Knooppunten Deltawateren

Transcription

Knooppunten Deltawateren
2
2011
Knooppunten Deltawateren
DORDRECHT
3b
1
3a
2
4
BREDA
TILBURG
5
MIDDELBURG
6
VLISSINGEN
10
8
11
9
TERNEUZEN
ROOSENDAAL
7
BERGEN OP ZOOM
Voorwoord
Het Deltagebied omvat Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren. Een gevarieerd vaargebied met zout en zoet, en stromend
en stilstaand water. De afgedamde zeearmen zijn aantrekkelijke watersportgebieden, net als de Oosterschelde met zijn
getijdenwerking. In de Deltawateren liggen ook unieke natuurgebieden. De Westerschelde is vooral een drukbevaren route
met zeescheepvaart van en naar Antwerpen. Een andere drukke transportas is de noord-zuid lopende Schelde-Rijnverbinding
(Schelde-Rijnkanaal). In deze brochure – uitgegeven in het kader van het project ‘Varen doe je samen!’ – vindt u kaarten met de
belangrijkste aanbevolen routes.
De kaarten laten zien hoe de recreatie- en beroepsvaart op een veilige en vlotte manier de Deltawateren kan bevaren. De kaarten
geven aanbevolen vaarroutes aan, maar deze zijn niet bepalend en verplicht. Er zijn tal van andere routes mogelijk. Houdt u zich
aan de geldende verkeersregels, kijk goed om u heen en laat duidelijk zien aan de andere vaarweggebruikers wat u gaat doen,
zodat zij op tijd kunnen reageren. Varen in dit gebied vraagt kennis en ervaring. Het effect van de stroom en de variaties in
diepte door het getij zijn specifiek voor dit vaargebied. Voordat u hier gaat varen, moet u weten hoe u hiermee om moet gaan.
De Dienst der Hydrografie brengt officiële zeekaarten uit, de zogenaamde 1800-serie. Voor dit Deltagebied gelden de
zeekaarten voor kust- en binnenwateren 1803, 1805 en 1807. De kaarten in deze brochure zijn gemaakt als aanvulling
op de 1800-serie en zijn niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Gebruik dus altijd een recente kaart uit deze 1800-serie
en de ANWB-Wateralmanak. Ook verdient het aanbeveling om de getijtafels en stroomatlassen (HP 33 Waterstanden en
stromen) van de Dienst der Hydrografie mee aan boord te nemen.
Kaarten veranderen niet zoveel, lijkt het, maar op getijdenwater is de meest actuele informatie onmisbaar voor veilige navigatie.
Geulen en ondiepten verplaatsen zich voortdurend. Vlakbij een zeegat, waar het hard stroomt en veel deining is, zijn de grootste
veranderingen. Daarom is het zaak dat u alle correcties in uw kaart zet. Elke week publiceert de kaartenmaker de Berichten aan
Zeevarenden (BaZ), waarin alle wijzigingen van de betonning staan vermeld. Op www.hydro.nl vindt u een database van de
Berichten aan Zeevarenden.
De brochure is tot stand gekomen met medewerking van de Convenantpartners (zie colofon), de Dienst der Hydrografie, het
KLPD, de KNRM, de Nederlandse Onderwatersport Bond.
Inhoudsopgave
Algemene vaarregels en de belagrijkste voorrangregels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Reisvoorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Onderlinge communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Plaats op de vaarweg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheid aan boord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bruggen en sluizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Wellevendheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tips voor de recreatievaart en beroepsvaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Tips voor de onderwatersport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Veilig varen op ruim vaarwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Knooppunt 2.1 Volkeraksluizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14-15
Knooppunt 2.2 Inloop Schelde-Rijnverbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16-17
Knooppunt 2.3a Krammersluizen oostzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18-19
Knooppunt 2.3b Krammer westzijde, Zijpe en marifoonblokgebied verkeerspost Wemeldinge . . . . . . . . . . . . . . . . 20-21
Knooppunt 2.4 Witte Tonnen Vlije, Brabantsche Vaarwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22-23
Knooppunt 2.5 Oosterschelde, aanloop Wemeldinge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24-25
Knooppunt 2.6 Kanaal door Zuid-Beveland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26-27
Knooppunt 2.7 Tholen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28-29
Knooppunt 2.8 Hansweert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30-31
Knooppunt 2.9 Terneuzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32-33
Knooppunt 2.10 Breskens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34-35
Knooppunt 2.11 Vlissingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36-37
2
Leeswijzer
‘Goed zeemanschap’ is eigenlijk het belangrijkste artikel uit het Binnenvaartpolitiereglement (art. 1.04 BPR). Het betekent
kortweg dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Goed
zeemanschap begint bij het goed voorbereiden van uw reis. We raden u aan voor vertrek de teksten over de te passeren
knooppunten te lezen en vervolgens de kaarten te bestuderen. Een knooppunt is een specifieke locatie waar sprake kan zijn van
een verkeersonveilige situatie. Zoals eerder vermeld zijn de kaarten in deze brochure een aanvulling op de officiële kaarten en
dus niet geschikt voor navigatiedoeleinden!
Wij zijn geïnteresseerd in uw opmerkingen. Daarmee kunnen we de Knooppuntenboekjes zo actueel mogelijk houden. U kunt
correcties op de bestaande of suggesties voor nieuwe knooppunten doorgeven via de website www.varendoejesamen.nl of via
info@varendoejesamen.nl.
De makers hebben de Knooppuntenboekjes zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Niettemin kunnen er onvolkomenheden voorkomen door zetfouten of door
gewijzigde situaties op het water. De gebruiker van de Knooppuntenboekjes blijft zelf eindverantwoordelijk voor een veilige vaart. U kunt geen rechten ontlenen aan
de inhoud van deze brochure. In alle gevallen wordt verwezen naar de letterlijke tekst van het Binnenvaartpolitiereglement, de BVA 1972 of de plaatselijk geldende
reglementen en meest recente kaarten. De Stichting Recreatietoervaart Nederland sluit als uitgever van de Knooppuntenboekjes aansprakelijkheid voor schade en/of
letsel als gevolg van het gebruik van deze uitgaven uit.
Het auteursrecht op het materiaal van Varen doe je samen! ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van plaatjes en/of (gedeelten
van) teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Recreatietoervaart Nederland.
Algemene vaarregels
• Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Doe dit ook binnen de betonde vaargeul. Als u
goed rechts vaart hebt u voorrang, ook op zeilboten en grote schepen.
• Pas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat goed zien welke koers u vaart en geef
elkaar de ruimte om te manoeuvreren.
• Voorkom gevaarlijke situaties en schade aan andere schepen door te letten op hinderlijke golfslag of zuiging van uw schip.
Minder op tijd vaart.
• Een klein schip moet op zijn motor minstens 6 km/uur kunnen varen op grote wateren, rivieren en kanalen. Daar vaart immers ook de beroepsvaart.
• Voor de Westerschelde geldt een aanvullende algemene regel. Schepen tot 12 meter lengte moeten in smalle hoofdvaargeulen
die voor de zeevaart zijn bestemd zoveel mogelijk buiten deze hoofdvaargeulen varen. Zoals in het Nauw van Bath, de Bocht
van Walsoorden en in de Sardijngeul en het Oostgat voor Vlissingen en Zoutelande.
Op www.varendoejesamen.nl vindt u meer informatie over ‘veilig varen’ en kunt u tevens dit informatieve Knooppuntenboekje
als pdf downloaden.
De belangrijkste voorrangsregels
• Kleine schepen (tot 20 meter) verlenen altijd voorrang aan grote schepen (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiersschepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben altijd de rechten van ‘groot’. Ook als ze korter zijn dan
20 meter.
• Wie in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart, heeft voorrang op schepen die het hoofdvaarwater willen opvaren. Een uitzondering hierop zijn schepen die uit een betond nevenvaarwater komen varen. In deze situatie moeten kleine schepen op het hoofdvaarwater voorrang verlenen aan grotere schepen die van het betond nevenvaarwater komen.
• Een klein motorschip (tot 20 meter) moet voorrang verlenen aan een klein zeilend schip (tot 20 meter) of een roeiboot als
hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een grote motorboot of een groot zeilschip verleent
in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert.
• Voor kleine motorschepen onderling geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt
het schip dat van stuurboord nadert voorrang.
• Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze
met het zeil over dezelfde boeg, dan wijkt loef voor lij, ofwel, het schip dat het hoogst aan de wind vaart, heeft voorrang.
3
• Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, mag andere vaarweggebruikers niet hinderen. Kleine schepen moeten altijd voorrang verlenen aan grotere schepen. Het bord B.9 betekent dat
schepen op het hoofdvaarwater altijd voorrang hebben.
Reisvoorbereiding
Pleziervaartuigenverzekering
Met een pleziervaartuigenverzekering is aansprakelijkheid verzekerd voor schade die u met uw boot
veroorzaakt en schade die aan uw boot wordt veroorzaakt. Dit laatste voor zover schade aan uw boot
is meeverzekerd. U bent dan ook verzekerd als iemand uw boot met opzet beschadigt en voor schade
veroorzaakt door van buiten komende onheil, zoals brand, ontploffing en diefstal. Ook de spullen in uw
Bekijk ook de video:
‘Goed voorbereid
boot zijn verzekerd. Kijk goed in uw polisvoorwaarden welke spullen dit zijn.
op reis’
Uit onderzoek blijkt dat één op de vijf botenbezitters zijn vaartuig niet heeft verzekerd. Onverzekerd
rondvaren kan grote financiële gevolgen hebben. Wanneer u namelijk aansprakelijk bent voor schade die u
bij anderen veroorzaakt, draait u op voor zowel materiële schade als letselschade. De kosten hiervan kunnen erg hoog oplopen.
Met een verzekering loopt u dat risico niet.
De premie die u moet betalen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het soort boot, het bouwmateriaal , de maximale
snelheid die uw boot kan behalen, de prijs van uw boot, het bouwjaar , het gebied waar u vaart en uw schadeverleden.
Vaarbewijs of watersportcursus
In het BPR staat dat een jacht alleen mag varen als het wordt bestuurd door een ‘daartoe bekwaam persoon’. Er staan nog meer
eisen in waaraan deze persoon moet voldoen. In Nederland hebt u een Klein Vaarbewijs nodig als u vaart met een boot van
15 tot 25 meter of als de boot sneller kan varen dan 20 km/uur. Maar ook als u een kleinere of langzamere boot bestuurt, is het
behalen van een vaarbewijs of het volgen van een watersportcursus nuttig. De organisaties achter Varen doe je samen! raden
iedere watersporter sterk aan zich te verdiepen in de theorie en de reglementen.
Naast theoriecursussen zijn er ook verschillende praktijkcursussen, bijvoorbeeld de cursus ‘Manoeuvreren op de motor’.
Er bestaan ook educatieve vaartochten om mensen kennis te laten maken met een (onbekend) vaargebied dat bepaalde
vaardigheden vereist. De meeste watersportcursussen volgen het diplomasysteem van de Commissie Watersport Opleidingen
(CWO). In de CWO participeren onder andere Hiswa Vereniging, Watersportverbond en ANWB, partners in Varen doe je
samen! Naast zeilopleidingen zijn er ook CWO-motorbootopleidingen. Meer informatie is te vinden op www.cwo.nl
Geen vaarbewijsplicht, toch examen
Al meer dan 300.000 mensen zijn inmiddels in het bezit van een Klein Vaarbewijs. Bijna de helft hiervan valt niet onder de
vaarbewijsplicht, maar heeft er toch voor gekozen een examen af te leggen. Een goede zaak, ze kunnen varen met voldoende
basiskennis van de reglementen, wetten en veiligheidsmaatregelen. Dat komt de algemene en eigen veiligheid ten goede. De
Stichting Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens ) adviseert u, ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, altijd een
examen Klein Vaarbewijs I te doen. Meer informatie vindt u op www.vamex.nl
Goed voorbereid op reis
Het is belangrijk om goed voorbereid aan uw tocht te beginnen. Controleer voor vertrek uw schip, maar natuurlijk ook
vaststaande gegevens zoals het getij en variabele factoren als weer en wind en zorg voor actuele vaarkaarten. Er worden in
Nederland speciale cursussen ‘Tochtplanning’ en - voor de kustwateren - Theoretische kustnavigatie (TKN) aangeboden. Veel
nuttige informatie over de diverse vaargebieden is te vinden in verschillende vaarwijzers, vaargidsen en natuurlijk op internet.
Rondom vrij uitzicht
Als schipper moet u goed in de rondte kunnen kijken. Dit staat ook in het BPR beschreven. Het varen
met een dichtgebouwde kuip met beslagen ramen is dus simpelweg verboden. Bekwaamheid en uitzicht
rondom zijn dus niet alleen goedbedoelde adviezen, het zijn ook wettelijke bepalingen die voor iedereen
gelden (onafhankelijk van de vaarbewijsplicht).
4
Bekijk ook de video:
‘Rondom zicht’
Onderlinge communicatie
De marifoon
De marifoon is een onmisbaar instrument als u vaart in gebieden waar ook beroepsvaart vaart. Alle binnenvaartschepen
hebben minimaal één marifoon aan boord. Het is niet verplicht voor kleine schepen, maar als u geen marifoon hebt, mist u
veel informatie en andere vaarweggebruikers (en verkeersposten) kunnen geen contact met u opnemen. Dat kan leiden tot
gevaarlijke situaties. Bovendien kunt u in noodsituaties anderen niet om hulp vragen of waarschuwen.
Marifoonplicht en uitluisterplicht
Afgezien van een paar uitzonderingen hebben kleine schepen geen marifoonplicht, maar hebt u wel een
marifoon aan boord, dan moet u hem ook gebruiken (uitluisterplicht).
Marifoonkanalen
Als u de marifoon gebruikt, moet u op dezelfde golflengte (kanaal) zitten als uw collega’s. Anders hoort u
niemand en wordt uzelf ook niet gehoord.
Bekijk ook de
video: ‘Onderlinge
communicatie’
Verkeersbegeleiding en blokkanalen
Op drukke doorgaande vaarwegen zorgen walstations (verkeersposten) voor verkeersbegeleiding. Bij drukke doorgaande
vaarwegen moet u denken aan de vaarweg van Hoek van Holland tot Dordrecht, IJmuiden tot het IJ, de Westerschelde en de
grote rivieren. Elk walstation neemt een stuk van de vaarweg voor zijn rekening, het zogenoemde blokgebied. Elk walstation en
dus ook elk blokgebied heeft zijn eigen kanaal. Dat staat vermeld op de waterkaart en op borden langs de oevers. Vaart u in zo’n
blokgebied, dan bent u verplicht om op dat kanaal uit te luisteren.
Kanaal 10
Buiten de drukke verkeersbegeleidingsgebieden zetten alle schepen hun marifoon op kanaal 10, het algemene nautische kanaal
voor binnenwater. Alleen als iedereen de marifoon op hetzelfde kanaal zet, kunnen alle schippers oproepen en opgeroepen
worden.
Alarmering
Bent u in nood dan kan de marifoon redding brengen. Vergeet niet eerst de marifoon op het juiste kanaal te zetten.
• Kanaal 16. Op zee en het ruime binnenwater (Waddenzee, IJsselmeer, Oosterschelde en Westerschelde) is dat kanaal 16. Op
zee en op het ruime binnenwater luistert de Kustwacht continu uit op dit kanaal.
• Blokkanaal. Vaart u in een verkeersbegeleidingsgebied dan is dat het blokkanaal. Het blokkanaal wordt continu uitgeluisterd
door de verkeersbegeleiding.
• Kanaal 10. Vaart u niet op zee of ruim binnenwater en niet in een blokgebied dan is dat kanaal 10. Buiten de blokgebieden
luistert iedereen uit op 10.
Aangepast bereik marifoonkanaal 25, post Ouddorp
Sinds november 2009 is het marifoonkanaal 25 van de Verkeerspost Ouddorp zeegericht gemaakt. Als vaarweggebruiker op
de Grevelingen kunt u niet meer via de marifoon communiceren met deze post. Op een groot deel van het Grevelingenmeer
kunt u nog wel uitluisteren op marifoonkanaal 25, voor bijvoorbeeld het uurbericht. Telefonisch kunt u post Ouddorp bereiken
op het nummer (0187) 68 12 66. De post wordt tot 1 mei 2011 dagelijks van 8 uur ’s ochtends tot 20 uur ’s avonds bemand, 2
nachtdiensten van zondag op maandag en van donderdag op vrijdag (het betreft de nachten waarop de visserijsector vertrekt
en/of aankomt). De post wordt vanaf 1 mei 2011 dagelijks bemand van 8 uur ’s ochtends tot 20 uur ’s avonds (jaarrond).
Buiten bovengenoemde bedieningstijden, in geval van nautische informatie: Verkeerspost Wemeldinge, tel. (0113) 62 21 10 of
Verkeerscentrale Vlissingen, tel. (0118) 424790. In geval van calamiteiten / incidenten: Kustwachtcentrum, marifoonkanaal 16,
telefoon 0900 0111.
5
Plaats op de vaarweg
Stuurboordwal
Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook binnen de betonde
vaargeul. Wie in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart, heeft voorrang
op schepen die het hoofdvaarwater willen opvaren. Een uitzondering hierop zijn schepen die uit een
betond nevenvaarwater komen varen. In deze situatie moeten kleine schepen op het hoofdvaarwater
voorrang verlenen aan grotere schepen die van het betonde nevenvaarwater komen.
Bekijk ook de video:
‘Plaats op de vaarweg’
Let op: grote schepen mogen in sommige situaties aan bakboordwal (aan de linkerkant) varen. Bijvoorbeeld om sterke
stroming te ontwijken of een haven in te varen. Wie aan bakboordwal vaart, toont een blauw bord met wit flikkerlicht voor
tegemoetkomende vaart. Dit betekent stuurboord op stuurboord passeren. Een klein schip passeert dus zoveel mogelijk aan de
zijde van het blauwe bord. Uiteraard als de situatie zich daarvoor leent.
Blijf uit de dode hoek!
Als u de stuurhut en de schipper van een vrachtschip niet kunt zien, dan ziet de schipper u ook niet. Hoe groot de dode hoek
van een binnenvaartschip is, hangt af van het type schip, de lading, de hoogte van de stuurhut en de afstand van de stuurhut tot
het einde van de zichtbelemmering. De dode hoek van een binnenvaartschip kan tot 350 meter groot zijn, van een zeeschip nog
veel groter. Blijf uit de dode hoek! Kijk regelmatig achterom en zorg dat u goed zicht rondom hebt als u achter het roer staat.
Vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant van het vaarwater.
Dode hoek
Vermijd dat u te dicht voor (grote) schepen uit vaart in verband met de dode hoek vanuit de stuurhut. Deze dode
hoekafstand kan soms wel 350 meter zijn. Als u binnen deze afstand voor een schip vaart kan de schipper u niet zien.
Let op: de beschreven situatie geldt op binnenwater, op zee is de dode hoek van beroepsschepen vele malen groter.
hoogste punt zichtbelemmering: 5 meter
afstand roerganger en
zichtbelemmering: 60 meter
Veilig oversteken
Stel: u komt uit een zijwater en wilt bakboord uit het kanaal op. Neem om te beginnen de tijd als u een kanaal oversteekt. Vaar
niet over bakboord het drukke kruispunt over, maar sla eerst ‘rechtsaf ’, met eventueel een uitkijk voorop. U vaart dus een kort
stukje aan stuurboordwal. Zodra u voldoende overzicht hebt en het veilig genoeg is, steekt u het kanaal haaks over. U vaart
vervolgens weer stuurboordwal in uw gewenste vaarrichting en kunt het kruispunt op een veilige manier oversteken. Doe dit
vooral met gematigde snelheid, dan kunt u nog stoppen als het nodig is. Een beroepsschip is sneller bij u dan u denkt.
goed (over)zicht?
is het veilig om
over te steken?
het kanaal
zijwater
6
Open varen
Als u een haveningang wilt invaren, dan kunt u die het best ‘open varen’. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer, mits dat
geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Door deze koers krijgt u meer overzicht, u kunt in de haveningang kijken.
Omgekeerd hebben schippers die de haven verlaten u eerder in het zicht.
Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, mag andere
vaarweggebruikers niet hinderen. Kleine schepen moeten altijd voorrang verlenen aan grotere schepen. Het bord B.9 betekent
dat schepen op het hoofdvaarwater altijd voorrang hebben.
Veiligheid aan boord
Veiligheid is in de watersport een veelomvattend begrip. Het heeft betrekking op schip, bemanning en uitrusting. Toch is
veiligheid aan boord vooral een kwestie van mentaliteit. U moet er voortdurend mee bezig zijn. Voor het varen, tijdens het
varen en na het varen. Veiligheid aan boord begint al voor het varen, met uw reisvoorbereiding.
Om veilig te kunnen varen, moet de veiligheidsuitrusting op orde zijn. Wat er aan boord aanwezig moet zijn, hangt van het
soort boot en het type vaarwater af. Via de website www.varendoejesamen.nl kunt u een folder downloaden met daarin de
(minimum) uitrusting die nodig is voor een veilige vaart.
Goed Zeemanschap is de grondregel (BPR artikel 1.04). Het betekent dat een schipper schade voorkomt, personen niet in
gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Vrij vertaald: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het
kan. Een paar punten:
• Denk altijd aan uw snelheid en zorg dat andere schepen geen last hebben van uw hek- en boeggolven. Houd ook voldoende
afstand.
• Ken de (uitwijk)regels en reageer dus tijdig; óók bij het zien van de A-vlag (duikers te water). Let onder alle omstandigheden
op uw eigen zichtbaarheid en uitzicht.
• Wees voorzichtig met alcohol, zie ook een van de volgende alinea’s.
• Onderken zowel de vaardigheden als de beperkingen van uw opvarenden, in het bijzonder bij slechte weersomstandigheden
en vaarcondities.
• Vertel uw gasten aan boord altijd over veiligheid: wijs op de plaats en het gebruik van de EHBO-kist, noodsignalen, reddingvesten, brandblussers en communicatiemiddelen. Waarschuw voor onder spanning staande trossen en lijnen.
• Luister regelmatig naar alle beschikbare weerberichten en handel hiernaar.
• Stop de schroef wanneer u ligt afgemeerd in een sluis.
• Laat uw noodsignalen, EHBO-middelen en brandblusapparatuur regelmatig keuren.
• U moet de van kracht zijnde vaarreglementen aan boord hebben.
• Zorg voor recente kaarten van het vaargebied en werk ze bij.
Draag een reddingvest
Draag op het water een reddingvest, ook als u een geoefend zwemmer bent. Het gevaar van overboord vallen is altijd aanwezig
en het kan iedereen overkomen. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij komt ieder jaar ongeveer twintig keer in
actie voor opvarenden die overboord zijn geslagen. Soms komt die hulp te laat. Te water raken is levensbedreigend. In het koude
Nederlandse water raken drenkelingen snel onderkoeld. Een reddingvest heeft een kraag waardoor u binnen 5 seconden op uw
rug draait. Zo’n vest kan uw leven redden. Daarom wil de KNRM bevorderen dat iedereen aan boord van een schip een goed
werkend, passend reddingvest draagt, dat op de juiste wijze is bevestigd en geschikt is voor de omstandigheden.
Alcoholpromillage voor schippers verlaagd
Het toegestane alcoholpromillage voor schippers bedraagt 0,5 promille. Het promillage geldt voor beroepsschippers én
recreatievaarders, zoals zeilers en bestuurders van snelle motorboten. Doel is dat personen scherp en alert zijn als zij een
vaartuig besturen. De Nederlandse regels zijn hiermee in overeenstemming met omringende landen, en met de regels voor de
weg.
7
Bruggen en sluizen
Samen schutten
Het passeren van sluizen vraagt extra aandacht. Zowel beroeps- als recreatieschippers moeten bij een sluis
binnen een beperkte ruimte manoeuvreren. Dat vereist oplettendheid en communicatie met elkaar en met
de sluismeesters. Het is zaak rekening met elkaar te houden, zodat de sluispassage vlot en veilig gebeurt.
Voordringen is natuurlijk uit den boze, wacht op uw beurt.
Bekijk ook de video:
‘Samen schutten’
Zo passeert u veilig een sluis
•
•
•
•
•
•
•
•
Wacht voor rood licht. Vaar pas een sluis in, als dat is toegestaan.
Is er een marifoon aan boord, luister deze dan goed uit (uitluisterplicht) op het ter plaatse geldende marifoonkanaal.
Vaartuigen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde.
Een klein schip moet, als dat mogelijk is, een groot schip voor laten gaan.
Houd met een klein schip in de sluis, zo mogelijk, enige afstand van een groot schip.
Landvasten moeten in de sluiskolk zo worden gevierd of doorgehaald, dat ze de sluis of andere schepen niet beschadigen.
Maak uw schip met voldoende landvasten vast, maar vier ze tijdig bij zakkend water!
Zet de schroef uit.
Schutten van zoet naar zout
Maak altijd eerst achter vast als u van zoet naar zout schut, ook als de wind stevig op de kop staat. U hebt dan namelijk stroom
mee in de sluis. Als u dat niet doet is de kans groot dat u dwars of achterstevoren in de sluis eindigt. De krachten van het water
op het schip zijn veel groter dan die van de wind, zeker in de beschutting van de sluis.
Sluizen en beweegbare bruggen
• Voorkom hinderlijke golfslag op de wachtplaatsen wanneer u een sluis nadert of uitvaart of wanneer u een beweegbare brug
passeert.
• Schepen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde. Bij sluizen waar de beroeps- en recreatievaart samenkomen, vaart beroepsvaart het eerste de sluis in, tenzij de sluismeester anders
aangeeft. Dit gebeurt omwille van veiligheid en vlotheid. Voor recreatievaart geldt hier: wacht met invaren totdat de beroepsvaart de trossen vast en schroeven uit heeft. Houd afstand tot grote schepen. Trossen vast? Schroeven uit!
• Houd rekening met het verval in de sluis en zorg dat u de landvasten tijdig kunt laten vieren of aanhalen.
• Blijf niet te lang rondjes draaien voor de brug, vaar vlot door als de brug opengaat en laat het wegverkeer niet onnodig wachten.
• Ga onder het juiste brugdeel door en let altijd goed op tegenliggers, vooral als er beroepsvaart of ander verkeer aan komt.
Algemene informatie
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Binnenvaartschepen geladen met gevaarlijke stoffen (brandbaar, giftig of explosief), tonen een, twee of drie blauwe kegels of
lichten. Zeeschepen die van en naar zee varen, voeren een rode vlag of rood licht. Houd voldoende afstand tot deze schepen en
gebruik geen open vuur in hun nabijheid. Bij het schutten volgt het sluispersoneel de regels uit het BPR en de instructies voor
het schutten van kegelschepen.
Mist en radar
In het BPR staan vaarwegen en havens waar u bij slecht zicht niet mag varen zonder typegoedgekeurde radar. Volgens nieuwe
regelgeving is varen zonder radar tijdens beperkt zicht verboden. U moet dan een dichtstbijzijnde geschikte ligplaats opzoeken.
Let op: u kunt een bekeuring krijgen voor het varen zonder radar bij slecht zicht! Een klein varend of geankerd vaartuig moet
bij zowel slecht zicht als ’s nachts op de drukke vaarroutes een radarreflector voeren. Naast de gewone radarreflectoren zijn
‘actievere types’ verkrijgbaar die de signalen van schepen met radar versterkt terugsturen.
Neem ’s nachts of tijdens slecht zicht contact op met de betreffende verkeerspost en vraag desnoods begeleiding aan. Ziet de
lucht er niet betrouwbaar uit, hebt u geen goed gevoel over de vaartocht of geen zin, dan kunt u beter in de haven blijven. De
boot is er voor u, niet andersom.
8
Staandemastroute
De staandemastroute is een veilige route voor zeil- en motorboten met een opbouwhoogte van meer dan 6 meter. Een alternatief
voor bijvoorbeeld een tocht over zee. De staandemastroute wordt bevaren door zowel de recreatievaart als de beroepsvaart. U
passeert op dit traject diverse drukke scheepvaartknooppunten. De brochure ‘Staande Mast Route’ van Rijkswaterstaat biedt
praktische informatie die nodig is voor een goede reisvoorbereiding en voor een vlotte en veilige vaartocht. U kunt de brochure
aanvragen bij Rijkswaterstaat of het Watersportverbond. Of downloaden op www.rijkswaterstaat.nl
Vaar niet door drijvende mosselvelden
Verspreid in de Waddenzee, de Oosterschelde en de Voordelta liggen zogenoemde mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s).
Dit zijn grote aaneengesloten velden met drijvende verbindingen waar u absoluut niet doorheen kunt varen. Behalve door
betonning worden de contouren van MZI’s aangegeven door, om de 50 meter, gele tonnen met radarreflector en/of een wit
licht en gele tonnen boven de ankers. De meeste MZI’s liggen aan de randen van diepere vaargeulen en nooit in het betonde
vaarwater. Er is altijd een veilige afstand tussen de MZI en de denkbeeldige lijn over de dichtstbijzijnde betonning van de
vaargeul. Soms ligt een MZI in een gebied buiten de vaargeul dat ook door (ervaren) andere schippers gebruikt wordt. Dat kan
enige hinder (omvaren) veroorzaken. Schippers, die voldoende ervaring hebben met het varen op de Waddenzee, Oosterschelde
of Voordelta, zullen echter zonder problemen langs de MZI’s varen.
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft een folder uitgebracht met een tekst en enig kaartmateriaal
over de MZI’s die in de Oosterschelde zijn uitgelegd. Hoewel de MZI’s buiten het vaarwater liggen, is de inhoud van de folder
beslist een aanvulling op dit Knooppuntenboekje. De folder is te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl
Golfslag
Op plaatsen met stroming en getij kan een vervelende golfslag voorkomen, zeker als wind en stroom tegen elkaar staan. Ook de
beroepsvaart maakt soms flinke golven. Zorg dat u goed voorbereid bent en dat alles aan boord ‘zeevast’ staat. Het is raadzaam
om van tevoren de brandstoftank af te tappen zodat water en vuil eruit zijn. Dat vermindert de kans op verstopping van de filters.
Viskotters
Houd rekening met de viskotters, die vooral op maandag naar zee gaan en aan het einde van de week weer terugkomen. Zij
zorgen voor behoorlijke boeg- en hekgolven. Het is dus zaak om regelmatig om u heen te kijken, ook achterom. Verander niet
plotseling scherp van koers en geef beroepsvaart de ruimte.
Scheepvaartreglement Westerschelde
De zeer drukke scheepvaart, inclusief zeeschepen, op de Westerschelde vraagt om speciale regels. Daarom is het
Scheepvaartreglement Westerschelde hier van kracht. Het reglement is onder andere te vinden op www.wetten.nl. Het is
verplicht om de meest recente uitgave van het reglement en de kaart aan boord te hebben. Elektronische versies worden
waarschijnlijk in 2010 ook toegestaan. Zie hiervoor www.varendoejesamen.nl
Beroepsvaart op de Westerschelde
Op de Westerschelde varen zeer grote en snelle zeeschepen, die soms vlak langs de havenmond passeren. Zeeschepen varen
twee keer zo hard als binnenschepen, wel 37 tot 40 km/u! Op de Westerschelde is er voor de recreatievaart voldoende
vaarwater en diepte buiten de betonde vaargeulen om gebruik van te maken. Het grootste deel van de beroepsvaart gebruikt de
hoofdvaargeulen. De nevenvaargeulen worden voornamelijk door binnenvaart en kleine zeevaart gebruikt. De nevenvaargeulen
zijn dus voor recreatievaart ook rustig in gebruik. Vaar niet tussen de zee- en beroepsvaart, zie de aanbevolen vaarroutes bij de
knooppunten 2.8 t/m 2.11.
Huidige hoofdvaargeulen zijn: het als voorzorgsgebied aangeduide gedeelte van het redegebied Vlissingen, Scheur, Wielingen,
Oostgat, Galgeput, Sardijngeul, Honte, Drempel van Borssele, Pas van Terneuzen, Gat van Ossenisse, Overloop van Hansweert,
Zuidergat, Overloop van Valkenisse, Nauw van Bath en Pas van Rilland.
Huidige nevenvaargeulen zijn: Geul van de Rassen, Geul van de Walvischstaart, Deurloo, Spleet,
Vaarwater langs Hoofdplaat, Thomaesgeul, Vaarwater langs de Paulinapolder, Schaar van Spijkerplaat, Everingen, ZuidEveringen, Middelgat en Schaar van de Noord.
Huidige fietspaden (nevenvaargeul gelegen langs de hoofdvaargeul) zijn: Fietspad Borssele (DvB), Fietspad Pas van Terneuzen
(WPT) en Fietspad Zuidergat (ZG)
Wijzigingen hierop worden gepubliceerd in de Bekendmakingen aan de Schelde Scheepvaart.
9
Charterschepen
In Nederland varen veel charterschepen van de ‘bruine vloot’. Ze varen vooral in de Deltawateren en op het IJsselmeer en de
Waddenzee. Het gaat veelal om gerestaureerde bedrijfsvaartuigen die weer onder zeil zijn gebracht. Let op: charterschepen
hebben voorrang op bijna alle recreatievaart. Geef ze de ruimte, want ze zijn volgens het BPR ‘groot schip’.
Stroming
Een paar uur rond laagwater (LW) volgt de stroming de vaargeulen. Rond hoogwater (HW) en zeker bij springtij loopt de
stroming over de platen en dat kan een flinke dwarsstroom opleveren. Het ene HW is vaak heel anders dan het volgende. Bij
doodtij zijn de hoogwaters relatief laag en bij springtij relatief hoog. Tussen opeenvolgende hoogwaters kunnen echter forse
verschillen ontstaan, 3 decimeter is eerder regel dan uitzondering. De les: kijk altijd hoe hoog het volgende hoogwater komt,
houd rekening met op- en afwaaien en doe vooral voorzichtig rond het tijdstip van hoogwater.
Radarreflector: een must
Ook al hebt u geen radar op uw schip, een radarreflector is een must en op de Westerschelde een plicht. Er zijn vele soorten
te koop. De achtvlakkige radarreflector is het meest bekend. Let er wel op dat u hem correct monteert. Simpel gezegd: zoals
de reflector in gemonteerde toestand op tafel ligt, zo moet hij omhoog. Plaats hem zo hoog mogelijk op uw schip. Let op: een
radarreflector verhoogt de kans dat een pleziervaartuig wordt gezien, maar een garantie is er niet. Een kleine reflector geeft
een kleine stip op het radarscherm, die vaak door andere reflecties (seaclutter) wegvalt. Zeker bij hoge golven, regen of andere
slechte weersomstandigheden gebeurt dat snel.
Op www.vts-scheldt.nl staat nuttige informatie over wetgeving, een kaart met de marifoonblokgebieden en Bekendmakingen
aan de scheepvaart Scheldegebied.
Wellevendheid
Een enquête onder de leden van het Nederlands Platform voor Waterrecreatie (NPvW) heeft uitgewezen dat het gedrag van
sommige waterrecreanten grote ergernis geeft. Om te voorkomen dat dit tot strengere wet- en/of regelgeving leidt, is een
‘gedragscode’ voor de watersporter opgesteld, met daarbij de gedachte: “Wie de schoen past, trekke hem aan.” Meer informatie is
te vinden op www.npvw.nl
Het NPvW is van mening dat u mede-watergebruikers kan en mag wijzen op veronachtzaming van deze gedragscode, tenzij uw
eigen veiligheid daardoor in gevaar komt. Hieronder een aantal punten, de gehele gedragscode staat op www.npvw.nl
• Bied hulp in geval van nood.
• Maak geen onnodig lawaai, geluid draagt ver op het water.
• Sta andere schepen toe langszij te komen (bij voorkeur kop aan kont); loop over het voordek van uw buurman om aan wal te
komen, tenzij anders is overeengekomen. Neem andermans trossen aan bij het afmeren, ook al komt de andere schipper niet
bij u langszij.
• Denk aan uw snelheid en pas deze aan de omstandigheden van het vaarwater aan. Een te hoge hekgolf veroorzaakt overlast
en kan ook beschoeiing en natuur beschadigen.
• Zorg voor correcte vlagvoering; haal de natievlag neer bij zonsondergang. Gooi geen afval overboord; mede-watergebruikers
zijn u dankbaar.
• Loos vuil- en bilgewater niet op het oppervlaktewater, maar bij een afgiftepunt.
• Verstoor geen dieren in natuurgebieden, betreed geen rust- en of broedgebieden.
10
Foto: Jan Sturm
10 tips voor de recreatievaart
10 tips voor de beroepsvaart
1. Begin met een goede voorbereiding: Zorg ervoor dat
uw schip en bemanning klaar zijn voor de reis en dat u
voldoende informatie hebt over de wateren die u gaat
bevaren. Ga alleen varen als het zicht goed is!
2. Zien en gezien worden: Zorg ervoor dat u altijd goed
zichtbaar bent én dat u zelf onbelemmerd om u heen
kunt kijken. Kijk regelmatig achterom, zodat u oplopende
schepen tijdig ziet. Verder moet u de geluidsseinen goed
kunnen horen.
3. Motor aan boord, noodzaak: Een klein vaartuig moet een
motor hebben en daarmee een snelheid kunnen handhaven van ten minste 6 km/u ten opzichte van het water.
4. Geef ze de ruimte, vaar langs de rechteroever: Vaar zo
veel als mogelijk langs de rechteroever en geef binnenvaartschepen de ruimte, vooral in de bochten!
5. Regels blauw bord met wit flikkerlicht: Wanneer een
schip een blauw bord met wit flikkerlicht voert, passeer
dan bij voorkeur aan de zijde van het blauwe bord.
6. Vaar een duidelijke koers: Laat andere schepen met uw
koers duidelijk zien wat u van plan bent.
7. Denk aan de dode hoek: Een vrachtschip kan soms een
grote dode hoek hebben, waardoor de schipper u niet goed
kan zien. De dode hoek mag maximaal 350 meter groot
zijn!
8. Let op ‘snelverkeer’: Op sommige plekken mogen motorboten sneller varen dan 20 km per uur.
9. Pas uw snelheid aan: Zorg dat kleinere schepen en
afgemeerde schepen geen hinder hebben van uw hek- en
boeggolf.
10.Gebruik de marifoon: Vaar met de marifoon aan en
gebruik die om onduidelijke en gevaarlijke situaties te
voorkomen.
1. Trossen vast? Schroeven uit: Zorg ervoor dat watersporters in de sluis geen last hebben van uw schroefwater.
2. Gebruik de marifoon: Gebruik de marifoon om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen.
3. Gevaar? Gebruik de hoorn: Wijs kleine schepen zo nodig
op gevaar, geef een lange stoot op de hoorn.
4. Pas uw snelheid aan: Pas uw snelheid op tijd aan, zodat u
kleinere schepen niet hindert of in gevaar brengt.
5. Geef elkaar de ruimte: Bij het oplopen en passeren
moeten alle schepen – klein én groot – elkaar voldoende
ruimte geven. Wees hoffelijk en geef de kleine schepen ook
de ruimte.
6. Denk aan de dode hoek: Zorg dat u rondom vrij zicht
hebt. Uw dode hoek mag niet groter zijn dan 350 meter.
7. Gebruik het blauwe bord met verstand: Sommige
watersporters kennen de betekenis en de werking van het
blauwe bord niet. Gun ze dan de stuurboordwal.
8. Wees een heer in het verkeer: Denk niet ‘ze gaan wel
opzij’; laat watersporters zien hoe het hoort. Geef ze het
goede voorbeeld.
9. Drukte? Plaats een uitkijk: Zet een uitkijk op het voorschip als het druk is met kleine vaartuigen. Die uitkijk kan
u informeren en eventueel waarschuwen.
10.Toon uw vakmanschap en professionaliteit: U bent een
professional met veel ervaring en vakmanschap. Bewijs dat
en help de recreatievaart bij het samen varen.
11
Foto: Jenny Smit
Onderwatersport: 10 tips voor watersporters en duikers
Er wordt veel gedoken in Nederland. In het Binnenvaart Politiereglement (BPR) zijn de regels opgenomen waaraan zowel
vaarweggebruikers als (sport)duikers zich moeten houden.
Tips voor watersporters in de buurt van
duikers
7. Respecteer elkaar: Watersporters, sportvissers en
sportduikers zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde gebieden.
Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder
problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.
1. Internationale duikvlag (seinvlag A): Als u de
internationale seinvlag A (mag ook een bord zijn) ziet op
een schip of op de wal, dan zijn er duikers (meestal meer
dan één) actief. Verminder tijdig snelheid en blijf uit de
buurt. ’s Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het
duidelijk zichtbaar is. Bij het duiken vanaf de oever wordt
echter vaak geen duikvlag gezet. Simpelweg omdat niet
iedere duiker deze heeft.
2. Oppervlakteboeien: Oppervlakteboeien worden door
duikers opgelaten en geven de plaats aan waar duikers
actief zijn. Opnieuw geldt: blijf uit de buurt.
3. Diepteboeien: Op enkele duiklocaties worden verankerde
boeien gebruikt om de diepte aan te geven. Duikers
gebruiken deze boeien als referentie om daar in de buurt
af te dalen en op te stijgen. Deze boeien bevinden zich
vaak in een afgesloten vaargebied. Het wil nog wel eens
voorkomen dat een windsurfer een diepteboei gebruikt om
die te ronden.
4. Duiksteigers: In vooral Zeeland bevinden zich enkele
steigers specifiek voor duikers. Om te voorkomen dat
schepen hier afmeren, is er permanent een duikvlag
(seinvlag A) aanwezig.
5. Duikers in nood, wat dan?: Een duiker in nood zal
proberen de aandacht te trekken door met z’n armen te
zwaaien of op het water te slaan. Let op: benader de duiker
voorzichtig. Meestal wordt samen gedoken en als u maar
één duiker boven water ziet, is de andere waarschijnlijk
nog onderwater. Elke situatie vraagt om een juiste aanpak
en doet een beroep op gezond verstand.
6. Duiken in de vaargeul: Volgens het BPR mag niet worden
gedoken in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de
doorgaande scheepvaart. Alleen in de Oosterschelde is
vrijstelling verleend voor het (wrak)duiken in sommige
vaargeulen. Enkele wrakken staan aangegeven op de
officiële waterkaarten van de Dienst der Hydrografie.
Tips voor duikers
8. Waar wel en waar niet duiken?: Zoals vermeld in het BPR
is onderwatersport verboden:
a. Op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid
van een brug, een sluis of een stuw.
b. In gedeelten van een vaarweg bestemd voor de
doorgaande scheepvaart.
c. In routes van veerponten.
d. In havens en nabij de ingangen daarvan.
e. In de nabijheid van meergelegenheden.
f. In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën.
g. In de door de bevoegde autoriteit aangewezen
gebieden.
Behalve op open water, zoals de Oosterschelde en
de Noordzee, wordt ook veel gedoken op gesloten
zoetwaterplassen. Let op: op deze plassen varen wel vaak
kleine (zeil)boten en surfplanken.
9. Plaats de internationale duikvlag (seinvlag A): Toon de
internationale duikvlag aan boord of op de wal en zorg
dat die goed zichtbaar is. Dat is van groot belang, om de
overige watersporters duidelijk te maken dat er wordt
gedoken. Een bord mag ook. Volgens het BPR moet dat
zijn gemaakt van niet buigzaam materiaal. Het teken
moet op een zodanige hoogte en op een zodanige manier
worden geplaatst, dat het van alle kanten zichtbaar is.
’s Nachts moet dit teken zijn verlicht, zodat het duidelijk
zichtbaar is.
10.Respecteer elkaar: Sportduikers, sportvissers en andere
watersporters zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde
gebieden. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen
zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.
12
Veilig varen op ruim vaarwater
Aandachtspunten voor de binnenvaart
Binnenvaartschepen varen geregeld op ruim vaarwater zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse
stromen. Het vraagt om een goede voorbereiding, want die verkleint de kans op incidenten.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft, samen met Rijkswaterstaat en de branche (Koninklijke Schuttevaer, Rijn en IJssel,
Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de Christelijke Bond van Ondernemers in de
Binnenvaart), aandachtspunten opgesteld voor het veilig varen op ruim vaarwater.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Zijn noodprocedures beschikbaar en bekend bij de bemanning?
Zijn reddingsboeien en zwemvesten voor iedere opvarende beschikbaar en klaar voor gebruik?
Is de bijboot onmiddellijk gebruiksklaar?
Zijn er actuele vaarkaarten aan boord en kan in geval van nood de juiste positie worden opgegeven?
Zijn de meest recente weersverwachting, het getijde en de verwachte golfhoogten bekend?
Is de navigatieapparatuur (zoals radar, marifoon, dieptemeter, enz.) getest en in goede staat?
Zijn losse uitrustingsstukken aan dek geborgd tegen wegspoelen?
Zijn losse materialen, uitrustingsstukken, meubilair en apparatuur in onderdeks gelegen ruimten en verblijven voldoende
geborgd tegen verschuiven en omvallen?
9. Zijn de ramen sterk genoeg of zijn de blinden aangebracht?
10.Zijn alle ramen, deuren, patrijspoorten en ‘schijnlichten’ op het voor- en achterschip, van accommodaties, machinekamers
en magazijnen gesloten en geborgd?
11.Zijn alle toegangen tot voor- en achterpiek gesloten en geborgd?
12.Zijn alle openingen naar de kettingbak op voor- en achterschip waterdicht gemaakt en is hierbij de mogelijkheid voor een
noodval van de ankers voorzien?
13.Zijn alle overige openingen en doorvoeringen die vanaf dek naar ruimten onder dek leiden waterdicht gemaakt?
14.Zijn er maatregelen genomen om instroom via ontluchtingsopeningen van brandstof-, smeerolie-, drinkwater- of sloptanks
te voorkomen?
15.Is de roefrandafdichting naar de ondergelegen ruimten in orde en op lekkage gecontroleerd?
16.Zijn de waterzakken van de brandstoftanks afgetapt?
17.Is er zorg voor gedragen dat de motoren en hulpaggregaten tijdens de vaart voldoende brandstof en lucht krijgen?
18.Zijn de aanwezige bilge-alarmen op hun juiste werking gecontroleerd?
19.Zijn de afsluiters van het lenssysteem geplaatst op lenzen?
Tanker
20.Zijn alle toegangen tot kofferdammen gesloten en geborgd?
21.Zijn ladingtanks en in de ladingzone gelegen sloptanks voldoende waterdicht gemaakt om instroom van overkomend water
te voorkomen?
Droge Lading
22.Is de lading voldoende vastgezet en geborgd?
23.Is er zorg voor gedragen dat de lading niet kan verschuiven?
24.Zijn de laadruimten afdoende afgesloten tegen indringen van overkomend vast water?
25.Zijn lensputten en lensleidingen in de ruimen schoon en open?
Personenvervoer
26.Is er een passagierslijst?
27.Zijn de bergplaatsen voor reddingsmiddelen toegankelijk en open?
28.Is de bar ‘zeevast’ gemaakt? Gebroken glaswerk is gevaarlijk.
29.Is de kombuis ‘zeevast’ gemaakt? Beugels om kooktoestellen zodat hete pannen niet kunnen schuiven?
30.Is de intercom voor bemannings- en passagiersruimtes gebruiksklaar?
31.Zijn de passagiers geïnformeerd over de tijd en mate van verwachte beweging van het schip, om paniek en onbehagen te
voorkomen?
32.Zijn de dekstoelen en tafels geborgd tegen schuiven en / of wegwaaien?
13
2.1
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
14
Nederlands
Marifoonk
de Volke
te Wille
Noord V
Holland
2.1 Volkeraksluizen
Tussen de Volkerakjachtensluis en de Krammerjachtensluis ligt een ‘recreatieroute’. Deze route is bestemd voor de pleziervaart
en ligt ten noorden van de vaargeul, tussen de rode tonnen en de natuurbebakening. Het is bovendien de kortste route. U kunt
zelfs ten noorden van de Noordplaat (zie kaart bij knooppunt 2) langs varen. Daar hebt u nauwelijks last van de grote, snelle
beroepsschepen en het maakt de aanloop van de jachtensluizen eenvoudig. Het schutten hoeft geen probleem te zijn. Het verval
(waterniveauverschil) in de Volkeraksluizen is zo gering, dat schutten vaak overbodig lijkt.
Let op de richtingborden voor de watersport. Ze staan op het knooppunt aangegeven met een symbool. [ ]
Let op de borden die de hoogte van de vaste brug aangeven. De onderdoorvaarthoogte van de brug is 18,80 meter ten opzichte
van NAP. De route via de Zuider Voorhaven is ook de aanbevolen route voor jachten hoger dan 18,80 meter. Deze hogere jachten
kunnen schutting aanvragen via marifoonkanaal 64 (roepnaam: Centrale Volkeraksluizen). Let op de marifoonblokgebieden in
de Zuider en Noorder Voorhaven als u gebruik moet maken van de basculebrug (zie onderstaand schema).
Schiffsfunk
der Volk
in Wille
Noord V
und Hol
Diep
Wanneer u van of naar de haven van Dintelsas vaart, kruist u de vaarroute van de beroepsvaart. Dit kunt u het beste doen door
op een rustig moment de vaargeul vlot en recht over te steken en de haven in de groene tonnenlijn aan te lopen. Kruisende
(laverende) zeiljachten op het Volkerak moeten de beroepsvaart goed in de peiling houden. De beroepsvaart vaart erg snel en
is eerder dichtbij dan u denkt. Dit geldt natuurlijk ook op het Hollandsch Diep, bijvoorbeeld komende vanaf Moerdijk. Hebt u
een marifoon aan boord, luister dan uit op marifoonkanaal 10. De beroepsschippers communiceren en luisteren ook uit op dit
kanaal. Het uurbericht hoort u op marifoonkanaal 68 van de verkeerspost Wemeldinge, dat ook wordt gebruikt voor meldingen
van calamiteiten.
De Volkeraksluizen gebruiken 4 marifoonkanalen:
Marifoonblokgebied
VHF 7
Roepnaam:
Volkeraksluizen Noord
UITLUISTERPLICHT
Marifoonblokgebied
IVS en informatie
VHF 25
Roepnaam:
Volkeraksluizen Zuid
UITLUISTERPLICHT
Werkingsgebied:
Lijn over het groene havenlicht van
de Noorder Voorhaven, HD 6,
HD 6a, HD 8, HD 13, de oevers
van Willemstad en de Noorder
Voorhaven en de sluiskolken.
Werkingsgebied:
Lijn over het rode havenlicht van de
Zuider Voorhaven, OHG 3,
OHG 2, NV 20, NV 18, NV 17,
het groene havenlicht van de
Zuider Voorhaven, de oevers van de
Zuider Voorhaven en de sluiskolken.
Bestemd voor:
- het nautisch veiligheidsverkeer
tussen schepen onderling;
- kolkindeling.
Bestemd voor:
- het nautisch veiligheidsverkeer
tussen schepen onderling;
- kolkindeling.
Jachtensluis
VHF 64
Roepnaam:
Centrale
Volkeraksluizen
Verplicht voor:
- inwinnen van scheepsgegevens;
- het meld- en volgsysteem (IVS);
- ligplaatsinformatie in de voorhavens;
- beschikbaarheid servicekades
(afzet KCA en auto);
- algemene informatie.
De informatie die op VHF 64
wordt gegeven, kan ook telefonisch
(0168-477500) of elektronisch
(BICS) worden doorgegeven.
15
VHF 18
Roepnaam:
Centrale
Volkeraksluizen
Bestemd voor:
- aanmelding voor schutten in de
jachtensluis;
- algemene informatie voor de
recreatievaart;
- uitwijkkanaal voor VHF 64.
Recreatievaart dient de VHF
communicatie tot een minimum te
beperken.
Regionale vaarwegbeheerder:
Grondregels
de blokgebi
1. De veran
vaart ligt
2. Binnen de
op het aa
3. Het nauti
schepen o
blokkana
4. De Volke
het schut
5. Alle comm
zijn; meld
6. Het verst
zijn afgeh
blokgebie
2.2
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
16
2.2 Inloop Schelde-Rijnverbinding
Het Schelde-Rijnkanaal komt in Zuid-Beveland (Zeeland) Nederland binnen en mondt uit in het Volkerakmeer.
Wanneer u van de Volkeraksluizen naar de Schelde-Rijnverbinding vaart, kunt u het beste langs de rode tonnenkant via de
recreatieroute tot de Noordplaat varen en hier een korte, haakse oversteek maken naar de scheidingston SRK 4 - ZV 11. Houd
goed rekening met de beroepsvaart die met relatief hoge snelheden van en naar de Krammersluizen vaart. Wanneer u op deze
plaats oversteekt, hebt u geen last van de beroepsvaart die van en naar de Schelde-Rijnverbinding vaart.
Komt u van de Steenbergse Vliet en wilt u via de Schelde-Rijnverbinding uw reis vervolgen, blijf dan kort achter de groene
tonnenlijn, vaar van de groene ton SV 1 richting de lichtopstand SRK 1 (af te leggen afstand circa 750 m). Steek vervolgens bij
het groene licht van paal SRK 1 over naar de stuurboordwal of westelijke oever.
Komend vanaf de Krammersluizen/Zuid Vlije moet u de scheidingston SRK 4 - ZV 11 aan stuurboord houden. Vaar niet
binnendoor, want hier zit onder water een dam van zware en puntige stortsteen. Luister goed uit op marifoonkanaal 10. Hierop
luisteren namelijk ook de beroepsschippers uit en maken zij afspraken hoe zij elkaar willen passeren.
Route via het Noordergat
De aanvullende gemarkeerde route ten noorden van de Noordplaat tussen de ZV 6 en de ZV 16 wordt ook gebruikt door
de beroepsvaart. Halverwege is de vaarroute smal en als u door uw diepgang niet gemakkelijk kunt uitwijken kan dit een
gevaarlijke situatie opleveren. Dus ook hier geldt: Houd goed uitkijk en kijk regelmatig achterom!
Het advies: houd in verband met de intensieve beroepsvaart op de Schelde-Rijnverbinding goed de stuurboordzijde van
het vaarwater aan.
17
Regionale vaarwegbeheerder:
2.3a
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
18
Foto: Henri Cormont/InZicht Fotografie en advies
2.3a Krammersluizen oostzijde
Richting Bruinisse moet u eerst de Krammersluizen passeren. Let op het richtingbord voor de watersport dat is bevestigd aan de
vaste radaropstelling en het groene havenlicht (Ra). Zie onderstaande foto.
Het richtingbord staat op de noordelijke havendam en geeft met een pijl aan welke richting de recreatievaart moet varen
om te schutten via de jachtensluis. De onderdoorvaarthoogte van de brug over de jachtensluis is 18.40 m ten opzichte van
NAP. Hogere jachten kunnen een schutting aanvragen via de noordelijke duwvaartsluis, marifoonkanaal 22 (roepnaam:
Krammersluizen).
De drijvende wachtsteiger voor de recreatievaart is verwijderd. Een nieuwe afmeergelegenheid (lengte circa 20 meter) is
gemaakt aan de noordzijde van het remmingwerk voor de beroepsvaart.
Houd bij de Krammersluizen ook rekening met stroom langs de wachtsteiger aan de oostzijde van de sluis.
19
Regionale vaarwegbeheerder:
Bruinisse
ensluis
20
Ra
Veerhaven
Verboden
invaart







MZI's


Sl a
a k
Hoogbekken
Westelijke Voorhaven



Ra




BB

Tr

Laag

Zijpe
Veerhaven
Verboden
invaart
Vluchthaven



Mosselhangcultuur
Ont raden vaar- en ankergebied
Zu
id
Gr
sershaven
ev
eli
ng
en
Reparatiehaven
BB
pe
Mosselhangcultuur

Ontraden vaar- en ankergebied 

Zij
2.3b

Legenda
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
aanbevolen vaarroute
Foto: Manon van Meer
2.3b Krammersluizen westzijde, Zijpe en
marifoonblokgebied verkeerspost Wemeldinge
Komend van Bruinisse richting Volkerak moet u eerst de Krammersluizen passeren. De recreatievaart tussen de
Krammersluizen en de Grevelingensluis kan langs de rode tonnenkant veilig buiten de route van de beroepsvaart blijven.
Wel moet u de mosselkweekinstallaties (blauwe vaatjes met daaraan de zogenaamde longlines) ruim passeren.
Let op het richtingbord voor de watersport dat is bevestigd aan de vaste radaropstelling en het rode havenlicht (Ra). Dit
richtingbord staat op de noordelijke havendam en geeft met een pijl aan welke richting de recreatievaart moet varen om te
schutten via de jachtensluis. De onderdoorvaarthoogte van de brug over de jachtensluis is 18.40 meter ten opzichte van NAP.
Jachten met een te hoge mast kunnen een schutting aanvragen via de noordelijke duwvaartsluis, marifoonkanaal 22 (roepnaam:
Krammersluizen).
De drijvende wachtsteiger voor de recreatievaart is verwijderd. Een nieuwe afmeergelegenheid (lengte circa 20 meter) is
gemaakt aan de noordzijde van het remmingwerk voor de beroepsvaart.
Komt u van de Grevelingensluis en wilt u richting de Zeelandbrug, dan volgt u eveneens de route langs de rode tonnen en blijft
u uit het vaarwater van de beroepsvaart. In het Zijpe kunt u dicht onder de oever varen. Als het druk is met beroepsvaart, dan
kunnen zeilers beter niet kruisen (laveren). Anders ontstaan snel gevaarlijke situaties.
Komend vanaf het Zijpe kunt u het beste vanaf de lichtboei K 1 (ter hoogte van het kustlicht Stoofpolder op de hoek
Zuid-Grevelingen/Zijpe) een korte oversteek maken naar de rode tonnen en uw weg vervolgen naar de gewenste sluis.
Het gehele Oosterscheldestroomgebied is marifoonblokgebied 68 van verkeerspost Wemeldinge. Hier geldt een melden uitluisterplicht voor de beroepsvaart en een uitluisterplicht voor de recreatievaart met marifoon aan boord.
21
Regionale vaarwegbeheerder:
2.4
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
22
2.4 Witte Tonnen Vlije, Brabantsche vaarwater
Vanaf Zierikzee kunt u via de route Keeten/Zijpe naar Bruinisse/Krammersluis. De aanbevolen route loopt langs de groene
tonnen. Het gevolg is wel dat u tweemaal moet oversteken: bij de Witte Tonnen Vlije en bij de K 1.
De Witte Tonnen Vlije is voor de beroepsvaart vanuit en naar het Keeten een lastig te benaderen vaarwater, doordat het water
zo smal is en er meestal aan de noordelijke inloop een dwarsstroom staat. Tijdens het in- en uitdraaien van de Witte Tonnen
Vlije heeft de beroepsvaart daarom alle ruimte nodig. De beroepsvaart maakt hierover onderling afspraken, zo nodig via
tussenkomst van verkeerspost Wemeldinge. Lege schepen en mosselkotters snijden nogal eens de bocht af.
Geef ze de ruimte die zij nodig hebben en let ook goed op of de stroming u verzet.
Direct buiten het betonde vaarwater is het voor zowel de beroepsvaart als de recreatievaart al snel te ondiep.
Zeker aan de groene tonnenkant loopt u buiten de tonnen onmiddellijk vast. U stuit daar op een steile, harde zandplaat.
De uit- en invaart van de Witte Tonnen Vlije aan de kant van het Brabantsche Vaarwater is minder problematisch. Let er echter
wel op dat er beroepsvaart (veelal mosselkotters) kan zijn, die via het Brabantsche Vaarwater richting Zeelandbrug koerst.
Voor iedere schipper geldt hier: goed opletten, rondkijken en de marifoon uitluisteren op kanaal 68. Zorg dat andere
vaarweggebruikers snappen wat u gaat doen, houd koers en geef uiteraard de andere schepen de ruimte.
Ook het Brabantsche Vaarwater is smal, houd dus ook hier goed de stuurboordzijde van het vaarwater aan.
Het vaarwater bij Wemeldinge is aangepast en sindsdien is de kruising met het Keeten en de Witte Tonnen Vlije een kruising van
gelijk belang.
23
Regionale vaarwegbeheerder:
2.5
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
24
2.5 Oosterschelde, aanloop Wemeldinge
De voorrangssituatie op de Oosterschelde vanaf het Brabantsche Vaarwater richting Wemeldinge en het Kanaal door
Zuid-Beveland, is aangepast.
Dit nieuwe vaarwater heet nu ‘Aanloop Wemeldinge’ (AW) en is hoofdvaarwater ten opzichte van het vaarwater Oosterschelde.
Dit houdt in dat de noord- en zuidgaande vaart hier voorrang heeft op de scheepvaart op de Oosterschelde.
Let dus bij het kruisen van dit vaarwater goed op en luister uit op marifoonblokkanaal 68. Vaar indien mogelijk achter de
beroepsvaart langs (of maak via de marifoon een duidelijke verkeersafspraak) en kruis de Aanloop Wemeldinge op ruime
afstand van de kanaalmonding.
Het vaarwater is gemarkeerd met twee groene lichtboeien (AW 1 en 3) aan de westzijde en drie rode lichtboeien (AW 2, 4 en
6) en een scheidingston (AW 8 - O 23) aan de oostzijde. De monding van het Kanaal door Zuid-Beveland is gemarkeerd door
een groene lichtopstand met groene, spitse kegel aan de westzijde en een rood lichtopstand met een rode stompe cilinder aan de
oostzijde. ’s Nachts is de verlichting groen en rood, synchroon brandend (iso 4 sec.).
Verkeerspost Wemeldinge
Op de oostelijke havendam van het kanaal staat de verkeerspost Wemeldinge, het centrale aanspreek- en meldpunt van
Rijkswaterstaat Zeeland. Deze verkeerspost is continu bemand en zendt ieder uur + 15 minuten een scheepvaartbericht uit met
de actuele wind- en getijgegevens en de windverwachting van de komende periode.
Het scheepvaartverkeer op de hoofdtransportas tussen de Krammersluizen en Hansweert wordt permanent in de gaten
gehouden met behulp van diverse radaropstellingen. Als u problemen hebt of vragen over de navigatie, dan kunt u altijd via
marifoonkanaal 68 de verkeerspost Wemeldinge oproepen. U kunt ook rechtstreeks een verkeersafspraak maken met een ander
vaartuig. De verkeerspost Wemeldinge kunt u ook bellen op 0113 622 110.
In het beheergebied van de verkeerspost Wemeldinge varen twee dienstvaartuigen van Rijkswaterstaat. De RWS 84
bestrijkt vanuit Wemeldinge het gehele Oosterscheldegebied en het Kanaal door Zuid-Beveland. De RWS 88 vaart vanaf de
Krammersluizen op het Noord-Volkerak, de Zuid Vlije en de Schelde-Rijnverbinding. De bemanningen houden dagelijks
toezicht op een veilig en vlot gebruik van de vaarwegen. Bij ongelukken en andere calamiteiten kunnen zij ter plekke actie
ondernemen.
De folder van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) met een tekst en enig kaartmateriaal over
de MZI’s die in de Oosterschelde zijn uitgelegd is te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl
Vanaf de Oosterschelde kunt u via de Roompotsluis naar de Noordzee (Let op: de maximale doorvaarthoogte van de vaste brug is
NAP + 19,6 m). De knooppunten langs de Noordzeekust staan beschreven in het gelijknamige Knooppuntenboekje nr. 6.
25
Regionale vaarwegbeheerder:
2.6
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
26
2.6 Kanaal door Zuid-Beveland
Het Kanaal door Zuid-Beveland (9 km lang en circa 200 m breed) vormt een rechtstreekse verbinding tussen de Oosterschelde
en de Westerschelde. Samen met de Schelde-Rijnverbinding is het een belangrijke scheepvaartverbinding tussen Nederland,
Duitsland en België.
Over het kanaal liggen drie op afstand bediende bruggen: de Postbrug bij Wemeldinge en de twee Vlakebruggen nabij
Hansweert. De doorvaarthoogte van deze bruggen is 10,50 m ten opzichte van NAP.
Mocht u een brugopening nodig hebben, dan vraagt u deze aan via marifoonkanaal 22 (roepnaam: sluizen Hansweert). Aan
de oostzijde van het kanaal liggen drijvende wachtsteigers voor de recreatievaart. Ze zijn op de detailkaart aangegeven met het
symbool I. Zie ook bijgaande foto met de wachtsteigers bij de Vlakebruggen.
In verband met intensieve scheepvaart moet u goed de stuurboordzijde van het kanaal aanhouden. Steek pas over naar
de brugopening als u zeker weet dat dit veilig kan.
Wanneer u het kanaal bij Wemeldinge verlaat, richting Goessche Sas, houd dan ook de stuurboordzijde van het vaarwater aan
en kruis de Aanloop Wemeldinge pas als u zeker weet dat het veilig kan (zie ook de detailkaart bij Knooppunt 2.5).
Een alternatieve route vanaf de Oosterschelde naar Vlissingen, de Westerschelde en de Noordzee loopt via de Zandkreeksluis,
het Veerse Meer en het Kanaal door Walcheren. Op deze manier vermijdt u het Kanaal door Zuid-Beveland, de sluis bij
Hansweert en een groot deel van de Westerschelde.
27
Regionale vaarwegbeheerder:

2.7

Legenda
aanbevolen vaarroute


V l uc



ht ha
v en
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten


Ri

jnv
er
bin
din
g


-



he
lde


N
Sc


ve
n


Ha



w e

Ni
eu
Boereplaat







en
34
ol


º


sc
he
G

at

Paal



47
Th

,5



Z o o m m e e r





65
Paal
º



r
Be
c
gs

Broeckehaven









28


he
Di
ep
B
Foto: P. Bijl
2.7 Tholen
Op de Schelde-Rijnverbinding in de omgeving van Tholen zijn voor de recreatievaart twee gevaarlijke kruisingen. Vaart u
vanuit de jachthavens in Tholen, of vanachter de Boereplaat de Schelde-Rijnverbinding op, richting Volkerak, dan moet u het
vaarwater kruisen om aan stuurboordwal te komen. Let er op dat de beroepsvaart hier zeer snel vaart.
Koerst u vanuit de richting Antwerpen naar de jachthavens van Tholen, dan moet u een korte oversteek maken naar de
bakboordswal. Blijf hier goed achterom kijken, want de binnenvaart die uit de Kreekraksluizen komt, vaart hier erg snel. Steek
bijtijds over en vaar via de Nieuwe Haven (de nevengeul in) in de richting van de jachthavens.
Varend vanuit de richting Volkerak naar de jachthavens van Tholen, moet u rekening houden met de binnenvaart die regelmatig
de Vluchthaven van Tholen in- en uitvaart. De schippers melden zich bijna altijd op marifoonkanaal 10 en geven vaak aan wat
het plan is.
De kruising met de Schelde-Rijnverbinding van het Tholensche gat en het Bergsche Diep van en naar Bergen op Zoom en de
Bergsediepsluis is goed te overzien. De beroepsvaart op de Schelde-Rijnverbinding vaart hier op volle snelheid. Houd daar goed
rekening mee. Maak hier een zo kort mogelijke oversteek, ongeacht vanuit welke richting u komt, en laat uit uw vaargedrag
goed blijken wat uw plan is. De Bergse Diepsluis is in verhouding een kleine sluis (36 x 6 meter) en heeft een capaciteit van
ongeveer drie jachten per schutting.
Op de Schelde-Rijnverbinding geldt ook weer voor iedere schipper: goed opletten, rondkijken en – als die aan boord is – de
marifoon uitluisteren op kanaal 10. Vanaf het Zoommeer kunt u via de Kreekraksluizenen en het Schelde-Rijnkanaal richting
Antwerpen.
Het advies: houd in verband met de intensieve beroepsvaart goed de stuurboordzijde van het vaarwater aan.
29
Regionale vaarwegbeheerder:
2.8
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
30
2.8 Hansweert
Bij Hansweert gaat het Kanaal door Zuid-Beveland over in de Zuider Voorhaven die aan de Westerschelde grenst. Het is een
druk bevaren gebied met binnenvaartschepen en zeeschepen. De scheepvaart van en naar Antwerpen die de vaargeul van
de Westerschelde volgt, maakt voor Hansweert een scherpe bocht. Zeeschepen zullen door hun afmetingen, diepgang of
werkzaamheden niet of heel moeilijk kunnen uitwijken. Vanuit de Zuider Voorhaven zet de beroepsvaart over stuurboord koers
naar het westen via de Overloop van Hansweert en het Middelgat, of gaat bakboord uit de Westerschelde op richting Antwerpen.
Wie een marifoon aan boord heeft, is verplicht om uit te luisteren op marifoonblokkanaal 65. Bij problemen of desoriëntatie
kunt u via dit kanaal de Verkeerscentrale Hansweert om bijstand vragen. Ook kunt u via dit kanaal informatie vragen over de
verkeerssituatie op de Westerschelde.
-
-
-
-
De rustigste routes zijn via de nevenvaargeulen;
Onderschat de snelheid van de zeeschepen niet;
De zeeschepen maken soms hoge golven;
De pleziervaart moet de uiterste stuurboordkant van de hoofdvaargeul aanhouden, nog beter is om gebruik te maken van de
fietspaden of om waar mogelijk net buiten de betonning van de hoofdvaargeul te varen;
- Oversteken moet haaks gebeuren;
- Laveren in het hoofdvaarwater is niet toegestaan;
- Voor de Zuider Voorhaven kan veel stroom staan (tot 3,5 knoop ebstroom en 4,5 knoop vloedstroom);
Op de route van Terneuzen naar Antwerpen houdt u bij het passeren van Hansweert de uiterste stuurboordzijde aan van de
Overloop van Hansweert en de Westerschelde. Tussen Hansweert en Walsoorden is naast het hoofdvaarwater aan beide zijden
extra betonning voor de recreatievaart en de beroepsvaart gelegd. Deze gele tonnen maken het mogelijk om veilig buiten het
betonde hoofdvaarwater te varen.
Ook in omgekeerde richting, dus vanaf Antwerpen westwaarts, vaart u opnieuw aan de uiterste stuurboordzijde van het
vaarwater. Bij Hansweert moet u oppassen voor de scheepvaart die de Zuider Voorhaven in- en uitvaart. Kijk goed rond en
luister uit op marifoonblokkanaal 65 van de Verkeercentrale Hansweert (roepnaam: centrale Hansweert). Tot Hansweert kunt
u van de gele tonnen (ZG) gebruikmaken. Voorbij Hansweert verdient het de voorkeur om door de nevenvaargeul Middelgat te
varen.
Op de Westerschelde varen grote en snelle zeeschepen. Houd er rekening mee dat de zeeschepen twee keer zo hard varen als
de binnenschepen. Als zij een haven zijn gepasseerd kan de vaarsnelheid wel 37 tot 40 km/u bedragen.
Het is op de Westerschelde verplicht om op het marifoonblokkanaal van het blokgebied waarin u vaart goed uit te luisteren
en bereikbaar te zijn. Vergeet niet over te schakelen naar het volgende blokgebied, zodra u dat bereikt. Zie kaart 1803.3 en de
informatie in de ANWB-Wateralmanak deel 2.
Recreatievaart vanuit de richting Vlissingen naar de Zuider Voorhaven van Hansweert kan het beste via het Middelgat varen.
Vanaf de boei MG 17 vaart u daarbij naar de rode boeienkant van het vaarwater. Kijk goed rond, luister uit of vraag informatie
bij de Verkeerscentrale Hansweert over de in- en uitvarende schepen. Pas als u zeker weet dat het veilig is, vaart u de Zuider
Voorhaven in.
Varend via de Overloop van Hansweert, richting de Zuider Voorhaven van het Kanaal door Zuid-Beveland, houdt u de uiterste
stuurboordkant van het vaarwater. Na zorgvuldige beoordeling van de verkeerssituatie (kijken, uitluisteren, contact met de
verkeerscentrale) steekt u over tussen boei 47 en 49.
Koerst u vanuit de Zuider Voorhaven in de richting van Vlissingen, dan houdt u de rode tonnenkant en vaart u via het
Middelgat. Is uw bestemming Terneuzen, volg dan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater of de route via de nevenvaargeulen
Middelgat, Everingen, Zuid-Everingen. De aanbevolen route naar Vlissingen loopt via het Middelgat en Everingen.
Wilt u vanuit de Voorhaven richting Antwerpen, dan steekt u over naar de uiterste stuurboordkant van het vaarwater. Als
er opvarende of afvarende schepen zijn, is het wenselijk om noord van boei 42 te blijven en tussen de gele tonnen (ZG) te
blijven tot u veilig kunt oversteken. U kunt tot Walsoorden buiten het hoofdvaarwater tussen de groene en gele boeienlijn
verder varen. Bovenstrooms van Walsoorden moet u opvarend bedacht zijn op de geulranden. Daarop zijn, vrij dicht bij de
betonning, stenen gestort.
31
Regionale vaarwegbeheerder:
2.9
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
32
2.9 Terneuzen
De Westerschelde bij Terneuzen, de Pas van Terneuzen, wordt door zeeschepen en binnenvaart druk bevaren. De schepen zijn
op weg naar Antwerpen of Vlissingen, of ze varen de Braakmanhaven in of uit, of de buitenhavens van de sluizen van het Kanaal
van Gent naar Terneuzen. Bovendien meren schepen af aan de DOW-steiger of ankeren in de ‘Put van Terneuzen’. Zeeschepen
kunnen door hun afmetingen, diepgang of werkzaamheden niet of heel moeilijk uitwijken.
Jachten die uit de richting Breskens of Vlissingen komen of jachten uit die richting met bestemming voor de havens van
Terneuzen, varen aan de stuurboordkant van het vaarwater buiten de groene boeienlijn tot aan boei 23. Vandaar houdt u de
uiterste stuurboordzijde van het vaarwater, terwijl u goed let op de scheepvaart die de Braakmanhaven of de buitenhavens
van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen in- en uitvaart. Kijk goed rond en luister uit op marifoonblokkanaal
3. Vraag eventueel informatie aan de Verkeerscentrale Terneuzen. Jachten kunnen vanaf dat punt, bij boei 23, naar de
buitenhavens van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen en jachthaven ‘De Veerhaven’. Of doorvaren naar
Hansweert of Antwerpen.
Vaart u van Terneuzen naar Antwerpen of Hansweert, houd dan de uiterste stuurboordkant van het vaarwater door de
Overloop van Hansweert of steek voorzichtig over naar de nevenvaargeul Zuid-Everingen en vervolg uw weg langs Everingen
en Middelgat.
Komt u uit de richting Antwerpen of Hansweert met bestemming Terneuzen, dan houdt u vanuit de Overloop van Hansweert
de uiterste stuurboordzijde van het vaarwater. Naar jachthaven ‘De Veerhaven’ en de buitenhavens van de sluizen van het
Kanaal van Gent naar Terneuzen steekt u ter hoogte van boei 20 direct over.
Jachthaven De Veerhaven is de meest oostelijk gelegen haven van Terneuzen, direct aan de Westerschelde. Voor de haven loopt
een stevige stroming, waar u rekening mee moet houden, zeker tijdens laagwater. Direct na de havenhoofden keert de stroom
zich nog een keer; vooral tijdens zakkend water is dit een pittige stroom. Hij is echter probleemloos te bevaren als u erop
voorbereid bent. Het oostelijk havenhoofd moet u ruim ronden, want er liggen veel stenen die droogvallen bij LW.
U moet zeker weten dat u veilig kunt oversteken. Dus kijk rond, luister uit op marifoonblokkanaal 3 en vraag zo nodig
informatie bij de Verkeerscentrale Terneuzen via 0115-682400.
Bij het invaren van een van de buitenhavens van de sluizen moet u de haven goed open varen. Dat wil zeggen: neem de
bocht iets ruimer zodat u overzicht hebt, maar hinder daarbij de scheepvaart niet. Let goed op in- of uitvarende zee- of
binnenvaartschepen.
Hetzelfde geldt als u de jachthaven of de buitenhavens van de sluizen verlaat en in de richting Vlissingen of Breskens
koerst. Als u zeker weet dat het veilig kan, dan steekt u direct over naar de rode tonnenlijn en daarna vaart u aan de uiterste
stuurboordkant verder. Afvarend kunt u via de Thomaesgeul of de Schaar van Spijkerplaat varen. Tussen de 12A en de 12
kunt u, als u zeker weet dat het veilig kan het vaarwater, dwars oversteken richting ton 21. Koers vervolgens naar de TG8 om
via de Thomaesgeul en Vaarwater Langs Hoofdplaat te varen of langs de groene zijde buiten de betonning van het hoofd- en
nevenvaarwater om de Schaar van Spijkerplaat in te varen.
33
Regionale vaarwegbeheerder:
2.10
W
A L C H E R E N
Legenda
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
Koudekerke
78 Wk



Ra


37 Wk



5 Flatgebouwen

l
l
e
Ga
b
o
lg

o
ep
che
ren



ut
g
11
VLISSINGEN

7º











Nolleplaat




6

Wk
Sa
r di
Ritthem
Stn

j ng
eu
l


09 Wk

Kan
aal
doo
rW
al
E
7
Wk 1
81 Wk


Buitenhaven


    



Ra
Ra
(7x)














165 Wk

255 Wk
173 Wk


146 Wk
N
N G E
I
L
E
W I
186 Wk

Recommended crossing for
pleasure craft
171
Aanbevolen oversteekplaats
voor recreatievaart
Wk
Voorzorgsgebied

138 Wk



Wk
11
s

WZ

Rede Vlissingen

Wielingen Zuid








57 Wk
11 Obstn


"

Veerhaven
Wk
Schoneveld





84 Wk
8
Pl a a t
van
Br e sk e n s
Het Heem
De Bol

BRESKENS
34





Foto: Hylke Steensma (SRN)
2.10 Breskens
Breskens ligt aan de monding van de Westerschelde, aan de zuidoever. De haven ligt voor bijna alle windrichtingen beschut,
behalve voor noordelijke en noordwestelijke wind. Eb- of vloedstromen leveren niet veel moeilijkheden op. Voor Breskens
varen grote en snelle zeeschepen, vissersschepen, sleep- en loodsboten en snelle veerboten, die soms vlak langs de havenmond
passeren. De schepen veroorzaken veel golfslag.
U mag de betonde vaargeul naar Vlissingen alleen recht oversteken via de aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart (zie
detailkaart). Onderschat de snelheid van de veerboten (catamarans) en de overige scheepvaart niet.
Op de Westerschelde is er voor de recreatievaart voldoende ruimte en diepte buiten de betonde vaargeulen. Het is verstandig
hiervan gebruik te maken en niet tussen de zeevaart en de beroepsvaart te varen.
Zuid en west
Komt u vanuit zee (zuid en west) door de verlichte Wielingen (W), dan is het raadzaam om Breskens te naderen buiten de
groene tonnenkant van de Wielingen. Van daaruit kunt u via de ARV-VH en de VH 2 naar Breskens varen. De jachthaven is
bereikbaar via marifoonkanaal 31. De Veerhaven, 1 km ten westen van de haven, is verboden voor de recreatievaart.
Bij het aanlopen of verlaten van de buitenhaven van Breskens bent u in het blokgebied van de Verkeerscentrale Vlissingen
(VCVL) die werkt op marifoonblokkanaal 14 (roepnaam: centrale Vlissingen). Luister goed uit én volg de adviezen van de
verkeerscentrale op.
Noord
Komend vanuit zee (noord) kunt u via het Oostgat (OG) en de Sardijngeul (SG) tot de SG-W varen. Daarna stuurboord uit
richting de W10. Daar hebt u goed overzicht over de Wielingen en het Voorzorgsgebied en kunt u oversteken richting de Songa.
Van daaruit kunt u via de ARV-VH en de VH 2 naar de haven van Breskens varen.
Houd in de Sardijngeul en het Oostgat goed de stuurboordzijde. De geulen zijn hier en daar smal, waardoor u al snel in het
midden van het vaarwater terechtkomt, dus in de route van de scheepvaart.
Advies: Het wordt sterk ontraden om ‘s nachts gebruik te maken van de onverlichte Geul van de Walvischstaart GvW) en Deurloo(DL).
Kijk voor meer informatie over de scheepvaart in het Scheldegebied op: www.vts-scheldt.net. Verder vindt u informatie in de ANWB
Wateralmanak deel 2.
Via de Schaar van de Spijkerplaat (SS) of het Vaarwater langs Hoofdplaat (VH) kunnen jachten verder de Westerschelde op
varen. In het Vaarwater langs Hoofdplaat vinden intensieve zandoverslagwerkzaamheden plaats tussen de VH6 en VH14.
Zeegaande baggerschepen en binnenvaartschepen liggen hiervoor vaak ten anker in de smalle vaargeul.
Let op: recht voor Breskens bij ton VH 2A ligt een ondiepte (Plaat van Breskens). Op weg naar zee door de Wielingen volgt u
dezelfde weg.
35
Regionale vaarwegbeheerder:
2.11
W
A L C H E R E N
Koudekerke
78 Wk



Ra


37 Wk



5 Flatgebouwen

l
l
e
Ga
b
o
lg

o
ep
che
ren



ut
g
11
VLISSINGEN

7º











Nolleplaat




6

Wk
Sa
r di
Ritthem
Stn

j ng
eu
l


09 Wk

Kan
aal
doo
rW
al
E
7
Wk 1
81 Wk


Buitenhaven


    



Ra
Ra
(7x)














165 Wk

255 Wk
173 Wk


146 Wk
N
N G E
I
L
E
W I
186 Wk

Recommended crossing for
pleasure craft
171
Aanbevolen oversteekplaats
voor recreatievaart
Wk
Voorzorgsgebied

138 Wk



Wk
11
s

WZ

Rede Vlissingen

Wielingen Zuid








57 Wk
11 Obstn


"

Veerhaven
Wk
Schoneveld





84 Wk
8
Pl a a t
van
Br e sk e n s
Het Heem
Legenda

BRESKENS
36
De Bol
aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze
kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten





2.11 Vlissingen
Bij het aanlopen of verlaten van de Buitenhaven van Vlissingen bevindt u zich in het blokgebied van de Verkeerscentrale
Vlissingen (VCVL), marifoonblokkanaal 14 (roepnaam: centrale Vlissingen). Luister goed uit én volg de adviezen van de
verkeerscentrale op. Op de rede van Vlissingen varen grote en snelle (zee)schepen. Ze maken hoge golven en kunnen soms dicht
langs de havenmond varen. De recreatievaart mag de betonde vaargeul uitsluitend haaks oversteken. Onderschat de snelheid
van de veerboten (catamarans), de overige zeevaart en binnenvaartschepen niet!
Noord
Komend vanaf zee (uit noordelijke richting) kunt u naar Vlissingen varen via het Oostgat (OG) en de Sardijngeul (SG). Let op:
deze smalle geul loopt dicht bij het strand en hier is druk verkeer met zeeschepen. Kijk regelmatig achterom.
Jachten kleiner dan 12 meter moeten in de Sardijngeul en het Oostgat (tussen de parallel van het licht ‘Noorderhoofd’ en de
parallel van het licht ‘Leugenaar’) waar dit veilig en uitvoerbaar is, buiten de hoofdvaargeul blijven.
De eerste haven aan bakboord is de Koopmanshaven. Houd rekening met loodsboten die met hoge snelheid de Koopmanshaven
in- en uitvaren en veerboten die de Buitenhaven in- en uitvaren.
De Michiel de Ruyterhaven is bereikbaar via de Koopmanshaven en de keersluis. Let op: bij de ingang naar de Michiel de
Ruyterhaven ligt een drempel met peilschaal; als twee rode lichten branden op de oostelijke havendam is invaren verboden.
Van de Michiel de Ruyterhaven naar de buitenhaven van Vlissingen en omgekeerd vaart u scherp langs (net buiten) de rode
tonnenlijn. Let op: voor zowel de Koopmanshaven als de Buitenhaven staat een sterke stroming. In de Buitenhaven kan een
hinderlijke golfslag staan veroorzaakt door het scheepvaartverkeer. Aan de steigers mag u niet afmeren. De 1e en 2e
Binnenhaven zijn druk en onrustig door de beroepsvaart. Er is geen gelegenheid om af te meren voor de sluis.
Zuid en west
Komend vanuit zee (zuid en west) is het raadzaam om Vlissingen te naderen via de Wielingen (W), buiten de groene
tonnenkant. Van daaruit kunt u bij de boei ARV 3 recht oversteken naar de ingang van de Buitenhaven van Vlissingen. Dit is
ook de aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart die op de kaart staat aangegeven. Het voorzorgsgebied van Vlissingen
bevat alle hoofdvaarwaters binnen het redegebied van Vlissingen. Het is een druk gebied met veel kruisende vaart. Voor dit
gebied kunnen extra maatregelen voor de scheepvaart worden getroffen, zoals extra sleepboten bij een risicodragend transport.
Ankeren is hier verboden. Bovendien komen er verschillende vaarwateren op uit:
- bij de boei SG-W boei de Sardijngeul;
- bij de Songaboei de Wielingen;
- bij de boei H-SS de Honte en de Schaar Spijkerplaat (SS);
- bij de boei ARV-VH het Vaarwater langs Hoofdplaat (VH).
Verder wisselen op de Rede van Vlissingen veel zeeschepen van loods. Dit houdt in dat de schepen ‘lij moeten maken’ (het
dwars op de wind en golven gaan liggen zodat de loodswissel aan de benedenwindse kant kan gebeuren) en vaart moeten
minderen.
Het voorzorgsgebied staat duidelijk aangegeven op de kaart.
Advies: Het wordt sterk ontraden om ‘s nachts gebruik te maken van de onverlichte Geul van de Walvischstaart (GvW) en Deurloo
(DL). Kijk voor meer informatie over de scheepvaart in het Scheldegebied op: www.vts-scheldt.net. Verder vindt u informatie in de
ANWB Wateralmanak deel 2.
Opvaren
Opvarend vanuit zee of Vlissingen, naar Hansweert en verder, is de aanbevolen route via de nevenvaargeulen Everingen en
Middelgat. Opvarend naar Terneuzen kunt u ook deze route nemen, gecombineerd met de Zuid-Everingen of de Rede van
Vlissingen oversteken om via de Schaar van de Spijkerplaat of Vaarwater langs Hoofdplaat uw route te vervolgen. De Rede van
Vlissingen met voorzichtigheid oversteken als de aanbevolen vaarroute.
37
Regionale vaarwegbeheerder:
Colofon
Meer informatie over het project Varen doe je samen! vindt u op www.varendoejesamen.nl
Uitgave
Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN)
Eindredactie: Laurens van Zijp
Vormgeving: Hoge Bomen, Rotterdam
Cover: Studio Guido van der Velden, Blaricum
Druk: Drukkerij Libertas, Bunnik
Bron kaarten: Chef der Hydrografie van de Koninklijke Marine
Bron foto’s: Rijkswaterstaat, tenzij anders vermeld
Downloads en verzamelband
De knooppuntenboekjes zijn als PDF-bestand te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl.
De boekjes passen in een verzamelband. Deze wordt verspreid op beurzen, bij jachthavens en op diverse sluizen.
Februari 2011
Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Het project Varen doe je samen!
Op 4 september 2007 tekende staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat het convenant ‘Varen doe je samen!’
Dit loopt van 2008 tot 2014. Doel is de risico’s beperken voor beroeps- en recreatievaart in hetzelfde vaarwater. Goede
voorlichting is een belangrijk instrument van het project. Daartoe is er de website www.varendoejesamen.nl en worden
folders en de knooppuntenboekjes uitgegeven.
Onderstaande partijen hebben het convenant ondertekend.
De provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Utrecht,
Zeeland, Zuid-Holland, Flevoland, Noord-Holland, Gelderland en Limburg
Ministerie van Infrastructuur en Milieu / 0800 8002 / www.rijkswaterstaat.nl
Havenbedrijf Rotterdam N.V. / 010 252 10 10 / www.portofrotterdam.com
Groningen Seaports (havens Delfzijl en Eemshaven) / 0596 64 04 00 / www.groningen-seaports.com
Haven Amsterdam / 020 523 45 00 / www.portofamsterdam.nl
Koninklijke Schuttevaer / 010 412 91 36 / www.koninklijkeschuttevaer.nl
Watersportverbond / 030 751 37 00 / www.watersportverbond.nl
ANWB / 088 269 71 47 / www.anwb.nl
HISWA Vereniging / 0343 52 47 24 / www.hiswa.nl
Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) / 0343 52 47 57 / www.srn.nl
BLAUW PMS 298 100%
VERLOOP 10% naar 80&
CU-COC-804948
38