabije bos om met opdrachten
munten te verdienen en vooral de gewilde Mushrooms te kapen die
door twee ongure types waren gestolen. Niet zozeer de opdrachten,
maar vooral het vinden van de juiste weg bleek het moeilijkst;
navigeren was vrij lastig, zelfs met de kaart en vrijwel onmogelijk
als je, in het geval van sommige groepjes, opeens zonder kaart
zat! Gelukkig zijn er geen speurhonden aan te pas gekomen en kon
iedereen gezellig aanschuiven bij het kampvuur dat op de boerderij was gemaakt. Er werd lang gepraat, gedronken en zelfs gitaar
gespeeld, totdat de leiding ons naar de slaapzalen dirigeerde, waar
de meeste gesprekken gewoon doorgingen.
11
De volgende ochtend klonk het “lieflijke stemgeluid” van Tijmen dat
ons wekte waarna iedereen zich
met frisse tegenzin naar het sportveld begaf voor de ochtendgymnastiek. Niet iedereen was enthousiast
genoeg om mee te doen, maar na
afloop was wel iedereen wakker genoeg om aan te schuiven aan het
ontbijt. Het zou deze dag bijzonder heet worden en de leiding bleek
iets in petto te hebben: wie langs de doucheruimtes liep werd al
geconfronteerd met emmers vol waterballonnen. Ietwat nerveus begaf iedereen zich naar het sportveld waar een poging werd gedaan
een spel uit te leggen wat met de ballonnen te maken had... Maar
uiteindelijk heeft vast niemand deze regels onthouden, want binnen vijf seconden was het veld veranderd in één grote wateroorlog
die zeker drie uur lang zou voortduren. Met ballonnen, emmers en
bakken water werden er zelfs heuse klopjachten georganiseerd om
te zorgen dat uiteindelijk niemand nog een droge draad aan het lijf
had. Wegens de warmte waren er gelukkig nauwelijks mensen die
bezwaar leken te hebben tegen een nat pak.
Nadat iedereen weer opgedroogd
was, begonnen de workshops. In
twee rondes van een uur mocht men
kennis maken met Japanse kunsten
zoals Aikido, het bordspel Go, kalligrafie en manga tekenen. De Japanse drinkspelletjes waren erg
in trek en blijken zelfs weken later
nog populair te zijn! Na het eten
trok iedereen zich weer even terug
om zich voor te bereiden op alweer de laatste avond, de Yakuza
avond. Er werd kaart gespeeld, het nieuw geleerde Go, uit het dak
gegaan met Singstar en ook de reeds
genoemde drinkspelletjes werden
gretig gespeeld nu er meer dan limonade beschikbaar was. Buiten onweerde het en kletterde de regen en
binnen was het tot laat in de nacht
meer dan gezellig. Je kon merken
dat velen geen zin hadden om deze
laatste avond af te moeten sluiten.
12
Dit was uiteraard een kamp om de kennismaking met de opleiding
en de medestudenten te bevorderen, en de activiteiten maar vooral
ook de tijd tussen de activiteiten door was heel erg bemoedigend
voor de groepssfeer. In kleine groepjes die uiteindelijk steeds groeiden, werden op de slaapzalen de meest uiteenlopende onderwerpen
aangesneden, soms van wonderbaarlijk hoog niveau waardoor iedereen elkaar werkelijk leerde kennen. Dat naarmate het dieper in
de nacht werd dit niveau steeds verder daalde, mocht de pret niet
drukken. Ook de ouderejaars deelden in deze ‘cultuur’ mee: reeds
eerdergenoemde Tijmen waagde zich aan het opmaakritueel van enkele vrouwelijke deelnemers en stond vervolgens de rest van de dag
bekend als de charmante Shaneequa. Iedereen ging gemoedelijk
met elkaar om, slechts mede als gevolg van de gedeelde interesse
in Japan. Ook de Koreanistiek, hoewel in kleine getale aanwezig (of
moet ik zeggen, getal) werd zeker vertegenwoordigd en droeg ook
bij aan de goede sfeer.
Nadat iedereen de volgende ochtend iets stroever dan vorige keer uit
bed kroop en zich kreunend aan het laatste ritueel der ochtendgymnastiek onderwierp, werd er voor de laatste maal gezamenlijk
gegeten, waarna het tijd was om op te ruimen. Hoewel er duidelijk
tegenzin aanwezig was (de tegenzin om weg te gaan, uiteraard),
was iedereen snel klaar en stapte in de bus terug naar Deurne. Als je
het afscheid zag, zou je niet meteen zeggen dat deze mensen elkaar
slechts twee weken later weer zouden zien. Uiteindelijk ging iedereen op verschillende stations zijn weg en het eind van het kamp was
een feit.
Het kamp en de organisatie waren dus ook dit jaar weer geweldig!
Ongetwijfeld zal de formule zich volgend jaar weer herhalen!
13
Milan van Berlo
コトバによって表現された人
1. Het idee ‘protocol’
Taal maakt gebruik van een uiterst nauw gedefinieerd protocol.
Laten we uitspraak als voorbeeld nemen. Een moedertaalspreker
van een bepaalde taal detecteert onmiddellijk zelfs een verwaarloosbaar kleine fout in de uitspraak van anderen. Zowel spreker als
luisteraar zijn tot in de puntjes bekend met de uitspraak van taal;
zij kennen de regels van het protocol en gebruiken deze regels om
informatie over te brengen. Het verschil tussen de Nederlandse ‘i’
(/ɪ/ als in ‘in’) en ‘e’(/ɛ/ als in ‘en’) kunnen moedertaalsprekers
van het Nederlands moeiteloos onderscheiden en daardoor kunnen
wij bijvoorbeeld ‘mis’ en ‘mes’ uit elkaar houden. De nauwkeurigheid van dit protocol is volgens mij niet alleen van toepassing op
uitspraak, maar ook op andere gebieden van het verschijnsel dat
taal heet.
Waar ook een nauwgezette set van regels van toepassing is, is
woordgebruik. Synoniemen (類義語 (るいぎご)) zijn hier een goed
voorbeeld van. Het verschil in betekenis en gebruikswijze van de
woorden ‘expres’ en ‘met opzet’ is klein, en slechts door goed te
analyseren en vergelijkend onderzoek is precies te achterhalen wat
deze verschillen daadwerkelijk inhouden. Dat wij deze woorden
moeiteloos op de juiste manier kunnen gebruiken is niet alleen interessant, het vertelt ons ook veel over de processen die aan het
gebruik van taal vooraf gaan; de precisie waarmee wij taal correct
kunnen toepassen. Gebruikt iemand in plaats van het woord ‘expres’ de uitdrukking ‘met opzet’ in een context waar dat normaal
niet gebeurt, dan merken we dat meteen op.
‘Ik heb expres de suiker uit je koffie gelaten’ is een normale Nederlandse zin, maar als we ‘ik heb met opzet de suiker uit je koffie
gelaten’ zeggen, dan klinkt dat toch een beetje vreemd. Het verschil
tussen deze twee is moeilijk in woorden te bevatten, maar bij ‘met
opzet’ komen eerder kwade bedoelingen, of meer doelbewustheid
kijken. Het is niet ondenkbaar dat alle woorden op deze manier zijn
verweven in een groot raster van betekenis en nuance.
Kortom, de verschillen tussen woorden en hun gebruikswijze zijn
uitermate fijn vastgesteld, en het is juist daarom dat we met een
brede woordenschat een grote variëteit aan informatie kunnen
overbrengen.
14
2. Per taal een protocol
Nu we hebben vastgesteld dat taal in verschillende woorden die elk
een eigen betekenis en gebruikswijze hebben, is onderverdeeld,
is het misschien een goed idee te kijken naar andere talen dan
het Nederlands, en dan doel ik vooral op de vergelijking met de
Japanse taal. Het zal studenten van de Japanse taal zijn opgevallen dat er nagenoeg geen woorden zijn die een zogenoemde één
op één relatie hebben (直訳語(ちょくやくご)). Hoewel het moeilijk is
dit goed weer te geven, zijn er veel pogingen gedaan de indelingen
tussen verschillende woorden in taal uit te drukken (類語辞典(るいご
じてん)など). Ik vermoed ook dat het niet zo is dat enkel de 区別(く
べつ) tussen de woorden anders zijn, per taal worden verschillende
vlakken (aspecten) van het totale beeld (als dat al bestaat) belicht.
Kortom, er zijn dus vlakken die wel door het Nederlands, en niet
door het Japans worden ‘gecovered’, en uiteraard geldt ook het
omgekeerde. Al is het alleen maar iets simpels als よろしくお願いし
ます. Dat daarvoor geen Nederlands equivalent is, heeft ongetwijfeld te maken met de culturele achtergrond van deze uitspraak;
men zegt immers niets dat daar op lijkt in het Nederlands, in welke
situatie dan ook. Men zegt niets, of gebruikt een andere uitdrukking die daar niet per definitie veel mee te maken heeft.
Wat ik wil zeggen is dat men in verschillende talen verschillende
manieren heeft om zichzelf uit te drukken, waarvan de soort en
omvang verschillen per taal. Verder is aan te nemen dat naarmate
het verschil tussen twee talen toeneemt, het verschil in uitdrukkingswijze (zoals ik het hierboven beschreven
verschil maar even zal noemen) evenredig
groter wordt.
De volgende keer behandel ik hoe Japans als
taal past in dit geheel en hoe het niet alleen op
woord- en grammaticaal niveau verschilt van
onze taal, maar ook op andere vlakken. Ook
wil ik iets vertellen over hoe mensen samen
met taal werken, en hoe de mens de taal als
meer dan alleen een communicatiemiddel
gebruikt.
Milan ziet er zo uit,
tenzij hij zijn gezicht ontspant.
15
Lena Bounimovitch
Erotiek te koop: de Japanse hosts
Na een enigszins anticlimactische wandeling langs de betonnen gebouwen
van Hiroshima, dat onder andere werd veroorzaakt door mijn geweldige
gevoel voor richting, had ik last van een droge keel. Met een overheerlijke mokkacappuccino van ieders favoriete koffiemerk in gedachte baande
ik mezelf als een bezetene een weg door een overdekte winkelstraat.
Op vertrapte gympen en in een reiskloffie merkte ik op dat willekeurige
groepjes ギャール op torenhoge hakken giechelden, terwijl ze een groepje
goedgeklede mannen passeerden. Zo werkt de wondere wereld van flirten
nou eenmaal, dacht ik bij mezelf, toen ik langs dezelfde groep mannen met
perfecte maatpakken, kastanjebruin haar en verzorgde wenkbrauwen snelwandelde. Dit gebeurde allemaal vrij snel, maar toen het kwartje eenmaal
viel, kwam ik tot de conclusie dat dit geen gewone straatboefjes waren,
maar jagers die hun vrouwelijke prooi nauwkeurig selecteren door middel van criteria zoals dure Louis Vuitton-tassen of Gucci-zonnebrillen. Nee,
nee, deze mannen waren noch playboys noch de Japanse equivalenten van
loverboys, maar echte ホスト(hosts).
Ik verminderde mijn vaart en realiseerde mij dat ik allang voor mijn
locatie stond. Toen kwam ik op het idee om deze sierlijke schepsels in hun
natuurlijke habitat te observeren en besloot ik mijn koffie aan de bar voor
het raam te nuttigen.
Terwijl ik het groepje mannen bestudeerde, waarvan een enkeling kundig
twee keitai (mobieltjes) met lange vingers en keurige nagels bediende,
vroeg ik me af of er daadwerkelijk veel vrouwen waren die een dusdanig lage eigenwaarde hebben, maar toch de financiële middelen bezitten
om zich door deze heren naar een ongure club te laten begeleiden. Door
deze jongens, die waarschijnlijk hun vertrouwde losse T-shirts en versleten
spijkerbroeken hebben ingeruild voor strakke pakken, fluwelen blousejes
en dure assecoires. Met de “Ik ga het helemaal maken in de grote stad!”
instelling zijn ze vast onbewust in de 水商売 (みずしょうばい), het eufemisme voor de nachtindustrie van Japan, gerold om snel centen te kunnen
verdienen en om hun daadwerkelijke ambities en dromen na te jagen. Goh,
ze sloegen een meisje aan de haak dankzij hun vlotte babbel. Of ze even
een uurtje had. Of het kind naïef was of gewoon een slecht zelfbeeld bezat,
ben ik natuurlijk nooit te weten gekomen, maar leef je je eens in de dame
die doelbewust met deze mannen meegaat naar hun basis, de host-club.
Nadat zo’n kerel haar talloze keren heeft verteld hoe schattig ze wel niet is,
krijgt ze een host-menu in haar poezelige handjes gedrukt. Zo’n menu is
een ware vleeskeuring of opsomming van alle hosts die in de club werken,
waarin ze foto’s, bloedgroepen, hobby’s en karaktereigenschappen van de
mannen kan bekijken. Afhankelijk van hoe ze vermaakt wil worden kiest
ze haar vaste host, waarbij hij vriendelijk naar haar lacht met zijn bruine
of door blauwe-lenzen-bedekte, speelse ogen en wordt hun clubcarrière
vereeuwigd. Heeft ze de plank misgeslagen door een vent te kiezen
16
waarmee er geen chemie is, heeft ze pech, want haar keuze kan niet meer
ongedaan worden gemaakt. Cru, denk je niet? Dit doet de club niet om
haar een onnodig contract aan te smeren, maar om de financiële zekerheid
van de betreffende host te garanderen. Zijn basisinkomen komt van zijn
vaste klanten, maar alle extra’s verdient hij door drankconsumptie van zijn
fangirls. En als hosts immens populair zijn, verdienen ze gemakkelijk rond
de 15.000 euro per maand.
Dan begint het gevaarlijke spel. Host en klant spenderen wat tijd in een
illusie waarin hij haar dromen waarmaakt en de rol van de hoofdrolspeler
in haar fantasie op zich neemt. Misschien hunkert ze naar een grappige,
malle jongen of een 冷たいヤロウ(zo’n frigide zak), niets is te gek. Hij beeldt
dit subtiel voor haar uit en laat haar hart sneller kloppen door in haar oor
te fluisteren hoe slank haar benen eruitzien in dat ene korte rokje of hoe
perfect haar voorgevel erbij staat in het neonlicht van de club. Vriendelijk,
met een jeugdige glimlach op zijn gezicht neemt hij haar mee naar een
euforische staat waarin ze zich de mooiste vrouw van de club voelt. Vervolgens doden host en klant de tijd door te drinken, dansen en karaoke.
Maar dan. Verliefd worden overkomt jammer genoeg de beste. En als
de klant veel tijd doorbrengt met haar host lijkt het me duidelijk dat dit
uiteindelijk opbloeit in een eenzijdige affectie, waarbij ze alles in haar
macht wil doen om hem bij haar in de buurt te houden. Dit leidt o.a. tot
ziekelijke jaloezie in de club als de host haar even achterlaat om met een
andere dame te gaan babbelen. In zo’n noodsituatie kan ze de aandacht
op zich vestigen door middel van een “champagne-call” waarbij ze een
dure fles champagne bestelt, waarvan de prijs tussen de 1000 en X万円
varieert. Tijdens deze chaos stormen alle hosts op haar af en laten ze haar
deze vloedgolf van alcohol achter over slaan door haar aan te moedigen en
eventueel verleiden tot een tweede ronde.
Terwijl ze daar staat, met een tollend hoofd en kots die langs haar mondhoeken naar beneden sijpelt nadat ze de fles in een adem achter haar
kiezen heeft gegooid fluistert hij lieflijk of plagend in haar oor dat drinken
met haar het allermooiste ter wereld is en dat hij haar dankbaar is, omdat
ze haar gezicht zo vaak in de club laat zien. Met een scheve glimlach ziet
ze het al helemaal voor zich; hand-in-hand wandelend over straat met zo’n
イケメン (knappe vent) aan haar zijde, maar hijzelf wil buiten zijn werk
om meestal niets met zo’n vrouw beginnen. Zo een die geld neerlegt voor
liefde en affectie. Nee, nee, hij walgt ervan, neemt nog een drankje en begeleid zijn dronken klant naar de taxi in het ochtendlicht.
Na een slordigeエレチュー(kusje in de lift) escorteert hij haar dus naar de
taxi en kijkt haar met een dromerige glimlach en quasioprechte ogen van
“Kom je weer bij me terug?” na, terwijl hij eigenlijk aan een andere klant of
zijn bed denkt. Het valt niet mee om je affectie te verkopen. En seks met
een klant? Alleen als hij daar zin in heeft en er veel wordt betaald.
17
Maar, hij rekt de seksuele spanning tussen hem en zijn klant zo lang
mogelijk uit, onder het traditionele principe van hard to get. Want zeg zelf,
te gemakkelijk is voor niemand een uitdaging.
Maar, vergeet niet dat we deze vrouwen niet mogen beoordelen op hun
gebruik van deze verkopers van dromen, want er is in principe niks mis
met het bevinden in een staat van escapisme waarbij je zelfvertrouwen
op wordt gekrikt door deze heren na een lange dag van kantoorslavernij.
Frappant is echter, dat sommige aspecten van de Japanse seksindustrie in
een vicieuze cirkel vervallen omdat de meeste vrouwen die naar hostclubs
gaan en over de financiële middelen beschikken zelf in de seksindustrie
werken. Ze beginnen überhaupt in deze branche te werken om snel te
verdienen en om de yen vervolgens weer te spenderen aan hun favoriete
host. Het is een keiharde business, de 水商売.
Dus, misschien voel je je alsnog geneigd om onder gedompeld te worden
in gefinancierde vleierij? Neem dan gerust een wandeling door een ongure
steeg in de grote amusementssteden zoals Osaka, Tokyo of zelfs Hiroshima en probeer een babbel aan te knopen met een groepje mannen met
slangenleren laarzen.
Maar, niets moet. Je kunt ook op afstand aan je koffie lurken, terwijl je de
gang van zaken vanuit een beroemd koffiehuis tot je neemt. En nee, ik
heb absoluut geen X-aantal yen neergelegd voor een theekransje met deze
hotshots.
Zou jij zo’n 3万円 uitgeven om een van deze aandoenlijke jongens te onderhouden?
Wist je dat:
...er in deze journal slechts twee sjaarsartikelen staan? Laat het weten als
je een leuk idee hebt!
...een Japanner je al helemaal de bom vindt als je こんにちは kan zeggen
zonder je zelf op te hangen aan je tong?
...スナック-tentjes in Japan niet per sé om eten draaien?
...Ger-bart zwakke mannen opeet?
18
Liselore Goossens
Zwangere Poppen
Barbie, inmiddels al vijftig jaar oud en wereldwijd bekend, bestaat in
allerlei varianten. Huisvrouw Barbie, prinses Barbie, rockster Barbie,
zwangere Barbie, ga zo maar door. Die laatste variant bestond in Japan
zo’n tweehonderd jaar geleden al. Uiteraard zijn er verschillen: zo is de
Japanse variant natuurlijk geen echte Barbie, is de pop gemaakt van hout,
bijzonder gedetailleerd en anatomisch correct, en was ze (onder andere)
bedoeld als onderwijsattribuut in plaats van kinderspeelgoed.
De Japanse zwangerschapspoppen, die uit de negentiende eeuw komen,
waren in de eerste instantie waarschijnlijk bedoeld om aanstaande vroedvrouwen mee te onderwijzen. De poppen zijn dan ook uiterst gedetailleerd:
onder de afneembare bolle buik kunnen baarmoeders en embryo’s in verschillende stadia van de zwangerschap, en compleet met navelstreng en
placenta, worden gestopt. De ledematen van zowel de moeder als de
volgroeide versie van het kind kunnen bewegen en de gezwollen buik vertoont zowaar zwangerschapsstriae! Doordat de poppen zo gedetailleerd
waren, konden de vroedvrouwen over zowel de zwangerschapsperiode als
het ter wereld brengen van het kind leren.
Naast deze puur educatieve rol is het echter ook heel waarschijnlijk dat
de poppen als educatief entertainment werden gebruikt. In zogenaamde
misemono, rondreizende attracties die op bijvoorbeeld kermissen te vinden waren, werden allerlei wetenschappelijke ontdekkingen op een educatieve maar ook leuke manier tentoongesteld, om zo het ‘gewone volk’
tegelijkertijd te vermaken en wat te leren.
De misemono kwamen in de negentiende eeuw veel voor in Japan, vooral
in en rond Edo. Ze waren bijzonder populair en men geloofde dat de attracties erin geluk en gezondheid konden brengen. Naast educatie zat er
dus ook een groot deel bijgeloof aan vast. Uiteraard was ook lang niet
alles wat tentoongesteld werd zo wetenschappelijk of zelfs echt; een
veel voorkomend onderdeel in de misemono was de ‘zeemeermin’. Deze
bestond over het algemeen uit het bovenlichaam van een aap dat, veelal
door vissers, aan een vissenstaart was genaaid.
Sommige misemono richtten zich vooral op één thema; andere stelden
een uiteenlopend scala aan dingen tentoon. De zwangerschapspoppen
kwamen vooral, maar niet uitsluitend,
voor in de misemono die zich op het
menselijk lichaam en het ‘mysterie van
het leven’ richtten. Ze waren een bijzonder populair onderdeel, wat gezien
de diepe indruk die ze vandaag de
dag nog steeds op de meeste mensen
maken, goed te begrijpen is. Wie zou
er nou niet betalen om zoiets in het
echt te kunnen zien?
19
Anne van den Bosch
The GazettE: niet zomaar een rockband
The GazettE heeft een nieuw album [DIM] uitgebracht en dat vraagt
toch wel om een beetje aandacht. Maar voor wie de band überhaupt
niet kent, is een kennismaking geen slecht idee.
The GazettE staat bekend als een J-Rock/Visual Kei band. Hun muziek bevat niet alleen rock, maar ook punk- en metalinvloeden. Zelfs
hiphopelementen zijn te bespeuren. Ook staat er een aantal goede
ballads in hun repertoire; denk bijvoorbeeld aan ‘Cassis’. Ik ben zelf
naar een concert van hen geweest en toen ze dat nummer speelden,
stonden er naast mij al gauw een paar meiden te snotteren.
Over concerten gesproken, dit is een band die je in het echt moet
meemaken. Ik ben er zelf in Berlijn bij geweest, en het was mijn
eerste concert, dus veel vergelijkingsmateriaal had ik niet, maar het
was geweldig. Goed, ze deden weinig van de fanservice (foreplay
anyone?) waar ze zo bekend om staan, maar ze wisten het publiek
meteen mee te trekken. De spierpijn van de volgende dag was het
ruimschoots waard.
De teksten zijn veelal in het Japans, maar the GazettE staat bekend
als een band die veel met Engels werkt, hoewel dit niet altijd even
succesvol is. Een lied als ‘Silly God Disco’ krijgt door de vreemde
woordkeuze en niet geheel vlekkeloze uitspraak een onbedoelde
amusementswaarde. Lees en gniffel:
It is cheesed with power and the morality of which it goes mad
A lot of people became dogs having tied to the chain
Your happy there?
I want to be enjoying the life though it will knock against a high wall
hereafter
I’m already dead, however I was saved with the rock
I swore I at that time. I will walk life that shines highest
There is no fear. It gets it over though there is a painful day too
Now let’s go.
The wing expands and goes to look for freedom and the glory
The world that extends to the place waits surely for you
The GazettE is een Visual Kei band, dus ook het uiterlijk is belang-
20
rijk. Ze veranderen sowieso per album, maar soms ook tussendoor.
Wel zijn er de vaste punten, zoals bijvoorbeeld de bassist die nog
steeds zijn neus niet laat zien. Hun stijl is over het algemeen wat
duister en stoer en vooral de laatste tijd lopen ze steeds vaker in
het zwart rond.
Voor ik het vergeet: Ja, The GazettE bestaat uitsluitend uit mannen. Het mag misschien niet bij ieder van hun zo lijken, maar toch.
Het is trouwens niet erg als je ze voor vrouwen aanziet; toen ik
ze zelf voor het eerst zag, dacht ik ook nog dat sommige van hun
meiden waren.
Wat de band persoonlijk betreft; ze zijn onder fans zeer geliefd
vanwege hun dorky karakter. Er zijn genoeg filmpjes te vinden
waarin vooral Aoi werkelijk prachtige stommiteiten weet uit te
halen. Hij is overigens de oudste, dus zo zie je maar weer dat gedrag en leeftijd niets met elkaar te maken hebben.
Wie meer wil horen kan op internet zoeken, maar als je iets avontuurlijker bent ingesteld kun je natuurlijk ook het risico nemen en
hun CD kopen. Mocht je in Duitsland op zoek gaan, dan raad ik je
vooral de grotere winkelketens aan; daar heb ik mijn exemplaar
namelijk ook weten te vinden.
Mijn aanraders;
‘LEECH’: rockt lekker weg en toont de vocale kunsten van Ruki;
‘Silly God Disco’: een geweldige intro en zeer interessant voor de
Engrish fanaten onder ons;
‘Filth in the beauty’: goed nummer om op te headbangen en kijk
vooral naar de video. Hierin is het beruchte Pineapple-kapsel van
Ruki in al zijn glorie te bewonderen.
21
Michiel Boerwinkel
蟲師 (むしし)
Terwijl we opgroeien kijken we, logischerwijs, verschillende programma’s. Ik,
als verknocht tekenfilmkijker - ik kijk nog
steeds wel eens Fairly Odd Parents - zag
mijn eerste tekenfilms op de zaterdagochtenden. Je kent het wel, het is 7 uur ‘s
ochtends, maar omdat je door je dictatoriale ouders de vorige avond om 8 uur
naar bed bent gestuurd, ben je om 7 uur
al klaarwakker. Kindernet wist dit ook, en
vandaar dat de beste line-up ook rond die
tijd te bezichtigen was. Dommel, Maya
de Bij, Sinbad de Zeeman (uit Bagdad),
Wiki de Viking en niet te vergeten Alfred
Jodocus Kwak. Met uitzondering van die
laatste waren dit tekenfilms die heerlijk je hersenen uitschakelden met dom
vermaak.
Op iets latere leeftijd kwam Cartoon Network in de picture. Dexter’s Lab, Cow and Chicken, 2 Stupid Dogs (de shit) en Courage
the Cowardly Dog waren allemaal tekenfilms die perfect aansloten
bij een opgroeiende basisscholier. Later kwam Pokemon, en in mijn
tweede jaar van de middelbare school kwam de typische puberale
jongenscartoon die heel Nederland bij z’n kladden greep: Dragon
Ball Z. Het ging voor iedereen hetzelfde: het hoogtepunt in de
Frieza saga en de hoop op een blijvend hoog niveau die werd vernietigd door de Android saga, en vernederd door de Buu saga.
Later op de middelbare school kwam mijn eerste echte anime: Full
Metal Panic. De meisjes hadden echt veel te grote ogen, er waren
wat verdachte camerahoeken en ze spraken ook echt Japans. Ook
deze anime sloot perfect op mijn leeftijd aan, en nadat ik nog een
stuk of 3 series had gekeken hield het een beetje op. Net als een
hele hoop mensen was ik eigenlijk gestopt met anime kijken toen
ik Japans ging studeren. “Maak van je hobby je werk, en je verliest
snel je interesse,” zeggen ze wel eens. Toch veranderde dit alles
toen een vriend mij introduceerde aan een anime genaamd 蟲師.
Waar gaat deze anime eigenlijk over? Deze vraag heb ik mezelf
vaak genoeg gesteld, ook al toen ik de hele serie had afgekeken.
22
De basis is erg simpel. Het verhaal speelt zich af in een
soort parallel universum van feodaal Japan. Iedereen
woont in kleine dorpjes in van die typische Japanse
huizen. Eigenlijk is de hele wereld gelijk aan feodaal
Japan, behalve dat er in deze wereld een soort aparte
levensvorm is, genaamd 蟲. Dit zijn wezens die zich
tussen het rijk van de levenden en de doden begeven,
en gemaakt zijn van een soort pure energie. Hoewel
ze voor goede zaken kunnen zorgen, zijn ze vaak ook
de oorzaak van nare ziekten of andere problemen.
Daarom is het ook de taak van de hoofdpersoon,
Ginko, om al deze problemen op te lossen. Ginko is
een witharige vriendelijke kerel, die als het even kan,
vooral dingen oplost door niets te doen. Die mentaliteit vat gelijk ook wel de hele serie samen. In alle
26 episodes gebeurt er eigenlijk helemaal niet zoveel.
Elke episode lost Ginko een probleem op, en reist hij
weer verder naar de volgende uitdaging. Als ik het zo
zeg klinkt het wat Pokémon-achtig, en het basisidee
is dat misschien ook wel.
Wat deze serie echter zo prachtig maakt is de hele sfeer. De tekenstijl (ook in de manga) is origineel, mooi, en maakt deze serie een
beetje de Monet onder de anime. De muziek is ietwat zweverig,
maar het past erg goed bij de toon die wordt gezet in de serie. Het
is trouwens ook hele goede huiswerkmuziek. Verder, hoewel het
verhaal wel ietwat simpel is, maken alle karakters zeer rationele
keuzes. Op bijna geen enkel moment kwamen de mensen extreem
dom op me over, en waren er ook geen stofwolk momenten waarin
je toch al lang wist dat de eindbaas nog niet dood was (om maar
even een zijstraat te noemen).
Je zal je nu afvragen: wat heeft dat hele jeugdverhaal hier nou mee
te maken? Mushishi is typisch een serie die zich heel goed leent
voor mensen van onze leeftijd. Het is een stuk rustiger, heeft geen
actie nodig, en het Japans wat de hoofdpersoon bezigt is ook nog
eens van een zeer gecompliceerd niveau, met ook nog wat dialecten erin vermengd. Perfect dus voor mensen die genoeg hebben
van het eeuwige cliche van 少年アニメ (shounen-anime), en voor
mensen die een ander soort Japans willen horen.
Nu ga ik weer Niels Holgersson kijken.
23
Carmen Loh
Je eigen pokémon van papier
Iedereen kent het Japanse fenomeen origami wel. De dingen die
je ermee kunt maken lopen uiteen van panda’s tot bloemen tot
doosjes om iets in te bewaren. Origami is niet de enige craft met
papier, maar karakteriserend is dat het gemaakt wordt door alleen
papier te vouwen. Maar! Papercraft, ook wel bekend als pepakura, is
ook het vouwen van papier, maar je knipt en lijmt ook. De mogelijkheden zijn ontelbaar!
Je snijdt of knipt de onderdelen uit en vervolgens vouw en lijm je
de delen aan elkaar volgens de instructies. Als je moeite hebt met
goed vouwen, kun je lichtjes de vouwlijn volgen met een mesje.
Begin met simpele ontwerpen en voor je het weet, staat je hele
kamer vol met deze dingen en begin je je studie te verwaarlozen,
omdat je bezig bent aan een 312-delige motor.
Aangezien papercraft designs heel gemakkelijk te printen en in
elkaar te zetten zijn, kun je via internet gemakkelijk ontelbare designs downloaden en printen. Google ‘papercraft …’, gegarandeerd
dat je wel iets leuks vindt. Anders kun je op fora of imageboards,
zoals de /po/board van 4chan, vragen of men nog iets leuks heeft.
Ook zijn er bedrijven die op hun site bepaalde papercrafts ter
beschikking stellen aan hun bezoekers als een manier om meer
aandacht te krijgen voor hun producten. Yamaha heeft verschillende ontwerpen van motoren, maar ook van dieren, seizoenen en
landschappen van Japan. Op de site van Canon vind je nog meer
designs, uiteenlopend van gebouwen tot kermisattracties, dinosaurussen, maskers en dingen voor geluk.
Natuurlijk kun je verwachten dat er ook ontwerpen
rondzwerven van je favoriete anime personage,
robot, internet meme,
etc. Ga ernaar op zoek,
download het, print het,
maak het en neem het
mee naar college om te
showen hoe goed je erin
bent. Ja, dit is ook een
goed tijdsverdrijf voor tijdens saaie colleges!
24
Mattias van Ommen
Het goede leven in Kyoto
Voor wie mij nog niet kent: mijn naam is Mattias van Ommen,
3e/4e jaars student TCJ, en ik verblijf sinds april 2009 voor een
jaar in Japan als uitwisselingsstudent aan de universiteit van Kyoto.
Toen de Hofnar mij vroeg om een artikel te schrijven voor de journal, dacht ik: ja.
Het goede leven in Kyoto. Waar moet ik beginnen? Bij de mooie
natuur, die nooit ver weg is? Bij het voor Japan unieke, logische
stratenplan? Of zal ik iets vertellen over de lange geschiedenis
van deze stad, die barst van cultuur? Of iets over de verschillende
seizoenen? Iedere dag lijkt hier namelijk anders.
Of we doen dat gewoon niet. Doe niet zo mal, ik ben de Schoen
niet!
Het leven in Kyoto is goed, maar was dat niet altijd. Ik zit hier nu
een half jaar, en het heeft me zeker wat tijd en moeite gekost om
te settelen. Degenen die mij kennen, weten dat ik tijdens mijn middelbare schoolperiode al het voorrecht heb gehad om voor bijna
tien maanden aan een Japanse Senior High School te studeren.
Deze ervaring heeft mij enorm gepassioneerd voor dit land en haar
mensen. Omdat mijn huidige leefomgeving geografisch niet bijzonder ver verwijderd is van mijn vorige uitwisselingslocatie, hadden
velen van jullie allicht met mij verwacht dat ik hier zonder problemen zou aarden. Dat dit uiteindelijk even duurde, is achteraf gezien
vrij logisch (maar wat is niet logisch achteraf gezien?). Het feit
dat er dit keer geen ervaren uitwisselingsorganisatie en gastgezin
ter plaatse waren om mij te ondersteunen, bleek een behoorlijk
onderschat gemis. Ik stond er alleen voor, en aan mij de taak om
opnieuw vanaf nul een eigen leventje op te bouwen.
25
Uiteindelijk kan ik na een half jaar concluderen dat ik hierin geslaagd
ben. Dit is niet alleen te danken aan mijn vorige uitwisselingservaring, nee, want ieder voordeel heeft zijn nadeel. Dat ga ik hier
niet helemaal uit zitten leggen (geen ruimte), maar geloof me, die
nadelen zijn er. Het komt erop neer dat Japan een bijzonder land
blijft, waarbij het erg moeilijk te zeggen is hoe je het meeste uit een
uitwisselingsjaar kunt halen. Waar moet je beginnen? Wat moet je
vooral wel en niet doen? Je hoort zoveel verhalen, die vaak tegenstrijdig met elkaar zijn. Hoe komt dit toch? De Japanners lijken zo
homogeen; waarom bestaat er kennelijk geen succesformule voor
een langere verblijfsperiode in dit land?
Nou, dat zal ik jullie vertellen (ahum). Japanners lijken inderdaad
homogeen, maar zijn dit in feite niet. Onder die laag van geaccepteerd standaardgedrag, tradities en etiketten, kan er een extreem
grote variatie aan individuen worden gevonden. Ik ben van mening
dat het onderschatten van de verschillen binnen Japan één van de
grootste valkuilen kan zijn voor een goed begrip van dit fascinerende land.
Wanneer je hierin
overdrijft, zou je
kunnen zeggen dat
de verschillen tussen
locaties binnen Japan of in contacten
met
verschillende
Japanners
zulke
andere ervaringen
opleveren, dat van
ervaringsdeskundigen niets meer te
leren valt. Dan zou
de informatie uit artikelen als deze dus
volstrekt nutteloos
zijn. Hier ben ik het
natuurlijk ook weer
niet mee eens. Iedereen met een beetje zelfkennis kan voor zichzelf
tot op zekere hoogte inschatten hoe bepaalde ervaringen de eigen
beleving op een positieve manier kunnen beïnvloeden. Aan subjectiviteit ontkom je immers toch niet.
26
Wat mij enorm heeft geholpen is voor mijzelf een leefomgeving pro-
beren te creëren waarbij ik op regelmatige basis in contact kom
met Japanners. Het is heel verleidelijk om met je mede-uitwisselingsstudenten rond te hangen (en ik zal niet ontkennen dat ik dit
nog steeds af en toe doe), want die zitten immers allemaal in hetzelfde schuitje en zullen veel van je problemen herkennen. Ik blijf
er echter bij dat het uiteindelijk meer loont wanneer je steevast
probeert die drempel te overwinnen en de Japanse groepscultuur
binnen probeert te dringen. Concrete voorbeelden hiervan zijn: je
aansluiten bij een “circle” of club die in principe voor Japanners
bedoeld is (in tegenstelling tot soortgelijke groepen die juist specifiek voor buitenlanders zijn; vermijd deze!! (>> mijn persoonlijk
advies, geen feit)), wonen in een omgeving waar vooral Japanners
wonen of proberen colleges te volgen waar voor het grootste deel
Japanners zitten.
Omdat ik alweer aan (of over?) mijn limiet zit, denk ik dat ik het
helaas hierbij moet laten. Het spijt me voor het vage gebrabbel…
Het lijkt niet eens op het verslag van een uitwisselingsstudent. Ik
kan wel zeggen dat ik het enorm naar mijn zin heb hier in Kyoto,
en indien mogelijk zal ik jullie in volgende edities voorzien van
wat meer concrete informatie over bijvoorbeeld studeren aan een
Japanse universiteit, lid zijn van een Japanse circle of club, of het
samenwonen met Japanners. Een “echt” verslag van mijn avonturen is trouwens online te vinden:
http://joopstroop.blogspot.com/
Tot de volgende keer?
27
Diana Kuijpers
Tokyo Pilot Project April-Juli 2009
Afgelopen collegejaar kwam de opleiding Talen en Culturen van Japan met een nieuw project om meer mensen naar Japan te kunnen
sturen: het Tokyo Pilot Project. Een aantal studenten—toen was
nog niet precies bekend hoeveel het er zouden worden—zou dan
gedurende drie maanden in Tokyo verblijven waar ze hun tweede
jaar af zouden maken zoals de studenten Japans in Leiden.
Op 13 november vorig jaar werden de vijftien geselecteerde tweedejaars bekend gemaakt na een voorselectie via cijfers en motivatiebrieven, en tot slot een interview. Hoewel we pas begin april naar
Tokyo zouden vertrekken, begonnen we in Leiden in het tweede
semester met het nieuwe vak ‘Material Culture’ van dr. Cwiertka.
Deze verving onze tweedejaars focusvakken van het tweede semester, en focuste op de theorie en Japanse praktijk van materiële
cultuur. Verder volgden we gewoon onze taalvakken.
Op 6 april 2009 was het dan zover: het vertrek naar Tokyo. Daar
aangekomen, werden we opgehaald door dhr. Remmelink van het
Japan-Nederland Instituut (JNI), die ons het een en ander uitlegde.
Na allerlei gedoe met de ‘bureaucratische gehaktmolen’ konden we
allemaal—moe maar excited—naar ons nieuwe ‘thuis’.
Ons verblijf was de Weekly Mansion in Ekoda, waar ieder een eigen
kamer had, inclusief badkamer van één vierkante meter, keukentje
en televisie. Elke dag gingen we vanaf dit station in de ochtendspits
in een typerend overvolle trein naar Ikebukuro om vervolgens met
28
de even drukke Yamanote¬-lijn naar Yūrakucho station in Ginza te
reizen; dit kostte ons ongeveer een uur. Al snel leerden we reizen
op zijn Japans: wacht netjes buiten volgens de lijnen tot iedereen
de trein uit is, daarna is het ieder voor zich. Japanners mogen dan
zo beleefd en hoffelijk zijn; wanneer ze een trein in moeten of een
overvolle trein uitmoeten, blijft daar niet zoveel van over (tot ons
aller vermaak).
We hadden elke dag van 9:00 tot 12:30 college in het Japans,
waarin teksten, vocabulaire, schrijven, spreken en luisteren behandeld werden. Dit lijkt misschien lang, maar het werd stukken
draaglijker met drie (!) pauzes, waarvan de laatste het leukste
waren; een van de dames van het JNI, Yanagizawa-san, had de
uiterst gulle gewoonte ons in de laatste pauze te voorzien van
Japanse koekjes, snoepgoed en dergelijke om ons ermee kennis te
laten maken. Onze docenten—Yoshida-sensei en Koyama-sensei—
kwamen van de Naganuma school in Shibuya elke dag op en neer.
Op dinsdag en donderdag hadden we dan nog Material Culture
lessen, voor welke we ook een veldonderzoek moesten doen voor
een zelfgekozen onderwerp, wat ontzettend leerzaam was.
Na de lessen was iedereen vrij om te doen wat hij/zij wilde, net
zoals in het weekend. Er zijn uitstapjes geweest naar Nikkō, Kamakura, Yokohama en zelfs naar Ōsaka. Tokyo zelf bood uiteraard
ook genoeg vermaak en interessante dingen. Tot slot heeft het JNI
ook nog een ‘schooltrips’ georganiseerd naar Kikkōman, Nissan en
Canon.
Al met al was het een ontzettend gave ervaring. We hebben allemaal een super kans gekregen om vooral luister- en spreekvaardigheid van het Japans te
verbeteren —niet in de
laatste plaats dankzij onze
toffe docenten— en drie
maanden in Tokyo leven
was een hele belevenis.
Wie weet komt het dit jaar
nog terug. Het is zeker een
aanrader enige tijd in Japan door te brengen, niet
alleen voor verbetering,
maar ook eens om te zien
waar je het nu allemaal
voor doet.
29
De Schoen
TERUG
Eenentwintig uur vijfendertig, terwijl het vroeg in de morgen zou
moeten zijn. Ik kan er nog steeds niet aan wennen. De maan kleurt
de hemel met een bijna intense gloed, op het oranje af, terwijl het
juist de zon zou moeten zijn die de ochtendlucht schildert met een
breed palet aan kleuren.
De trein rolt door het Nederlandse landschap. Waar ik in Japan op
dit soort momenten terugdacht aan Nederland, schreeuwen mijn
gedachten me nu met weemoed terug naar Japan. Ik hol ze in alle
macht achterna, ik mag ze niet laten ontkomen, nu niet. Meestal
denk ik terug aan Japan op willekeurige momenten, zodat het me
bijna treft als een bliksemschicht. Dikwijls voel
ik mijn gedachten dan
net zo snel, als via een
bliksemafleider,
weer
wegvloeien, waarna de
energie onverricht ter
zaken verdwijnt. Maar
dit keer niet. Nu heb ik
ze stevig beet en laat ik
me terugvoeren.
Ik kijk naar buiten,
langs de dikke druppels die op het verregende raam hun weg naar
beneden zoeken. Ik sta in de huiskamer en hoor de kolkende watermassa door de afvoergoot naast de weg heen razen, op weg
naar bredere kanalen die op de zee uitkomen. Ik moet zo nog naar
buiten, helaas. Boodschappen doen, maar ik besluit eerst mijn was
maar binnen op te hangen, zo goed en zo kwaad als dat kan, aan
hangers, stoelen en kastdeuren. Drogen doet het toch wel, want
ondanks de regen blijft het warm.
Ik mis het zelfs, dat regenseizoen. Niet de regen zelf, maar wel de
glimmende straten waar de druppels bijna vrolijk op neerkletteren,
wel de saamhorigheid onder degene die zich op straat wagen, de
aangename temperatuur voordat de hoogzomerperiode zijn intreden doet.
Wanneer ik de volgende dag op weg naar de campus in de stromende regen moet wachten bij de spoorwegovergang lacht een
30
Japanner me vriendelijk toe, als om te zeggen dat ook dít Japan is.
We wisselen wat woorden uit, waarna we beide onze eigen barre
tocht voortzetten. Deze regenval is van groot belang voor regio’s als
Nagasaki, besef ik, want afgezien van deze hevige buien rond mei
en juni valt er nauwelijks een druppel water, wat droogte betekent
als het regenseizoen niet goed mee werkt. En meewerken deed het
afgelopen jaar, afgezien dat het seizoen wat laat op gang kwam en
daardoor ook langer voortduurde. Tijdens een voetbaltraining een
paar dagen later blijkt het gevaar van zulke heftige regens. Alhoewel
ik er niet van op de hoogte was, bleek er gewaarschuwd te zijn voor
overstromingsgevaar. Terwijl de voetbal af en toe blijft liggen op het
modderige veld, schalt er een omroep over de stad: de waarschuwing is niet langer van kracht. De waterstanden zijn weer dalende.
Zo voltrok het regenseizoen zich voor ik er erg in had.
Ja, ook dit is Japan, kan ik nu beamen. Dat is geen negatieve noot,
want als er iets is dat ik in Japan geleerd heb, dan is het wel om me
minder druk te maken over allerhande zaken die er uiteindelijk toch
vrij weinig toe doen. Een beetje regen zorgt er trouwens voor dat je
voor het heerlijke weer na het regenseizoen meer waardering krijgt.
Daarmee ben ik tot een van de punten gekomen die het land zo
aantrekkelijk maakt: balans. De balans tussen de vier seizoenen is
van een ongekende subtiliteit. Regen laat zich volgen door zengende
hitte, waarna het weer langzaam afkoelt en de herfstbladeren kleur
krijgen. Dan wordt het winter, mild, verfrissend en uiteindelijk komen de kersenbloesems tot bloei om de cyclus weer opnieuw te
beginnen. Schoonheid doordrenkt Japan in alle vier de seizoenen,
steeds weer kortstondig met wat langere overgangsperiodes.
Perfectie in alles.
Dan ben ik weer terug.
31
De trein houdt stil op een station, geen idee welk. Een man van
middelbare leeftijd stapt uit. In beide handen draagt hij een reiskooi met zich mee.
Een neusje steekt tussen de tralies door, met daarachter twee
donkere, schitterende ogen. Geluidloos zit het daar, zo ver mogelijk
weggedoken, maar het is onvermijdelijk. Bij elke stap die de man
zet, kantelt de bodem van de reiskooi zich tot een onoverwinnelijke
hellingshoek. Het lijfje achter de naarstig heen en weer schietende
ogen vouwt zich samen onder het gewicht van het achterlijf waaronder de pootjes alle houvast verliezen, waardoor het neusje nog
steviger tegen de tralies wordt gedrukt. En weer terug, mee op
het deinende ritme van de reiskooi, mee met elke pas die de man
zet. Haar reisgenoot in de reiskooi welke aan de andere zijde van
de man eenzelfde soort beweging vertoont, heeft het al niet veel
gemakkelijker.
De grote wijzer op mijn polshorloge verspringt.
Eenentwintig uur tweeënveertig. De korte wijzer blijft roerloos staan, terwijl de secondewijzer zich met zichtbare tegenzin
voortduwt. Tergend langzaam dus, alsof het de eindeloze cirkels
die het dient te beschrijven wil ontvluchten. De enige ontsnappingsmogelijkheid is door zichzelf de tegenovergestelde richting
32
in te krijgen, om er vervolgens achter te komen dat het dan te
beschrijven figuur niets veranderd is met voorheen.
De tijd verstrijkt bijna stapsgewijs, zoals de man met zijn langzame
tred uit het zicht verdwijnt. Ik bevind mij in een zelfde positie als
de katten in de reiskooien, heen en weer geschud tussen gevoelens, maar hoe dan ook keihard met de neus op de feiten gedrukt
door alles om me heen. Feiten welke welhaast een traliewerk voor
mijn ogen opgooien en me tegelijkertijd klem zetten tussen vijf
matzwarte muren. Achter me, links, rechts, boven en onder, zodat
er niks anders op zit dan me over te geven aan de zwaartekracht.
‘Je bent weer in Nederland.’
‘Terug bij af, wen er maar aan!’
De feiten beuken keihard in op mijn gemoed en laten me niet met
rust. De ondergrond kantelt steeds verder terwijl ik mijn grip erop
voel afzwakken, totdat het bijna een ijzig oppervlak wordt met
meer gevaarlijk zwakke plekken in het toch al dunne ijs dan me
lief is.
Ik neem mijn toevlucht weer in gedachten…
33
Martijn Heule
TFC Banzai vs Jdream
Het zit niet goed. Het is vrijdag, het weekend is begonnen en de
zon schijnt. Hoe kan dit niet kloppen, vraag ik mijzelf af? Na een
geslaagd eerste deel van de training, gaan we beginnen aan een
partijtje. Pispoten; schat lag onder. Angel mocht als eerste kiezen.
Ik! Ja; nummer 1. Dit kan niet mislopen. Toch staan we een half
uur later 14-2 achter. Jammer. De gemoederen lopen hoog op.
Angel smijt na afloop een bierflesje tegen de paal. Een jongensdroom in duigen?
Zondag kan het alleen maar beter gaan, houd ik mijzelf voor. In
mijn aanwezigheid is er nog nooit van dit team verloren. Een team
van Japanse zakenmannen. Pittig zijn ze wel, getuige de keer dat
ik vlak buiten de zestien meter van achteren op mijn hielen getacklet werd en bijkans het doel inrolde. Maar we kunnen ze hebben,
spreek ik met een oncontroleerbare grijns tegen Renzo, de nieuwe
captain. Na vrijdag grapte hij nog dat ik moest vrezen voor mijn
basisplaats. Wat een ventje. Hij lacht terug en we beginnen.
Overwicht. De TFC staat als een huis en bepaalt het spel. Een bal
van Diego bereikt via mij Daichi: 1-0. Nu moeten we uitlopen.
Omslag. Rennend over het veld slaat het mij plots in de benen.
En met mij het hele team. De spelers worden nonchalant, kansen
worden niet afgemaakt en een tegengoal valt. Ik kijk de Schoen
aan. Terug. Terug in Nederland om door een stuk of 30 doorwisselende, uitgeleefde zakenlui van de mat geveegd te worden? Dit
kan niet zijn waar wij voor kwamen.
Schande. Een tweede goal voor de Japanners. Banzai speelt niet
samen. De helft van het team is net terug uit Japan en men heeft
een jaar niet samengespeeld. Dit is geen team, Angel ziet het
ook. Ik sta constant vrij, maar de bal blijft aan de linkerzijde van
het veld, waar geen glorie te behalen valt, getuige onze sinistere
belagers uit de Oriënt.
Opeenvolgend drie penalties tegen. Hoppa. Dat kan best. Twee
erin, hoezee. Toch, ik begin het vuur weer te voelen. “Initiatief
nemen! Doorgaan!!” En al brullend lijkt het ook weer beter te gaan.
Met hervonden kracht gaan we de strijd aan, en beter gaat het. We
zijn vollop in de aanval, maar de kansen worden niet benut.
Dan is daar de counter. Niets aan de hand,
34
ik heb de doorgebroken speler van de bal
gezet en bevind mij nu tussen hem en de
voluptueus gevormde ronding aan mijn
voeten. Ik steven af op onze keeper om
de bal in veiligheid te brengen. Ik huppel
de zestien binnen en keeper Bas komt
mij tegemoet, om de bal in plaats van
te omarmen, keihard in mijn heup
te raggen. Keurig het eigen goal in.
In mijn hoofd een wervelstorm van
ziekte en godslaster, terwijl
Remy verhaal komt halen.
“Martijn, wat doe je??”
“WAT DOE ÍK?” werp ik tegen
met een schreeuw waar kinderen
te vroeg geboren van worden.
Het eind is zoek. Ashwin besluit
er bijtijds nog eentje in te tikken.
De scheids fluit af.
Handjeschudden, gezellig.
Een groepsfoto moet ook nog wel
kunnen. Rochelen in de nek van
een Japanner ook. Snottebellen.
Daarna huilen onder de douche.
Een jongensdroom in duigen.
TFC Banzai traint elke vrijdag vanaf 16:00
op het Universitair Sportcentrum.
Meedoen? Mail Renzo Goto: renzog@live.nl
35
Maaike de Vries
Back to School-feest
Donderdag 24 september was het allereerste feest van het jaar.
De locatie was net als feesten van het afgelopen jaar in d’Ub bij de
Beestenmarkt.
Na een flinke promotieactie met foute posters, waar Michael Nicht
op stond, was de opkomst voor het feest groter dan ooit tevoren!
Al vroeg in de avond kwamen er wat mensen binnendruppelen die
geen minuut van het feest wilden missen. Rond half elf begon het
steeds drukker te worden en kwam het feest echt op gang. Niet
alleen Tanukileden, maar ook aanhang en leden van SVS hadden
besloten zich naar het feest te begeven, wat zorgde voor een zeer
gemengde opkomst.
Bij de deur konden de feestgangers een foto laten maken met
tekstballonnen op bordjes waar de verschillende uitspraken uit de
mastermovie-filmpjes op stonden; een groot succes. En niet alleen
bij de deur, maar door de
hele d’Ub (en daar buiten) stonden mensen met
bordjes elkaar belachelijk
te maken met uitspraken zoals “kakhoofd” en
“klootviool”.
DJ Olaf draaide goede
dansmuziek,
waardoor
veel mensen zich snel
naar de dansvloer begaven en hun danskunsten
vertoonden met onder
andere hulp van de paal
op het podium. Natuurlijk
kon een Dance-Off niet
uitblijven. Na lang wikken
en wegen werden er door
het bestuur van Tanuki
vier capabele mensen
het podium op gevraagd,
36
die ieder voor zich even voor
de rest van het publiek mochten
dansen. Ieder kreeg als dank
voor hun moeite een mooie
witte boxer met op de voorkant een afbeelding van Michael
Nicht en op de achterkant zijn
naam.
Daarnaast kreeg de winnaar van
de Dance-Off, Angel Zoet, ook
nog eens een meter bier!
Hierna ging het feest in volle
gang verder en toen om 1.00
uur de deur dicht ging, werd het
binnen alleen nog maar gezelliger. Er zijn nog heel wat spectaculaire shows te zien geweest
op het podium van onder andere een aantal eerstejaars die
als Dragqueens binnen kwamen
zetten.
Rond een uur of half drie werd
het langzaamaan wat rustiger en
het feest eindigde rond half vier.
De laatste mensen bleven nog
even hangen voor d’Ub, maar
uiteindelijk ging iedereen rond
kwart voor vier wel naar huis.
Door de hoge opkomst, de
goede muziek, de tekstballonnen en hoogstwaarschijnlijk ook
de hoeveelheid alcohol, was het
een zeer geslaagd feest en een
hele mooie opening voor het komende jaar!
Tot op het volgende feest!
37
Dr. Gé de la Colline
Dr. Gé’s Postvakje
Alleraardigste lieden binnen de muren van het machtige Arsenaal,
Dit is de eerste keer dat wij elkander spreken, al komt het gesprek
maar van één kant. Het is niet de bedoeling dat dit zo blijft. Ik ga
het u allemaal uitleggen, dus let goed op!
Vroeger hadden wij thuis de leesmap. Voor degenen die niet binnen
de veilige omgeving van een Oudt-Hollandsch gezin zijn opgegroeid:
de leesmap is een verzameling oud papier die gelezen wordt door
mensen die te gierig zijn om dit papier in zijn nieuwe staat aan
te schaffen. Ondanks dat ons gezin katholiek was, hoefden wij de
trofee binnen de grote kaft, de Donald Duck, niet met al te veel geschwister te delen. Mijn broertje en ik waren namelijk maar met zijn
tweeën. Voordat de rest van de map ook maar werd aangeraakt was
de Donald Duck al uit. De enige andere kaper op de kust was vader
zelf, die Donald dan ook meteen mee naar de WC moest nemen,
waarop wij blij waren dat we hem al uit hadden. Wat vader met de
Donald Duck op de WC moest, is een kwestie waar ik verder niet op
in kan gaan, maar het zal vast uit liefde zijn gebeurd.
Maar goed, onze leesmap bevatte bladen die kleine jongensogen
wijd open doen gaan. Na de Donald Duck ging ik straal langs de
Auto-week, de Libelle, de Margriet, de Panorama, de Nieuwe Revu,
de Privé, de Story en het ranzige damesromannetje, rechtstreeks
door naar…de Tina. En de Yes. En de Fancy. En stiekem ook nog naar
de Aktueel. Voor diegenen die dit laatste blad alleen nog in zijn sinds
ongeveer vijf jaar gekuiste versie kennen: vroeger was de Aktueel
een smerig blad. Een verzameling SBS-6 artikelen (met nota bene
een column van SBS-coryfee Peter R. zelf) doorspekt met onthullende foto’s van meisjes. Nou ja, meisjes; het is dat de Playboy er
niet bijzat, want toen ik die zag, wilde ik, ondanks hetzelfde concept,
nooit meer terug naar de Aktueel. De ‘kwaliteit van de meisjes’ (ja,
wat ik eigenlijk wilde gebruiken was nog minder politiek correct!) lag
toch een tikkeltje lager. Een behoorlijk Hilton hotel lager zelfs. Bah!
To the point! Wat hadden de Aktueel, de Tina, de Yes en de Fancy
met elkaar gemeen? Precies, ze hadden allemaal een brievenrubriek!
Brievenrubrieken zijn de hoogtepunten van elk tijdschrift. Welk
broertje jatte niet stiekem de Fancy uit zijn zusjes kamer, en welke
vader las niet de Tina voor het slapen gaan, alleen maar om erachter
te komen wat er omging in het hoofd van zijn 13-jarige bakvis? Voor
mij was het een openbaring. Bij dit opgroeiende knaapje groeide de
38
leesmap met hem mee; hem volgend bij elke nieuwe stap die de
pubertijd te bieden had. Van de Tina, naar de Fancy, naar de Yes;
bij elke stap leerde ik meer over het leven, en indirect ook meer
over mezelf. En vice versa, en dus ook omgekeerd!
Alleen de Aktueel had een rubriek die iets anders getint was. De
echtgenoot van het mokkel dat elke avond getrouw Shownieuws
kijkt, werd als doelgroep genomen, en Kim Holland (ja, die van die
films die je ouders alleen kijken als jij al op bed ligt) beantwoordde
vragen van lezers die problemen hadden in de relationele sfeer. Na
al deze informatie over voor, zij, achter, boven, onder en dieren in
me op te nemen, heb ik me kunnen ontwikkelen tot de man die ik
nu ben. Tina had me verteld hoe ik het fijnst kon zoenen, en Kim
legde me uit dat zeventien keer op één dag geen goed idee is.
Dan komen we weer terug hier, bij de Tatanukiki. Wij hebben een
brievenrubriek nodig, voor de verdere ontwikkeling van onszelf!
Een brievenrubriek laat ons van elkaar leren. Sterker nog, elk blad
met een beetje aanzien geeft om haar lezers en dat kan niet zonder
correspondentie. En omdat de redactie wel om jullie geeft, hebben
zij een dokter aangenomen om jullie goed te woord te staan. En
niet zo’n mannetje dat in het ziekenhuis werkt. Neen! Ik vergelijk
mezelf liever met collegae zoals Dr. Simon, Dr. Zhivago, Dr. Moreau,
Dr. Jones, Dr. Octopus en Dr. Oetker. Mijn naam is Dr. Gé. Zeg maar
gewoon Gé.
Dus wil jij weten hoe je een relatie aanknoopt met die Japanse uitwisselingsstudent? Vraag jij je ook nog steeds af welke bewegingen
je tong precies moet maken om dat gewenste effect te krijgen? Of
ben jij gewoon een figuur die constant om aandacht moet vragen,
en daarom maar de prestigieuze uren van Dr. Gé in beslag neemt
door te smeken om een antwoord op onzin? Schrijf dan naar onderstaand adres en je brief, plus antwoord, worden geplaatst! Tot de
volgende Tatanukiki!
Lieve groetjes,
Dr. Gé Flanorpad 2b, kamer 22
2333 AN Leiden
Of stuur je brief per e-mail naar: tatanukiki@gmail.com.
39
(Advertentie)
‘S AVONDS EEN MAN
‘S OCHTENDS EEN MAN
Een Tanuki-activiteit is GEEN geldige reden om een
college te skippen of te laat te komen! Wees verstandig,
wees een man!
...of een vrouw