Hervorming van het pandrecht op roerende goederen - Law-Now

Transcription

Hervorming van het pandrecht op roerende goederen - Law-Now
CMS_LawTax_CMYK_28-100.ep
Hervorming van het pandrecht op roerende goederen
In de komende maanden zal een nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot het pandrecht op
roerende goederen in voege treden, hetwelk gebaseerd zal zijn op een registratiesysteem (en de
betaling van belastingen hiervoor) en de bestaande praktijken zullen hierbij dus meer dan
waarschijnlijk grondig omgevormd worden. Zo zullen bestaande panden op handelszaken hun
rang ondermeer verliezen indien deze op korte termijn niet geregistreerd worden overeenkomstig
de nieuwe wettelijke regeling.
1.Doel
De nieuwe wet zal van toepassing zijn op alle roerende goederen, zowel materiële als van immateriële
aard. De wet zal daarom een impact hebben op alle panden gevestigd op bedrijfsmiddelen zoals
ondermeer op de voorraden, de intellectuele eigendomsrechten, schuldvorderingen, financiële
instrumenten en dergelijke. De wet betreft geen zekerheden gevestigd op onroerende goederen
(zoals hypotheken of hypothecaire mandaten) of persoonlijke zekerheden.
Er weze opgemerkt dat deze nieuwe wet geen gevolgen voor Belgische Financiële zekerhedenwet
van 2004 met zich meebrengt, hetgeen wilt zeggen dat financiële zekerheden voortaan beheerst
zullen worden door de nieuwe wet (m.b.t. de algemene bepalingen) en de financiële zekerheden
wet (m.b.t. bepaalde specifieke aspecten).
2.
Geldigheid van het pand tussen partijen – geen buitenbezitsstelling
Het is voor de geldigheid van het pand op roerende goederen niet meer vereist dat de pandgever
buiten het bezit gesteld wordt van de desbetreffende in pand gegeven goederen ( d.w.z. het fysiek
afgeven van goederen aan de pandhouder of aan een derde partij pandhouder).
Het pand zal daarom tussen partijen (d.w.z. de pandgever en de pandhouder) enkel en alleen door
hun toestemming bestaan.
De schriftelijke overeenkomst dient volgende elementen uitdrukkelijk te vermelden: (i) de
gewaarborgde schuldvordering, (ii) de verpande activa en (iii) het maximumbedrag van de
gewaarborgde schuldvorderingen die in het pand inbegrepen zijn. Laatst vermelde informatie
wordt momenteel echter niet standaard in de contractuele bepalingen opgenomen. Kredietgevers
zullen meer dan waarschijnlijk trachten om een zo hoog mogelijk bedrag te bedingen in het
contract, maar het is evenwel plausibel dat aan de hand van dit bedrag de belastingen die betaald
dienen te worden bij de registratie van het pand berekend zullen worden (zie hieronder). Het
ontstaan van commerciële discussies tussen kredietgever en kredietnemer lijken in dit opzicht aldus
onvermijdelijk te zijn.
CMS_LawTax_CMYK_28-10
3.
Afdwingbaarheid ten aanzien van derden
3.1.Registratie
Een van de belangrijkste doelstellingen van de nieuwe regeling is de kredietnemer / pandgever toe
te laten activa te verpanden en tegelijkertijd het bezit van de desbetreffende roerende goederen te
behouden (hetgeen behoudens het pand op de handelszaak niet mogelijk is onder de bestaande
regeling).
Onder het huidige stelsel van zakelijke zekerheden op roerende goederen is de buitenbezitstelling
van de verpande goederen een sleutelelement om het pand ten aanzien van derden afdwingbaar te
maken. In de toekomst zal deze afdwingbaarheid gewaarborgd worden door de registratie van het
pand in een (uniek) elektronisch pandregister, hetgeen gehouden zal worden bij de Federale
Overheidsdienst Financiën. Dit register zal online toegankelijk zijn voor het publiek en het is derhalve
mogelijk voor derden om (mits naleving van bepaalde vereisten inzake privacy van gegevens) het
mogelijke bestaan van pand(en) op de activa van zijn contractspartij te verifiëren.
Gezien de pandgever niet buiten het bezit gesteld wordt van de verpande goederen en hierover dus
vrij kan blijven beschikken, voorziet het nieuwe stelsel in bepaalde beschermingsmaatregelen ten
behoeven van de pandhouder (zorgplicht, opvolgingsrecht, inspectierecht, de mogelijkheid om
contractuele verbodsbepalingen in het contract in te voegen).
3.2.
Pand met buitenbezitsstelling
De registratie van het pand is echter niet de enige manier om het pand afdwingbaar te maken ten
aanzien van derde partijen. Het is inderdaad zo dat partijen nog steeds de mogelijkheid behouden
om hun pand overeenkomstig het huidige stelsel te organiseren, met andere woorden door de
verpande goederen buiten het bezit van de pandgever te stellen. In dergelijk geval, zal de
buitenbezitsstelling het beginpunt zijn van de afdwingbaarheid van het pand ten aanzien van derde
partijen, en zal er geen registratie nodig zijn (en zullen er waarschijnlijk dus ook geen belastingen
betaald moeten worden).
3.3.
Pandrecht op schuldvorderingen
Met betrekking tot het pand op schuldvorderingen, laat het nieuwe stelsel de partijen toe de
bestaande vereenvoudigde regeling zonder registratie te blijven toepassen (behoudens dat derdeschuldenaar uitdrukkelijk in kennis moet worden gesteld, is de pandovereenkomst uitvoerbaar door
het louter afsluiten hiervan).
4.
De uitwinning
Het pandrecht op roerende activa zal uitwinbaar zijn, zonder dat hier een eerdere gerechtelijke
uitspraak voor nodig is. Hetgeen de efficiëntie van deze zakelijke zekerheid aanzienlijk zal verbeteren.
2
CMS_LawTax_CMYK_28-10
Er dient echter opgemerkt te worden dat er aan de pandhouder de verplichting wordt opgelegd
om de pandgever (en andere belanghebbenden) in kennis te stellen van zijn voornemen om het
pand uit te winnen en dit ten minste 10 dagen alvorens de uitwinning (of 3 dagen in geval er een
risico bestaat dat de verpande goederen hun waarde verliezen).
De wet machtigt de pandhouder het pand middels openbare verkoop, particuliere verkoop,
verbeurdverklaring (kan voorafgaandelijk contractueel bepaald worden) or verhuring van alle of een
gedeelte van de verpande goederen, uit te winnen.
5.
Afschaffing pand op de handelszaak
De bestaande regeling van het pand op de handelszaak worden afgeschaft en vervangen door het
nieuwe stelsel. Bestaande panden op handelszaken dienen, binnen 12 maanden vanaf de
inwerkingtreding van de nieuwe wet, geregistreerd te worden als een „pand op alle goederen die
het bedrijf samenstellen“ (anders zullen ze hun rang verliezen).
6.Inwerkingtreding
Een Koninklijk Besluit dient de inwerkingtreding van de nieuwe regeling nog te bepalen, hetgeen
niet later dan 1 december 2014 zal zijn. Het vermelde Koninklijk Besluit zal verder ook nog de
modaliteiten van het onlineregister en het bedrag van de te betalen belastingen bij de inschrijving
nader bepalen.
13 maart 2014
Auteurs
Arnaud Van Oekel
Partner
Léopold Meyers
Associate
E Arnaud.VANOEKEL@cms-db.com
T +32 2 743 69 54
E Leopold.Meyers@cms-db.com
T +32 2 743 69 13
3