deze Coolia in PDF - Nederlandse Mycologische
Transcription
deze Coolia in PDF - Nederlandse Mycologische
Ontwerp en foto’s omslag: Maurice van der Molen. De Nederlandse Mycologische Vereniging Opgericht in 1908, heeft de Vereniging als doel de beoefening van de mycologie in ruime zin te bevorderen. In voor- en najaar worden wekelijks excursies georganiseerd, verder worden er werkweken gehouden en in de winter verscheidene landelijke bijeenkomsten. Tevens is de NMV actief in de natuurbescherming waar het paddenstoelen betreft. De bibliotheek van de NMV is gehuisvest in het Centraal Bureau voor Schimmelcultures (CBS), Uppsalalaan 8, Postbus 85167, 3508 AD Utrecht. Inlichtingen bij de bibliothecaris, G. Verkley (tel. 030-2122684 (CBS)). Het contactblad van de vereniging, Coolia, verschijnt viermaal per jaar en wordt aan de leden toegestuurd. De contributie voor de NMV bedraagt Euro 20,– voor gewone leden (Euro 25,– indien adres in het buitenland), en Euro 10,– voor huisgenootleden (krijgen geen Coolia) en junior leden (nog geen 25 jaar; krijgen Coolia). Lidmaatschap voor het leven: Euro 340,–; voor huisgenootleden Euro 170,–. Informatie is verkrijgbaar bij de secretaris (adres achterin). Nieuwe leden en adreswijzigingen dienen gemeld te worden bij: Marjo Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421, e-mail: nmvleden@mycologen.nl Webstek: http://www.mycologen.nl/ Index Coolia (vanaf 1983) op http://www.mycologen.nl/nieuws.htm Karteringswebstek: http://www.paddestoelenkartering.nl Verenigingsmededelingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur, de inhoud van de rubrieken onder die van de samensteller. INLEVERDATA KOPIJ Het drukklaar maken van Coolia kost enige tijd. We verzoeken auteurs, ook die van de vaste rubrieken, daarom vriendelijk zich strikt aan de volgende inleverdata te houden: Aflevering 51(1) 51(2) 51(3) 51(4) 1 Artikelen 14 november 14 februari 14 mei 14 augustus Vaste rubrieken1 1 december 1 maart 1 juni 1 september Column, excursie-aankondigingen, verenigingsmededelingen. Coolia CONTACTBLAD VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING ISSN: 0929-783 kaft_voor.indd 1 1-9-2007 14:42:09 In memoriam Frans Tjallingii (1909-2007) Op 27 juni 2007 overleed Frans Tjallingii op 98-jarige leeftijd. Hij was erelid van zowel de Nederlandse Mycologische Vereniging als van de KNNV (afdeling Wageningen). Met zijn heengaan is een eind gekomen aan een lange periode waarin hij en zijn vrouw Dien een onuitwisbare rol hebben gespeeld in onze vereniging. Het belang van Frans Tjallingii voor de Nederlandse Mycologische Vereniging en de mycologie in Nederland in het algemeen is niet los te denken van Dien: samen vormden ze een onverbrekelijke twee-eenheid. Al vanaf het midden van de zestiger jaren waren Frans en Dien prominent aanwezig op verenigingsactiviteiten, waarbij ze niet alleen uit waren op het vergaren van kennis, maar vooral ook op het delen van die kennis met anderen. Ze ontfermden zich over de jongere leden om ze de basisbeginselen van de mycologie bij te brengen. Dat deden ze op onnavolgbare wijze. Beiden bezaten de gave om hun kennis en enthousiasme over te dragen, en daar zijn we ze zelf, en met ons vele tientallen anderen, nog altijd zeer dankbaar voor. Frans kon op onnavolgbare wijze verhalen over de zaken die hem interesseerden. Zo was het de gewoonte om tijdens de werkweken ‘s avonds een rondje te doen over de meest interessante vondsten van die dag. Frans liet een soort de ronde doen waarbij hij een uitgebreid verhaal hield. Tot slot zei hij: “Nou ja, ik weet van deze soort eigenlijk niet zoveel.”, waarop Kees Bas met een lach antwoordde: “Frans, dan wil ik je wel eens een verhaal horen houden over een soort die je goed kent”! Dat was typerend voor de grondigheid en uitvoerigheid waarmee Frans de mycologie benaderde. Talrijk waren zijn bijdragen in de vorm van lezingen en artikelen voor het verenigingsblad Coolia. Dat heeft hij tot op hoge leeftijd volgehouden. Zich bewust zijnde van de voetangels en klemmen van de mycologie en bij het op naam brengen van soorten, zocht Frans contact met deskundigen op dat gebied. Niet alleen buitenlandse experts zoals prof. Moser, maar ook de mycologen van het (toen nog) Rijksherbarium in Leiden vonden met grote regelmaat brieven en pakjes op hun bureau met het verzoek om een identificatie te bevestigen of een probleem op te lossen. De belangrijkste wapenfeiten van Frans Tjallingii hebben echter te maken met de IJsselmeerpolders en met de werkgroep “Hygrophorus laetus” in Wageningen. Toen aan het eind van de zestiger jaren bleek dat de nieuwe polders een eldorado waren voor paddenstoelen, stortten Frans en Dien Tjallingii zich op dit unieke onderzoeksterrein. Dat leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Werkgroep Mycologisch Onderzoek IJsselmeerpolders. Met niet aflatende ijver verrichtten zij, met een dertigtal werkgroepleden, tientallen jaren intensief onderzoek in de nieuwe polders. Frans zette hiervoor een strak schema op en hield ook de lijsten met vondsten bij. Jarenlang rapporteerden zij over de voortgang van het onderzoek tijdens verenigingsbijeenkomsten en schreven artikelen over bijzondere soorten. Veel van die gegevens zijn vervat in het boek over de Paddenstoelen van Flevoland, dat in 2000 bij de KNNV uitgeverij is verschenen. In 1965 werd in Wageningen een paddenstoelenwerkgroep opgericht. De werkruimte in de kelder van Frans en Dien op de Marterlaan is sindsdien een begrip voor vele paddenstoelenliefhebbers: jong en oud, beginner of gevorderde, lid van NMV of KNNV of niet, allen waren welkom. Gastvrij werden we ontvangen, de verzamelde paddenstoelen en de microscopen stonden al klaar, er was koffie en thee, en wie van de werkgroepleden herinnert 169 InMemoriam_FransTjallingii.indd 169 24-8-2007 17:08:17 zich niet de heerlijke paddenstoelensoep met Sinterklaas? Gedurende 34 jaar hebben wij ons daar onder de inspirerende en enthousiaste leiding van Frans en Dien in de mycologie kunnen verdiepen, waarbij de werkgroep ook langzaam aan een regionaal karakter kreeg, met deelnemers niet alleen uit Wageningen, maar ook uit Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen. We hebben grote bewondering voor de manier waarop Frans, na het overlijden van Dien, tot aan begin 2000 deze bijeenkomsten is blijven verzorgen, met blijvend enthousiasme. Eén van de laatste keren stond hij ons met de parapluie op in de regen op te wachten. Iedereen moest eerst even in de tuin naar enkele mooie paddenstoelen kijken die juist verschenen waren. Tot slot zei hij: “Ga nu maar snel naar binnen, je wordt zo nat.” Maar zelf bleef hij op zijn post totdat iedereen gearriveerd was. De laatste jaren kreeg hij problemen met zijn gehoor, en werd de leiding aan ondergetekende (Lies Jansen) overgedragen. Dat hij daarbij volledig betrokken bleef, moge duidelijk zijn aan de instructies die de kersverse leidster de eerste keer kreeg, voor het begin van het traditionele ‘rondje om de tafel’. “Jij moet daar plaats nemen, ik zit hier rechts van je, en dan moet je aan je linkerkant met het rondje beginnen.” Toen de werkgroep door het vertrek van Frans naar Mooiland naar een andere lokatie moest verhuizen hebben we hem gevraagd of we de naam ‘Tjallingii Werkgroep’ mochten gebruiken. Maar daar voelde Frans niets voor. “Over enkele jaren, als ik er niet meer ben, weet niemand wie die Tjallingii’s waren. Bovendien riekt het wel wat naar persoonsverheerlijking, en daar ben ik altijd erg op tegen geweest.” Het anderen laten delen in hun kennis van en vreugde in paddenstoelen is een rode draad in het leven van Frans geweest. Typerend hiervoor moge een citaat zijn uit een brief die Frans al in 1930 aan de secretaresse van de NJN, afdeling Rotterdam, schreef: “... Ik geloof dat ik door mijn werk (voor de NJN (red.)) de jongeren iets kan geven dat hun leven mooier, rijker, zuiverder maakt, iets van positieve waarde, een geestelijke rijkdom.” Vele jaren later, in een interview met het lokale KNNV contactblad Urtica, voor de vraag gesteld of iets van dat ideaal, het doorgeven van de liefde voor de natuur, is verwezenlijkt, durft Frans die vraag met een ja te beantwoorden, op grond van de trouw waarmee de leden van de paddenstoelenwerkgroep al die jaren hebben meegedaan, en de diepe waardering die door enkelen van hen is uitgesproken. Maar hij haastte zich er bij te zeggen dat hij dat werk op een heel bescheiden wijze gedaan had, namelijk slechts met dat wat hij goed kon. Veel mensen heeft hij op weg mogen helpen, en hij is daar dankbaar voor. Daar dankbaar voor mogen zijn, dat tekent Frans. De vereniging zal Frans en Dien Tjallingii vooral in dankbaarheid gedenken als een echtpaar met onverwoestbaar enthousiasme en ijver, en om hun grote vermogen om anderen daarin te laten delen. En daarnaast als mensen met een unieke vorm van samenwerking. Hun kenmerkende roep klinkt nog na in onze oren, als we in de uitgestrekte bossen van de Eifel of de Ardennen op paddenstoelenjacht waren. Op die manier peilden ze niet alleen elkaars positie, maar aan de mate van opgewondenheid van hun rollende “prrrt” kon je ook afleiden of ze iets bijzonders meenden gevonden te hebben. Ze waren ook altijd in een, naar het soms leek, eeuwigdurend opgewonden gesprek gewikkeld. Toen iemand eens opmerkte dat ze altijd aan het ruziën waren reageerde Frans als door een wesp gestoken: “Wij maken nooit ruzie met elkaar, maar we bekvechten de hele dag voor de goede zaak”. En dat was het: een goede zaak, de betrokkenheid van Frans Tjallingii met de mycologie. Hij gaat de annalen van onze vereniging in als een groot mycoloog en een beminnelijk mens. Lies Jansen Chiel Noordeloos 170 InMemoriam_FransTjallingii.indd 170 24-8-2007 17:08:17 Ectomycorrhizavormende ascomyceten Thomas W. Kuyper sectie Bodemkwaliteit, Wageningen Universiteit, Postbus 47, 6700 AA Wageningen Kuyper, Th.W. 2007. Ascomycetes that form ectomycorrhiza. Coolia 50(4): 171–176. An overview is given of genera of ascomycetes that occur in the Netherlands, and where ectomyco rrhiza has been reported or suspected. T oen we, inmiddels al weer meer dan tien jaar geleden, begonnen met het Overzicht van de Paddenstoelen in Nederland, wilden we voor alle soorten aangeven tot welke functionele groep zij gerekend worden. Voor de basidiomyceten leek dat redelijk goed te doen. Maar voor ascomyceten, en vooral de terrestrische soorten, bleek het aanmerkelijk lastiger. Natuurlijk, van sommige ascomyceten was al heel lang bekend dat ze ectomycor rhiza vormen, zoals Echte truffels (Tuber) en Hertentruffels (Elaphomyces); tenslotte vond het mycorrhiza-onderzoek zijn oorsprong in pogingen van de Pruisische regering om truffels te kweken (Frank, 1885). Van sommige andere truffelachtigen werd ook algemeen geac cepteerd dat ze ectomycorrhiza vormen. Tenslotte was er nog een enkele recente melding in de literatuur over ectomycorrhiza (inclusief ectendomycorrhiza, een type dat zeer veel lijkt op en functioneel equivalent is aan ectomycorrhiza) bij ascomyceten. Maar voor veel soorten was er onvoldoende informatie voorhanden. Op basis van veldervaring hebben we zo goed mogelijk ons ‘deskundigenoordeel’ gegeven. Bij dat deskundigenoordeel of een soort mycor rhiza vormt, lieten we ons leiden door waarnemingen of een soort altijd bij ectomycorrhiza vormende bomen werd waargenomen; of de soort dan een voorkeur had voor strooiselarme of humusarme plekken; of de soort een patroon van achteruitgang vertoonde dat leek op dat van ectomycorrhizapaddenstoelen; en of de soort bij voorkeur in de zomer en vroege herfst fructificeerde. Maar een aantal vraagtekens in het Overzicht geeft aan dat de twijfels deels bleven. In het afgelopen decennium is onze kennis van ectomycorrhizavorming bij ascomyce ten flink toegenomen. Als aanwijzingen voor ectomycorrhizavorming kunnen worden be schouwd, in volgorde van toenemende bewijskracht: (1) het signaal van koolstofisotopen; (2) moleculaire identificatie van worteltopjes; (3) direct verband tussen vruchtlichaam, myce lium en ectomycorrhiza. Doordat ascomyceten over het algemeen maar weinig mycelium vormen, is een dergelijk rechtstreekse relatie slechts hoogst zelden aangetoond. De methode van het signaal van koolstofisotopen maakt, kort gezegd, gebruik van het feit dat de verhou ding van verschillende koolstofisotopen in een vruchtlichaam iets zegt over de ouderdom van die koolstof. Doordat mycorrhizapaddenstoelen leven van recent door de plant vastgelegde koolstof (dat dus weken tot hoogstens enkele maanden oud is) en saprotrofe paddenstoelen leven van koolstof in gedeeltelijk of geheel verteerd strooisel (dat de leeftijd van enkele jaren tot decennia kan hebben), vertonen beide functionele groepen dus een verschillend signaal van koolstofisotopen. De methode is niet perfect, maar levert wel sterke aanwijzin Deel 11 in de serie over recent ecologisch onderzoek aan paddenstoelen. (Deel 10 in Coolia 50(1): 39–41.) 171 NHE11.indd 171 192007 14:34:33 gen. De meeste gegevens in dit overzicht zijn echter afkomstig van moleculaire identificatie van gemycorrhizeerde wortels. We kunnen deze moleculaire gegevens ook gebruiken om verwantschapsverhoudingen vast te stellen, en daarmee te toetsen in hoeverre dit ecologische kenmerk (mycorrhizavorming) ook taxonomische waarde heeft. De bedoeling van deze bijdrage is niet alleen om een overzicht te geven van deze nieuwe kennis, maar ook om mycologen uit te nodigen bij het melden van soorten voor de karte ring meer aandacht te besteden aan standplaatsgegevens, en in het bijzonder aan het melden van geassocieerde organismen (gastheerboom). Want we weten nu weliswaar dat sommige soorten ectomycorrhiza vormen, maar over gastheerkeuze en gastheervoorkeur is nog vrij wel niets bekend. Om enkele voorbeelden te geven uit het karteringsbestand (en voor het verschaffen van die gegevens gaat mijn dank uit naar Ad van den Berg): De meest gemelde bomen bij Tarzetta-soorten (Leemkelkjes) zijn hazelaar en eik, terwijl de soort slechts zelden bij beuk of haagbeuk wordt gemeld. Humaria hemisphaerica (Kleine bruine bekerzwam) is vrijwel uitsluitend bij loofbomen gevonden, al is er ook een waarneming (op mest?) bij dat het geassocieerde organisme een koe is. De enige waarneming in het bestand van Geopyxis carbonaria (Gewoon brandplekkelkje) waar een boom bij gemeld is betreft iep, die overi gens geen ectomycorrhiza vormt. Welke ascomyceten vormen mycorrhiza? Het overzicht hieronder (in alfabetische volgorde) geeft aan bij welke geslachten het Overzicht de mogelijkheid van ectomycorrhiza noemde, of waar recent onderzoek ectomycor rhiza heeft aangetoond. Balsamia: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. De soort werd aangetroffen in een vegetatie waarin uitsluitend de ectomycorrhizavormende plant Adenostoma fasciculatum groeide (Allen et al., 1999). Palfner & Agerer (1998) beschreven de ectomycorrhiza op den. Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001) wees op ectomycorrhizavorming. Balsamia en Helvella zijn nauw verwant (Tedersoo et al., 2006), wat dus ook door dit ecologische kenmerk wordt ondersteund. Caloscypha: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. Het koolstofsignaal wijst niet op mycorrhizavorming (Hobbie et al., 2001). De soort, inclusief haar ongeslachtelijke stadium Geniculodendron pyriforme, is bekend als een pathogeen van zaad van coniferen (Paden et al., 1989). Elaphomyces: Een kleurenplaat van de ectomycorrhiza van E. granulatus met spar is te vinden op http://www.deemy.de/. Flavoscypha: Met een vraagteken gemeld in het Overzicht. De soort wordt in de nieuwste overzichten (Perry et al., 2007) weer in Otidea (een geslacht dat ectomycorrhiza vormt) geplaatst en als O. concinna gemeld (Plaat 2). Genea: De eerste melding dat de soort ectomycorrhiza kan vormen is te vinden in Fontana & Centrella (1967). Een kleurenplaat van de ectomycorrhiza van G. hispidula met beuk is te vinden op http://www.deemy.de/. Op basis van moleculaire gegevens wordt het geslacht door Tedersoo et al. (2006) gemeld in associatie met beuk, berk, populier en eik. Genea is de zustergroep van het eveneens ectomycorrhizavormende geslacht Humaria, dus ook hier blijkt het vermogen om ectomycorrhiza te vormen een belangrijk taxonomisch kenmerk (Perry et al., 2007). Geopora: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Door Fujimura et al. (2005) en 172 NHE11.indd 172 192007 14:34:33 Tedersoo et al. (2006) op grond van moleculaire analyses als ectomycorrhizavormer ge meld. De roodbruine, gladde mycorrhizas zijn aangetroffen op wortels van den, berk en linde. Geopora is nauw verwant met het ectomycorrhiza vormende genus Tricharina (Perry et al., 2007). Voor G. sumneriana zie Plaat 4. Geopyxis carbonaria: De soort is bekend als brandplekfungus en groeit op wortels van naaldbomen die door het vuur vaak verzwakt zijn. Door Vrålstad et al. (1998) is de soort aangegeven als biotrofe parasiet op worteltoppen die eruit zien als ectomycorrhizas. De nauwst verwante taxa met G. carbonaria zijn de genera Tarzetta en Stephensia, die beide ectomycorrhiza vormen (Perry et al., 2007). Helvella: Bij Helvella was ik toentertijd uiterst onzeker. Als algemene opmerking schreef ik: “In het algemeen wordt aangenomen dat Helvella-soorten saprotroof zijn. Het is niet uitgesloten dat veel soorten (obligaat?) mycorrhiza vormen met bomen.” In een recent artikel meldden Tedersoo et al. (2006) ectomycorrhizas van tenminste vier verschillende Helvella-soorten. De ectomycorrhizas zijn roodbruin met een blekere (wittige tot gelige) top en een gladde mantel. Helvella-soorten vormen mycorrhiza met in elk geval spar, eik en beuk. Ook het koolstofsignaal wijst erop dat Kluifzwammen mycorrhiza vormen (Högberg et al., 1999; Hobbie et al., 2001). Humaria hemisphaerica: De soort vormt ectomycorrhiza met zowel naaldbomen (den) als loofbomen (linde, beuk, eik, hazelaar). De nauwste verwant van H. hemisphaerica (Plaat 1) is het eveneens ectomycorrhizavormende geslacht Genea (Perry et al., 2007). Hydnobolites: In het Overzicht gemeld als waarschijnlijk ectomycorrhiza vormend. Door Smith et al. (2007) als ectomycorrhizavormer bij eik beschreven. Hydnotria: In het Overzicht gemeld als waarschijnlijke mycorrhizasymbiont. Ectomycorrhiza is gerapporteerd door Tedersoo et al. (2006). Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001) doet vermoeden dat de soorten uit dit genus ectomycorrhiza vormen. Leotia: In het Overzicht staat “saprotroof, mogelijk ectomycorrhizavormend”. Die mogelijk heid was gebaseerd op het gegeven dat alle vondsten van de Groene glibberzwam in bossen waren gedaan, en dat het patroon van achteruitgang van die soort opvallende gelijkenis vertoonde met de achteruitgang van ectomycorrhizapaddenstoelen onder invloed van ver mesting en verzuring. Er zijn geen aanwijzingen dat de soort ectomycorrhiza kan vormen. De meest recente phylogenie (Wang et al., 2005) plaatst deze soort naast soorten van het geslacht Microglossum (en ver verwijderd van andere aardtongen), die als saprotroof wor den beschouwd, en die ook gevoelig zijn voor vermesting en verruiging. Marcelleina: In het Overzicht als saprotroof gemeld. Door Smith et al. (2007) als ecto mycorrhizavormer bij eik beschreven. De nauwste verwant van Marcelleina is “Peziza” gerardii (Hansen et al., 2005), een soort waarbij ectomycorrhiza (nog) niet gemeld is. Morchella: Soorten van dit geslacht vormen weliswaar mycorrhiza-achtige structuren op wortels, maar ook van planten die normaliter geen ectomycorrhiza vormen (Buscot, 1994). Het koolstofsignaal geeft geen duidelijke aanwijzingen dat de soort ectomycorrhiza vormt (Hobbie et al., 2001). Otidea: In het Overzicht staat ectomycorrhizavormend (?). Vorming van ectomycorrhiza is aangetoond in zowel Zweden (Toljander et al., 2006) als Noord-Amerika (Kennedy et al., 2003; Smith et al., 2007). Op basis van het koolstofsignaal hadden Hobbie et al. (2001, 2002) al gesuggereerd dat Otidea-soorten ectomycorrhiza vormen. Pachyphloeus: In het Overzicht als mycorrhizasymbiont aangegeven. Ectomycorrhiza bij 173 NHE11.indd 173 192007 14:34:33 loofbomen is aangetoond door Tedersoo et al. (2006). Peziza. Bij het bewerken van dit genus was ik vrij zeker dat het genus saprotroof was en geen ectomycorrhiza vormt. Ik had het bij het verkeerde eind. Peziza, zoals thans omschreven, is een heterogeen geslacht (Hansen et al., 2005) dat wellicht opgesplitst moet worden. In tenminste drie (vier) groepen van Peziza sensu lato komt ectomycorrhiza voor (Tedersoo et al., 2006), te weten (1) de groep van P. gerardii en Marcelleina (zie hierboven); (2) de groep van P. depressa en P. badia; (3) de groep van P. michelii en P. succosa. (De vierde groep is het genus Sarcosphaera (Plaat 3), wier bestaansrecht naast Peziza twijfelachtig is.) Hansen et al. (2005) wijzen er op dat sommige morfologische kenmerken duiden op een nauwere verwantschap tussen de P. badia-groep en de P. succosa-groep (sporenornamentatie, aan wezigheid van 2 oliedruppels in de sporen, hymeniumkleur, Melzer reactie over de hele ascustop). Het feit dat in beide groepen ectomycorrhiza voorkomt wijst ook op een nau were verwantschap. Ectomycorrhiza komt ook voor bij de zeer nauw verwante, nog niet uit Nederland bekende, geslachten Terfezia en Tirmania, die ectomycorrhiza met zonneroosjes en Cistus-soorten vormen (Gutiérrez et al., 2003). De ectomycorrhizas van P. succosa moe ten nogal opvallen want ze zijn geelgroen tot olijfgroen (Tedersoo et al., 2006). Pulvinula. In het Overzicht aangegeven als saprotroof op mossen. Onderzoek door Amicucci et al. (2001) heeft laten zien dat P. constellatio ectomycorrhiza vormt met jonge donseikjes die geënt waren met truffels. Ook in kwekerijen met fijnspar zijn mycorrhiza’s van deze soort gevonden (Trocha et al., 2006). Sowerbyella: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Waarnemingen aan het koolstof signaal (Hobbie et al., 2001, 2002) suggereren sterk dat de soorten ectomycorrhiza vormen. Een moleculaire bevestiging van dat vermoeden is nog niet gemeld. Sphaerosporella: Door Danielson (1984) als vormer van ect(end)omycorrhiza gemeld. In Europa is de soort als ectomycorrhizavormer op brandplekken gemeld door Meotto & Carraturo (1988) en De Román & De Miguel (2005). De zustergroep van Sphaerosporella bevat Trichophaea woolhopeia, waarvan eveneens ectomycorrhiza bekend is (Tedersoo et al., 2006). Stephensia: In het Overzicht als mogelijk ectomycorrhizavormend aangegeven. Het kool stofsignaal (Hobbie et al., 2001) is daarmee in overeenstemming. De positie van Stephensia als nauwe verwant van Geopyxis carbonaria en Tarzetta wijst ook op de vorming van ecto mycorrhiza (Perry et al., 2007). Tarzetta: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Tedersoo et al. (2006) rapporteerden een ectomycorrhiza van T. catinus op beuk. Tarzetta vormt met Stephensia en Geopyxis carbonaria een groep van nauw verwante genera (Perry et al., 2007). Tricharina: In het Overzicht als saprotroof aangegeven. Mycorrhizas zijn gerapporteerd door Rudawska et al. (2006) en Trocha et al. (2006) uit Polen. Tricharina is de nauwste verwant van het ectomycorrhizavormende geslacht Geopora (Perry et al., 2007). Trichophaea: In het Overzicht werd Trichophaea als saprotroof gekarakteriseerd. Phylogene tisch is Trichophaea niet natuurlijk en valt het in twee gescheiden groepen uiteen (Perry et al., 2007). Opmerkelijk genoeg is ectomycorrhiza gerapporteerd in beide groepen. De ene groep, met T. woolhopeia en T. abundans is de zustergroep van Sphaerosporella; de andere groep met T. hemisphaerioides en T. hybrida is de zustergroep van Wilcoxina. Tedersoo et al. (2006) rapporteerden ectomycorrhizas van zowel T. woolhopeia (met berk) als T. cf hybrida (met spar). 174 NHE11.indd 174 192007 14:34:34 Tuber: Ook het koolstofsignaal (Hobbie et al., 2001, 2002) gaf aan dat Echte truffels ec tomycorrhiza vormen. Kleurenafbeeldingen van ectomycorrhizas, met hun karakteristieke borstelvormige cystiden, van verschillende truffelsoorten (T. aestivum, T. melanosporum, T. mesentericum, T. puberulum, T. uncinatum) zijn te vinden op http://www.deemy.de/. Wilcoxina: Dit genus staat niet in het Overzicht, wel in de aanvullingen (http://www. mycologen.nl/ - W. mikolae). Wilcoxina vormt ect(end)omycorrhiza met zaailingen van den, spar, berk en wilg (Scales & Peterson, 1991; Tedersoo et al., 2006). Wilcoxina is de zustergroep van een deel van Trichophaea (T. cf hybrida). Ten slotte Het onderzoek aan ectomycorrhizavormende ascomyceten leverde ook verdere verrassin gen op. Allereerst Pezizella ericae (thans Rhizoscyphus ericae), een zeer algemene soort die ericoide mycorrhiza vormt bij heideachtigen, maar waarvan vruchtlichamen nog nooit in het veld zijn waargenomen. Uit recent onderzoek blijkt dat de groep schimmels waartoe deze soort behoort, samen met enkele ongeslachtelijke verwanten, ook ectomycorrhiza kan vormen. Sommige stammen kunnen zowel ectomycorrhiza als ericoide mycorrhiza vormen, zodat er een ondergronds netwerk is wat naaldbomen en hun ondergroei van heideachtigen verbindt (Villarreal-Ruiz et al., 2004). Literatuur Allen, M.F., L.M. Egerton-Warburton, E.B. Allen & O. Karén 1999. Mycorrhizae in Adenostoma fasciculatum Hook. & Arn.: a combination of unusual ecto- and endo-forms. Mycorrhiza 8: 225– 228. Amicucci, A., A. Zambonelli, C. Guidi & V. Stocchi 2001. Morphological and molecular characterisation of Pulvinula constellatio ectomycorrhizae. FEMS Microb. Lett. 194: 121–125. Buscot, F. 1994. Ectomycorrhizal types and endobacteria associated with ectomycorrhizas of Morchella elata (Fr.) Boudier with Picea abies (L.) Karst. Mycorrhiza 4: 223–232. Danielson, R.M. 1984. Ectomycorrhiza formation by the operculate discomycete Sphaerosporella brunnea (Pezizales). Mycologia 76: 454–461. De Román, M. & A.M. de Miguel 2005. Post-fire, seasonal and annual dynamics of the ectomycorrhizal community in a Quercus ilex L. forest over a 3-year period. Mycorrhiza 15: 471–482. Fontana, A. & E. Centrella 1967. Ectomicorrize prodotte da funghi ipogei. Allionia 13: 149–175. Frank, B. 1885. Ueber die auf Wurzelsymbiose beruhende Ernährung gewisser Bäume durch unterirdischer Pilze. Ber. Deutsch. Bot. Ges. 3: 128–145. [ook toegankelijk via www.biologie.unihamburg.de/b-online/fo33/frank/frank.htm ] Fujimura, K.E., J.E. Smith, T.R. Horton, N.S. Weber & J.W. Spatafora 2005. Pezizalean mycorrhizas and sporocarps in ponderosa pine (Pinus ponderosa) after prescribed fires in eastern Oregon, USA. Mycorrhiza 15: 79–86. Gutiérrez, A., A. Morte & M. Honrubia 2003. Morphological characterization of the mycorrhiza formed by Helianthemum almeriense Pau with Terfezia claveryi Chatin and Picoa lefebvrei (Pat.) Maire. Mycorrhiza 13: 299–307. Hansen, K., K.F. LoBuglio & D.H. Pfister 2005. Evolutionary relationships of the cup-fungus Peziza and Pezizaceae inferred from multiple nuclear genes; RPB2, ß-tubulin, and LSU rDNA. Mol. Phyl. Evol. 36: 1–23. Hobbie, E.A., N.S. Weber & J.M. Trappe 2001. Mycorrhizal vs saprotrophic status of fungi: the isotopic evidence. New Phytol. 150: 601–610. Hobbie, E.A., N.S. Weber, J.M. Trappe & G.J. van Klinken 2002. Using radiocarbon to determine the mycorrhizal status of fungi. New Phytol. 156: 129–136. 175 NHE11.indd 175 192007 14:34:34 Högberg, P., A.H. Plamboeck, A.F.S. Taylor & P.M.A. Fransson 1999. Natural 13C abundance levels reveals trophic status of fungi and host-origin of carbon in mycorrhizal fungi in mixed forests. Proc. Nat. Acad. Sci. USA 96: 8534–8539. Kennedy, P.G., A.D. Izzo & T.D. Bruns 2003. There is high potential for the formation of common mycorrhizal networks between understorey and canopy trees in a mixed evergreen forest. J. Ecol. 91: 1071–1080. Meotto, F. & P. Carraturo 1988. Ectomicorrizia di Sphaerosporella brunnea (A. & S.) Svrçek and Kubicka in piantine tartufigene. Allionia 28, 109–116. Paden, J.W., J.R. Sutherland & T.A.D. Woods 1978. Caloscypha fulgens (Ascomycetidae, Pezizales) – perfect state of conifer seed pathogen Geniculodendron pyriforme (Deuteromycotina, Hyphomycetes). Can. J. Bot. 56: 2375–2379. Palfner, G. & R. Agerer 1998. Balsamia alba Harkness + Pinus jeffreyi Grev. & Balf. Descr. Ectomyc. 3: 1–6. Perry, B.A., K. Hansen & D.H. Pfister 2007. A phylogenetic overview of the family Pyronemataceae (Ascomycota, Pezizales). Mycol. Res. 111: 549–571. Rudaskwa, M., T. Leski, L.K. Trocha & R. Gornowicz 2006. Ectomycorrhizal status of Norway spruce seedlings from bare-root forest nurseries. For. Ecol. Manag. 236: 375–384. Scales, P.F. & R.L. Peterson 1991. Structure of ectomycorrhizae formed by Wilcoxina mikolae var. mikolae with Picea mariana and Betula alleghaniensis. Can. J. Bot. 69: 2149–2157. Smith, M.E., G.W. Douhan & D.M. Rizzo 2007. Ectomycorrhizal community structure in a xeric Quercus woodland based on rDNA sequence analysis of sporocarps and pooled roots. New Phytol. 174: 847–863. Tedersoo, L., K. Hansen, B.A. Perry & R. Kjøller 2006. Molecular and morphological diversity of pezizalean ectomycorrhiza. New Phytol. 170: 581–596. Toljander, J.F., U. Eberhardt, Y.K. Toljander, L.R. Paul & A.F.S. Taylor 2006. Species composition of an ectomycorrhizal fungal community along a local nutrient gradient in a boreal forest. New Phytol. 170: 873–884. Trocha, L.K., M. Rudawska, T. Leski & M. Dabert 2006. genetic diversity of naturally established ectomycorrhizal fungi on Norway spruce seedlings under nursery conditions. Microb. Ecol. 52: 418–425. Villarreal-Ruiz, L., I.C. Anderson & I.J. Alexander 2004. Interaction between an isolate from the Hymenoscyphus ericae aggregate and roots of Pinus and Vaccinium. New Phytol. 164: 183-192. Vrålstadt, T., A. Holst-Jensen & T. Schumacher 1998. The postfire discomycete Geopyxis carbonaria (Ascomycota) is a biotrophic root associate with Norway spruce (Picea abies) in nature. Mol. Ecol. 7: 609–616. Wang, Z., M. Binder & D.S. Hibbett 2005. Life history and systematics of the aquatic discomycete Mitrula (Helotiales, Ascomycota) based on cultural, morphological and molecular studies. Amer. J. Bot. 92: 1565–1574. 176 NHE11.indd 176 192007 14:34:34 Hier Sterrenparadijs aan de kust, de Zeeuwse kust Henk Remijn Poolsterstraat 14 4356 BT Oostkapelle Remijn, H. 2007. A paradise for earthstars. Coolia 50(4): 177–180. This paper presents an overview of recent finds of Earthstars (Geastrum spp.) in the province of Zeeland, with an emphasis on Walcheren. O m maar gelijk met de deur in huis te vallen: we hebben het niet over de populaire Zeeuwse muziekbands BLØF of RACOON die inmiddels tot nationale popsterren zijn gepromoveerd. Nee, de Zeeuwse kust produceert namelijk een geheel ander type sterren. We hebben het dan over allerlei soorten aardsterren die we in de binnenduinrand kunnen vinden. De afgelopen jaren heb ik menig uurtje in de duinen rondgestruind op zoek naar deze juweeltjes van paddenstoelen. In de loop van de tijd heb ik aan de Walcherse kust inmiddels al een aardig aantal soorten gevonden, en het vinden van aardsterren is voor mij altijd een feest. Sommige soorten, zoals de Peperbus (Myriostoma coliforme), zijn internationaal zeer zeldzaam. Andere soorten, zoals de Gekraagde aardster (Geastrum triplex), zijn zeer algemeen en in allerlei biotopen te vinden. Veel soorten aardsterren staan op de rode lijst. Een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de aardsterren is wel het dichtgroeien van de duinen. Hierdoor verliezen de aardsterren een belangrijk biotoop om zich voort te planten. Het herkennen van aardsterren als zodanig is niet zo moeilijk, maar het op naam brengen van de soort kan soms toch nog een lastige klus zijn. Belangrijke kenmerken zijn groten- 'i1 f " 0 h = 0 0 CU Figuur 1. Belangrijke kenmerken van de mondopening en omgeving. a. gevoord-geplooid met duidelijke ringvoor; b. idem, maar laag kegelvormig; c. gevoord-geplooid zonder ringvoor of hof; d. gewimperd met ringvoor en hof; e. gewimperd met hof zonder ringvoor; f. gewimperd zonder hof of ringvoor; g. idem maar laag kegelvormig; h. meerdere ronde openingen; i.en j. onregelmatige opening of scheur zonder mondzone. (Uit Jalink (1995).) 177 aardsterren.indd 177 1-9-2007 12:25:53 Figuur 2. Kenmerken van de steel en de basis van het bolletje: a. ongesteeld; b. kort gesteeld; c. gesteeld met onduidelijke apophyse; d. gesteeld met duidelijke apophyse; e. gesteeld met geplooide apophyse. (Uit Jalink (1995).) deels macroscopisch waar te nemen. Een enkele keer moet de sporenmaat uitsluitsel geven. Kenmerken waar we op moeten letten zijn onder andere de mondopening van het bolletje: die mondopening kan geplooid, gevoord of gewimperd zijn (Figuur 1). Is het bolletje gesteeld of ongesteeld? Aan de basis van het bolletje zit ook een belangrijk kenmerk, de zgn. apophyse (Figuur 2). En zijn de slippen van het stervormige lichaam vlak of krullen ze naar boven of beneden? Zeeuwse vondsten De Gekraagde aardster (zie voorplaat) is op Walcheren wel de algemeenste aardster en in de binnenduinen van Walcheren overal wel te vinden. De duinen bij Dishoek en Valkenisse zijn bekende vindplaatsen, maar ook in Oranjezon en op de Buitenplaats Berkenbosch worden elk jaar wel Gekraagde aardsterren gevonden. Eenmaal vond ik tussen Westkapelle en Zoutelande langs het fietspad ter hoogte van hotel Zuiderduin het spectaculaire aantal van zo’n honderd (100!) exemplaren bij elkaar. De Gekraagde aardster is een soort die nogal eens in een heksenkring wil groeien. Op de Buitenplaats Berkenbosch vonden we tijdens een paddenstoelenexcursie van de plantenwerkgroep drie heksenkringen dicht bij elkaar. Ook in het Oranjebos groeit al jaren een heksenkring van Gekraagde aardsterren. In tegenstelling tot veel andere aardsterren vinden we de Gekraagde aardster voornamelijk op voedselrijke, min of meer ruderale plaatsen. In de open buitenduinen vinden we veelal kleine soorten, zoals de Kleine aardster (Geastrum minimum) en de Ruwe aardster (G. campestre). De Kleine aardster moeten we zoeken in open mosrijke vegetaties met o.a. Duinsterretje. In de duinen van Walcheren, en dan met name tussen Domburg en Vrouwenpolder, is de Kleine aardster vrij algemeen. De argeloze duinwandelaar zal deze soort niet zo snel opmerken. Het is een vrij kleine soort die je gemakkelijk over het hoofd ziet. De Ruwe aardster (G. campestre) is een zeldzame soort die in de regel iets groter is dan de Kleine aardster. De mondopening samen met het ruwe oppervlak van het bolletje en het opkrullen van de slippen bij opdrogen leiden tot een goede determinatie. In het duin is de Ruwe aardster te vinden in oppervlakkig ontkalkte duinmosvegetaties. Meestal staan ze meer in het open binnenduin. 178 aardsterren.indd 178 1-9-2007 12:25:54 ' 1/' De Baretaardster (G. striatum) vond ik voor het eerst in 1994 onder meidoornstruweel op de Vier Hoogten in Oostkapelle. Jaren heeft de soort hier standgehouden. Helaas is de vindplaats enkele jaren terug flink verstoord door '#' : een schatgraver met een metaaldetector die meende hier iets uit te moeten graven. Ook in de duinen bij Westkapelle vond ik eenmaal de Baretaardster. Kenmerkend is het bolletje dat als een baret over de steel is gevormd. De Peperbus (Myriostoma coliforme) is een soort aardster die onmiskenbaar is: meerdere openingen in het bolletje en het bolletje staat op meerdere steeltjes. De Peperbus staat in de top tien van meest bedreigde Europese paddenstoelen. Het feit dat de Peperbus in de duinen van Walcheren voorkomt moet voor de beheerders van de duinen een extra stimulans zijn om het biotoop geschikt te houden voor deze bijzondere stuifzwam. In Oranjezon vond ik de Peperbus op diverse plaatsen. Helaas laat hij het hier de laatste jaren afweten op de bekende vindplaatsen. Onder andere door het dichtgroeien van de standplaats lijkt de soort nu uit Oranjezon verdwenen. Op andere bekende vindplaatsen komt de Peperbus tot nu toe elk jaar terug. Eenmaal vond ik een Peperbus langs een ruiterpad in de Veerse meerduintjes. Andere vindplaatsen zijn de Vrouwenpolderse duinen (mondelinge mededeling Eef Arnolds) en Fort den Haak. Een andere zeer zeldzame soort aardster is de Lederster (Mycenastrum corium). De Lederster is eigenlijk geen aardster, maar in de literatuur wordt deze soort wel bij de aardsterren behandeld. Op de grens van Oranjezon met het achterland vinden we de derde vindplaats van Nederland. Wim Kuijs meldt de soort in Zeeuws-Vlaanderen en verder is de Lederster een keer gevonden op Goedereede en in 2001, tijdens een NMV-excursie, op de vroongronden in Schouwen. Herkenning is bij deze soort niet moeilijk. Verse exemplaren willen echter nog wel eens verwarring geven met de Reuzenbovist (Langermannia gigantea). De verwarring berust mede op het feit dat de Lederster door zijn zeldzame voorkomen bij weinig mensen bekend is. Eenmaal een keer gezien is direct duidelijk dat we met een bijzonder soort aardster van doen hebben. De opperhuid is van een zeldzame stevigheid die verwarring met andere soorten uitsluit. Eenmaal stervormig opengespreid is de stevigheid van de buitenwand goed te zien en te voelen. In de duinen van Oranjezon fructificeert de Lederster inmiddels al zo`n 10 jaar achtereen. De standplaats is een beweide dijk waar regelmatig de koeien worden bijgevoerd. In 2006 is de Forse aardster (G. coronatum) in Fort den Haak gevonden. De Forse aardster is een nieuwe soort voor Walcheren. Het is een middelgrote aardster met een gesteeld bolletje met apophyse. De mondopening is gewimperd. De standplaats is wat voedselrijk, in een meidoornbosje met een open ondergroei. Eveneens in Fort den Haak vonden we in 2006 nog twee andere soorten aardsterren, namelijk de Bruine aardster (G. elegans) en de Heideaardster (G. schmidelii). De Bruine aardster is een zeer kleine soort met naar onder krullende slippen (saccaat). Het bolletje is ongesteeld, en de mondopening is gevoord-geplooid. De Heideaardster is eveneens een kleine .. ~' 179 aardsterren.indd 179 1-9-2007 12:25:55 soort. Het bolletje is kort gesteeld, de mondopening is gevoord-geplooid met een opvallende ringvoor. De laatste twee soorten zijn in het verleden al eens meer op Walcheren gevonden. In het rapport van Wim Kuijs ‘De paddestoelen van Walcheren’ (1995) worden uit de binnenduinen nog drie andere soorten aardsterren vermeld, namelijk de Viltige aardster (G. saccatum), de Gewimperde aardster (G. fimbriatum) en de Grote aardster (G. pectinatum). Deze laatste drie zijn tot nu toe op Walcheren nog niet teruggevonden. Na een oproep in het verenigingsblaadje van de KNNV afdeling Walcheren kreeg ik een melding van de Stichting Landschapbeheer Zeeland dat in de duinen van Valkenisse ook aardsterren van verschillende grootte waren gevonden. Dat was een interessante mededeling. Van de gehele zuidwestkust van Walcheren zijn namelijk alleen vele meldingen van de Gekraagde aardster bekend, en tussen Zoutelande en Westkapelle enkele meldingen van de Baretaardster. Bij deze nieuwe melding kon wel eens een nieuwe soort voor de zuidwestkust van Walcheren zitten. Tijdens een excursie begin februari 2007 togen we naar het duin bij Valkenisse. Eerst bekeken we de aardstervondsten van de medewerkster van landschapbeheer. En jawel hoor: zij had een Forse aardster en een Baretaardster gevonden. Dat was een mooie start. In het duin vonden we na verloop van tijd zowaar vijf verschillende aardsterren, te weten: Gekraagde aardster, Kleine aardster, Baretaardster, Forse aardster en de Peperbus. Zowaar met stip een nieuw sterrenparadijs naast het sterrenparadijs de Vier Hoogten bij Oostkapelle met eveneens vijf soorten en Fort den Haak bij Vrouwenpolder met vier soorten aardsterren. Blijft de vraag waarom de aardsterren in Valkenisse ineens tevoorschijn komen. Of hebben ze hier altijd al gestaan en zijn ze nooit opgemerkt? Dit laatste lijkt me niet onwaarschijnlijk. Bij de KNNV-afdeling Walcheren is in de jaren ’70 een inventarisatierapport verschenen. Hierin wordt hoofdzakelijk verslag gedaan van de botanische flora, vogels, vlinders, zoogdieren. De mycoflora wordt afgedaan met zes soorten, waaronder Gekraagde aardster, Gewone morielje (Morchella esculenta) en Vingerhoedje (Verpa conica). Uit deze paddenstoelensoorten blijkt dat er is geïnventariseerd in het plantenseizoen, en dat alleen de makkelijk herkenbare paddenstoelen zijn genoteerd. In de late herfst was er voor de botanici niets meer te zoeken en zijn de verschillende aardsterren, zo ze hier al groeiden, waarschijnlijk nooit opgemerkt. Een andere hypothese kan zijn dat door de huidige zandsuppleties voor de kust het zand meer is gaan stuiven en er meer kalkrijk zand het duin instuift. De groeiomstandigheden voor aardsterren kunnen hierdoor gunstiger zijn geworden. Daarnaast wordt er door de Stichting Landschapbeheer Zeeland de laatste 5 jaar in het duin beheerswerk uitgevoerd ten bate van de duinparelmoervlinder. Hierdoor wordt de vegetatie gemaaid en afgevoerd en struikgewas wordt eveneens gerooid en op rillen gezet. Deze beheerwerkzaamheden voor de duinparelmoervlinder lijken nu een gunstig neveneffect te hebben voor de aardsterren. Literatuur Maas Geesteranus, R.A. 1971. Gasteromycetes van Nederland. Coolia 15(3): 49–92. Jalink, L.M. 1995. De Aardsterren van Nederland en België. Coolia 38 supplement . Kuijs, W.D.J. 1995. De paddestoelen van Walcheren. Met dank aan Leo Jalink voor de nadeterminatie van enkele vondsten en het gebruik van figuren 1 en 2. De overige figuren zijn overgenomen uit Maas Geesteranus (1971). 180 aardsterren.indd 180 1-9-2007 12:25:55 Dia’s digitaliseren: scannen of fotograferen? Johan Steketee Jan Vethlaan 9, 3141 KJ Maassluis Steketee, J. 2007. Digitising colour slides – scanning or photography? Coolia 50(4): 181–183. Slide projectors have been superseded by beamers. Anyone wishing to make use of colour slides in a beamer presentation must digitise them. Two methods, scanning and digital photography, are evaluated. Conclusions are: 1) The Epson Perfection 700 is well suited to scanning slides. Its predecessor, the Epson Perfection 3200, is also satisfactory and can be obtained via the internet for less than € 100. The EP V700 (or V750 Pro) costs more than € 500, but can scan 12 slides at a time – as opposed to 4 with the EP 3200 – in a very high resolution; 2) Anyone with a Canon digital reflex camera and the EF-S 60 mm macro lens can digitise slides quickly with results comparable to the EP 3200. D e laatste tijd wordt heel veel geprojecteerd met beamers in plaats van diaprojectoren. Wil je die prachtige dia’s die je ooit hebt gemaakt ook eens op die manier laten zien, dan zul je ze moeten digitaliseren. Tot voor kort kon dat alleen met een zeer dure diascanner, waarbij vaak de dia uit het raampje gehaald moest worden: een omslachtige procedure. Scannen Sinds kort zijn er ook flatbedscanners, bijvoorbeeld de Epson Perfection V700 (of de iets duurdere, maar iets snellere V750 Pro), waarmee ook dia’s in hoge resolutie gescand kunnen worden. In een speciaal masker kunnen 12 dia’s geklemd worden, en na een Preview (duur ongeveer 1,5 min, inclusief opwarmtijd van de lamp) zijn alle 12 dia’s gereed om gescand te worden, iedere dia met zijn eigen aparte kleur-, contrast- en helderheidsinstellingen. Zo kan men hele series dia’s achtereen scannen, waarbij de totale gemiddelde scantijd minder dan een minuut per dia bedraagt voor de 2400 dpi-stand. Voor projectie met een hoogwaardige beamer (1400×1050 pixels) is dit meer dan voldoende. Men kan uiteraard ook kiezen voor een hogere scanresolutie (4800 dpi) als men van de dia bij voorbeeld een grote poster (60×40 cm) wil afdrukken. De scantijd wordt dan aanzienlijk langer. Wie meer wil weten over deze scanner kan kijken op www.photo-i.co.uk/Reviews/interactive/Epson%20V700/page1.htm waar Vincent Oliver alle mogelijke details van deze scanner beschrijft. In dit uitgebreide testverhaal vertelt Oliver dat hij aanvankelijk nogal sceptisch stond tegenover een flatbed scanner voor dia’s, maar zeer verrast was dat de resultaten nog beter waren dan die met zijn Nikon 4000 diascanner. Enkele algemene opmerkingen met betrekking tot het scannen: 1. De verleiding is altijd groot om filters als “Unsharp mask” toe te passen (een nogal verwarrende term die de indruk wekt alsof er een masker over het beeld wordt gelegd om onscherpte te creëren; bedoeld wordt natuurlijk “onscherpte maskeren”) maar zowel Vincent Oliver als andere professionals geven er de voorkeur aan om dit, als het al nodig zou zijn, pas in een latere bewerking in een fotobewerkingsprogramma (bijv. Photoshop) te doen. Daarin kan men onder “Unsharp mask” precies de mate van verscherping instellen en het effect ervan van te voren bestuderen. 181 diascan.indd 181 4-9-2007 21:21:44 2. Een stofverwijderingsfilter moet men te allen tijde vermijden. Ik ben daarmee patrijspoortjes en lantaarnpaaltjes in het beeld kwijtgeraakt, die het programma gemakshalve maar als stof beschouwde. Ook dat kan men beter zelf uitvoeren in Photoshop. 3. In scans van een testdia bleek dat de scherpte bij hogere resoluties dan 4800 dpi (de fysieke resolutie van de scanner) eerder afnam dan toenam. Misschien rijst de vraag waarom een scanner deze hogere resolutiewaarden kent als die toch geen verbetering in de resolutie geven en alleen maar leiden tot enorm grote bestanden (bij mij in 12800 dpi meer dan 500 Mb!). Het antwoord daarop is dat deze hoge scanwaarden de mogelijkheid bieden om zeer grote afdrukken te maken zonder dat de afzonderlijke pixels zichtbaar worden (blokkenpatroon). De scanner vult als het ware de 4800 aan tot 12800 middels interpolatie. Sommige leveranciers willen wel eens schermen met deze zeer hoge resolutiewaarden. Men zij gewaarschuwd: probeer altijd de fysieke resolutie te achterhalen. Fotograferen Een tweede mogelijkheid om dia’s te digitaliseren is fotograferen met een digitale camera. Mijn eerdere ervaringen met deze vorm van scannen voor presentatie met beamers waren ronduit onbevredigend. Vooral te harde kleuren en een te groot contrast vereisten heel veel correctiewerk in Photoshop en zelfs dan was het resultaat zeker niet te vergelijken met scans van de EP750 Pro. Een collega liet mij onlangs mooie resultaten zien van opnamen met de Canon 350D en het fameuze Canon EF-S 60 mm Macro-objectief (waarover Mich Buschman ooit in Focus schreef: Als ik alleen dit objectief had, zou ik in staat zijn om er een body bij te kopen). Reden voor mij om met een Canon 400D en het genoemde objectief eens testdia’s te fotograferen en te vergelijken met de scans van de EP 750. In eerste instantie gebruikte ik als verlichting een soort diasorteerapparaat en de camera op statief. Om trillingen te voorkomen kan de spiegel van de reflexcamera vooraf worden opgeklapt en de sluiter bediend worden met een afstandsbediening. Om hele series dia’s op deze manier te fotograferen is dit natuurlijk wel een wat fragiele opstelling, die grote oplettendheid vereist of er niets verschoven wordt. Een Repro-standaard (fig. 1), gemaakt door Co van Ekeren (www.Ekeren3d.com) is daarbij een zeer handig hulpstuk. De testresulFiguur 1. Repro-apparaat voor het fotografe- taten lieten zien dat er nagenoeg geen verschil was tussen de Canon-opnamen en de EP750 ren van dia’s (Co van Ekeren). scans in 3200 dpi. Voor projectie met beamers (1400×1050) is de kwaliteit dus meer dan voldoende en kan men zelfs nog zonder gevaar een uitsnede maken. Nu zegt zo’n resolutietest natuurlijk nog lang niet alles. Belangrijk is hoe de helderheid, de kleurweergave en het contrast van de beelden overkomen. Dat kan men zelf beoordelen in Fig. 2 en Fig. 3 waarin links de EP V750 scans staan en rechts de Canon opnamen. Beide opnamen zijn gemaakt met diafragmavoorkeuze F/6,3, en een kleine correctie van het contrast 182 diascan.indd 182 4-9-2007 21:21:44 Figuur 2. Digitalisatie van een dia met Vliegenzwammen. Scan met EP V750 in 4800 dpi (links) en opnamen met Canon EF-S 60 mm macro-objectief (rechts). (−2) en het belichtingsniveau (−1). De witbalans werd handmatig ingesteld door de camera te laten kijken naar het witte veld zonder dia. Conclusies 1. Voor het scannen van dia’s is de Epson Perfection 700 zeer geschikt. Ook zijn voorganger, de Epson Perfection 3200 voldoet uitstekend. Die wordt hier en daar op het internet nog wel aangeboden voor een prijs beneden de € 100. De EP V700 (of V750 Pro) kost weliswaar meer dan € 500, maar biedt daarvoor wel de mogelijkheid om 12 dia’s - in plaats van 4 bij de EP 3200 - tegelijk te scannen in een zeer hoge resolutie. 2. Wie de beschikking heeft over een Canon digitale spiegelreflex en het Macro objectief EF-S 60 mm, kan zeer snel dia’s digitaliseren die vergelijkbaar zijn met de EP 3200 resultaten. Figuur 3. Digitalisatie van een dia met detailrijk landschap. Scan met EP V750 in 4800 dpi (links) en opnamen met Canon EF-S 60 mm macro-objectief (rechts). 183 diascan.indd 183 4-9-2007 21:21:44 COLUMN DIEVEN EN MOORDENAARS door Eef Arnolds U wist het wellicht nog niet, maar onze vereniging heeft een zeker crimineel gehalte. Tijdens excursies word ik regelmatig door toevallige passanten vermanend toegesproken als ik een geplukt paddenstoeltje zorgzaam in een doosje wil stoppen. Soms zijn dat educatieve terechtwijzingen in de trant van: “U moet die paddenstoelen laten staan, want ze zijn nuttig in het bos” of, wat assertiever: “Hé daar! Afblijven! Laat anderen er ook van genieten”. Vaker word ik regelrecht uitgemaakt voor paddenstoelendief en één maal ben ik uitgescholden voor zwamverkrachter. U ziet, dat gaat de verkeerde kant op. Maar het kan erger. Een paar jaar terug was ik bij de Westerplas op Schiermonnikoog bezig een aardige foto te arrangeren van de Verblekende wasplaat die in deze schrale duinweide bij honderden groeide. Ik had één paddenstoeltje geplukt en op zijn zijkant gelegd, zodat de onderkant met dooiergele aflopende lamellen goed te zien was. Dat was een voorbijganger niet ontgaan. “Paddenstoelenmoordenaar!!!”, beet hij mij toe. Aan zijn toegeknepen ogen in een rood aangelopen gezicht viel te zien dat er met hem niet te spotten viel. Ik deed een zwakke poging om mijn daad te rechtvaardigen, maar de man vervolgde zijn tocht met straffe tred. Met moordenaars discussieert men immers niet. Sinds de IVN-campagnes tegen het plukken van paddenstoelen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is het respect voor paddenstoelen kennelijk goed verankerd in het Nederlandse collectieve bewustzijn. Het heeft ertoe geleid dat binnen mycologische kringen het traditionele paddenstoelenmandje taboe geworden is, al is dat voor grote vruchtlichamen beslist het beste vervoermiddel. Schielijk plukken en ongezien in een doosje stoppen, dat is nu ons credo. De laatste jaren is er sprake van enige normvervaging, maar dat wordt vooral toegeschreven aan buitenlanders. Polen bijvoorbeeld, die in hun land zijn grootgebracht met het idee dat oogsten van wilde paddenstoelen een leuke hobby is en soms een aardige bijverdienste. Ze verbazen zich hier over de prachtige boleten die wij in bossen en bermen laten wegrotten en ontfermen zich er met graagte over. Het algehele respect voor De Paddenstoel heeft z’n positieve kanten. In onze bossen staan gelukkig heel wat paddenstoelen, ondanks de hoge recreatiedruk. Slechts zelden worden paddenstoelen moedwillig omgeschopt of vernield. Wat dat betreft is een gemiddeld bushokje vandaalgevoeliger. En inmiddels vervaardigd van vandaalbestendige materialen. Dat kun je van paddenstoelen niet zeggen, enkele stoere boomzwammen als de Tonderzwam daargelaten. Mycologisch vandalisme komt soms uit onverwachte hoek. In mijn woonplaats Beilen is het enige aardige bouwwerk de oude kerk aan het einde van een lange, statige beukenlaan. De afgelopen dertig jaar groeiden er nauwelijks paddenstoelen, maar in de natte augustus van vorig jaar stond het er plotseling vol met eekhoorntjesbrood, heksenboleten en ander schoons. Veel wandelaars genoten van de vroege herfstpracht en iedereen liet de paddenstoelen ongemoeid. Zo niet de groendienst van de gemeente, die de anderhalve grasspriet zonodig moest maaien. De laan lag bezaaid met brokstukken van paddenstoelen. Als ik een paddenstoelenmoordenaar ben, dan is dit optreden van de overheid welhaast mycologische genocide! 184 Column50-4.indd 184 24-8-2007 22:12:21 Verwacht en nu verschenen: Phyllotopsis nidulans Bert Tolsma Couwenhoven 43–16, 3703 EH Zeist Tolsma, L.P. 2007. Expected, and now arrived: Phyllotopsis nidulans. Coolia 50(4): 185–186. The Orange Mock Oyster was described in part two of the Flora Agaricina Neerlandica although at the time it had not yet been found in The Netherlands. This first find from the Amelisweerd estate in the province of Utrecht in March 2007 is described and the taxonomy briefly discussed, with a suggestion for a Dutch name (Oranje schijnoesterzwam). B egin maart 2007 belde Wim Appelhof uit De Bilt mij op of ik naar een vondst van hem uit Amelisweerd wilde kijken; hij dacht op beukenhout een soort uit het geslacht Hohenbuehelia gevonden te hebben maar was niet overtuigd. Ik bekeek het ook voor mij volkomen onbekende materiaal en vond onder de microscoop allantoide sporen, ongeveer dubbel zo lang als breed. Dat kon zeker geen Hohenbuehelia zijn, vooral ook omdat de karakteristieke, grote, dikwandige cystiden met vaak loslatende kristallenkrans om de top ontbraken. Ondertussen belde Wim op met de mededeling dat de sporee van deze soort roze was en dat deed het hart plots sneller kloppen, want dat beperkte de zoektocht aanzienlijk. Het werd daarna al snel duidelijk dat het hier de eerste vondst in Nederland van Phyllotopsis nidulans betrof. Phyllotopsis nidulans (Pers.: Fr.) Singer wordt door Kees Bas in deel 2 van FAN beschreven, alsof hij al voorzag dat de soort eerdaags in Nederland zou opduiken. Met de volgende beschrijving heb ik materiaal opgestuurd naar Jaap Wisman. Beschrijving van de vondst (Plaat 6) Op de oprijlaan naar landgoed Oud-Amelisweerd bij Utrecht (km-hok 140 × 453) bovenop een boomstronk van een beuk die reeds jaren geleden moet zijn gekapt, groeiden ongeveer 15 exemplaren van Phyllotopsis nidulans, breed aangehecht aan het rottende hout (Plaat X). Materiaal werd meegenomen op 5 maart 2007. Door langdurige regenval waren de vruchtlichamen doorweekt en daardoor slecht van kleur en kwaliteit. Ik ben zeker nog een keer of vijf gaan kijken of het mogelijk was een paar mooie foto’s te maken, maar dat viel tegen; eenmaal doornat is het mooie er definitief af. De hoeden bereiken een breedte van zo’n 11 cm en staan tot 7 cm van het hout af; de uiteinden van de grotere exemplaren zijn gelobd. De hoeden zijn dicht bedekt met (plukjes) haar; alleen de lobben zijn wat kaler. Aan die lobben is de kleur van de hoeden nog redelijk te onderscheiden, n.l. bleekoranje; naar de aanhechting toe is de kleur van bleekbruin naar wittig. Vooral de lamellen zijn opvallend oranjerood en de sporee is lichtoranje tot rozekleurig. Daarnaast zijn de vorm en de grootte van de sporen belangrijke kenmerken: boonvormig (allantoid) en ca. 2× zo lang als breed n.l. 5–6 × 2,5–3 μm. Ook de geur van (rottende) kool bij vooral opdrogende exemplaren is zeer karakteristiek en smakelijk is hij zeker niet. Phyllotopsis nidulans wordt nogal eens verward met Paxillus (Tapinella) panuoides, de Ongesteelde krulzoom, die in z’n typische vorm bruin is met een olijfzweem en vaak naar 185 Phnidulans.indd 185 1-9-2007 14:39:03 anijs ruikt. In tegenstelling tot Phyllotopsis nidulans veroorzaakt deze Paxillus bruinrot en groeit hij uitsluitend op naaldhout (dikwijls op bewerkt hout). Ook de soorten uit het geslacht Crepidotus (oorzwammetjes) vertonen overeenkomst, maar zijn doorgaans bleker van kleur, het oppervlak van de hoed is glad en de sporee meer (ijzer)roestkleurig. Er zijn diverse pogingen gedaan deze soort – de enige in het geslacht Phyllotopsis, hoewel Jaap in de literatuur ook nog de naam subnidulans tegenkwam – in een ander genus onder te brengen en wel in de genera Agaricus, Crepidotus, Panus, Panellus en Pleurotus. Toch bleek hij uiteindelijk daar niet te handhaven en kreeg/hield zo zijn eigen genusnaam, Phyllotopsis nidulans. Phyllon = blad en opsis = gelijkend op; gelijkend op een herfstblad. Bij nidulans moeten we denken aan iets dat op een nest lijkt. Wat de naamgeving in de ons omringende landen betreft wordt de kleur van de vruchtlichamen gebruikt om hem in de eigen taal aan te duiden. In het Duits heet hij Orangeseitling en in het Engels Orange Mock Oyster. Een passende naam in het Nederlands zou daarom kunnen zijn: Oranje schijnoesterzwam. In de literatuur zijn veel afbeeldingen van deze soort te vinden; hieronder een kleine selectie. Met dank aan Jaap Wisman voor waardevolle aanwijzigingen en literatuurgegevens. Literatuur Bas, C. 1990. Phyllotopsis. Flora Agaricina Neerlandica, vol. 2. Balkema, Rotterdam. Breitenbach, J & Kränzlin, F. 1991. Pilze der Schweiz. Deel 3. Mykologia Verlag, Luzern. Courtecuisse, R & Duhem, B. 1994. Les Champignons de France, Eclectis. Hrouda, P. 2001. Pleurotoid fungi of the family Polyporaceae, in the Czech republic and Slovakia. Czech Mycol. 53: 29–88. Ludwig, E. 2001. Pilzkompendium. Band 1. IHW-Verlag. Moser, M.M. 1983. Die Röhrlinge und Blätterpilze. Kleine Kryptogamenflora, Band IIb/2. Gustav Fischer Verlag, Stuttgart. Ryman, S & Holmåsen, I. 1992. Pilze. Bernhard Thalacker Verlag, Braunschweig. 186 Phnidulans.indd 186 1-9-2007 14:39:03 CRISTELLA–WEEKEND MEI 2007 Bernhard de Vries1 & Hermien Wassink 2 1 Roerdomplaan 222, 7905 EL Hoogeveen 2 Wiersseweg 22, 7261 AB Ruurlo de Vries, B. & Wassink, H. 2007. The Aphyllophorales weekend of May 2007. Coolia 50(4): 187– 191. The Aphyllophorales working group “Cristella” met over the weekend of 4–6 May 2007 near Winterswijk. We report on some of the interesting species found there and compare some records in the last plot with observations on Juniper and Yew made in 1979 and 1988. H et was al enige tijd zomers en het leek alsof het nooit meer anders zou worden. Toen we aankwamen, op 4 mei, en moesten kiezen waar we onze maaltijden zouden nuttigen werd het al heel gauw buiten onder de parasol. Dankzij het mooie weer hebben we deze keus later niet betreurd. Op deze manier hielden we werkruimte genoeg over in ons gasthuis “De Rekelershof” aan de Vosseveldseweg 17, 7107 AD te Winterswijk – Kotten. U merkt al: we moeten zuinig zijn op het adres, niet vergeten. Alles was er zo goed ingericht en schoon dat het verblijf daar voor herhaling vatbaar is. We sliepen in tweepersoonskamers of in kleine zaaltjes. Er was een nette keuken beschikbaar en dankzij het mooie weer hadden we plenty werkruimte. De omgeving is rijk aan leuke bosjes die eventueel lopend of op de fiets kunnen worden bereikt. Onze vrijdagmiddagexcursie ging naar twee bosjes dichtbij in de buurtschap Kotten en een paar enthousiastelingen besloten die dag in nog een derde te kijken. Op zaterdag gingen we per fiets naar het walhalla voor vegetatiekundigen: Bekendelle waar de “bek” zover was opgedroogd dat we er helemaal doorheen konden. Op verzoek hebben we nog gezocht naar Taxusbomen. In 1988 waren hierop namelijk leuke korstjes gevonden. Het resultaat van deze survivaltocht was slechts één oude Taxus zonder het zo begeerde dode hout. Daarna was Vragenderveen aan de beurt en daarna verkozen de topfitten nog een tochtje naar Wooldseveen; terwijl de rest min of meer uitgeput de gehuurde fietsen weer inleverde. Op zondag ten slotte kwam Willinks Weust aan de beurt, waar we ons de hele morgen in het fraaie parklandschap hebben vermaakt. Beken en bosjes Zodra de werkzaal is ingericht en de weekendtas onder een bed geslingerd begint het tijdelijk-thuis gevoel en wil je naar buiten. Dicht bij ons logeeradres stonden bosjes-naast-de beek op de kaart en die combinatie lijkt veelbelovend, te meer daar het dezelfde beek (de Bovenslinge) betrof als die van Bekendelle (de Slinge). Bovendien hadden we ze al gezien vanaf de weg N319; dus een gemakkelijk doelwit. Het eerste beekbos was landschappelijk al zeer fraai. De stroom meanderde onder de hangende bomen door en de zon speelde in het water. Dood hout was er ook genoeg; alleen waren we al spoedig door het terrein heen. De teller bleef staan op 39 soorten, ondanks de pogingen om met behulp van Asco’s en Myxo’s het aantal wat op te schroeven. 187 Cristella.indd 187 4-9-2007 21:06:44 Iets dichter bij huis waren nog andere bosrestanten waar we, heel verrassend, nog een Grote aardster (Geastrum pectinatum) vonden. Overigens was het een beetje armoe troef met 10 soorten. Een bijzondere vondst aan de beek De eerste Nederlandse vondst van Cristinia rhenana Grosse-Brauckm. was in 2002 in een rommelbosje bij de Slinge in Borculo. Bij toeval werd toen de vluchtige violetkleuring vastgesteld hetgeen een zeer constant en kenmerkend detail van deze vrij zeldzame paddenstoel blijkt te zijn. De determinatie werd bevestigd door Dr. Grosse-Brauckmann, de auteur van deze soort. Ook de (2e?) vondst tijdens dit weekend werd gedaan in de beekberm van de Bovenslinge, op een dode loofhouttak met een doorsnee van ca. 15 cm (Plaat 5). Het korstje is in verse toestand crèmekleurig en krijgt na droging een opvallend licht zalmroze kleur. Het dunne vruchtlichaam zit losjes op het substraat, het hymenium is spinnenwebachtig met een vezelige gemakkelijk te verwijderen rand. Een druppel KOH op het (liefst verse) vruchtlichaam vertoont onmiddellijk een violetverkleuring die zeer snel weer verdwenen is en vaak een gele vlek achterlaat (zie foto; de inzet is van een opname direct na de druppel KOH). Microscopisch is er ook het een en ander te zien (figuur 1). Opvallend zijn de siderofiele korrels in de onrijpe basidiën, het kenmerk waaraan dit geslacht zijn Nederlandse naam (Krentebrijkorstje) te danken heeft. In katoenblauw zijn deze korrels goed zichtbaar. De basidiën meten 22–28 × 5–7 μm. De cyanofiele sporen zijn dikwandig, vaak enigszins hoekig, meestal met één grote oliedruppel en ze meten (4)4,5–6(6,5) μm. Basidiën en hyfen met gespen, hyfen 3,5–5 μm. Subiculumhyfen 4–7(8) μm, af en toe zonder gespen, wat binnen het geslacht Cristinia kenmerkend is voor deze soort. =7 10llm Figuur 1. Cristinia rhenana. Sporen, basidiën met siderofiele korrels, en hyfen met of zonder gespen. Tekening: Hermien Wassink. 188 Cristella.indd 188 4-9-2007 21:06:44 Bekendelle en ander nats Ons bezoek aan Bekendelle was min of meer bedoeld als “snoepje van de week”, maar de droogte had ook hier toegeslagen. Het vreemde is dat als je gaat zoeken op de dan nog enigszins natte plekken je nauwelijks iets vindt terwijl hogerop nog wel, zij het verdroogde, fungi aanwezig zijn. Het bosje bestaat eigenlijk uit delen die een verschillende herkomst hebben. Rond de dan iets gekanaliseerde beek is op de oude kaart van 1850 nog open terrein met vrijstaande bomen. Zoals toen gebruikelijk zal er in droge zomers wel vee gelopen hebben. Het aantal Agaricales was in dit terrein het hoogst: zeven soorten met o.a. de fraaie Tijgertaaiplaat (Lentinus tigrinus) en de kleine beauty Oranje dwergmycena (Mycena acicula). Het aantal Aphyllophorales lag met 36 soorten hoger. Veel daarvan waren algemene soorten. De Rondsporige stinkkorstzwam (Scytinostroma hemidichophyticum) was reeds in het veld herkenbaar. Bij de ascomyceten waren een paar bijzonderheden: de Rietgrasmollisia (Mollisia phalaridis), het Zwart pokzwammetje (Nitschkia grevillei) en het Ankerwasbekertje (Orbilia inflatula). De Nitschkia werd gevonden door Nel Bulthuis. Het is een zwart dingetje dat lijkt op een Nectria die bij opdrogen de vorm van een bekertje krijgt. Het gebeurt niet zelden dat een excursielijst, tot misnoegen van de “tikker”, op een veel te laat tijdstip nog wordt aangevuld. Deze keer was de eerste auteur daaraan schuldig. Soms heb je dat; dat je tegen een lastig ding aanhikt en het maar voor je uit schuift. Het betrof een vliezig wit dingetje. Het lijkt op een Athelia, die los op het substraat zit, maar een beetje dikker. Onder het vruchtlichaam zitten kleine rhizomorfen die zichtbaar zijn door de droogtebarsten. De rand is onopvallend, een beetje dunner en spinwebachtig. De spoortjes zijn 10 klein: 3,5–4,5 × 2–2,5 μm. r'\ Zijdelings gezien zijn ze aan ö\jQ de buikzijde vlak of iets ingedeukt. De basidiën zitten in bundels en zijn 12–18 × 4 μm. Het subhymenium laat zich niet tekenen, zo onduidelijk zijn de hyfen dooreen geweven. Daaronder zitten prachtige duidelijke hyfen met gespen en korte naaldvormige kristalletjes. Ze zijn 2–4 μm breed. (Fig. 2). We kwamen uit op Fibulomyces mutabilis (Vergelende vlies- \0 0 0 1 ~lm Figuur 2. Fibulomyces mutabilis. Sporen, basidiën, hyfen met kristallen en gespen. Tekening: Bernhard de Vries. 189 Cristella.indd 189 4-9-2007 21:06:49 zwam); een soort die slechts af en toe op naaldhout te vinden is. De score voor Bekendelle kwam hiermee op 63 soorten uit. De tocht naar Vragenderveen gaf ons geen mycologische stimulansen. Was het daarom dat we in dit bos om het veen niet meer vonden dan 26 soorten? De topervaring was een natte plek met Waterviolieren. Mycologisch waren Vlokkig veenmosklokje (Galerina paludosa) en Veenmosgrauwkop (Tephrocybe palustris) wel aardig. De korstjes veroorzaakten geen verrukte uitroepen. Taxus Het laatste terrein, Willinks Weust op zondagmorgen, gaf ons genoeg dood hout voor vele kruiwagens vol korstjes. De inheemse naaldbomen Jeneverbes en Taxus kwamen ruimschoots aan bod. De in Bekendelle lang vergeefs gezochte Jeneverbeskorstzwam (Amylostereum laevigatum; Plaat 7) vonden we hier op de zelfde plek als op 22 november 1988 op Taxus. Was het voorheen een klein plekje waar ik indertijd een helft van had geoogst, nu was het behoorlijk veel meer en niet alleen aan de uiterste stamvoet maar ook iets hoger. Het was de enige ontdekte groeiplaats, in tegenstelling tot 1988 toen de soort ook groeide op andere plekjes op kaal hout en op een liggende tak. Verder viel het aantal soorten op Taxus een beetje tegen. In het verleden zaten er meer soorten. Het aantal soorten op Jeneverbes was daarentegen juist groter (zie Tabel 1). Waarschijnlijk is dat te danken aan het feit dat veel dikke Jeneverbestakken geheel of gedeeltelijk waren afgebroken. Het aantal takken met Kristalstertandjeszwam (Resinicium bicolor) was in beide periodes op Jeneverbes talrijk; een combinatie die ik verder, in 42 jeneverbesterreinen, alleen maar vond bij Ommen (Eerderveld) en bij Rijssen (Brekeld). De Penseeltandjeszwam (Hyphodontia nespori) was in het verleden al talrijk op dood Taxushout (Bekendelle in 1988 Tabel 1. Vergelijking van de vondsten op Taxus en Jeneverbes in de jaren 1979 en 1988 met die in 2007. x = aanwezig, ! = talrijk. 79-88 2007 79-88 2007 Jenev. Jenev. Taxus Taxus Amylostereum laevigatum x x x Botryobasidium subcoronatum x Ceratobasidium cornigerum x Cerocorticium confluens x x Dacrymyces stillatus x x Flagelloscypha minutissima x Hyphodontia alutaria x Hyphodontia nespori x x x Orbilia luteorubella x Pellidiscus pallidus x Resinicium bicolor x ! x! Rogersella sambuci x Sistotrema brinkmannii x Sistotrema efibulatum x Trechispora cohaerens x Trechispora mollusca x 190 Cristella.indd 190 4-9-2007 21:06:49 meer dan 20 vondsten). Tegenwoordig zit deze soort op bijna elke dode naaldhoutstam en soms zelfs op dood loofhout. In de tabel is ook mooi te zien dat Dacrymyces in het natte seizoen gemakkelijker wordt gevonden dan in een droge meimaand. Natuurlijk hebben we ook andere houtsoorten bekeken. Op Haagbeuk werd Melogramma campylosporium gevonden en op een toevallig in de berm gevonden tak van Ratelpopulier zat de Roze populierenschorszwam (Peniophora polygonia). Van de eerste vindt u een beschrijving in de Vries et al. (2006) op blz. 193. Peniophora polygonia is een stevig vuilroze korstje met een bultig uiterlijk dat uitsluitend op populieren voorkomt. Over het hele weekend werden 130 soorten genoteerd en dat is in een droge lente geen slechte score. Het fijne van korstjes verzamelen is dat je niet alleen in het veld geniet maar ook thuis veel moois vindt. Het is gewoon twee maal feest en het weekend laat soms heel lange sporen achter. Literatuur Arnolds, E. & al. 1995. Overzicht van de Paddestoelen in Nederland. NMV de Vries, B.W.L. & Kuyper, Th.W. 1990. Holzbewohnende Pilze auf Eibe (Taxus baccata). Zeitschr. Mykologie 56: 87–94 de Vries, B.W.L., Dam, N. & Wassink, H. 2006. Op stap met polderjongens. Coolia 49(4): 191–196. Scytinostroma hemidichophyticum (Rondsporige stinkkorstzwam) (Foto: Nico Dam) 191 Cristella.indd 191 4-9-2007 21:06:51 UITBREIDING NEDERLANDSE NAMENLIJST VOOR ASCOMYCETEN Henk Lammers, Leon Raaijmakers en Hans van Hooff Natuurstudiegroep “Coalescens”, Hoofdstraat 92, 5706 AM Helmond Lammers, H., Raaijmakers, L. & van Hooff, H. 2007. Expanded Dutch Name List for ascomycetes. Coolia 50(4): 192–227. With the 1995 Checklist of Dutch Macromycetes vernacular names were introduced for many ascometes. Since then, numerous additional species of ascomycetes have been found in The Netherlands. With this paper, in collaboration with the Society’s Commission on Vernacular Names, the authors now provide an update of Dutch names for ascomycetes, covering all records up to about december 2006. The table comprises new Dutch names for 733 species of ascomycetes, in the following format: Column 1: Registration number in the Netherlands’ fungus mapping database; column 2: scientific name; column 3: proposed vernacular name. H et heeft iets weg van een “continuing story”. Nadat de Nederlandse namenlijst voor Myxomyceten werd gepubliceerd in Coolia 43-3, werd vervolgens de Nederlandse Namenlijst voor Aphyllophorales en Phragmobasidiomycetes uitgebreid in Coolia 45-2. Voor de Myxomyceten kwam er nog een vervolg met de publicatie van de Standaardlijst voor Nederlandse Myxomyceten (Slijmzwammen) in Coolia 49-4. Er ontbrak nog een grote groep in dit geheel en dat waren de Ascomyceten. Bij het verschijnen van het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland werd aan een groot aantal soorten een Nederlandse naam toebedeeld, waarvan met name de Sinterklaasschijfjes breed werden uitgemeten in de landelijke media. Maar na het verschijnen van het overzicht werd het stil. Niet met de Ascomyceten want dankzij beter toegankelijke literatuur stijgt de belangstelling voor deze groep bij de Nederlandse mycologen. Dit blijft niet onopgemerkt, want met name het aantal soorten dat als “nieuw” voor ons land wordt ontdekt, vormt het leeuwendeel in vergelijking met de vondsten uit andere groepen. Een probleem, dat ook al voor de Aphyllophorales en Phragmobasidiomycetes werd gesignaleerd doet zich in minstens gelijke mate voor bij de Asco’s. Het barst van de synoniemen en steeds weer nieuwe inzichten in de nomenclatuur laten om de haverklap de wetenschappelijke namen weer veranderen. Alleen dit gegeven vraagt al om een meer stabiele factor en dat kunnen de Nederlandse namen zijn. Dat hiermee de mycologie ook beter toegankelijk wordt voor niet-mycologen behoeft geen nadere uitleg. Na een lange voorbereiding en dankzij de Nederlandse namencommissie, waarvan Joop Kortselius na enige tijd het voortouw nam, kon de klus worden geklaard. Ruben Walleyn zit namens de Belgische mycologen in deze commissie en zorgde voor de afstemming over de grens. Tot slot willen wij Stip Helleman nog bedanken die de conceptlijst nog van kritische opmerkingen heeft voorzien. 192 asconamen.indd 192 4-9-2007 21:39:43 ASCOMYCETEN Code A Genus / Soort Voorgestelde Nederlandse Naam 756.00.0 Acanthonitschkea Speg. Stekelkringzwam Esdoornstekelkringzwam 756.01.0 Acanthonitschkea tristis (Pers.) Nannf. 757.00.0 Acanthophiobolus Berl. Zee-egelzwammetje 757.01.0 Acanthophiobolus helicosporus (Berk. & Broome) J.Walker Wormsporig zee-egelzwammetje 794.00.0 Acrospermum Tode : Fr. Stengeltongetje 794.01.0 Acrospermum compressum Tode : Fr. Draadsporig stengeltongetje Acrospermum graminum Lib. Grasstengeltongetje 550.06.0 Aleuria congrex (P.Karst.) Svrček Kamsporige oranje bekerzwam Aleuria luteonitens (Berk. & Broome) Gill. Prachtige oranje bekerzwam Kelkje 783.00.0 Allophylaria (P.Karst.) P.Karst. Amicodisca Svrček Vriendenkelkje Amicodisca svrčekii Raitviir & Huhtinen Kleinsporig vriendenkelkje 890.00.0 Amphiporthe Petr. Knikkertje p.p. 890.01.0 Amphiporthe hranicensis (Petr.) Petr. Lindeknikkertje 890.02.0 Amphiporthe leiphaemia (Fr. : Fr.) Butin Eikenknikkertje 874.00.0 Amphisphaeria Ces. & De Not. Ballonnetje p.p. Amphisphaeria bufonia (Berk. & Broome) Ces. & De Not. Eikenballonnetje 874.02.0 Amphisphaeria millepunctata (Fuckel) Petr. Veelpuntig ballonnetje 874.01.0 Amphisphaeria umbrina (Fr.) De Not. Iepenballonnetje Anomalemma Sivan. Kruitzwam p.p. Anomalemma epochnii (Berk. & Broome) Sivan. Korstjeskruitzwam 844.00.0 Anthostomella Sacc. Schoorsteentje p.p. Anthostomella arenaria O.E. Erikss. Dwergcelschoorsteentje 844.01.0 Anthostomella formosa Kirschst. Dennenschoorsteentje Anthostomella limitata Sacc. Spiraalspletig schoorsteentje Links: Amphisphaeria bufonia (Eikenballonetje). Rechts: Caryospora striata (Streepsporig kruikje). ~_~J ~~ , ~, <...... 193 asconamen.indd 193 4-9-2007 21:39:45 844.04.0 Anthostomella phaeosticta (Berk.) Sacc. Grasschoorsteentje Anthostomella punctulata (Roberge ex Desm.) Sacc. Stippelschoorsteentje 844.02.0 Anthostomella rubicola (Speg.) Sacc. & Trotter Braamschoorsteentje A70.00.0 Apiognomonia Höhn. Snavelkogeltje p.p. Apiognomonia errabunda (Roberge ex Desm.) Höhn. Beukenbladsnavelkogeltje A70.01.0 Apiognomonia erythrostoma (Pers.) Höhn. Steenvruchtsnavelkogeltje A71.00.0 Apioplagiostoma M.E.Barr Snavelkogeltje p.p. A71.01.0 Apioplagiostoma carpinicola (Höhn.) M.E.Barr Haagbeuksnavelkogeltje 838.00.0 Apioporthe Höhn. Uitbreekkogeltje p.p. 838.01.0 Apioporthe vepris (Delacr.) Wehm. Kleinsporig uitbreekkogeltje Punthoofdje p.p. 891.00.0 Apiosordaria Arx & W.Gams 891.01.0 Apiosordaria verruculosa (C.N.Jensen) Arx & W.Gams Wratsporig punthoofdje 892.00.0 Apiospora Sacc. Zoolspoortje p.p. 892.01.0 Apiospora montagnei Sacc. Graszoolspoortje 892.02.0 Apiospora parallela (P.Karst.) Sacc. Hennegraszoolspoortje Apiosporopsis (Trav.) Mar. Dekselkogeltje Apiosporopsis carpinea (Fr.) Traverso Bladdekselkogeltje Webkogeltje A72.00.0 Arachnocrea J.Moravec A72.01.0 Arachnocrea stipata (Fuckel) J.Moravec Bleek webkogeltje 553.03.0 Arachnopeziza candidofulva (Schwein.) Korf Bont spinragschijfje Arachnopeziza variepilosa (R.Galan & Raitv.) Huhtinen Bescheiden spinragschijfje 805.00.0 Arnium Nitschke ex G.Winter Spinselbolletje 805.02.0 Arnium apiculatum (Griffiths) N.Lundq. Klitspinselbolletje 805.01.0 Arnium olerum (Fr.) N.Lundq. & J.C.Krug Koolspinselbolletje Arthrocladiella Vassilkov Meeldauw p.p. Arthrocladiella mougeotii (Lév.) Vassilkov Boksdoornmeeldauw 554.24.0 Ascobolus elegans J.Klein Elegant spikkelschijfje 554.23.0 Ascobolus epimyces (Cooke) Seaver Tonvormig spikkelschijfje 556.00.0 Ascocorticiellum Jülich & B. de Vries Zakwaasjeszwam 555.00.0 Ascocorticium Bref. Schorsvlekje p.p. Kloofjeszwam 807.00.0 Ascodichaena Butin 807.01.0 Ascodichaena rugosa Butin Slakkenkloofjeszwam 559.00.0 Ascotremella Seaver Zakjestrilzwam 559.01.0 Ascotremella faginea (Peck) Saev. Beukenzakjestrilzwam 894.00.0 Ascotricha Berk. Kroeshaarzwam 894.01.0 Ascotricha bosei D.Hawksw. Stengelkroeshaarzwam 894.02.0 Ascotricha chartarum Berk. Afvalkroeshaarzwam Asteromassaria Höhn. Joekelspoorzwam p.p. Asteromassaria macrospora (Desm.) Höhn. Beukenjoekelspoorzwam B Balsamia vulgaris Vittad. Gewone balsemtruffel 563.00.0 Belonium Sacc. Mollisia p.p. Belonium excelsius (P.Karst.) Boud. Langsporige kristalmollisia 563.02.0 Belonium incurvatum Graddon Gevlekte mollisia 564.01.0 Belonopsis graminea (P.Karst.) Sacc. & P.Sydow Grootsporige grasviltmollisia Belonopsis iridis (P.Crouan & H.Crouan) Graddon Oevermollisia 644.31.0 Belonopsis junciseda (P.Karst.) Le Gal & F.Mangenot Langsporige russenmollisia 194 asconamen.indd 194 4-9-2007 21:39:45 782.00.0 Berlesiella Sacc. Stromabesje 782.01.0 Berlesiella nigerrima (R.R.Bloxam ex Currey) Sacc. Groensporig stromabesje 744.00.0 Bertia De Not. Wrattenzwammetje 744.01.0 Bertia moriformis (Tode : Fr.) De Not. Moerbeiwrattenzwammetje Bertiella (Sacc.) Sacc. & P.Syd. Knapzakzwammetje p.p. Bertiella rhodospila (Berk. & M.A.Curtis) M.E.Barr Spletig knapzakzwammetje 566.05.0 Bisporella scolochloae (De Not.) Spooner Rietschijfzwammetje Blumeria Golovin ex Speer Meeldauw p.p. Blumeria graminis (DC.) Speer Grasmeeldauw 895.00.0 Blumeriella Arx Bladschijfje p.p. 895.01.0 Blumeriella jaapii (Rehm) Arx Vleeskleurig bladschijfje Bombardia Fr. Raketje Bombardia bombarda (Batsch Fr.) Schröt. Houtraketje Bombardioidea C.Moreau ex N.Lundq. Mestbommetje Bombardioidea stercoris (DC.) N.Lundq. Grootsporig mestbommetje 896.00.0 Botryosphaeria Ces. & De Not. Clusterkogeltje Botryosphaeria obtusa (Schwein.) Shoemaker Takclusterkogeltje 896.01.0 Botryosphaeria rhodina (Berk. & M.A.Curtis) Arx Gewoon clusterkogeltje 896.02.0 Botryosphaeria stevensii Shoemaker Essenclusterkogeltje Botryotinia calthae Hennebert & M.E.Elliott Dotterknolkelkje Botryotinia ficariarum Hennebert Speenkruidknolkelkje 589.00.0 Brunnipila Baral Franjekelkje p.p. 589.17.2 Brunnipila fagicola (W.Phillips) Baral Beukennapfranjekelkje Moskommetje 848.00.0 Bryoscyphus Spooner 848.03.0 Bryoscyphus atromarginatus Verkley, Aa & G.W. de Cock Rouwrandmoskommetje 848.01.0 Bryoscyphus dicrani (Ade & Höhn.) Spooner Gaffeltandmoskommetje 870.00.0 Bryostroma Döbbeler Moskogeltje 870.01.0 Bryostroma trichostomi (Rolland) Döbbeler Bladokselmoskogeltje 627.00.0 Byssonectria P.Karst. Zandschijfje C 897.00.0 897.02.0 897.03.0 897.01.0 808.00.0 808.01.0 569.02.0 569.06.0 569.05.0 569.01.0 849.01.0 Calonectria De Not. Calonectria colhounii Peerally Calonectria crotalariae (Loos) D.K.Bell & Sobers Calonectria theae Loos Calosphaeria Tul. & C.Tul. Calosphaeria cyclospora (Kirschst.) Petr. Calosphaeria dryina (Currey) Nitschke Calosphaeria pulchella (Pers. : Fr.) J.Schröt. Calosphaeria wahlenbergii Nitschke Calospora Sacc. Calospora arausiaca (Fabre) Sacc. Calycellina chlorinella (Ces.) Dennis Calycellina dennisii Raschle Calycellina fagina (Ant.Schmidt & Arendh.) Baral Calycellina ochracea (Grelet & De Crozals) Dennis Calycellina phalaridis (Lib. ex P.Karst.) Höhn. Calycellina populina (Fuckel) Höhn. Calycina cruentata (P.Karst.) O.Kuntze Calycina discreta (P.Karst.) Kuntze Meniezwammetje p.p. Azaleameniezwammetje Kasmeniezwammetje Rododendronmeniezwammetje Nestbolletje p.p. Hoefsporig nestbolletje Eikennestbolletje Verborgen nestbolletje Kringnestbolletje Perforeerzwam p.p. Eikenperforeerzwam Brandneteldonsschijfje Loofdonsschijfje Beukendonsschijfje Molmdonsschijfje Rietgrasdonsschijfje Populierendonsschijfje Russenpoederkelkje Klein poederkelkje 195 asconamen.indd 195 4-9-2007 21:39:45 Links: Cercophora coprophila (Ruig mestpiekhaartonnetje). Rechts: Coronophora gregaria (Kuddespaanzakje). Camarops lutea (Alb. & Schwein. : Fr.) Shear Geelvlekkige kogelzwam 898.00.0 Capnodium Mont. Roetpeertje 898.01.0 Capnodium salicinum Mont. Wilgenroetpeertje Capnodium tiliae (Fuckel) Sacc. Linderoetpeertje A56.00.0 Capronia Sacc. Kransbolletje Capronia moravica (Petr.) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman Kleinsporig kransbolletje A56.01.0 Capronia pilosella (P.Karst.) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman Variakransbolletje Capronia pulcherrima (Munk) E.Müll., Petrini, P.J.Fisher, Samuels & Rossman Muurspoorkransbolletje Caryospora De Not. Kruikje p.p. Caryospora striata (Niessl) Scheinpflug Streepsporig kruikje 875.00.0 Caudospora Starbäck Dropschijfje 875.01.0 Caudospora taleola (Fr. : Fr.) Starbäck Eikendropschijfje 563.00.0 Cejpia Velen. Mollisia p.p. Pijpenstrootjesmollisia 563.01.0 Cejpia hystrix (De Not.) Baral 572.00.0 Cenangiopsis Rehm Splijter p.p. 572.01.0 Cenangiopsis quercicola (Romell) Rehm Eikenbastsplijter 573.00.0 Cenangium Fr. : Fr. Splijter p.p. 573.01.0 Cenangium acicolum (Fuckel) Rehm Dennennaaldsplijter 573.02.0 Cenangium ferruginosum Fr. : Fr. Dennenbastsplijter Ceratocystis Ellis & Halsted Kogelbuisje p.p. Ceratocystis adiposa (E.J.Butler) C.Moreau Halvemaansporig kogelbuisje Ceratocystis autographa B.K.Bakshi Bastkevergalkogelbuisje Ceratocystis fimbriata Ellis & Halsted Hoedsporig kogelbuisje Ceratocystis pilifera (Fr.) C. Moreau Ambrosiakeverkogelbuisje Ceratocystis stenoceras (Robak) C.Moreau Obscuur kogelbuisje 809.00.0 Ceratosphaeria Niessl Stekelbolletje p.p. 809.01.0 Ceratosphaeria lampadophora (Berk. & Broome) Niessl Loofhoutstekelbolletje 196 asconamen.indd 196 4-9-2007 21:39:45 787.00.0 Cercophora Fuckel Piekhaartonnetje 787.01.0 Cercophora arenicola R.Hilber Zandpiekhaartonnetje 787.03.0 Cercophora caudata (Currey) N.Lundq. Verzonken piekhaartonnetje Cercophora coprophila (Fr.) N.Lundq. Ruig mestpiekhaartonnetje Cercophora mirabilis Fuckel Gekraagd piekhaartonnetje 787.04.0 Cercophora solaris (Cooke & Ellis) R.Hilber & O.Hilber Geschoren piekhaartonnetje 787.02.0 Cercophora sulphurella (Sacc.) R.Hilber Groengeel piekhaartonnetje Ceriophora v. Höhn. Barcodezwammetje Ceriophora palustris ( Berk. & Broome) Zeggebarcodezwammetje Ceriospora Niessl Knikkertje p.p. Ceriospora dubyi Niessl Hopknikkertje A63.01.0 Ceriospora polygonacearum (Petr.) Piroz. & Morgan-Jones Pluggenknikkertje 899.00.0 Chaetapiospora Petr. Zoolspoortje p.p. 899.01.0 Chaetapiospora rhododendri (Tengwall) Arx Rododendronzoolspoortje 781.00.0 Chaetomium Kunze : Fr. Kwastkopje p.p. Chaetomium atrobrunneum L.M.Ames Stijfharig kwastkopje 781.02.0 Chaetomium bostrychodes Zopf Spiraalharig kwastkopje 781.03.0 Chaetomium crispatum (Fuckel) Fuckel Kronkelharig kwastkopje 781.01.0 Chaetomium elatum Kunze : Fr. Antenneharig kwastkopje Chaetomium erectum Skolko & J.W.Groves Geweiharig kwastkopje 781.04.0 Chaetomium globosum Kunze : Fr. Kromharig kwastkopje 781.05.0 Chaetomium gracile Udagawa Sierharig kwastkopje 781.06.0 Chaetomium indicum Corda Gaffelharig kwastkopje 781.07.0 Chaetomium murorum Corda Stafharig kwastkopje 781.08.0 Chaetomium seminudum L.M.Ames Dunharig kwastkopje 714.00.0 Chaetosphaerella E.Müll. & C.Booth Viltzwam 714.02.0 Chaetosphaerella fusca (Fuckel) E.Müll. & C.Booth Donkergrijze viltzwam 714.01.0 Chaetosphaerella phaeostroma (Durieu & Mont.) E.Müll. & C.Booth Zwarte viltzwam 777.00.0 Chaetosphaeria Tul. & C.Tul. Tweespanzwam 777.03.0 Chaetosphaeria callimorpha (Mont.) Sacc. Bramentweespanzwam 777.04.0 Chaetosphaeria innumera Berk. & Broome ex Tul. & C.Tul. Kale tweespanzwam 777.01.0 Chaetosphaeria myriocarpa (Fr.) C.Booth Ruwe tweespanzwam 845.01.0 Chaetosphaeria ovoidea (Fr.) Constant., K.Holm & L.Holm Gewone tweespanzwam 777.02.0 Chaetosphaeria pulviscula (Currey) C.Booth Stoffige tweespanzwam Chaetosphaeria vermicularioides (Sacc. & Roum.) W.Gams & Hol.-Jech. Gebroken tweespanzwam 617.01.0 Cheilymenia carota (Boedijn & Overeem) Vals borstelbekertje Choiromyces Vittad. Meandertruffel Choiromyces meandriformis Vittad. Gewone meandertruffel 577.11.0 Ciboria juncorum Velen. Russenmummiekelkje 720.00.0 Ciliolarina Svrček Rijpkelkje p.p. 720.01.0 Ciliolarina laricina (Raitv.) Svrček Lariksrijpkelkje Ciliolarina ligniseda (Velen.) Svrček Naaldhoutrijpkelkje 720.03.0 Ciliolarina neglecta Huhtinen Dennenrijpkelkje Ciliolarina pinicola (Henn. & Plöttn.) Huhtinen Grootsporig rijpkelkje 197 asconamen.indd 197 4-9-2007 21:39:46 Cistella albidolutea (Feltgen) Baral Bosbiesrijpkelkje Cistella deflexa (Graddon) Raitviir Wandelstokrijpkelkje 578.06.0 Cistella geelmuydenii Nannf. Askleurig rijpkelkje Cistella graminicola (Raitviir) Raitviir Moerasrijpkelkje Clypeosphaeria Fuckel Schoorsteentje p.p. Clypeosphaeria perfidiosa (De Not.) M.E. Barr Esdoornschoorsteentje Kronkelstafje A49.00.0 Coccomyces De Not. A49.01.0 Coccomyces coronatus (Schumach.) De Not. Bladkronkelstafje 779.00.0 Coleroa Rabenh. Kraterbultje 779.01.0 Coleroa robertiani (Fr.) E.Müll. Robertskruidkraterbultje Spleetlip p.p. 738.00.0 Colpoma Wallr. 738.01.0 Colpoma quercinum (Pers. : Fr.) Wallr. Eikenspleetlip Colpoma crispum (Pers. : Fr.) Sacc. Brede spleetlip 784.00.0 Coniochaeta (Sacc.) Cooke Korrelkernzwam 784.04.0 Coniochaeta angustispora D.Hawksw. & H.Y.Yip Smalsporige korrelkernzwam 784.05.0 Coniochaeta hansenii (Oudem.) Cain Veelsporige korrelkernzwam 784.06.0 Coniochaeta leucoplaca (Berk. & Ravenel) Cain Korte mestkorrelkernzwam 784.02.0 Coniochaeta ligniaria (Grev.) Massee Houtkorrelkernzwam 784.03.0 Coniochaeta malacotricha (Auersw. ex Niessl) Traverso Dennenkorrelkernzwam Coniochaeta pulveracea (Ehrh. : Fr.) Munk Kortharige korrelkernzwam 784.07.0 Coniochaeta scatigena (Berk. & Broome) Cain Lange mestkorrelkernzwam 784.08.0 Coniochaeta subcorticalis (Fuckel) Munk Verborgen korrelkernzwam 784.01.0 Coniochaeta velutina (Fuckel) Cooke Fluwelige korrelkernzwam A01.00.0 Coniochaetidium Malloch & Cain Spleetbolletje p.p. A01.01.0 Coniochaetidium savoryi (C.Booth) Malloch & Cain Jeneverbesspleetbolletje Coprotus disculus Kimbr., Luck-Allen & Cain Doorschijnend mestdwergschijfje Cordyceps (Fr. : Fr.) Link Parasietknotszwam Coronophora Fuckel Spaanzakje p.p. Coronophora gregaria (Lib.) Fuckel Kuddespaanzakje A02.00.0 Corynascus Arx Spleetbolletje p.p. A02.01.0 Corynascus sepedonium (C.W.Emmons) Arx Piekhaarspleetbolletje Coryne Nees Glibberzwam p.p. Coryne atrovirens (Pers. : Fr.) Sacc. Knotsglibberzwam 585.00.0 Crumenulopsis J.W.Groves Groepsschoteltje 585.01.0 Crumenulopsis pinicola (Rebent.) J.W.Groves Dennengroepsschoteltje 758.00.0 Cryptodiaporthe Petr. Uitbreekkogeltje p.p. 758.02.0 Cryptodiaporthe aesculi (Fuckel) Petr. Kastanjeuitbreekkogeltje Cryptodiaporthe aubertii (Westendorp) Wehm. Gageluitbreekkogeltje Cryptodiaporthe castanea (Tul.) Wehrmeyer Bobbeluitbreekkogeltje 758.03.0 Cryptodiaporthe hystrix (Tode : Fr.) Petr. Zwartlinie-uitbreekkogeltje Cryptodiaporthe populea (Sacc.) Butin ex Butin Populierenuitbreekkogeltje 758.04.0 Cryptodiaporthe pulchella (Sacc.) Butin ex Butin Peppelbladuitbreekkogeltje Cryptodiaporthe pyrrhocystis (Berk. & Broome) Wehm. Tandsporig uitbreekkogeltje Cryptodiaporthe salicella (Fr.) Petr. Wilgenuitbreekkogeltje 758.07.0 Cryptodiaporthe salicina (Currey) Wehm. Breedsporig wilgenuitbreekkogeltje 797.00.0 Cryptodiscus Corda Houtputje 797.01.0 Cryptodiscus rhopaloides Sacc. Grillig houtputje A73.00.0 Cryptosphaeria Ces. & De Not. Lijnkogeltje 198 asconamen.indd 198 4-9-2007 21:39:46 Plaat 1. Kleine bruine bekerzwam (Humaria hemisphaerica), vormt ectomycorrhiza met loofen naaldbomen. (Foto: Maurice vd Molen) Plaat 2. Geel varkensoor (Flavoscypha cantharellus = Otidea concinna), zeer waarschijnlijk ectomycorrhizavormend, net als andere Otidea-soorten. (Foto: Nico Dam) 199 kleurenkatern.indd 199 4-9-2007 21:34:44 Plaat 3: Sarcosphaera coronaria, nauw verwant met Peziza, en ectomycorrhizavormend. (Foto: Nico Dam) Plaat 4: Cedergrondbekerzwam (Geopora sumneriana). Van verschillende soorten uit dit geslacht is vorming van ectomycorrhiza aangetoond. (Foto: Maurice vd Molen) 200 kleurenkatern.indd 200 4-9-2007 21:34:48 Plaat 5. Cristinia rhenana, uit een bosje bij Winterswijk. De inzet linksonder toont de (vluchtige) reactie met loog. (Foto: Hermien Wassink) Plaat 6: De eerste Nederlandse vondst van Phyllotopsis nidulans (voorstel: Oranje schijnoesterzwam), in Amelisweerd. (Foto: Bert Tolsma) 201 kleurenkatern.indd 201 4-9-2007 21:34:50 Plaat 7: Jeneverbeskorstzwam (Amylostereum laevigatum), in Willinks Weust. (Foto: Henk Huijser) 202 kleurenkatern.indd 202 4-9-2007 21:34:51 A73.01.0 Cryptosphaeria eunomia (Fr.) Fuckel Taklijnkogeltje Cryptosphaeria populina (Pers.) Sacc. Populierenlijnkogeltje A04.00.0 Cryptosporella Sacc. Collectiefzwammetje A04.01.0 Cryptosporella hypodermia (Fr. : Fr.) Sacc. Iepencollectiefzwammetje Cryptovalsa (Ces. & De Not.) Fuckel Spaanzakje p.p. Cryptovalsa protacta (Pers.) De Not. Essenspaanzakje Muurspoorbolletje p.p. 788.00.0 Cucurbitaria Gray 788.01.0 Cucurbitaria berberidis (Pers.) Grev. Zuurbesmuurspoorbolletje 788.02.0 Cucurbitaria elongata (Fr.) Grev. Robiniamuurspoorbolletje A05.00.0 Curreya Sacc. Muurspoorbolletje p.p. A05.01.0 Curreya pithyophila (J.C.Schmidt & Kunze : Fr.) Arx & E.Müll. Naaldhoutmuurspoorbolletje 587.11.0 Cyathicula fraxinophila (Svrček) Baral Essengeleikelkje 587.10.0 Cyathicula pallida Velen. Esdoorngeleikelkje Spleetlip p.p. 798.00.0 Cyclaneusma DiCosmo, Peredo & Minter 798.01.0 Cyclaneusma minus (Butin) DiCosmo, Peredo & Minter Opgezwollen spleetlip D 847.01.0 A06.00.0 A06.02.0 A06.01.0 590.02.0 740.00.0 740.01.0 740.05.0 740.02.0 740.06.0 740.03.0 740.04.0 A51.00.0 Daldinia occidentalis Child Dasyscyphella claviculata (Velen.) Baral & Svrček Delitschia Auersw. Delitschia didyma Auersw. Delitschia pachylospora Luck-Allen & Cain Delitschia winteri (W.Phillips & Plowr.) Sacc. Dematioscypha richonis (Boud.) Huhtinen Dematioscypha richonis var. olivacea Huhtinen Dermea ariae (Pers. : Fr.) Tul. & C.Tul. ex P.Karst. Dermea prunastri (Pers. : Fr.) Fr. Dermea tulasnei J.W.Groves Diaporthe Nitschke Diaporthe arctii (Lasch) Nitschke Diaporthe circumscripta Fuckel Diaporthe decedens (Fr.) Fuckel Diaporthe decorticans (Lib.) Sacc. & Roum. Diaporthe dulcamarae Nitschke Diaporthe eres Nitschke Diaporthe hederae Wehm. Diaporthe inaequalis (Currey) Nitschke Diaporthe incarcerata (Berk. & Broome) Nitschke Diaporthe leiphaemia (Fr. : Fr.) Sacc. Diaporthe linearis (Nees) Nitschke Diaporthe medusaea Nitschke Diaporthe oncostoma (Duby) Fuckel Diaporthe pardalota (Mont.) Nitschke ex Fuckel Diaporthe perniciosa Marchal & É.J.Marchal Diaporthe pustulata (Desm.) Sacc. Diaporthe scobina Nitschke Diaporthe strumella (Fr.) Fuckel Diaporthe trinucleata Niessl Diaporthopsis Fabre Sokkelhoutskoolzwam Stralend franjekelkje Mesthaarbolletje p.p.. Scheefsporig mesthaarbolletje Schamel mesthaarbolletje Konijnenmesthaarbolletje Donkerrood franjekelkje Donkergroen franjekelkje Lijsterbesleerschijfzwam Pruimenleerschijfzwam Essenleerschijfzwam Uitbreekkogeltje p.p. Klituitbreekkogeltje Vlieruitbreekkogeltje Hazelaaruitbreekkogeltje Twijguitbreekkogeltje Bitterzoetuitbreekkogeltje Gewoon uitbreekkogeltje Breedsporig klimopuitbreekkogeltje Bremuitbreekkogeltje Rozenuitbreekkogeltje Eikenuitbreekkogeltje Lijnuitbreekkogeltje Langhals robinia-uitbreekkogeltje Korthals robinia-uitbreekkogeltje Vlekkenuitbreekkogeltje Vogelkersuitbreekkogeltje Esdoornuitbreekkogeltje Essenuitbreekkogeltje Ribesuitbreekkogeltje Koninginnenkruiduitbreekkogeltje Uitbreekkogeltje p.p. 203 asconamen.indd 203 4-9-2007 21:39:46 A51.01.0 Diaporthopsis angelicae (Berk.) Wehm. Schermbloemuitbreekkogeltje 593.04.0 Diatrypella pulvinata Nitschke Kussenvormig schorsschijfje 876.00.0 Didymella Sacc. Poriebultje p.p. 876.01.0 Didymella applanata (Niessl) Sacc. Braamporiebultje 876.02.0 Didymella bryoniae (Fuckel) Rehm Heggenrankporiebultje Didymella equisetina (Syd.) Petr. Paardenstaartporiebultje 876.03.0 Didymella eupyrena Sacc. Netelbladporiebultje 876.07.0 Didymella exigua (Niessl) Sacc. Kruidenporiebultje Didymella glacialis Rehm Grasporiebultje 876.04.0 Didymella ligulicola (K.F.Baker, Dimock & L.H.Davis) Arx Chrysantenporiebultje 876.05.0 Didymella lycopersici Kleb. Tomatenporiebultje 876.08.0 Didymella prominula (Speg.) Piroz. & Morgan-Jones Varenporiebultje Didymella proximella (P.Karst.) Sacc. Zeggeporiebultje 876.06.0 Didymella urticicola Aa & Boerema Brandnetelporiebultje 760.00.0 Didymosphaeria Fuckel Poriebultje p.p. 760.01.0 Didymosphaeria conoidea Niessl Zakjeszwamporiebultje 760.02.0 Didymosphaeria futilis (Berk. & Broome) Rehm Harig poriebultje Didymosphaeria massarioides Speg. Streepsporig poriebultje 877.03.0 Didymosphaeria oblitescens (Berk. & Broome) Sacc. Variabel poriebultje Diehliomyces Gilkey Truffel p.p. A07.00.0 Diplocarpon F.A.Wolf Bladkringenzwam A07.01.0 Diplocarpon rosae F.A.Wolf Rozenbladkringenzwam A08.00.0 Discohainesia Nannf. Schoteltje p.p. A08.01.0 Discohainesia oenotherae (Cooke & Ellis) Nannf. Loverschoteltje 810.00.0 Discostroma Clem. Kogelzwam p.p. 810.01.0 Discostroma tostum (Berk. & Br.) Brockmann Wilgenroosjeskogelzwam 761.00.0 Ditopella De Not. Stippelkringzwam 761.01.0 Ditopella ditopa (Fr. : Fr.) J.Schröt. Elzenstippelkringzwam A09.00.0 Dothidea Fr. : Fr. Speldenkussenzwam Links: Delitschia didyma (Scheefsporig mesthaarbolletje). Rechts: Karstenia lonicerae (Kamperfoeliekraterje). 204 asconamen.indd 204 ~o -6-~ 4-9-2007 21:39:47 A09.01.0 878.00.0 878.01.0 A10.00.0 A10.01.0 A10.02.0 598.03.0 E Dothidea noxia Ruhland Dothidotthia Höhn. Dothidotthia ramulicola (Peck) M.E.Barr Drepanopeziza (Kleb.) Höhn. Drepanopeziza populi-albae (Kleb.) Nannf. Drepanopeziza ribis (Kleb.) Höhn. Drepanopeziza sphaeroides (Pers.) Nannf. Durella macrospora Fuckel Ruïneuze speldenkussenzwam Stromadruifje Variabel stromadruifje Bladpukkel Abelenbladpukkel Ribesbladpukkel Wilgenbladpukkel Grootsporig roetschoteltje 789.00.0 Echinula Graddon Schijfzwammetje p.p. Elaphomyces asperulus Vitt. Blozende hertentruffel Thermozwammetje A11.00.0 Eleutherascus Arx A11.01.0 Eleutherascus tuberculatus Samson & Luiten Knobbelig thermozwammetje Vleugelspoorbolletje A13.00.0 Emericellopsis J.F.H.Beyma A13.01.0 Emericellopsis glabra (J.F.H.Beyma) Backus & Orpurt Glad vleugelspoorbolletje A13.02.0 Emericellopsis robusta Emden & W.Gams Fors vleugelspoorbolletje A13.03.0 Emericellopsis terricola J.F.H.Beyma Grondvleugelspoorbolletje Enchnoa Fr. Webbolletje Enchnoa infernalis (Kunze : Fr.) Fuckel Eikenwebbolletje 600.04.0 Encoelia glauca Dennis Blauwgroene schijfzwam 600.03.0 Encoelia petrakii Gremmen Dennenschijfzwam A14.00.0 Encoeliopsis Nannf. Schijfzwam p.p. A14.01.0 Encoeliopsis rhododendri (Ces. ex Rabenh.) Nannf. Rododendronschijfzwam 799.00.0 Endoxyla Fuckel Houtmoffelzwam 799.01.0 Endoxyla cirrhosa (Pers. : Fr.) E.Müll. & Arx Ampulhoutmoffelzwam 626.00.0 Entoleuca Syd. Kogelzwam p.p. 626.12.0 Entoleuca mammata (Wahlenb.) J.D. Rogers & Y.-M. Ju Bultige kogelzwam 601.00.0 Epichloë (Fr.) Tul. & C.Tul. Verstikker 601.01.0 Epichloë typhina (Pers. : Fr.) Tul. & C.Tul. Halmverstikker Epichloë clarkei White Witbolverstikker 839.00.0 Eriopezia (Sacc.) Rehm Spinragschijfje p.p. 839.01.0 Eriopezia caesia (Pers.) Rehm Krentenpapspinragschijfje Erysiphe R.Hedw. ex DC. : Fr. Meeldauw p.p. Erysiphe aquilegiae DC. Akeleimeeldauw Erysiphe biocellata Ehrenb. Muntmeeldauw Erysiphe circaeae L.Junell Heksenkruidmeeldauw Erysiphe convolvuli DC. Windemeeldauw Erysiphe cruciferarum Opiz ex L.Junell Koolmeeldauw Erysiphe cynoglossi (Wallr.) U.Braun Smeerwortelmeeldauw Erysiphe depressa (Wallr.) Schltdl. Klitmeeldauw Erysiphe galeopsidis DC. Hennepnetelmeeldauw Erysiphe galii S.Blumer Walstromeeldauw Erysiphe heraclei DC. Schermbloemmeeldauw Erysiphe knautiae Duby Beemdkroonmeeldauw Erysiphe pisi DC. Vlinderbloemmeeldauw Erysiphe polygoni DC. Duizendknoopmeeldauw Erysiphe sordida L.Junell Voetspoormeeldauw Erysiphe ulmariae Desm. Moerasspireameeldauw 205 asconamen.indd 205 4-9-2007 21:39:47 F G 626.10.0 603.03.0 880.00.0 880.01.0 Erysiphe urticae (Wallr.) S.Blumer Euepixylon Füisting Euepixylon udum (Pers. : Fr.) Laessoe & Spooner Eutypa scabrosa (Bull.) Auersw. Eutypella cerviculata (Fr. : Fr.) Sacc. Eutypella prunastri (Pers.) Sacc. Exarmidium P.Karst. Exarmidium hemisphaericum (Fr. : Fr.) Aptroot Brandnetelmeeldauw Kogelzwam p.p. Verzonken kogelzwam Scherpe korstkogelzwam Gerimpeld schorsschijfje Prunusschorsschijfje Stippelkogeltje p.p. Vlierstippelkogeltje 604.06.0 658.04.0 Farrowia D.Hawksw. Farrowia seminuda (L.M.Ames) D.Hawksw. Fenestella Tul. & C.Tul. Fenestella fenestrata (Berk. & Broome) J.Schröt. Fenestella salicis (Rehm) Sacc. Fimaria ripensis (E.C.Hansen) Korf Flavoscypha Harmaja Kwastkopje p.p. Dunharig kwastkopje Muurspoorbolletje p.p. Clustermuurspoorbolletje Wilgenmuurspoorbolletje Sclerotiummestbekertje Varkensoor p.p. Halmdoder 872.00.0 Gaeumannomyces Arx & D.L.Olivier Gaeumannomyces caricis J.Walker Zeggehalmdoder 872.01.1 Gaeumannomyces graminis (Sacc.) Arx & D.L.Olivier Grashalmdoder A17.00.0 Gelasinospora Dowding Kraterspoorzwam A17.01.0 Gelasinospora calospora (Mouton) C.Moreau & M.Moreau Varia kraterspoorzwam A17.02.0 Gelasinospora cerealis Dowding Graankraterspoorzwam A17.03.0 Gelasinospora retispora Cain Lijntjeskraterspoorzwam Geoglossum difforme Fr. : Fr Grillige aardtong Geoglossum glabrum Pers. : Fr. Gladde aardtong 606.07.0 Geoglossum simile Peck Tengere aardtong 607.02.0 Geopyxis majalis (Fr.) Sacc. Vroeg brandplekkelkje 762.00.0 Gibberella Sacc. Gitklompje Gibberella cyanogena (Desm.) Sacc. Blauw gitklompje 762.01.0 Gibberella pulicaris (Fr. : Fr.) Sacc. Variabel gitklompje 762.02.0 Gibberella zeae (Schwein.) Petch Grasgitklompje Gloeotinia M.Wilson, Noble & E.G.Gray Mummiekelkje p.p. Gloeotinia granigena (Quél.) T.Schumacher Raaigrasmummiekelkje A18.00.0 Glomerella Spaulding & H.Schrenk Wimpertolletje A18.01.0 Glomerella cingulata (Stoneman) Spaulding & H.Schrenk Kruidenwimpertolletje A18.03.0 Glomerella tucumanensis (Speg.) Arx & E.Müll. Graswimpertolletje 804.00.0 Gloniopsis De Not. Spleetlip p.p. 804.02.0 Gloniopsis curvata (Fr.) Sacc. Streepsporige spleetlip 804.01.0 Gloniopsis praelonga (Schwein.) Underw. & Earle Braamspleetlip 871.00.0 Gnomonia Ces. & De Not. Snavelkogeltje p.p. Gnomonia amoena (Nees : Fr.) Fuckel Hazelaarsnavelkogeltje 871.01.0 Gnomonia cerastis (Riess) Ces. & De Not. Esdoornsnavelkogeltje Gnomonia comari P.Karst. Kruidensnavelkogeltje Gnomonia gnomon (Tode : Fr.) J.Schröt. Naaldsporig snavelkogeltje 871.02.0 Gnomonia padicola (Lib.) Kleb. Prunussnavelkogeltje 758.01.0 Gnomonia rostellata (Fr. : Fr.) Bref. Tweecellig braamsnavelkogeltje 206 asconamen.indd 206 4-9-2007 21:39:47 H 871.04.0 A74.00.0 A74.01.0 608.00.0 608.02.0 608.03.0 608.04.0 608.04.0 610.00.0 610.01.0 A20.00.0 A20.01.0 Gnomonia setacea (Pers. : Fr.) Ces. & De Not. Gnomoniella Sacc. Gnomoniella rubicola Pass. Godronia Moug. & Lév. Godronia callunigera (P.Karst.) P.Karst. Godronia cassandrae Peck Godronia fuliginosa (Pers. : Fr.) Seaver Godronia ribis (Fr.) Seaver Gremmeniella M.Morelet Gremmeniella abietina (Lagerb.) M.Morelet Guignardia Viala & Ravaz Guignardia philoprina (Berk. & M.A.Curtis) Aa Guignardia punctoidea (Cooke) Schroter Berkensnavelkogeltje Snavelkogeltje p.p. Eencellig braamsnavelkogeltje Zwermkommetje p.p. Heidezwermkommetje Grootsporig zwermkommetje Wilgenzwermkommetje Ribeszwermkommetje Zwermkommetje p.p. Naaldhoutzwermkommetje Bladstipje Hulstbladstipje Eikenbladstipje 792.00.0 792.02.0 792.01.0 729.00.0 729.01.0 614.16.0 648.00.0 648.02.0 811.02.0 618.11.0 618.06.0 618.10.0 618.01.9 618.07.0 618.08.0 618.12.0 618.09.0 621.02.0 622.31.0 622.15.0 622.08.2 A75.00.0 578.07.0 802.01.0 A48.00.0 A48.01.0 623.08.0 623.09.0 774.00.0 Haglundia Nannf. Mollisia p.p. Haglundia perelegans (Haglund) Nannf. Bruinharige mollisia Haglundia sarmentorum Svrček Bramenmollisia Hamatocanthoscypha ocellata Huhtinen Naaldhoutschorswaterkelkje Helminthosphaeria Fuckel Parasietkogeltje Helminthosphaeria clavariarum (Desm.) Fuckel Koraalzwamparasietkogeltje Helminthosphaeria corticiorum Höhn. Korstzwamparasietkogeltje Helvella confusa Harmaja Aangebrande kluifzwam Herpotrichia Fuckel Pluisbolletje p.p. Herpotrichia macrotricha (Berk. & Broome) Sacc. Ongebonden pluisbolletje Humaria Fuckel Bekerzwam p.p. Humaria aurantia (Clem.) Häffner, Benkert & Krisai Humusbekerzwam Hyalopeziza niveocincta (Graddon) Raschle Zonnig piekhaarkelkje Hyaloscypha daedaleae Velen. Wigsporig waterkelkje Hyaloscypha fuckelii Nannf. Gewoon waterkelkje Hyaloscypha herbarum Velen. Spireawaterkelkje Hyaloscypha hyalina (Pers.: Fr.) Boud. Doorschijnend waterkelkje Hyaloscypha intacta Svrček Maagdelijk waterkelkje Hyaloscypha paludosa Dennis Moeraswaterkelkje Hyaloscypha quercicola (Velen.) Huhtinen Cambiumwaterkelkje Hyaloscypha vitreola (P.Karst.) Boud. Haakcelwaterkelkje Hydnotrya confusa Spooner Flappensporige doolhoftruffel Hymenoscyphus bryophilus (Fr.) W.Phillips Mosvoetvlieskelkje Hymenoscyphus limonium (Cooke & Peck) Dennis Geel kruidenvlieskelkje Hymenoscyphus phyllophilus (Desm.) Kuntze Beukenbladvlieskelkje Hymenoscyphus rhytidiadelphi Svrček Haakmoskommetje Hymenoscyphus rokebyensis (Svrček) Matheis Beukendopvlieskelkje Hymenoscyphus vitellinus (Rehm) Kuntze Spireavlieskelkje Hyphodiscus Kirschst. Franjekelkje p.p. Hyphodiscus hymeniophilus (P.Karst.) Baral Buisjeszwamrijpkelkje Hyphodiscus theiodeus (Cooke & Ellis) W.Y.Zhuang Korstzwamfranjekelkje Hypocopra (Fr.) Kickx Mesturntje Hypocopra pachyalax J.C.Krug & Cain Kortspletig mesturntje Hypocrea argillacea W.Phillips & Plowr. Takkussentjeszwam Hypocrea pilulifera J.Webster & Rifai Lilliputkussentjeszwam Hypoderma De Not. Bootje 207 asconamen.indd 207 4-9-2007 21:39:47 774.02.0 Hypoderma commune (Fr.) Duby Kruidenbootje Hypoderma hederae (T.Nees ex Mart.) De Not. Klimopbootje Hypoderma ilicinum De Not. Eikenbladbootje 774.01.0 Hypoderma rubi (Pers.: Fr.) DC. Bramenbootje Hypoderma scirpinum DC. Biezenbootje 625.08.0 Hypomyces albidus Rehm Dennenbloedzwameter 625.03.0 Hypomyces odoratus G.R.W.Arnold Kamferzwameter Hypospilina (Sacc.) Traverso Snavelkogeltje p.p. Hypospilina bifrons (DC.) Traverso Eikenbladsnavelkogeltje Hypoxylon intermedium (Schwein. : Fr.) Y.M.Ju & J.D.Rogers Gewelfde essenkogelzwam 626.07.5 Hypoxylon petriniae M.Stadler & J.Fournier Vlakke essenkogelzwam 795.00.0 Hysterium Pers. : Fr. Spleetkooltje p.p. 795.01.0 Hysterium angustatum Alb. & Schwein. : Fr. Schorsspleetkooltje 795.02.0 Hysterium pulicare Pers. : Fr. Loofbosspleetkooltje Hysterographium Corda Spleetkooltje p.p. Hysterographium fraxini (Pers. : Fr.) De Not. Essenspleetkooltje Hysterostegiella typhae Syd. Lisdoddedekselbekertje Hysterostegiella valvata (Mont.) Höhn. Helmdekselbekertje I 873.00.0 Immotthia M.E.Barr Papilbolletje p.p. 873.01.0 Immotthia hypoxylon (Ellis & Everh.) M.E.Barr Kogelzwampapilbolletje A76.00.0 Incrupila Raitv. Korsthaarkelkje A76.01.0 Incrupila aspidii (Lib.) Raitv. Varenkorsthaarkelkje Inermisia Rifai Mosschijfje p.p. Inermisia pilifera (Cooke) Dennis & Itzerott Flets mosschijfje A57.00.0 Ionomidotis E.J.Durand ex Thaxt. Schijfzwam p.p. A57.01.0 Ionomidotis fulvotingens (Berk. ex M.A.Curt.) E.K.Cash Geplooide schijfzwam J K A77.00.0 Kalmusia Niessl Ballonnetje p.p. A77.01.0 Kalmusia clivensis (Berk. & Broome) M.E.Barr Okersporig ballonnetje Karstenia Fr. Kratertje p.p. Karstenia lonicerae (Velen.) Sherwood Kamperfoeliekratertje 881.00.0 Keissleriella Höhn. Kruinhaarbolletje 881.02.0 Keissleriella culmifida (P.Karst.) S.K.Bose Graskruinhaarbolletje 881.01.0 Keissleriella ocellata (Niessl) S.K.Bose Hertshooikruinhaarbolletje Kernia Nieuwl. Tentakelzwammetje Kernia nitida (Sacc.) Nieuwl. Glanzend tentakelzwammetje 882.00.0 Kirschsteiniothelia D.Hawksw. Papilbolletje p.p. 882.01.0 Kirschsteiniothelia aethiops (Berk. & M.A.Curtis) D.Hawksw. Loofhoutpapilbolletje 882.02.0 Kirschsteiniothelia maritima (Linder) D.Hawksw. Drijfhoutpapilbolletje Klasterskya Petr. Kokerbolletje Klasterskya acuum (Mouton) Petr. Dennenkokerbolletje Kotlabaea Svrček Zandbekertje 710.00.0 Kretzschmaria Fr. Houtskoolzwam p.p. Jobellisia Barr Jobellisia saliciluticola P. Leroy Kussenbolletje Wilgenkussenbolletje 208 asconamen.indd 208 4-9-2007 21:39:47 Links: Kernia nitida (Glanzend tentakelzwammetje). Rechts: Laetinaevia pustulata (Eiken bladsplijtbekertje). L 632.05.0 Lachnellula calycina (Vuill. : Fr.) Sacc. Dennenharsviltkelkje Lachnellula resinaria (Cooke & W.Phillips) Rehm Sparrenharsviltkelkje Lachnum caricis (Desm.) Höhn. Zeggefranjekelkje 589.14.0 Lachnum distinguendum Rick Espenfranjekelkje 589.51.0 Lachnum eburneum Kirschst. Ivoorfranjekelkje Lachnum humuli (W.Phillips) ined. Hopfranjekelkje 589.52.0 Lachnum impudicum Baral Loofhoutfranjekelkje 589.47.0 Lachnum juncinum Spooner Cypergrasfranjekelkje Lachnum pteridialis Graddon Witharig varenfranjekelkje 589.38.0 Lachnum rhodoleucum (Sacc.) Rehm Grasfranjekelkje 589.46.0 Lachnum roseum (Rehm) Rehm Roze franjekelkje 589.48.0 Lachnum salicariae (Rehm) Raitv. Kattenstaartfranjekelkje 589.36.0 Lachnum soppitii (Massee) Raitv. Bladfranjekelkje 793.00.0 Laetinaevia Nannf. Splijtbekertje 793.01.0 Laetinaevia carneoflavida (Rehm) Nannf. ex B.Hein Brandnetelsplijtbekertje Laetinaevia pustulata Graddon Eikenbladsplijtbekertje 737.00.0 Lambertella Höhn. Kelkje p.p. 633.16.0 Lamprospora arvensis (Velen.) Svrček Maansporig mosschijfje Lamprospora astroidea (Hazsl.) Boud. Gladsporig mosschijfje 633.18.0 Lamprospora campylopodis W.D.Buckley Kronkelsteeltjesmosschijfje 633.13.0 Lamprospora dicranellae Benkert Pluisjesmosschijfje 633.09.0 Lamprospora dictydiola Boud. Muursterretjesmosschijfje 633.17.0 Lamprospora faroensis Benkert Richelsporig mosschijfje 633.10.0 Lamprospora maireana Seaver Rastersporig mosschijfje Lamprospora polytrichi (Schumach. : Fr.) Le Gal Netkousmosschijfje 633.14.0 Lamprospora retinosa (Velen.) T.Schumach. Honingraatmosschijfje 633.11.0 Lamprospora retispora (Itzerott & Thate) T.Schumach. Mazensterrentjesmosschijfje 633.15.0 Lamprospora tortulae-ruralis Benkert Duinsterretjesmosschijfje 209 asconamen.indd 209 4-9-2007 21:39:48 63.12.0 Lamprospora tuberculata Seaver Bultsporig mosschijfje 828.01.0 Lanzia vacini (Velen.) Spooner Bosstromakelkje 634.00.0 Lasiobolus Sacc. Borstelbekertje Lasiobolus cuniculi Velen. Mestborstelbekertje 716.00.0 Lasiosphaeria Ces. & De Not. Ruigkogeltje 716.04.0 Lasiosphaeria canescens (Pers. : Fr.) P.Karst. Bruingrijs ruigkogeltje 716.07.0 Lasiosphaeria caudata (Fuckel) Sacc. Verzonken ruigkogeltje 716.03.0 Lasiosphaeria hirsuta (Fr. : Fr.) Ces. & De Not. Harig ruigkogeltje 716.05.0 Lasiosphaeria hispida (Tode : Fr.) Fuckel Echt ruigkogeltje 716.01.0 Lasiosphaeria ovina (Pers. : Fr.) Ces. & De Not. Eivormig ruigkogeltje 716.08.0 Lasiosphaeria phyllophila Mouton Stralend ruigkogeltje 716.02.0 Lasiosphaeria spermoides (Hoffm. : Fr.) Ces. & De Not. Stronkruigkogeltje 716.06.0 Lasiosphaeria strigosa (Alb. & Schwein. : Fr.) Sacc. Schraal ruigkogeltje 749.00.0 Lecanidion Endl. Rouwschoteltje 749.01.0 Lecanidion atratum (Hedw. : Fr.) Rabenh. Foprouwschoteltje 635.00.0 Leotia Pers.: Fr. Glibberzwam 719.00.0 Leptosphaeria Ces. & De Not. Vulkaantje p.p. 719.01.0 Leptosphaeria acuta (Moug. & Nestl.) P. Karst. Brandnetelvulkaantje 719.11.0 Leptosphaeria agnita (Desm.) Ces. & De Not. Koninginnenkruidvulkaantje 719.08.0 Leptosphaeria coniothyrium (Fuckel) Sacc. Braamvulkaantje Leptosphaeria cruchetii E.Müll. Galigaanvulkaantje Leptosphaeria culmifraga (Fr.) Ces. & De Not. Pluizig vulkaantje 719.02.0 Leptosphaeria doliolum (Pers. : Fr.) Ces & De Not. Kruidenvulkaantje 719.03.0 Leptosphaeria maculans (Desm.) Ces. & De Not. Zwartvlekkig vulkaantje 719.13.0 Leptosphaeria ogilviensis (Berk. & Broome) Ces. & De Not. Composietenvulkaantje Leptosphaeria passeriniana Sacc. Rijzend vulkaantje 719.10.0 Leptosphaeria praetermissa (P.Karst.) Sacc. Frambozenvulkaantje 719.06.0 Leptosphaeria purpurea Rehm Purpervlekkig vulkaantje Links: Leptosphaeria culmifraga (Pluizig vulkaantje). Rechts: Melanconis ribis (Ribesrijszwammetje). 210 asconamen.indd 210 4-9-2007 21:39:49 Leptosphaeria rubicunda Rehm ex G.Winter Naaldsporig vulkaantje Leptosphaeria salicaria Pass. Kattenstaartvulkaantje Leptosphaeria scitula Syd. Kleefkruidvulkaantje A23.00.0 Leptosphaerulina McAlpine Muurspoorbolletje p.p. A23.01.0 Leptosphaerulina australis McAlpine Mondiale muurspoorzwam Leptosphaerulina trifolii (Rostovzev) Petr. Klavermuurspoorzwam 735.00.0 Leptospora Rabenh. Inktpuntje p.p. 735.01.0 Leptospora rubella (Pers. : Fr.) Fr. Purperrood inktpuntje 636.00.0 Leptotrochila P.Karst. Bladschijfje p.p. 636.01.0 Leptotrochila cerastiorum (Wallr. : Fr.) Schüepp Hoornbloembladschijfje 636.03.0 Leptotrochila porri Arx & Boerema Preibladschijfje 636.02.0 Leptotrochila ranunculi (Fr.) Schüepp Boterbloembladschijfje A54.00.0 Letendraea Sacc. Bleekhoofdje A54.01.0 Letendraea helminthicola (Berk. & Broome) Weese Parasietbleekhoofdje 763.00.0 Leucostoma (Nitschke) Höhn. Nestbolletje p.p. 763.03.0 Leucostoma curreyi (Nitschke) Défago Lorkennestbolletje 763.05.0 Leucostoma persoonii (Nitschke) Höhn. Lijsterbesnestbolletje 763.02.0 Leucostoma translucens (De Not.) Höhn. Doorschijnend nestbolletje Leveillula G.Arnaud Meeldauw p.p. Leveillula taurica (Lév.) G.Arnaud Zonneroosjesmeeldauw Leveillula verbasci (Jacz.) Golovin Toortsmeeldauw Lichenopeltella Höhn. Rotondezwammetje p.p. Lichenopeltella alpestris (Sacc.) P.M.Kirk ined. Grassenrotondezwammetje Lichenopeltella pinophylla (Höhn.) P.M.Kirk ined. Dennenrotondezwammetje Lichenopeltella salicis J.P. Ellis Wilgenbladrotondezwammetje A24.00.0 Linospora Fuckel Bladsnavelbolletje A24.01.0 Linospora capreae (DC.) Fuckel Wilgenbladsnavelbolletje Loculoascomycetes Holtezwammen 836.00.0 Lophiostoma (Fr.) Ces. & De Not. Knapzakje p.p. Lophiostoma caulium (Fr.) Ces. & De Not. Veranderlijk knapzakje Lophiostoma compressum (Pers.) Ces. & De Not. Muurspoorknapzakje 836.01.0 Lophiostoma fuckelii Sacc. Bramenknapzakje 836.03.0 Lophiostoma macrostomum (Tode : Fr.) Ces. & De Not. Ruim knapzakje 836.04.0 Lophiostoma myriocarpum Fuckel Clusterknapzakje 883.01.0 Lophiostoma nucula (Fr.) Ces. & De Not. Loofhoutknapzakje 836.05.2 Lophiostoma origani var. rubidum (Sacc., Rouss. & Bomm.) Chesters & Bell Roodhuidknapzakje 836.02.0 Lophiostoma semiliberum (Desm.) Ces. & De Not. Rietknapzakje 836.05.0 Lophiostoma vagabundum Sacc. Kruidenknapzakje 883.00.0 Lophiotrema Sacc. Knapzakje p.p. 883.02.0 Lophiotrema culmifragum (Speg.) Sacc. Halmknapzakje Lophiotrema curreyi Sacc. Frambozenknapzakje 841.00.0 Lophium Fr. : Fr. Kokkelzwam 841.01.0 Lophium mytilinum (Pers. : Fr.) Fr. Grote kokkelzwam 746.00.0 Lophodermium Chevall. Spleetlip p.p. 746.01.0 Lophodermium arundinaceum (Schrad. : Fr.) Chevall. Rietspleetlip 746.12.0 Lophodermium caricinum (Roberge ex Desm.) Duby Zeggespleetlip 746.06.0 Lophodermium conigenum (Brunaud) Hilitzer Kegelspleetlip 211 asconamen.indd 211 4-9-2007 21:39:49 746.08.0 746.04.0 746.09.0 746.11.0 746.05.0 746.03.0 746.10.0 746.07.0 746.02.0 M Lophodermium culmigenum (Fr.) P.Karst. Lophodermium gramineum (Fr.) Chevall. Lophodermium juniperinum (Fr.) De Not. Lophodermium maculare (Fr.) De Not. Lophodermium petiolicola Fuckel Lophodermium piceae (Fuckel) Höhn. Lophodermium pinastri (Schrad. : Fr.) Chevall. Lophodermium pini-excelsae S.Ahmad Lophodermium seditiosum Minter, Staley & Millar Lophodermium typhinum (Fr.) Lambotte Slijmspoorspleetlip Grasspleetlip Jenerverbesspleetlip Bosbesspleetlip Eikenbladspleetlip Sparrenspleetlip Dennennaaldspleetlip Grijze spleetlip Dennentakspleetlip Lisdoddespleetlip Massaria De Not. Joekelspoorzwam p.p. Massaria inquinans (Tode : Fr.) De Not. Esdoornjoekelspoorzwam Massaria xanthoxyli (Peck) Petr. Iepenjoekelspoorzwam 884.00.0 Massarina Sacc. Stippelkogeltje p.p. 884.01.0 Massarina arundinacea (Sowerby) Leuchtm. Rietstippelkogeltje 884.02.0 Massarina corticola (Fuckel) L.Holm Schorsstippelkogeltje 884.03.0 Massarina eburnea (Tul. & C.Tul.) Sacc. Beukenstippelkogeltje Massarina emergens (P.Karst.) L.Holm Populierenstippelkogeltje Massarina microcarpa (Fuckel) Sacc. Berkenfamiliestippelkogeltje 884.04.0 Massarina rubi (Fuckel) Sacc. Bramenstippelkogeltje Massariosphaeria (E.Müll.) Crivelli Vulkaantje p.p. Massariosphaeria typhicola (P.Karst.) Leuchtm. Moerasvulkaantje Melanconis Tul. & C.Tul. Rijszwammetje p.p. Melanconis ribis (Henn. & Plöttn.) Sacc. & Trotter Ribesrijszwammetje 721.00.0 Melanomma Nitschke ex Fuckel Kruitzwam 721.02.0 Melanomma fuscidulum Sacc. Rijzende kruitzwam 721.01.0 Melanomma pulvis-pyrius (Pers. : Fr.) Fuckel Zwarte kruitzwam 812.00.0 Melanopsamma Niessl Stekelbolletje p.p. 812.01.0 Melanopsamma pomiformis (Pers.) Sacc. Collapsstekelbolletje 764.00.0 Melanospora Corda Poliepzwammetje p.p. 764.01.0 Melanospora brevirostris (Fuckel) Höhn. Bekerpoliepzwammetje 764.03.0 Melanospora fallax Zukal Knolpoliepzwammejte Melanospora leucotricha Corda Bleekgeel poliepzwammetje Melanospora zamiae Corda Zomppoliepzwammetje 764.04.0 Melanospora zobelii (Corda) Fuckel Truffelpoliepzwammetje Melastiza asperula Spooner Stippelsporig korthaarschijfje A78.00.0 Mellitiosporium Corda Spleetschijfje A78.01.0 Mellitiosporium pteridinum (W.Phillips & Buckn.) Sacc. Varenspleetschijfje A79.00.0 Melogramma Fr. Korstschijfje A79.01.0 Melogramma campylosporum Fr. Maansikkelsporig korstschijfje 813.00.0 Melomastia Nitschke ex Sacc. Rijszwammetje p.p. 813.01.0 Melomastia mastoidea (Fr.) J.Schröt. Loofhoutrijszwammetje Metasphaeria Sacc. Spleetbolletje p.p. Metasphaeria coccodes (P.Karst.) Sacc. Rietspleetbolletje Metasphaeria rustica (P.Karst.) Sacc. Stengelspleetbolletje 745.00.0 Micropeziza Fuckel Mollisia p.p. 745.01.0 Micropeziza cornea (Berk. & Broome) Nannf. Getande mollisia Micropeziza karstenii Nannf. Schildmollisia 212 asconamen.indd 212 4-9-2007 21:39:49 Links: Microsphaera alphitoides (Eikenmeeldauw). Rechts: Microthyrium ciliatum (Hulst rotondezwammetje). A80.00.0 A80.01.0 644.22.0 644.21.0 944.24.0 644.05.0 644.07.0 678.02.0 644.26.0 578.03.0 644.30.0 Microscypha Syd. & P.Syd. Microscypha arenula (Alb. & Schwein. : Fr.) Svrček Microsphaera Lév. Microsphaera alphitoides Griffon & Maubl. Microsphaera astragali (DC.) Trevis. Microsphaera berberidis (DC.) Lév. Microsphaera divaricata (Wallr.) Lév. Microsphaera euonymi (DC.) Sacc. Microsphaera hedwigii Lév. Microsphaera hypericacearum U.Braun Microsphaera lonicerae (DC.) G.Winter Microsphaera penicillata (Wallr.: Fr.) Lév. Microsphaera tortilis (Wallr.: Fr.) Speer Microsphaera trifolii (Grev.) U.Braun Microthyrium Desm. Microthyrium ciliatum Gremmen & De Kam Microthyrium microscopicum Desm. Microthyrium pinophyllum (Höhn.) Petr. Mollisia caesia (Fuckel) Sacc. Mollisia caespiticia P.Karst. Mollisia caricina Fautrey Mollisia cinerella Sacc. Mollisia cirsiicola Gremmen Mollisia coerulans Quél. Mollisia escharodes (Berk. & Broome) Gremmen Mollisia fallens P.Karst. Mollisia humidicola Graddon Mollisia incrustata Ellis Mollisia juncina (Pers.) Rehm Puntschoteltje p.p. Varenpuntschoteltje Meeldauw p.p. Eikenmeeldauw Hokjespeulmeeldauw Zuurbesmeeldauw Vuilboommeeldauw Kardinaalsmutsmeeldauw Sneeuwbalmeeldauw Hertshooimeeldauw Kamperfoeliemeeldauw Elzenmeeldauw Kornoeljemeeldauw Honingklavermeeldauw Rotondezwammetje p.p. Hulstrotondezwammetje Eikenrotondezwammetje Franjerotondezwammetje Grijsgroene mollisia Sombere mollisia Variabele mollisia Dwergmollisia Verheven distelmollisia Koninginnenkruidmollisia Kruidenmollisia Membraammollisia Zeggemollisia Schorsschijfjesmollisia Biezenmollisia 213 asconamen.indd 213 4-9-2007 21:39:50 644.28.0 Mollisia lycopi Rehm Wolfspootmollisia 644.13.0 Mollisia palustris (Roberge ex Desm.) P.Karst. Moerasmollisia 644.29.0 Mollisia poaeoides Rehm Beemdgrasmollisia 644.25.0 Mollisia polygoni (Lasch) Gillet Duizendknoopmollisia 644.23.0 Mollisia rabenhorstii (Auersw.) Rehm Kleinsporige eikenbladmollisia 644.16.0 Mollisia ramealis (P.Karst.) P.Karst. Oranje mollisia 644.17.0 Mollisia revincta (P.Karst.) Rehm Gemêleerde mollisia 644.27.0 Mollisia spectabilis Kirschst. Grootsporige eikenbladmollisia 644.33.0 Mollisia strobilicola (Rehm) ined. Kegelviltmollisia Mollisia stromaticola Dennis & Spooner Stromamollisia 644.18.0 Mollisia ventosa P.Karst. Geelgroene mollisia 645.00.0 Mollisina Höhn. ex Weese Glaskelkje 645.01.0 Mollisina acerina (Mouton) Höhn. Esdoornglaskelkje 645.03.0 Mollisina oedema (Desm.) Dennis Roestglaskelkje 645.02.0 Mollisina rubi (Rehm) Höhn. Bramenglaskelkje 861.00.0 Mollisiopsis Rehm Mollisia p.p. 644.10.0 Mollisiopsis lanceolata (Gremmen) D.Hawksw. Spireamollisia Slijmspoorzwam p.p. A25.00.0 Monascostroma Höhn. A25.01.0 Monascostroma innumerosa (Desm.) Höhn. Russenslijmspoorzwam Montagnula Berl. Muurspoorbolletje p.p. Montagnula spartii (Castagne) Aptroot Wrattig muurspoorbolletje 722.00.0 Mycosphaerella Johanson Puntkogeltje 722.04.0 Mycosphaerella aucupariae Johanson Lijsterbespuntkogeltje 722.07.0 Mycosphaerella brassicicola (Duby) Lindau Koolpuntkogeltje 722.14.0 Mycosphaerella brunneola (Fr.) Allesch. & Schnabl Lelietje-van-dalenpuntkogeltje Mycosphaerella dianthi (C.C.Burt) Jørstad Anjerpuntkogeltje Mycosphaerella equiseticola Bond.-Mont. Paardenstaartpuntkogeltje Mycosphaerella fragariae (Tul.) Lindau Aardbeipuntkogeltje 722.08.0 Mycosphaerella grossulariae (Fr.) Lindau Bramenpuntkogeltje 722.09.0 Mycosphaerella iridis (Auersw.) J.Schröt. Kleinsporig lispuntkogeltje 722.10.0 Mycosphaerella latebrosa (Cooke) J.Schröt. Esdoornpuntkogeltje Mycosphaerella macrospora (Cooke) J.Schröt. Grootsporig lispuntkogeltje Mycosphaerella maculiformis (Pers. : Fr.) Schröt. Eikenbladpuntkogeltje 722.11.0 Mycosphaerella pinodes (Berk. & A.Bloxam) Vestergren Erwtenpuntkogeltje 722.13.0 Mycosphaerella podagrariae (Fr. : Fr.) Petr. Zevenbladpuntkogeltje 722.05.0 Mycosphaerella punctiformis (Pers. : Fr.) Starbäck Gewoon puntkogeltje 722.01.0 Mycosphaerella pyri (Auersw.) Boerema Perenpuntkogeltje Mycosphaerella recutita (Fr.) Johanson Kleinsporig graspuntkogeltje 722.12.0 Mycosphaerella rosigena (Ellis & Everhart) Lindau ex McMurran Rozenpuntkogeltje 722.02.0 Mycosphaerella rubella (Niessl & J.Schröt.) Magnus Engelwortelpuntkogeltje 722.03.0 Mycosphaerella superflua (Auersw.) Petr. Brandnetelpuntkogeltje 722.06.0 Mycosphaerella tassiana (De Not.) Johanson Kruidenpuntkogeltje Mycosphaerella typhae (Lasch) Schröter Lisdoddepuntkogeltje Mytilinidion Duby Kokkelzwam p.p. Mytilinidion mytilinellum (Fr.) H.Zogg Kleine kokkelzwam N 649.00.0 Naevala B.Hein Bladschijfje p.p. 649.01.0 Naevala perexigua (Roberge ex Desm.) K.Holm & L.Holm 214 asconamen.indd 214 4-9-2007 21:39:50 O 885.00.0 Navicella Fabre 885.01.0 Navicella pileata (Tode : Fr.) Fabre 650.35.0 Nectria arenula (Berk. & Broome) Berk. 650.20.0 Nectria consors (Ellis & Everh. ) Seaver 650.29.0 Nectria cosmariospora (Ces. & De Not.) 650.22.0 Nectria ditissima Tul. & C.Tul. Nectria haematococca Berk. & Broome 650.31.0 Nectria lamyi (Desm.) De Not. Nectria magnusiana Rehm 650.15.0 Nectria mammoidea W.Phillips & Plowr. 650.25.0 Nectria neomacrospora C.Booth & Samuels 650.26.0 Nectria ochroleuca (Schwein.) Berk. 650.27.0 Nectria pityrodes (Mont.) Mont. 650.12.0 Nectria purtonii (Grev.) Berk. 889.00.0 Nectriella Nitschke ex Fuckel 889.01.0 Nectriella dacrymycella (Nyl.) Rehm Nectriella paludosa Fuckel 625.05.0 Nectriopsis broomeana (Tul. & C.Tul.) W.Gams Nemania Gray 626.09.1 Nemania effusa (Nitschke) Pouzar Nemania chestersii (J.D.Rogers & Whalley) Pouzar 626.13.0 Nemania confluens (Tode : Fr.) Laessøe & Spooner 651.02.0 Neobulgaria lilacina (Wulfen) Fr. Neopeckia Sacc. Neopeckia fulcita (Bucknall) Sacc. 653.03.0 Neottiella albocincta (Berk. & M.A.Curtis) Sacc. A27.00.0 Neurospora Shear & B.O.Dodge A27.01.0 Neurospora sitophila Shear & B.O.Dodge A28.00.0 Niesslia Auersw. A28.04.0 Niesslia exilis (Alb. & Schwein. : Fr.) G.Winter A28.05.0 Niesslia exosporioides (Desm.) G.Winter Niesslia ilicifolia (Cooke) G.Winter 717.00.0 Niptera Fr. 717.01.0 Niptera eriophori (L.A.Kirchn.) Rehm Niptera pulla (W.Phillips & Keith) Boud. Niptera ramealis P.Karst. sensu Rehm 773.00.0 Nitschkia G.H.Otth ex P.Karst. 773.03.0 Nitschkia collapsa (Romell) Chenantais Nitschkia confertula (Schwein.) Nannf. 773.01.0 Nitschkia cupularis (Pers. : Fr.) P.Karst. 773.02.0 Nitschkia grevillei (Rehm) Nannf. 773.04.0 Nitschkia parasitans (Schwein.) Nannf. Nodulosphaeria Rabenh. Nodulosphaeria dolioloides Auersw. 765.03.0 Nodulosphaeria pontica (Petr.) L.Holm Eikenbladschijfje Knapzakje p.p. Grootsporig knapzakje Goudgeel meniezwammetje Robijnmeniezwammetje Wratsporig meniezwammetje Beukenkankermeniezwammetje Parasietmeniezwammetje Zuurbesmeniezwammetje Schorsschijfjesmeniezwammetje Stippelmeniezwammetje Zilversparmeniezwammetje Okergeel meniezwammetje Zuidelijk meniezwammetje Gelatineus meniezwammetje Meniezwammetje p.p. Ingebed meniezwammetje Ruig meniezwammetje Dennenmoorderkorrelzwam Kogelzwam p.p. Langgerekte korstkogelzwam Streepsporige korstkogelzwam Vlekkige kogelzwam Opaalknoopzwam Pluisbolletje p.p. Stijf pluisbolletje Rimpelmosbekertje Kogelmatje Flessenhalskogelmatje Stekelbolletje p.p. Naaldboomstekelbolletje Grasstekelbolletje Hulststekelbolletje Weekbekertje Moerasweekbekertje Grasweekbekertje Witbepoederd weekbekertje Pokzwammetje Gedeukt pokzwammetje Essenpokzwammetje Papilpokzwammetje Zwart pokzwammetje Meniepokzwammetje Inktpuntje p.p. Boerenwormkruidinktpuntje Knoopkruidinktpuntje 775.00.0 Ocellaria (Tul. & C.Tul.) P.Karst. 775.01.0 Ocellaria ocellata (Pers. : Fr.) J.Schröt. 654.09.0 Octospora bridei Caillet & Moyne Oogbekertje Oranje oogbekertje Eendagsmosschijfje 215 asconamen.indd 215 4-9-2007 21:39:50 654.10.0 Octospora bryi-argentei Benkert Kleinsporig zilvermosschijfje 654.11.0 Octospora coccinea (P.Crouan & H.Crouan) Brumm. Knikmosschijfje 654.12.0 Octospora crosslandii (Dennis & Itzerott) Benkert Kleimosschijfje Octospora fissidentis Benkert & Brouwer Wratsporig vedermosschijfje 654.16.0 Octospora gemmicola Benkert Korrelknikmosschijfje 654.13.0 Octospora lilacina (Seaver) Svrček & Kubicka Vleeskleurig mosschijfje Octospora neerlandica Benkert & Brouwer Sterretjesmosschijfje Octospora nemoralis Benkert & Brouwer Gladsporig vedermosschijfje 654.14.0 Octospora orthotricha (Cooke & Ellis) K.B.Khare & V.P.Tewari Haarmutsmosschijfje 654.15.0 Octospora phagospora (Flageolet & Los Rios) Dennis & Itzerott Matjesmosschijfje 654.18.0 Octospora rubens (Boud.) M.M.Moser Regenboogmosschijfje 654.17.0 Octospora rustica (Velen.) J.Moravec Vals mosschijfje Olla Velen. Piekhaarkelkje p.p. Olla transiens (Höhn.) Baral Zaagvlakpiekhaarkelkje Ombrophila ambigua Höhn. Liesgrasknoopje 656.00.0 Onygena Pers. : Fr. Hoornzwam Onygena equina (Willd.) Pers. Hoefzwam 765.00.0 Ophiobolus Riess Inktpuntje p.p. 765.01.0 Ophiobolus acuminatus (Sowerby : Fr.) Duby Distelinktpuntje Ophiobolus erythrosporus (Riess) G.Winter Brandnetelinktpuntje Ophiobolus mathieui (Westend.) Sacc. Excentrisch inktpuntje 765.02.0 Ophiobolus niesslii Bäumler Kruideninktpuntje Ophioceras Sacc. Inktpuntje p.p. Ophioceras leptosporum (S.H.Iqbal) J.Walker Schermbloeminktpuntje Links: Ophiostoma piceae (Sparrenkogelbuiszwam). Rechts: Pleospora infectoria (Gewoon muurspoorbolletje). o (JO o~ Ç) 0 o '.(~':~- -- ~,·~·t"'""'.:. . -~ :""')~~ .. \}#j~~~~:;; 216 asconamen.indd 216 4-9-2007 21:39:50 A81.00.0 A81.01.0 A30.00.0 A30.02.0 816.00.0 816.01.0 754.00.0 754.01.0 657.01.0 613.01.0 657.02.0 657.05.0 657.14.0 A31.00.0 A31.01.0 P Ophiognomonia (Sacc.) Sacc. Ophiognomonia melanostyla (DC. : Fr.) Sacc. Ophiostoma Syd. & P.Syd. Ophiostoma narcissi Limber Ophiostoma olivaceum Math.-Käärik Ophiostoma piceae (Münch) Syd. & P.Syd. Ophiostoma ulmi (Buisman) Nannf. Ophiovalsa Petr. Ophiovalsa betulae (Tul. & C.Tul.) Petr. Ophiovalsa corylina (Tul. & C.Tul.) Petr. Ophiovalsa suffusa (Fr.) Petr. Orbicula Cooke Orbicula parietina (Schrad. : Fr.) S.Hughes Orbilia aurantiorubra Boud. Orbilia carpoboloides (P.Crouan & H.Crouan) Baral Orbilia comma Graddon Orbilia inflatula (P.Karst.) P.Karst. Orbilia leucostigma (Fr.) Fr. Orbilia vinosa (Alb. & Schwein. : Fr.) P.Karst. Otidea apophysata (Cooke & W.Phillips) Sacc. Ovulinia F.A.Weiss Ovulinia azaleae F.A.Weiss Inktpuntje p.p. Lindebladinktpuntje Kogelbuiszwam p.p. Narciskogelbuiszwam Punkkogelbuiszwam Sparrenkogelbuiszwam Iepenkogelbuiszwam (Iepziekte) Nestbolletje p.p. Berkennestbolletje Hazelaarnestbolletje Elzennestbolletje Troepzwammetje p.p. Gladsporig troepzwammetje Wormsporig wasbekertje Speerwasbekertje Kommasporig wasbekertje Ankerwasbekertje Bleek wasbekertje Langsporig wasbekertje Aangebrand hazenoor Knolkelkje p.p. Rododendronknolkelkje 675.02.0 Pachyella violaceonigra (Rehm) Pfister Donker beekschijfje Paradidymella Petrak Kogeltje p.p. Paradidymella clarkii D.Hawksw. & Swan. Braamkogeltje Paradidymella holci (Berk & Broome) Kuntze Graskogeltje 719.00.0 Paraphaeosphaeria O.E.Eriksson Vulkaantje p.p. 719.07.0 Paraphaeosphaeria michotii (Westend.) O.E.Eriksson Grasvulkaantje Paratrichophaea Trigaux Pelsbekertje p.p. Paratrichophaea michiganensis (Kanouse) Pfister Dwergpelsbekertje 837.00.0 Patellariopsis Dennis Roetschoteltje p.p. 837.01.0 Patellariopsis atrovinosa (A.Bloxam ex Currey) Dennis Hazelaarroetschoteltje 660.03.0 Perrotia phragmiticola (Henn. & Plöttner) Dennis Vleeskleurig franjekelkje 661.12.0 Pezicula frangulae (Pers. : Fr.) Fuckel Vuilboomschorsbekertje Peziza asterigma (Vuill.) Sacc. & Traverso Gesteelde compostbekerzwam 662.44.0 Peziza moravecii (Svrček) Svrček Stippelsporige mestbekerzwam Peziza retiderma Cooke Rimpelige bekerzwam Peziza saniosa Schrad. Blauwe melkbekerzwam Peziza subretincola Svrček Wratsporige bekerzwam Pezizella fagi (Jaap) Matheis Beukenknopschoteltje Pezizella leucostigma (Fuckel) Sacc. Glazig schoteltje 663.12.0 Pezizella parilis (P.Karst.) Dennis Tweedelig takschoteltje 663.13.0 Pezizella turgidella (P.Karst.) Sacc. Zeggeschoteltje Knoopje p.p. A50.00.0 Pezoloma Clem. A50.01.0 Pezoloma iodocyanescens (Dennis & Korf) Korf Moerasknoopje 817.00.0 Phacidium Fr. Schoteltje p.p. 817.02.0 Phacidium coniferarum (G.G.Hahn) DiCosmo, Nag Raj & W.B.Kendr. Dennenschoteltje 217 asconamen.indd 217 4-9-2007 21:39:51 Phacidium lacerum Fr. Lenteschoteltje 817.03.0 Phacidium vaccinii Fr. Bosbesschoteltje 817.05.2 Phacidium vincae Fuckel Maagdenpalmschoteltje 664.07.0 Phaeohelotium extumescens (P.Karst.) Dennis Ecru sapbekertje 664.08.0 Phaeohelotium lilacinum (Bres.) Dennis Lila sapbekertje Phaeosphaeria I.Miyake Vulkaantje p.p. Phaeosphaeria licatensis (Sacc.) Shoemaker & C.E. Babc. Smalsporig lisdoddevulkaantje Phaeosphaeria culmorum (Auersw. ex Rehm) Leuchtm. Wijdsporig vulkaantje 719.22.0 Phaeosphaeria epicalamia (Riess) L.Holm Veldbiesvulkaantje 719.09.0 Phaeosphaeria eustoma (Fuckel) L.Holm Vierdelig grasvulkaantje Phaeosphaeria fuckelii (Niessl ex W.Voss) L.Holm Rietgrasvulkaantje 719.23.0 Phaeosphaeria graminis (Fuckel) L.Holm Meercellig grasvulkaantje 719.16.0 Phaeosphaeria herpotrichoides (De Not.) L.Holm Braillevulkaantje Phaeosphaeria juncicola (Rehm ex G.Winter) L.Holm Grootsporig vulkaantje 719.24.0 Phaeosphaeria juncina (Auersw.) L.Holm Kleinsporig vulkaantje 719.21.0 Phaeosphaeria luctuosa (Niessl ex Sacc.) Otani & Mikawa Rijvormig vulkaantje Phaeosphaeria microscopica (P.Karst.) O.E.Eriksson Papilleus vulkaantje Phaeosphaeria nigrans (Roberge & Desm.) L.Holm Gezellig vulkaantje 719.15.0 Phaeosphaeria nodorum (E.Müll.) Hedjar. Halmvulkaantje Phaeosphaeria norfolcia (Cooke) Leuchtmann Ruwsporig vulkaantje 719.25.0 Phaeosphaeria pontiformis (Fuckel) Leuchtm. Knopsporig vulkaantje Phaeosphaeria stellariae (Rostr.) Leuchtm. Muurvulkaantje Phaeosphaeria tritici (Garov.) Hedjar. Graanvulkaantje 719.04.0 Phaeosphaeria typharum (Desm.) L.Holm Breedsporig lisdoddevulkaantje Phaeosphaeriopsis M.P.S.Câmara, M.E.Palm & A.W.Ramaley Vulkaantje p.p. Phaeosphaeriopsis glaucopunctata (Grev.) M.P.S.Câmara, M.E.Palm & A.W.Ramaley Muizendoornvulkaantje Knikkertje p.p. 868.00.0 Phomatospora Sacc. 868.03.0 Phomatospora berkeleyi Sacc. Lenteknikkertje Phomatospora coprophila M.J.Richardson Mestknikkertje 868.01.0 Phomatospora dinemasporium J.Webster Grasknikkertje Phomatospora endopteris (Plowr. ex Buckdall) Phill. & Plowr. Varenknikkertje 868.02.0 Phomatospora hyalina (Griffiths) Cain Glazig knikkertje Phomatospora therophila (Desm.) Sacc. Russenknikkertje Phragmiticola Sherwood Rietstengelbekertje Phragmiticola rhopalospermum (Kirschst.) Sherwood Vleeskleurig rietstengelbekertje 886.00.0 Phragmoporthe Petr. Stippelkogeltje p.p. 886.01.0 Phragmoporthe conformis (Berk. & Broome) Petr. Elzenstippelkogeltje Phyllachora Nitschke ex Fuckel Zwartkorstje Phyllachora graminis (Pers. : Fr.) Fuckel Graszwartkorstje Phyllachora junci (Alb. & Schwein. : Fr.) Fuckel Biezenzwartkorstje A98.00.0 Phyllactinia Lév. Meeldauw p.p. A98.02.0 Phyllactinia fraxini (DC.) Fuss Essenmeeldauw 218 asconamen.indd 218 4-9-2007 21:39:51 778.00.0 778.02.0 66.00.0 A32.00.0 A32.03.0 A32.01.0 A32.02.0 867.00.0 867.01.0 715.00.0 715.01.0 766.00.0 766.01.0 719.12.0 766.02.0 766.03.0 766.05.0 766.03.0 766.04.0 766.06.0 649.00.0 649.01.0 829.01.0 667.00.0 668.00.0 668.01.0 753.00.0 753.06.0 753.10.0 753.11.0 753.01.0 753.04.0 Phyllactinia guttata (Wallr. : Fr.) Lév. Pirottaea Sacc. Pirottaea symphyti Nannf. Pithya Fuckel Plagiosphaera Petr. Plagiosphaera immersa (Trail) Petr. Plagiostoma Fuckel Plagiostoma alnea (Fr.) v. Arx Plagiostoma devexum (Desm.) Fuckel Plagiostoma euphorbiae (Fuckel) Fuckel Plagiostoma inclinatum (Desm.) M.E.Barr Plagiostoma pustula (Pers.) v. Arx Plagiostoma tormentillae (Lind) Bolay Platychora Petr. Platychora ulmi (Schleich. : Fr.) Petr. Plectania Fuckel Pleomassaria Speg. Pleomassaria siparia (Berk. & Broome) Sacc. Pleospora Rabenh. ex Ces. & De Not. Pleospora abscondita Sacc. & Roum. Pleospora calvescens (Fr.) Tul. & C.Tul. Pleospora cytisi Fuckel Pleospora herbarum (Pers. : Fr.) Rabenh. Pleospora infectoria Fuckel Pleospora papaveracea (De Not.) Sacc. Pleospora penicillus Fuckel Pleospora rubelloides (Plowr. ex Cooke) J.Webster Pleospora scrophulariae (Desm.) Höhn. Pleospora shepherdiae Peck Pleospora straminis Sacc. & Speg. Pleospora vagans Niessl Ploettnera P.Henn. Ploettnera exigua (Niessl) Höhn. Ploettnera solidaginis (De Not.) B.Hein Poculum myricae Spooner & Dennis Podophacidium Niessl. Podosordaria Ellis & Holway Podosordaria tulasnei (Nitschke) Dennis Podosphaera Kunze Podosphaera clandestina (Wallr.) Lév. Podosphaera myrtillina (Schubert) Kunze Podosphaera tridactyla (Wallr.) de Bary Podospora Ces. Podospora aloides (Fuckel) J.H.Mirza & Cain Podospora appendiculata (Auersw. ex Niessl) Niessl Podospora argentinensis (Speg.) J.H.Mirza & Cain Podospora collapsa (Griffiths) Cain Podospora communis (Speg.) Niessl Podospora conica (Fuckel) A.E.Bell & Mahoney Podospora curvicolla (G.Winter) Niessl Hazelaarmeeldauw Kommetje p.p. Smeerwortelkommetje Besbekertje Knikkertje p.p. Netelknikkertje Knikkertje p.p. Elzenbladknikkertje Duizendknoopknikkertje Wolfsmelkknikkertje Draadsporig knikkertje Eikenbladknikkertje Ganzenrikknikkertje Holtenkussentje Iepenholtenkussentje Matjesbekerzwam Muurspoorbolletje p.p. Berkenmuurspoorbolletje Muurspoorbolletje p.p. Rietbladmuurspoorbolletje Kruidenmuurspoorbolletje Bremmuurspoorbolletje Kaal muurspoorbolletje Gewoon muurspoorbolletje Klaproosmuurspoorbolletje Ruig muurspoorbolletje Purpervlekkig muurspoorbolletje Krulharig muurspoorbolletje Meidoornmuurspoorbolletje Strogeel muurspoorbolletje Grasmuurspoorbolletje Bladschijfje p.p. Blauwgroen bladschijfje Guldenroedebladschijfje Gagelstromakelkje Schoteltje p.p. Mesturntje p.p. Konijnenkeutelmesturntje Meeldauw p.p. Meidoornmeeldauw Bosbesmeeldauw Kersenmeeldauw Menhirzwammetje Kuifmenhirzwammetje Witkopmenhirzwammetje Maxima menhirzwammetje Knikkerzakmenhirzwammetje Kromharig menhirzwammetje Kleefharig menhirzwammetje Veelsporig menhirzwammetje 219 asconamen.indd 219 4-9-2007 21:39:51 753.01.0 Podospora curvula (de Bary ex G.Winter) Niessl Baardig menhirzwammetje 753.07.0 Podospora decipiens (G.Winter ex Fuckel) Niessl Flapsporig menhirzwammetje Podospora ellisiana (Griffiths) J.H.Mirza & Cain Nekharig menhirzwammetje 753.12.0 Podospora excentrica N.Lundqvist Kwastharig menhirzwammetje 753.16.0 Podospora fimiseda (Ces. & De Not.) Niessl Ruig menhirzwammetje Podospora globosa (Massee & E.S.Salm.) Cain Kaal menhirzwammetje 821.05.0 Podospora glutinans (Cain) Cain Grootsporig menhirzwammetje 753.08.0 Podospora leporina (Cain) Cain Schemermenhirzwammetje 753.13.0 Podospora miniglutinans J.H.Mirza & Cain Kortharig menhirzwammetje 753.02.0 Podospora perplexens (Cain) Cain Spitsharig menhirzwammetje 753.14.0 Podospora pleiospora (G.Winter) Niessl Befmenhirzwammetje 753.05.0 Podospora setosa (G.Winter) Niessl Stijfharig menhirzwammetje Podospora squamulosa (P.Crouan & H.Crouan) Niessl Ovaalsporig menhirzwammetje 753.03.0 Podospora tetraspora (G.Winter) Cain Viersporig menhirzwammetje 753.15.0 Podospora unicaudata (C.Moreau & M.Moreau ex Smith) Cain Onbedekt menhirzwammetje 821.02.0 Podospora vesticola (Berk. & Broome) Cain & J.H.Mirza ex Kobayasi Kortborstelig menhirzwammetje A82.00.0 Podostroma P.Karst. Kussentjeszwam p.p. A82.01.0 Podostroma alutaceum (Pers. : Fr.) G.F.Atk. Knotskussentjeszwam 669.00.0 Polydesmia Boud. Kernzwamknopje Vlechtkussentje A33.00.0 Potebniamyces Smerlis A33.01.0 Potebniamyces pyri (Berk. & Broome) Dennis Perenvlechtkussentje A34.00.0 Preussia Fuckel Segmentatiezwam p.p. A45.01.0 Preussia dispersa (Clum) Cain) Zaadsegmentatiezwammetje A34.02.0 Preussia fleischhakii (Auersw.) Cain Huisdiersegmentatiezwam A34.03.0 Preussia vulgaris (Corda) Cain Gewone segmentatiezwam 741.00.0 Proliferodiscus J.H.Haines & Dumont Franjekelkje p.p. 741.01.0 Proliferodiscus pulveraceus (Alb. & Schwein. : Fr.) Baral Melig franjekelkje 671.01.0 Propolis Fr. Houtschijfje 671.00.0 Propolis farinosa (Pers.) Fr. Grijswit houtschijfje Prosthecium Fresen. Perforeerzwam p.p. Prosthecium platanoidis (Pers.) M.E.Barr Esdoornperforeerzwam Protocrea farinosa (Berk. & Broome) Petch Melige kussentjeszwam A35.00.0 Pseudeurotium J.F.H.Beyma Ruitenballetje A35.01.0 Pseudeurotium ovale Stolk Mestruitenballetje 803.00.0 Pseudohelotium Fuckel Stipschoteltje 803.01.0 Pseudohelotium pineti (Batsch : Fr.) Fuckel Naaldhoutstipschoteltje Pseudomassaria Jackz. Zoolspoortje p.p. Pseudomassaria sepincoliformis (De Not.) Arx Rozenzoolspoortje Pseudomassaria polystigma (Ellis & Everh.) v. Arx Eikenbladzoolspoortje 842.00.0 Pseudombrophila Boud. Mestbekertje p.p. 842.01.0 Pseudombrophila merdaria (Fr.) Brumm. Bruinspikkelig mestbekertje 604.06.0 Pseudombrophila ripensis (E.C. Hansen) Brumm. Sclerotiummestbekertje A36.00.0 Pseudonectria Seaver Meniezwammetje p.p. A36.01.0 Pseudonectria pachysandricola B.O.Dodge Sierplantmeniezwammetje A36.02.0 Pseudonectria rousselliana (Mont.) Wollenw. Stijfharig meniezwammetje 673.00.0 Pseudopeziza Fuckel Schijnbekertje 220 asconamen.indd 220 4-9-2007 21:39:51 673.03.0 673.02.0 673.01.0 732.02.0 A83.00.0 A83.01.0 676.04.0 678.01.0 644.02.0 644.03.0 678.11.0 678.08.0 678.15.0 678.14.0 644.08.0 678.09.0 678.03.0 Pseudopeziza calthae (W.Phillips) Massee Pseudopeziza medicaginis (Lib.) Sacc. Pseudopeziza morthieri Sacc. Pseudopeziza trifolii (Biv.) Fuckel Pseudoplectania sphagnophila (Pers.) Kreisel Pseudovalsa Ces. & De Not. Pseudovalsa lanciformis (Fr.) Ces. & De Not. Pseudovalsa umbonata (Tul. & C.Tul.) Sacc. Psilachnum acutum (Velen.) Raitv. Psilachnum asemum (Phill.) Dennis Psilocistella Svrček Psilocistella conincola (Velen.) Svrček Psilopezia Berk. Psilopezia nummularia Berk. Pulvinula salmonicolor (Seaver) Pfister Pyrenomycetes Pyrenopeziza adenostylidis (Rehm) Gremmen Pyrenopeziza aquosa (Berk. & Broome) Baral) Pyrenopeziza arctii (W.Phillips ex Buckn.) Nannf. Pyrenopeziza arenivaga (Desm.) Boud. Pyrenopeziza artemisiae (Lasch) Sacc. Pyrenopeziza benesuada (Tul.) Gremmen Pyrenopeziza betulicola Fuckel Pyrenopeziza carduorum Rehm Pyrenopeziza chailletii (Pers.) Fuckel Pyrenopeziza chamaenerii Nannf. Pyrenopeziza depressuloides (Gremmen) Gremmen Pyrenopeziza digitalina (W.Phillips) Sacc. Pyrenopeziza foliicola (P.Karst.) Sacc. Pyrenopeziza fuckelii Nannf. Dotterbloemschijnbekertje Rupsklaverschijnbekertje Bramenschijnbekertje Klaverschijnbekertje Veenmosbekerzwam Kerfzwammetje Berkenkerfzwammetje Eikenkerfzwammetje Witbolfranjekelkje Broekfranjekelkje Rijpkelkje p.p. Dennenappelrijpkelkje Beekschijfje p.p. Oranjebruin beekschijfje Zalmkleurig moskussentje Kernzwammen Berenklauwuitbreekkommetje Eikenuitbreekkommetje Grootsporig klituitbreekkommetje Helmuitbreekkommetje Bijvoetuitbreekkommetje Kleinsporig takuitbreekkommetje Berkenuitbreekkommetje Disteluitbreekkommetje Kruidenuitbreekkommetje Wilgenroosjesuitbreekkommetje Kleinsporig klituitbreekkommetje Vingerhoedskruiduitbreekkommetje Elzenbladuitbreekkommetje Wilgenbladuitbreekkommetje Links: Pyxidiophora groovei (Bleke kapspoorzwam). Rechts: Rebentischia massalongii (Schors staartspoorzwam). o o~o ~ ~ ~ ettL.o.~ --======) )~ ~=---==- asconamen.indd 221 221 4-9-2007 21:39:54 678.12.0 Pyrenopeziza karstenii Sacc. Grasuitbreekkommetje 678.10.0 Pyrenopeziza lychnidis (Desm.) Rehm Koekoeksbloemuitbreekkommetje 678.13.0 Pyrenopeziza maculata Graddon Bramenbladuitbreekkommetje Pyrenopeziza mercurialis (Fuckel) Boud. Bingelkruiduitbreekkommetje Pyrenopeziza millegrana Boud. Moerasspireauitbreekkommetje 678.18.0 Pyrenopeziza nervicola (Desm.) Boud. Nerfuitbreekkommetje 644.14.0 Pyrenopeziza pastinacae (Nannf.) Gremmen Pastinaakuitbreekkommetje 678.05.0 Pyrenopeziza plantaginis Fuckel Weegbreeuitbreekkommetje 678.17.0 Pyrenopeziza pulveracea (Fuckel) Gremmen Zwart uitbreekkommetje 678.06.0 Pyrenopeziza rubi (Fr.) Rehm Frambozenuitbreekkommetje Pyrenopeziza thalictri (Peck) Sacc. Ruituitbreekkommetje 678.07.0 Pyrenopeziza urticicola (W.Phillips) Boud. Brandneteluitbreekkommetje 768.00.0 Pyrenophora Fr. Muurspoorbolletje p.p. 768.02.0 Pyrenophora tritici-repentis (Died.) Drechsler) Roggemuurspoorbolletje 768.01.0 Pyrenophora typhicola (Cooke) E.Müll. Lisdoddemuurspoorbolletje Pyxidiophora Bref. & Tavel emend. N.Lundq. Kapspoorzwam Pyxidiophora grovei (D.Hawksw. & J.Webster) N.Lundq. Bleke kapspoorzwam R Ramgea Brumm. Schijfje p.p. 887.00.0 Rebentischia P.Karst. Staartspoorzwam 887.01.0 Rebentischia massalongii (Mont.) Sacc. Schorsstaartspoorzwam Oliebolzwam 681.00.0 Rhizina Fr. : Fr. A62.00.0 Rhizodiscina Hafellner Dropjeszwam A62.01.0 Rhizodiscina lignyota (Fr.) Hafellner Houtdropjeszwam 734.00.0 Rhopographus Nitschke ex Fuckel Streepzwam 734.01.0 Rhopographus filicinus (Fr.) Nitschke ex Fuckel Adelaarsvarenstreepzwam Inktvlekkenzwam 682.00.0 Rhytisma Fr. 682.01.0 Rhytisma acerinum (Pers. : Fr.) Fr. Esdoorninktvlekkenzwam 682.02.0 Rhytisma salicinum (Pers. : Fr.) Fr. Wilgeninktvlekkenzwam 683.00.0 Roesleria Thümen & Pass. Poederkopje p.p. Roesleria subterranea (Weinmann) Redhead Parasietpoederkopje 762.05.0 Rosellinia britannica L.E.Petrini, Petrini & S.M.Francis Afgeplat tepelkogeltje 726.04.0 Rosellinia corticium (Schwein.) Sacc. Slijmsporig tepelkogeltje Rosellinia necatrix (R.Hartig) Berl. ex Prill. Kortspletig tepelkogeltje Troepzwammetje p.p. 820.00.0 Roumegueriella Speg. 820.01.0 Roumegueriella rufula (Berk. & Broome) Malloch & Cain Wratsporig troepzwammetje 684.12.0 Rutstroemia maritima (Roberge ex Desm.) Dennis Helmstromakelkje S 685.07.0 A84.00.0 A84.01.0 565.00.0 565.01.0 565.01.0 Saccobolus beckii Heimerl Saccobolus citrinus Boud. & Torrend Saccothecium Fr. Saccothecium sepincola (Fr.) Fr. Sarea Fr. Sarea difformis (Fr.) Fr. Sarea resinae (Fr. : Fr.) Kuntze Sawadaea Miyabe Sawadaea bicornis (Wallr.) Homma Knobbelsporig spikkelschijfje Stekelsporig spikkelschijfje Spleetbolletje p.p. Lengteseptig spleetbolletje Harsbekertje Zwart harsbekertje Oranje harsbekertje Meeldauw p.p. Esdoornmeeldauw 222 asconamen.indd 222 4-9-2007 21:39:54 Schizothecium Corda Menhirzwammetje p.p. Schizothecium nanum N.Lundq. Langschubbig menhirzwammetje A37.00.0 Schizothyrium Desm. Schildkorstje A37.01.0 Schizothyrium pomi (Mont. & Fr.) Arx Wisselvallig schildkorstje Scirrhia Nitschke ex Fuckel Spleetbolletje p.p. Scirrhia aspidiorum (Lib.) Bubák Adelaarsvarenspleetbolletje Scirrhia osmundae (Peck & Clinton) Arx Koningsvarenspleetbolletje Sclerophora Chevall. Poederkopje p.p. 683.01.0 Sclerophora pallida ( Pers.) Y.J. Yao & Spooner Gewoon poederkopje 688.18.0 Sclerotinia homoeocarpa F.T.Benn. Grasknolkelkje 769.00.0 Scopinella Lév. Poliepzwammetje p.p. 769.01.0 Scopinella caulincola (Fuckel) Malloch Eikeldoppoliepzwammetje Scopinella solani (Zukal) Malloch Strooiselpoliepzwammetje 834.00.0 Seaverinia Whetzel Knolkelkje p.p. 690.00.0 Selenaspora R.Heim & LeGal Bekertje p.p. 869.00.0 Selinia P.Karst. Kussentjeszwam p.p. 869.01.0 Selinia pulchra (G.Winter) Sacc. Mestkussentjeszwam Knolkelkje p.p. 796.00.0 Septotinia Whetzel ex J.W.Groves & M.E.Elliott 796.02.0 Septotinia podophyllina Whetzel Strooiselknolkelkje 796.01.0 Septotinia populiperda Waterman & E.K.Cash ex Sutton Abelenknolkelkje Sepultaria (Cooke) Lambotte Grondbekerzwam p.p. Sepultaria semiimmersa (P. Karst.) Kutorgo. Heldergele grondbekerzwam Sillia P.Karst. Draadspoorzwam Sillia ferruginea (Pers. : Fr.) P.Karst. Hazelaardraadspoorzwam 866.00.0 Smardaea Svrcek Bekertje p.p. 733.00.0 Sordaria Ces. & De Not. Mestvaasje 733.03.0 Sordaria fimicola (Rob. ex Desm.) Ces. & De Not. Klittenmestvaasje 733.02.0 Sordaria humana (Fuckel) G.Winter Carnivoormestvaasje 733.01.0 Sordaria macrospora Auersw. Grootsporig mestvaasje Sordaria superba De Not. Schamelharig mestvaasje 693.00.0 Spathularia Pers. : Fr. Spatelzwam 693.01.0 Spathularia flavida Pers. : Fr. Dooiergele spatelzwam Korrelwebzwam p.p. A85.00.0 Sphaerostilbella (Henn.) Sacc. & D.Sacc. A85.01.0 Sphaerostilbella aureonitens (Tul. & C.Tul.) Seifert, Samuels & W.Gams Goudgele korrelwebzwam Sphaerotheca Lév. Meeldauw p.p. Sphaerotheca balsaminae (Wallr.) Kari ex U.Braun Balsemienmeeldauw Sphaerotheca epilobii (Link) de Bary Basterdwederikmeeldauw Sphaerotheca euphorbiae (Castagne) E.S.Salmon Wolfsmelkmeeldauw Sphaerotheca fugax Penz. & Sacc. Ooievaarsbekmeeldauw Sphaerotheca fuliginea (Schltdl. : Fr.) Pollacci Roetkleurige meeldauw Sphaerotheca fusca (Fr.) S.Blumer Zonnebloemmeeldauw Sphaerotheca macularis (Wallr. : Fr.) Lind Bramenmeeldauw Sphaerotheca plantaginis (Castagne) L.Junell Weegbreemeeldauw 823.00.0 Splanchnonema Corda Kruikje p.p. Splanchnonema argus (Berk. & Broome) Kuntze Berkenkruikje Splanchnonema foedans (Fr.) Kuntze Iepenkruikje Splanchnonema loricatum (Tul. & C.Tul.) M.E.Barr Beukenkruikje Splanchnonema pupula (Fr.) Kuntze Esdoornkruikje 223 asconamen.indd 223 4-9-2007 21:39:55 , , I ~'_I Links: Splanchnonema pupula (Esdoornkruikje). Rechts: Sporormiella leporina (Gesteelde brokkelspoorzwam). A38.00.0 Sporormia De Not. Brokkelspoorzwam p.p. A38.01.0 Sporormia lignicola W.Phillips & Plowr. Houtbrokkelspoorzwam 824.00.0 Sporormiella Ellis & Everh. Brokkelspoorzwam p.p. 824.06.0 Sporormiella affinis (Sacc., E. Bommer & M. Rousseau) S.I. Ahmed & Cain Achtcellige brokkelspoorzwam 824.03.0 Sporormiella australis (Speg.) S.I.Ahmed & Cain Viercellige brokkelspoorzwam 824.01.0 Sporormiella bipartis (Cain) S.I.Ahmed & Cain Taillebrokkelspoorzwam 824.07.0 Sporormiella dubia S.I.Ahmed & Cain Rechtseptige brokkelspoorzwam 824.04.0 Sporormiella intermedia (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain ex Kobayashi Kromspletige brokkelspoorzwam 824.08.0 Sporormiella lageniformis (Fuckel) S.I.Ahmed & Cain Schuinseptige brokkelspoorzwam Sporormiella leporina (Niessl) S.I.Ahmed & Cain Gesteelde brokkelspoorzwam 824.02.0 Sporormiella megalospora (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain Megabrokkelspoorzwam Sporormiella minima (Auersw.) S.I.Ahmed & Cain Gewone brokkelspoorzwam 824.05.0 Sporormiella ovina (Desm.) S.I.Ahmed & Cain Gigabrokkelspoorzwam Sporormiella pilosa (Cain) S.I.Ahmed & Cain Harige brokkelspoorzwam 824.09.0 Sporormiella teretispora S.I.Ahmed & Cain ex J.C.Krug Parallelspletige brokkelspoorzwam Stictis Pers. : Fr. Kratertje p.p. Stictis arundinacea Pers. Graskratertje Stictis dissociativus nom. prov. Rietkratertje Stictis elevata (P.Karst.) P.Karst. Russenkratertje Stictis minor Sherwood Kortsporig kratertje 770.03.0 Stictis pusilla Speg. Zeggekratertje 770.02.0 Stictis radiata (L.) Pers. Loofhoutkratertje 770.01.0 Stictis stellata Wallr. Kruidenkratertje 224 asconamen.indd 224 4-9-2007 21:39:55 A55.00.0 Stomiopeltis Theiss. Stofzwammetje A55.01.0 Stomiopeltis betulae J.P.Ellis Berkenstofzwammetje A86.00.0 Strattonia Cif. Punthoofdje p.p. A86.01.0 Strattonia carbonaria (W.Phillips & Plowr.) N.Lundq. Brandplekpunthoofdje 696.03.0 Stromatinia narcissi Drayton & J.W.Groves Narcisstromabekertje A39.00.0 Sydowia Bres. Spleetbolletje p.p. A39.01.0 Sydowia polyspora (Bref. & Tavel) E.Müll. Dennenspleetbolletje 731.00.0 Symphyosirinia E.A.Ellis Steelschoteltje 731.01.0 Symphyosirinia angelicae E.A.Ellis Engelwortelsteelschoteltje Symphyosirinia galii E.A.Ellis Walstrosteelschoteltje Syspastospora P.F.Cannon & D.Hawksw. Poliepzwammetje p.p. Syspastospora parasitica (Tul.) P.F.Cannon & D.Hawksw. Parasietpoliepzwammetje T 697.06.0 739.00.0 739.07.0 739.02.0 739.01.0 739.06.0 934.02.0 739.04.0 739.03.0 825.00.0 825.01.0 698.00.0 698.02.0 771.00.0 771.01.0 A42.00.0 A42.01.0 A87.00.0 Tapesia evilescens (P. Karst.) P.Karst. Tapesia lividofusca (Fr.) Rehm Taphrina Fr. : Fr. Taphrina alni (Berk. & Broome) Gjaerum Taphrina betulina Rostr. Taphrina caerulescens (Desm. & Mont.) Tul. Taphrina deformans (Berk.) Tul. Taphrina johansonii Sadeb. Taphrina padi (Jacz.) Mix Taphrina populina (Fr.) Fr. Taphrina pruni Tul. Taphrina sadebeckii Johanson Taphrina tosquinetii (Westend.) Magnus Taphrophila Scheuer Taphrophila cornu-capreoli Scheuer Teichospora Fuckel Teichospora hispida Fuckel Teichospora obduscens (Schumacher) Fuckel Thecotheus Boud. Thecotheus apiculatus Kimbrough Thecotheus holmskjoldii (E.C. Hansen) Chenant. Thecotheus strangulatus (Velen.) Aas Therrya Sacc. Therrya pini (Alb. & Schwein. : Fr.) Höhn. Thielavia Zopf Thielavia hyalocarpa Arx Thyridaria Sacc. Thyridaria macrostomoides (De Not.) M.E. Barr Thyridaria maculans (Fabre) M.E. Barr Thyridaria rubronotata (Berk. & Broome) Sacc. Thyridium Nitschke Thyridium vestitum (Fr. : Fr.) Fuckel Trematosphaeria Fuckel Trematosphaeria hydrela (Rehm) Sacc. Trichobelonium (Sacc.) Rehm Kleinsporige grasviltmollisia Smoezelige viltmollisia Heksenbezem Elzenvlag Berkenheksenbezem Eikenbladblaasje Perzikkrulziekte Peppelvlag Vogelkersnarrentasje Peppelbladblaasje Narrentasje Elzenbladblaasje Elzenkrulziekte Reebokzwammetje Moerasreebokzwammetje Muurspoorbolletje p.p. Stijfharig muurspoorbolletje Essenmuurspoorbolletje Schijfje p.p. Spitssporig schijfje Sierspoorschijfje Wratsporig schijfje Splijtknopje Naaldhoutsplijtknopje Spleetbolletje p.p. Verborgen spleetbolletje Draadbolletje Wilgendraadbolletje Vlekkerig draadbolletje Bloedkorreldraadbolletje Muurspoorbolletje p.p. Loofbosmuurspoorbolletje Stippelkogeltje p.p. Grootsporig stippelkogeltje Mollisia p.p. 225 asconamen.indd 225 4-9-2007 21:39:55 A87.01.0 Trichobelonium asteroma (Fuckel) Rehm Zeggeviltmollisia Trichobolus sphaerosporus Kimbr. Knikkerzaksinterklaasschijfje 888.00.0 Trichodelitschia Munk Mesthaarbolletje p.p. 888.01.0 Trichodelitschia bisporula (P.Crouan & H.Crouan) Munk Tweeledig mesthaarbolletje 703.02.0 Trichoglossum tetrasporum Sinden & Fitzpatrick Viersporige aardtong A60.00.0 Trichopezizella Dennis ex Raitv. Franjekelkje p.p. A60.01.0 Trichopezizella horridula (Desm.) Raitv. Bruinharig grasfranjekelkje Trichopezizella relicina var macrospora (Raitv.) Haines Omgebogen franjekelkje 704.08.0 Trichophaea albospadicea (Grev.) Boud. Smalsporig pelsbekertje Trichophaeopsis tetraspora Dissing & M.D.Paulsen Mestpelsbekertje A88.00.0 Trichosphaerella E.Bommer, M.Rousseau & Sacc. Stekelbolletje p.p. Trichosphaerella ceratophora (Höhn.) E.Müll. Vertakt stekelbolletje A88.01.0 Trichosphaerella decipiens E.Bommer, M.Rousseau & Sacc. Deelsporig stekelbolletje A43.00.0 Trichosphaeria Fuckel Puistzwam Trichosphaeria notabilis Mouton Ruigharige puistzwam A43.01.0 Trichosphaeria pilosa (Pers.) Fuckel Stekelharige puistzwam 772.00.0 Tubeufia Penz. & Sacc. Kruikje 772.02.0 Tubeufia cerea (Berk. & M.A.Curt.) Höhn. Olijfgeel kruikje Tubeufia helicomyces Höhnel Graskruikje 772.01.0 Tubeufia paludosa (P.Crouan & H.Crouan) Rossman Moeraskruikje Tubeufia trichella (Sacc., Bomm. & Rouss.) Scheuer Gekroond kruikzwammetje U 708.03.0 791.00.0 708.02.0 Uncinula Lév. Uncinula adunca (Wallr. : Fr.) Lév. Uncinula necator (Schwein.) Burrill Uncinula prunastri (DC.) Sacc. Unguicularia costata (Boud.) Dennis Unguicularia incarnatina (Quél.) Nannf. Unguiculella Höhn. Unguiculella hamulata (Feltgen) Höhn. Urceolella Boud. Urceolella aspera (Fr.) Boud. Urceolella crispula (P.Karst.) Boud. Urceolella ulmariae Boud. Meeldauw p.p. Wilgenmeeldauw Wijnstokmeeldauw Sleedoornmeeldauw Russenwaterkelkje Vleeskleurig waterkelkje Waterkelkje p.p. Brandnetelwaterkelkje Piekhaarkelkje p.p. Koningsvarenpiekhaarkelkje Tangentiaal piekhaarkelkje Spireapiekhaarkelkje V 826.00.0 826.01.0 826.02.0 826.03.0 826.05.0 826.04.0 826.06.0 Valsa Fr. Valsa ambiens (Pers. : Fr.) Fr. Valsa ceratophora Tul. & C.Tul. Valsa coenobitica Ces. & De Not. Valsa coronata (Hoffm.) Fr. Valsa cypri (Tul.) Tul. & C.Tul. Valsa nivea (Hoffm. : Fr.) Fr. Valsa pini (Alb. & Schwein.) Fr. Valsa pustulata Auersw. ex Nitschke Valsa salicina (Pers. : Fr.) Fr. Valsa sordida Nitschke Valsaria Ces. & De Not. Karafjeszwam Grootsporige karafjeszwam Bramenkarafjeszwam Berkenkarafjeszwam Meidoornkarafjeszwam Legiokarafjeszwam Grijswitte karafjeszwam Dennenkarafjeszwam Puistige karafjeszwam Wilgenkarafjeszwam Populierenkarafjeszwam Bastvlekje 226 asconamen.indd 226 4-9-2007 21:39:55 Valsaria insitiva (Tode : Fr.) Ces. & De Not. Loofhoutbastvlekje 711.00.0 Velutarina Korf ex Korf Takbekertje 785.00.0 Venturia Sacc. Schurft Wilgenbladschurft Venturia chlorospora (Ces.) P.Karst. Venturia crataegi Aderh. Meidoornbladschurft 785.01.0 Venturia fraxini (Fr. : Fr.) Aderh. Essenbladschurft 785.03.0 Venturia inaequalis (Cooke) G.Winter Appelschurft Venturia maculiformis (Desm.) G.Winter Basterdwederikschurft Venturia pyrina Aderh. Perenschurft 785.02.0 Venturia rumicis (Desm.) G.Winter Zuringbladschurft A64.00.0 Venturiocistella Raitv. Penseelbekertje A64.01.0 Venturiocistella diversipila (Graddon) Baral Bladpenseelbekertje Venturiocistella pini (Höhn.) Baral Dennenpenseelbekertje 712.00.0 Verpa Swartz : Fr. Klepelzwam A44.00.0 Vialaea Sacc. Zoolspoortje p.p. A44.01.0 Vialaea insculpta (Fr. : Fr.) Sacc. Hulstzoolspoortje 748.03.0 Vibrissea leptospora (Berk. & Broome) W.Phillips Getand draadspoorschijfje Vibrissea truncorum (Alb. & Schwein. : Fr.) Fr. Oranjegeel draadspoorschijfje 827.00.0 Viennotidia Negru & Verona ex Rogerson Poliepzwammetje p.p. 827.01.0 Viennotidia fimicola (Marchal) P.F.Cannon & D.Hawksw. Mestpoliepzwammetje 827.02.0 Viennotidia humicola (Samson & W.Gams) P.F.Cannon & D.Hawksw. Humuspoliepzwammetje W Wettsteinina Höhn. Slijmspoorzwam p.p. Wettsteinina moniliformis Van Ryck. & Aptroot Kettingslijmspoorzwam Wettsteinina niesslii E.Müll. Rietslijmspoorzwam A46.00.0 Wilcoxina Chin S.Yang & Korf Alliantiebekerzwam A46.01.0 Wilcoxina mikolae (Chin S.Yang & H.E.Wilcox) Chin S.Yang & Korf Naaldboomalliantiebekerzwam X 713.00.0 Xylaria Hill. ex Schrank 713.07.0 Xylaria digitata (L. : Fr.) Grev. 713.08.0 Xylaria guepini (Fr.) Ces. Z Geweizwam Werkhoutgeweizwam Mestgeweizwam Zygospermella Cain Zygospermella insignis (Mouton) Cain Flaconzwammetje Holstaartflaconzwammetje Links: Stictis minor (Kortsporig kratertje). Rechts: Wettsteinia moniliformis (Kettingslijmspoor zwam). 00 o .. 0. ~; , \~~ ~. 227 asconamen.indd 227 4-9-2007 21:39:56 Boekbesprekingen Bernicchia, A., 2005. Polyporaceae s.l. Fungi Europaei, volume 10. Edizione Candusso, Alassio SV, Italia. ISBN 88-901057-5-5. Prijs ca. € 85,– . I n 2005 is deel 10 van de prachtige Italiaanse boekenserie “Fungi Europaei” verschenen. Dit deel behandelt de gaatjeszwammen, ook wel houtzwammen of Polyporen genoemd. Dit is een groep van onderling niet allemaal nauw verwante groepen zwammen, die gemeen hebben dat de oppervlaktevergrotende structuur van het hymenium bestaat uit (meestal) gaatjes. Veel soorten hebben ook een leerachtig taaie tot houtige consistentie. Een groot aantal van de soorten bestaat uit houtsaprofyten. Het Gewoon elfenbankje is wel de bekendste vertegenwoordiger van deze groep. Dat alle Europese soorten in één boek behandeld worden is bijzonder praktisch. Dit boek is te beschouwen als de opvolger van een publicatie waarin de polyporen van Italië behandeld werden (Bernicchia, 1990). Ook in het hier besproken boek wordt bij de beschrijving van de ecologie en verspreiding van de soorten voornamelijk de Italiaanse situatie vermeld. In het eerste hoofdstuk komt de ecologie van de fungi aan bod, de plaats van de fungi in het ecosysteem, met het bekende onderscheid in (biotrofe en necrotrofe) parasitaire, saprotrofe en symbiotische schimmels. Daarna volgt een uiteenzetting over het mediterrane milieu; de diverse klimaatzones die in Italië zijn te onderscheiden en de effecten van de mens op landschap en vegetatie door de eeuwen heen. Het derde hoofdstuk gaat over de macro- en microscopische kenmerken van de polyporen, en beschrijft ook welke indicatorfunctie ze hebben voor bepaalde milieuomstandigheden. De determineersleutels zijn grotendeels ontleend aan die van Ryvarden en Gilbertson (1993-4) waar de extra soorten die in Noord-Europa ontbreken, ingevoegd zijn. Deze sleutels werken in het algemeen goed. Irritant is wel dat de (enkele) foutjes die in de oorspronkelijke sleutels staan zijn overgenomen. In de rest van het boek worden 271 soorten besproken, waarvan er 250 met een kleurenfoto afgebeeld worden. Elke soortbeschrijving bevat een tekst en een duidelijke tekening van de microscopische structuren. De Italiaanse tekst is steeds voorzien van een beknopte Engelse vertaling. De tekeningen zijn niet bijzonder fraai, want de lijnen zijn van ongelijkmatige dikte, wat een rommelig en soms onjuist beeld geeft. De sterke kant van het boek is de volledigheid, hoewel strikt Noord-Europese soorten alleen in de sleutels benoemd, maar niet beschreven worden. Heel waardevol zijn de foto’s. Van sommige soorten zijn meerdere foto’s opgenomen om de variatie te illustreren. Toch is een moeilijkheid dat diverse soorten houtzwammen zo variabel zijn, vaak nog meer dan bij ‘gewone paddenstoelen’ het geval is, dat het nog niet meevalt een karakteristieke afbeelding te maken. Dat geldt natuurlijk vooral voor de diverse witte, resupinaat groeiende soorten, maar toch ook voor vele andere hoedenvormende soorten. Het determineren door middel van plaatjes kijken is voor veel soorten dan ook uitgesloten. Het plaatje kan een bevestiging opleveren van de determinatie, maar ook voor extra twijfel zorgen wanneer de foto een andere vorm van dezelfde soort toont dan de zojuist gedetermineerde vondst. Zo is bij Rigidoporus 228 laatstepags.indd 228 1-9-2007 13:17:26 ulmarius een resupinaat stukje poriën afgebeeld, terwijl deze soort grote console- of hoefvormige vruchtlichamen vormt. De afbeelding van Polyporus brumalis laat veel grotere poriën zien dan deze soort in onze contreien heeft; misschien is P. arcularius afgebeeld? En onder Grifola frondosa staat Polyporus umbellatus afgebeeld. Deze opmerkingen mogen het belang van dit boek niet ondergraven. Nog niet eerder verscheen een zo compleet boek over Polyporen, met zovele veelal goede afbeeldingen. Bijzonder interessant is de toevoeging van relatief onbekende soorten van mediterrane bossen en bomen. Voor de serieuze liefhebber is dit boek een zeer welkome aanvulling op de andere boeken over deze groep van soorten. Peter-Jan Keizer Literatuur Ryvarden, L. & Gilbertson, R.L. 1993, 1994. European Polypores I, II. Fungiflora, Oslo, Noorwegen. Bernicchia, A. 1990. Polyporaceae s.l. in Italia. Inst. di Patalogia Vegetale. Universita Bologna, Italië. __- _...... .. n ..""<;'_Iw.'.L>;FATI _.- _-_~ ...-_ .. Haan, A. de & R. Walleyn. 2002, 2006. Studies in Galerina. Galerina Flandriae 1 en 2. Fungi non delineati, vol. 23 en 33. Edizioni Candusso, Alassio (Italië). ISSN-1128-6008. Prijs € 11,– per deeltje. D e serie Fungi non delineati is bedoeld voor de publicatie van kleurenafbeeldingen en beschrijvingen van paddenstoelen waarvan weinig of geen afbeeldingen in de literatuur te vinden zijn. Tot nu toe zijn 36 deeltjes verschenen. Sinds de aanvang van deze reeks heeft een verschuiving plaatsgevonden van collages van willekeurige bijzondere soorten naar meer samenhangende publicaties waarin soorten van een bepaalde taxonomische groep worden behandeld. Daardoor is het belang ervan sterk toegenomen. In deze bespreking wil ik aandacht besteden aan twee afleveringen over Mosklokjes (het geslacht Galerina), verschenen in 2002 en 2006, die van grote betekenis zijn voor Nederlandse mycologen. Er zijn al veel publicaties verschenen over mosklokjes, maar determinatie blijft problematisch. Galerina is zelfs een van de weinige geslachten waarvoor een wereldmonografie is gepubliceerd (Smith & Singer,1964). De soortopvattingen in dit boek zijn echter zeer discutabel en de determinatietabellen ronduit beroerd. De bewerking voor Nederland door Barkman (1969) is geheel achterhaald. De hierboven genoemde publicaties komen dus als geroepen. Ze zijn in het Engels geschreven door de Vlaamse mycologen André de Haan en Ruben Walleyn en behandelen de soorten die in Vlaanderen zijn aangetroffen. Daardoor is de overeenkomst met de Nederlandse mosklokjesflora groot. In twee afleveringen zijn 32 taxa behandeld. Daarvan is alleen Galerina tundrae nog niet uit ons land bekend, maar waarschijnlijk schuilt deze soort onder de tientallen collecties die in Leiden als Galerina spec. zijn opgeborgen. Het soortconcept van onze Vlaamse collega’s stemt in het algemeen goed overeen met de tamelijk wijde opvattingen van Nederlandse mycologen. In afwijking van ons Overzicht worden bijvoorbeeld het Naaldbosmosklokje (Galerina sideroides) en het Kleverig mosklokje (G. stylifera) als één soort beschouwd. Anderzijds worden de twee variëteiten van het Barnsteenmosklokje (G. vittaeformis var. vittaeformis en var. atkinsoniana) 229 laatstepags.indd 229 1-9-2007 13:17:27 als afzonderlijke soorten behandeld. Het Kaal veenmosklokje (Galerina tibiicystis) is recent in twee soorten gesplitst die nu Galerina mairei en G. hybrida moeten heten. Van alle behandelde taxa wordt eerst de oorspronkelijke diagnose geciteerd, gevolgd door een gedetailleerde oorspronkelijke beschrijving, doorgaans gebaseerd op de studie van omvangrijk materiaal. Van Galerina atkinsoniana werden bijvoorbeeld 52 collecties bekeken. De microscopische kenmerken zijn weergegeven in bijzonder fraaie lijntekeningen. Van alle taxa is ten minste één kleurenfoto opgenomen, meestal van uitstekende kwaliteit. Alleen de foto van het Groot mosklokje (G. clavata) in deel 1 vind ik slecht herkenbaar. In totaal zijn 40 foto’s opgenomen. Die platen zijn bijzonder welkom, want mosklokjes komen er in populaire boeken bekaaid af. In de gids van Gerhardt (2006) zijn bijvoorbeeld slechts zeven soorten afgebeeld. De foto’s bevestigen op het eerste gezicht de algemeen verbreide indruk dat al die mosklokjes verrekt veel op elkaar lijken, maar bij nadere beschouwing blijken er toch aanzienlijke verschillen te bestaan in habitus, hoedkleur en steelbekleding, waardoor een opmerkelijk groot aantal soorten naar mijn ervaring toch in het veld reeds herkenbaar is. De gebruiker zal in deze boekjes een determinatiesleutel node missen. Recent heeft De Haan (2006) echter een goede sleutel voor mosklokjes in Vlaanderen gepubliceerd in het tijdschrift van de Antwerpse Mycologische Kring. Deze tabel is uitstekend in combinatie met de twee deeltjes van Fungi non delineati te gebruiken. De auteurs hopen in de nabije toekomst met een derde aflevering de bewerking van Galerina voor Vlaanderen af te ronden. Hopelijk zullen zij in het laatste deel van hun trilogie ook een sleutel opnemen om zo de toegankelijkheid van hun voortreffelijke werk te vergroten. Eef Arnolds Literatuur Barkman, J.J. 1969. Het geslacht Galerina in Nederland. Coolia 14: 49-86. De Haan, A. 2006. Galerina in Vlaanderen. Mededelingen van de KAMK, 2006.3.64–76. Gerhardt, E. 2006. De grote paddenstoelengids voor onderweg. 2e druk. Tirion, Baarn. Smith, A.H. & Singer, R. 1964. A monograph of the genus Galerina Earle. Hafner, New York. Willebrands, M. & van ’t Hoog, A. 2006. Franciscus van Sterbeeck: Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood. 104 pp, met 20 afbeeldingen. ISBN 90-6550-917-8. Prijs: € 13,– . O nlangs verscheen een alleraardigste herpublicatie van de eerste Nederlandstalige tekst over paddenstoelen, gepubliceerd in 1668 door Franciscus van Sterbeeck: “Tractaet van de campernoillien, ghenaemt duyvelsbroot” en verschenen als hoofdstuk in het boek “De verstandige kock”. Het Tractaet, dat slechts 13 pagina’s telt, is een lofzang op de paddenstoel. Van Sterbeeck vond de toen alom heersende mycofobie ergerlijk, en dichtte: “Geen kennis en geen benul, / U heeft niets met ’t zwammenspul. / Waarom toch, bent u zo straf / En schrijft u de mens in het graf? / Goede fungi juist bereid / Eet men zonder zwarigheid.” De tekst staat vol van de prachtigste passages: “Wat betreft de aard van de paddenstoel in het algemeen: hij is een vochtig en zeer koud, sponsachtig gezwel, dat ontstaan is uit een overmaat aan schimmel, een slijkerige, verderfelijke nattigheid, waarmee de aarde vol zit.” 230 laatstepags.indd 230 1-9-2007 13:17:28 Het Tractaet omvat veel: van het herkennen en bewaren van paddenstoelen tot het schoonmaken, kweken en bereiden daarvan. Ook wordt aandacht besteed aan remedies tegen de consumptie van ‘verkeerde’ paddenstoelen en aan de heilzame werking van sommige soorten. Het boekje omvat zowel een weergave van de oorspronkelijke tekst (in normaal lettertype, dus niet facsimile weergegeven) als een hertaling. Wat de publicatie interessant maakt is de begeleidende tekst, die de publicatie in een maatschappelijk en natuurwetenschappelijk kader van die tijd plaatst. De recepten van Van Sterbeeck zijn het uitproberen niet waard omdat ze niet gebaseerd zijn op smaak maar op de toen heersende mening dat de samenstelling van de gerechten moest voldoen aan de eisen die gesteld worden door de temperamentenleer. Gelukkig hebben de auteurs ook Van Sterbeeck’s recepten vertaald in bereidingen die we heden ten dage appreciëren! Aad Termorshuizen Zwijmelzwammen De Coolia’s van het jubileumjaar 2008 hopen we op te vrolijken met Uw Mooiste Foto’s! Stuur uw foto’s in voor 1 november 2007, zodat we er al een aantal in de eerste aflevering van volgend jaar kunnen plaatsen. Zie Coolia 50(2) van dit jaar, pag. 114, voor details. Algemene Ledenvergadering & Bibliotheekmiddag zaterdag 9 februari 2008 De Algemene ledenvergadering wordt in 2008 weer gecombineerd met de Open Middag van de bibliotheek, en wel op zaterdag 9 februari 2008. Programma volgt, in de volgende Coolia. Rectificaties De foto van de Groene aardtong (plaat 3) in Coolia 50(2) is gemaakt door Elze Dijkman, niet door Atte vd Berg. In Coolia 50(3) worden op blz. 167 ten onrechte de internetsites Waarneming.nl en Soortenbank.nl in één adem genoemd. Laatstgenoemde is echter geen platform waarop soorten kunnen worden gemeld. Die webstek valt dus geheel buiten het bestek van de betreffende alinea in het WPN-verslag, en had daar niet vermeld moeten worden. 231 laatstepags.indd 231 1-9-2007 13:17:28 Nieuwjaarsbijeenkomst Onze nieuwjaarsbijeenkomst in het jubileumjaar zal zijn op zaterdag 12 januari 2008 in Wageningen. Iedereen die een praatje (bij voorkeur met plaatjes) wil houden kan zich voor 1 november opgeven bij de secretaris, Jac Gelderblom, graag met de duur van het praatje, de titel en eventueel benodigde hulpmiddelen (beamer, diaprojector o.i.d.). Het programma en eventuele verdere bijzonderheden zullen in de volgende Coolia gepubliceerd worden. Chemicaliën Zoals bekend worden op de nieuwjaarsbijeenkomst diverse chemicaliën verkocht. Deze zijn echter alleen op bestelling leverbaar. Omdat de laatste jaren het aantal bestellingen sterk is toegenomen, is het bijna onmogelijk geworden om dit in een week tijd te realiseren. Vandaar dat wij uw bestelling graag voor 1 december tegemoet zien (i.p.v. zoals gebruikelijk begin januari). Bestellingen voor 1 december 2007 worden zeker gehonoreerd. Van bestellingen die later binnenkomen is het niet zeker of wij ze op de nieuwjaarsbijeenkomst hebben. De volgende chemicaliën kunnen worden besteld: Ammonia, KOH 5% en KOH 10%, Melzer’s reagens, Katoenblauw, Congorood en immersieolie, dekglaasjes en objectglaasjes. Bestellingen voor 1 december bij Dora Stalpers, email: jastalpers@hotmail.com of telefonisch na 19.00 uur 035-5417475. Verder hebben enkele van onze leden sites gevonden waar eventueel ijzersulfaat kristallen te bestellen zijn. Deze adressen komen van Henk Gremmer: Een Belgische site http://www.champignons-passion.be/main.htm heeft veel spullen; verder nog twee Duitse sites: http://www.pilzzentrum.de/ en http://pilzkurs.de/ Vlaams–Nederlands Mycologisch weekend Dit weekend wordt gehouden van donderdag 1 tot zondag 4 november 2007. We verblijven op Schouwen-Duiveland (Zeeland) in de groepsaccomodatie “De Schouwse Boer”, op basis van vol pension en 2-persoons kamers. De prijs voor dit weekend bedraagt € 181,– pp (exclusief lakenpakket à € 7,–). Neem bij interesse contact op met de werkweekcoördinator (Stip Helleman; tel. 0485-577213; e-mail: stip.helleman@tele2.nl) om te vernemen of er nog plaatsen beschikbaar zijn. Cristella-weekend Van 16 t/m 18 november 2007 vind het najaarsweekend van de Aphyllophorales-werkgroep “Cristella” plaats. Lokatie: Nivonhuis ‘Den Broam’ in Buurse (Ov.). Er is plaats voor maximaal 30 personen, en er is nog wat ruimte vrij. Deelnemers dienen zelf een microscoop en zo mogelijk determinatieliteratuur mede te brengen. Inlichtingen bij Marjo en Nico Dam, tel 024-3582421. 232 laatstepags.indd 232 1-9-2007 13:17:29 BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING L.M. Jalink, voorzitter, Jan Vermeerlaan 33, 2343 CT Oegstgeest, tel. 071-5156768 J.N.J. Gelderblom, secretaris, Guido Gezellelaan 102, 4873 GG Etten-Leur, tel. 076-5016130. Secretariaatsadres (voorlopig): Centraalbureau voor Schimmelcultures, postbus 85167, 3508 AD Utrecht, tel. (receptie): 030-2122600, e-mail: nmv@mycologen.nl Dr. W.G. van der Sluis, penningmeester, Beatrixstraat 28, 4101 HK Culemborg, tel. 0345-513348, gironummer 90902, e-mail: w.g.vandersluis@pharm.uu.nl M.W. Boomsluiter, publiciteitscoördinator, T. van Lohuizenstraat 34, 8172 XL Vaassen, tel. 0578574108, e-mail: mennowb@wanadoo.nl S.B.R. Helleman, werkweekcoördinator, Sweelinck 78, 5831 KT Boxmeer, tel. 0485-577213 Dr. J.A. Stalpers, vertegenwoordiger Wetenschappelijke Commissie, Torenlaan 43, 3742 CR Baarn, tel. 035-5417475 A. Stroo, excursiecoördinator, Haarlemmerstraat 73H, 2312 DL Leiden, tel. 071-5135472, e-mail: excursies@mycologen.nl LEDENADMINISTRATIE Mw. M.J. Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421, nmvleden@mycologen.nl REDACTIE COOLIA Postadres: redactie Coolia, t.a.v. M.M. Nauta, NHN, Postbus 9514, 2300 RA Leiden E-mail adres: cooliaredactie@mycologen.nl Eindredactie N.J. Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421 Mw. Y. Dijkman, G. van Dinterstraat 13, 5246 EJ Rosmalen, tel. 073-6420472 Mw. M.M. Nauta, Jan Vermeerlaan 33, 2343 CT Oegstgeest, tel. 071-5156768 M.N. van der Molen, Wagenaarstraat 370, 1093 CX Amsterdam, tel. 020-6943541 Buitenredactie R. Chrispijn, Jodenweg 1, 8385 GP Vledderveen, tel. 0521-381934 M.M. Groenendaal, de Ruyterstraat 91, 1792 AM Oudeschild, tel. 0222-322321 M.J.H. Kortselius, Morsebellaan 88, 2343 BN Oegstgeest, tel. 071-5172966 S. Lomas, Akkerhoornbloem 7, 2317 KP Leiden, tel. 071-5211972 M.E. Noordeloos, Solingenstraat 12, 2804 XT Gouda, tel. 0182-538684 OPROEP AAN AUTEURS Kopij is van harte welkom, en dient te worden gezonden naar het redactie-adres. Wilt u de redactie van Coolia wat werk uit handen nemen, neem dan vooraf contact op met de redactie over uw plannen. De redactie behoudt zich het recht voor teksten aan te passen of in te korten. Als de kopij digitaal wordt aangeleverd, dan het liefst met zo weinig mogelijk opmaak. Tabellen dienen aangeleverd te worden door de kolommen te scheiden met behulp van één ‘tab’ en niet met spaties. Indien u uw bijdrage per e-mail wilt verzenden: graag de bestandsnaam van uw bijdrage beginnen met ‘Coolia-...’. Tekeningen, grafieken en zwart-wit platen ontvangen wij het liefst als origineel. Indien u ze toch zelf wilt scannen: tekeningen op 1200 dpi, zwart-wit platen op 300 dpi op origineel formaat van Coolia. Opsturen kan per e-mail, op flop of op CD-Rom. COPYRIGHT Het copyright voor tekst en illustraties van de artikelen berust bij de Nederlandse Mycologische Vereniging. Auteurs behouden te allen tijde het recht om onderdelen van de tekst en de illustraties voor andere doeleinden te gebruiken. Voor overname van hele artikelen is toestemming van de redactie vereist. kaft_achter.indd 1 1-9-2007 14:43:04
Similar documents
deze Coolia in PDF - Nederlandse Mycologische
Informatie is verkrijgbaar bij de secretaris (adres achterin). Nieuwe leden en adreswijzigingen dienen gemeld te worden bij: Marjo Dam, Hooischelf 13, 6581 SL Malden, tel. 024-3582421, e-mail: nmvl...
More information