INFORM

jahrgang 11, Nr. 1 / jaargang 11, Nr. 1
INFORM
märz / maart 2011
‚INTERREG IV A bringt EUREGIO weit nach vorne‘
 Das INTERREG IV A-Programm
‚Deutsch­land-Nederland’ erweist sich immer mehr als Erfolg. Schon jetzt, gut drei
Jahre nach Programmstart, sind bereits
rund 24,2 Millionen Euro von der Europäischen Union durch grenzüberschreitende
regionale Projekte im EUREGIO-Gebiet
gebunden. Weitere rund 20,8 Millionen
Euro EU-Mittel sind mit sogenannten ‚majeuren’, Euregio-übergreifenden Projekten
belegt.
Auf regionaler Ebene konnten bereits 54
Projekte (darunter rund 24 Klein- und People-to-People-Projekte) auf den Weg gebracht werden. Der Andrang war so groß,
dass in der EUREGIO sämtliche EU-Mittel
für regionale Projekte in den Prioritäten II
(Nachhaltige regionale Entwicklung) und
III (Integration und Gesellschaft) ausgeschöpft sind. In diesen Bereichen können
nur noch Kleinprojekte mit einer finanziellen Förderung rechnen. In Priorität I
(Wirtschaft, Technologie und Innovation)
stehen noch rund 1,85 Millionen Euro für
neue Vorhaben bereit.
Majeure Projekte
Etwas entspannter sieht die Situation auf
‚majeurer’ Ebene aus: Dort sind die Mittel
lediglich in Priorität III ausgeschöpft. In
den Prioritäten I und II sind dagegen noch
EU-Mittel in Höhe von rund 16,0 beziehungsweise 8,7 Millionen Euro frei. Majeure Projekte unterscheiden sich dadurch von
regionalen Projekten, dass sie im Gebiet
von mehreren Euregios im deutsch-niederländischen Grenzraum umgesetzt 
People-to-People-EUREGIO-Preis an die OASE
4
People-to-People-EUREGIO- 4
prijs naar OASE
In allen drei Prioritäten verzeichnet das Programmmanagement große Fortschritte.
In alle drie prioriteiten boekt het programmamanagement veel vooruitgang.
Fotos: Dreamstime.com, Typometris, GPT
‘INTERREG IV A betekent een grote stimulans voor de EUREGIO’
 Het INTERREG IV A-programma ‘Deutschland-Nederland’ blijkt steeds meer een
succesverhaal te zijn. Nu al, nauwelijks drie
jaar na de start van het programma, is een
bedrag van ongeveer 24,2 miljoen euro van
de Europese Unie gebonden door grensoverschrijdende regionale projecten in het
EUREGIO-gebied. Daarnaast is nog eens
een som van rond de 20,8 miljoen aan EUmiddelen vastgelegd in zogenoemde ‘majeure’, Euregio-overstijgende projecten.
Op regionaal niveau konden al 54 projecten
(waaronder 24 kleine en People-to-Peopleprojecten) op gang worden gebracht. De
vraag was zo groot dat in de EUREGIO het
volledige bedrag aan EU-middelen voor
regionale projecten in de prioriteiten II
(Duurzame regionale ontwikkeling) en III
(Maatschappelijke integratie) al is uitgeput. Binnen deze prioriteiten kunnen alleen
nog kleine projecten voor een subsidie in
aanmerking komen. In prioriteit I (Economie, technologie en innovatie) is nog een
bedrag van ca. 1,85 miljoen voor nieuwe
initiatieven beschikbaar. 
SROI-Projekt findet
europaweit Beachtung
6
Bürgerberatung der
EUREGIO wird erweitert
7
Europese interesse voor het
project SROI
6
Burgeradvisering EUREGIO 7
breidt uit
Projekt MIAS informiert
9
Betriebe über Lasertechnik
Voorlichting over
lasertechniek
9
interreg
2
 werden. Die EUREGIO ist auch auf diesem Gebiet stark vertreten: Bei drei von
insgesamt fünf majeuren Projekten ist der
Leadpartner beziehungsweise Antragsteller im Gebiet der EUREGIO ansässig. In
dem Technologieprojekt ‚Mechatronik für
KMU’ hat die EUREGIO-Geschäftsstelle
auf Wunsch der Projektpartner sogar die
Projektleitung übernommen.
Die Arbeitbelastung ist für alle Beteiligten erheblich gestiegen. Verantwortlich
dafür sind nicht allein die große Zahl und
der gestiegene Umfang der Projekte. Im
Vergleich zu den Vorgängerprogrammen
sorgt vor allem der gestiegene bürokratische Aufwand für deutlich mehr Arbeit.
Jan Oostenbrink, stellvertretender EUREGIO-Geschäftsführer, und INTERREGProgrammkoordinator Ralf Runde sehen
dies durchaus kritisch. ‚Was den administrativen Aufwand betrifft, ist inzwischen
die Belastungsgrenze erreicht. Wir stellen
auch fest, dass der hohe Aufwand auf potenzielle Antragsteller
abschreckend wirkt’, so
Runde.
Dennoch sind Oostenbrink und Runde mit
der bisherigen Umsetzung des Programms
im
EUREGIO-Gebiet
zufrieden. ‚Das aktuelle
Programm bringt unsere Region einen großen
Schritt nach vorn’, so
Oostenbrink, und Runde
ergänzt: ‚Vor allem bei
 Bij de ‘majeure’ projecten is de situatie wat minder gespannen: hier zijn alleen de middelen in prioriteit III uitgeput.
Binnen de prioriteiten I en II staan echter
nog EU-middelen in een omvang van ca.
16,0 miljoen euro c.q. 8,7 miljoen euro
open. Majeure projecten verschillen van
regionale projecten doordat zij in het gebied van meerdere Euregio’s langs de
Nederlands-Duitse grens worden uitgevoerd. De EUREGIO is in deze categorie
sterk vertegenwoordigd: van drie van de in
totaal vijf majeure projecten is de leadpartner c.q. aanvrager gevestigd in het gebied
van de EUREGIO. Voor het technologische
project ‘Mechatronica voor MKB’ heeft het
EUREGIO-secretariaat op verzoek van de
projectpartners zelfs de projectleiding op
zich genomen.
moeten bovendien vaststellen dat de toegenomen administratieve last potentiële
aanvragers afschrikt’, aldus Runde.
Oostenbrink en Runde zijn desondanks
tevreden over de uitvoering van het programma in het EUREGIO-gebied tot nu
toe. ‘Het huidige programma werkt als
een enorme stimulans voor onze regio’, zo
stelt Oostenbrink vast, waarbij Runde aanvult: ‘Vooral op het gebied van economie,
technologie en gezondheidszorg nemen
wij een sterke positie in.’ Als voorbeelden
noemt hij ‘Mechatronica voor MKB’, ‘EurSafety Health-net’ en het nieuwe majeure
project ‘Telemedicine’. Verder is in de EUREGIO een groot aantal veelbelovende
initiatieven op het gebied van duurzame
energie, klimaatbescherming en demo-
interreg
Wirtschaft und Technologie und im Gesundheitswesen sind wir sehr stark aufgestellt.’ Als Beispiele nennt er ‚Mechatronik
für KMU’, ‚EurSafety-Health-net’ und das
neue majeure Vorhaben ‚Telemedizin’.
Vielversprechende Initiativen
Zudem gibt es in der EUREGIO zahlreiche,
sehr vielversprechende Ansätze in den Bereichen der erneuerbaren Energien, des
Klimaschutzes und des demografischen
Wandels. Das beweisen unter anderem
Projekte wie ‚Energiequelle Wallhecke’,
‚Mikro KWK (Kraft-Wärme-Kopplung)’,
‚Zukunft Passivhaus’ und ‚Wohnen im
Wandel’.
‚Wir würden diese wichtigen Zukunftsthemen gerne noch viel stärker fördern’, sind
Oostenbrink und Runde sich einig. Innovative Ideen gibt es genug. ‚Es wäre schade, wenn neue, zukunftsweisende Projekte
wegen der zuneige gehenden Fördermittel
auf der Strecke blieben’, so Oostenbrink.
‚Umso mehr hoffen wir natürlich, dass es
nach 2013 eine Fortsetzung von INTERREG gibt.’ 
grafische ontwikkeling van de grond gekomen. Dit bewijzen onder meer de projecten ‘Stoken op streekhout‘, ‘Micro WKK
(warmtekrachtkoppeling)’, ‘Toekomst passiefhuis‘ en ‘Wonen in beweging‘.
Veelbelovende initiativen
‘Wij zouden deze voor de toekomst belangrijke thema’s het liefst nog veel sterker
ondersteunen‘, zo menen Oostenbrink en
Runde. Innovatieve ideeën zijn er genoeg.
‘Het zou erg jammer zijn wanneer nieuwe
toekomstgerichte projecten door het achterwege blijven van subsidiemiddelen op
de plank zouden moeten blijven liggen‘, aldus Oostenbrink. ‘Juist daarom hopen wij
natuurlijk op een voortzetting van INTERREG na 2013‘. 
Administrative belasting
Wel is de werkbelasting voor alle betrokkenen aanzienlijk toegenomen. Dit is niet
alleen te wijten aan het grote aantal en de
toegenomen omvang van de projecten. Ten
opzichte van de voorafgaande programma’s zijn het vooral de bureaucratische
eisen die voor aanzienlijk meer werk zorgen. Jan Oostenbrink, plaatsvervangend
directeur-bestuurder van de EUREGIO, en
INTERREG-programmacoördinator Ralf
Runde tonen zich wat dit punt betreft kritisch. ‘Voor wat betreft de administratieve
belasting is de grens nu wel bereikt. Wij
EUREGIOInform märz / maart 2011
interreg
interreg
3
INTERREG V – EUREGIO-Gebiet ist gut aufgestellt
 Wird es im Jahr 2014 ein neues INTERREG-Programm für die grenzüberschreitende Zusammenarbeit geben? Und wenn
ja, welche Themen werden dann wichtig
sein? Wenn es nach Dr. Dirk Heuwinkel
vom Landkreis Osnabrück geht, kann man
sich gar nicht früh genug mit diesen Fragen befassen. Denn die politische und finanzielle Planung für ein mögliches Nachfolgeprogramm von INTERREG IV A ist
bereits im vollen Gange.
Europa 2020
Heuwinkel ist Vorsitzender der EUREGIOArbeitsgruppe INTERREG V, die aus Vertretern der EUREGIO-Mitgliedskommunen, der Provinzen, der Bezirksregierung
Münster, der Regierungsvertretung Oldenburg und der EUREGIO-Geschäftsstelle
besteht. Die Gruppe verfolgt seit zwei
Jahren die Weichenstellungen auf europäischer und nationaler Ebene aufmerksam
mit und entwickelt eine Positionierung
für das EUREGIO-Gebiet. ‚Brüssel, Berlin,
Düsseldorf und Hannover wollen INTERREG-A’, stellt Heuwinkel fest. Die Regierung in Den Haag steht anderen Teilen des
Strukturfonds kritisch gegenüber, befürwortet aber ebenfalls die Fortsetzung der
grenzüberschreitenden Zusammenarbeit.
Ungewiss ist noch, wie viel Geld zur Verfügung stehen wird. Heuwinkel erwartet
deshalb mit Spannung die Vorschläge der
Europäischen Kommission zum Finanzrahmen 2014-2020.
Inhaltlich zeichnen sich schon jetzt deutliche Schwerpunkte ab. So werde die Strategie Europa 2020 auch Eingang in die künftige Kohäsionspolitik finden – und damit
auch in die euregionalen Projekte. Es werden Beiträge zu den EU-Zielbereichen ‚Beschäftigung’, ‚Forschung und Innovation’,
‚Klimaschutz und Energie’ sowie ‚Bildung
und Armutsbekämpfung’ auch aus der EUREGIO erwartet. Dirk Heuwinkel sieht bei
den meisten Themen gute Anknüpfungspunkte und aktive Netzwerke. Für neue
Themen, wie ‚Energie und Klimaschutz’
gilt es jetzt, die interessanten Ansätze in
der EUREGIO zu vernetzen. Gelegenheit
dazu bietet etwa die Energietagung der EUREGIO am 17. März in Münster. Mit dem
‚Forum Demografie’ ist dies in den letzten
Jahren schon gut gelungen. Zudem bricht
Heuwinkel eine Lanze für sozial-kulturelle
Projekte: ‚Wir brauchen auch in Zukunft
solche Projekte, um – nicht zuletzt – auch
junge Menschen für die grenzüberschreitende Zusammenarbeit zu begeistern.’
Ein Ärgernis ist jedoch die zunehmende
Bürokratisierung. ’Hier haben sich Verfahren verselbständigt‘, sagt Heuwinkel. Die
Hürden für die Projektträger dürfen nicht
zu hoch sein. Er lässt keinen Zweifel daran,
sich dafür einzusetzen und unterstreicht,
wie wichtig INTERREG für das EUREGIOGebiet ist: ‚Die Projektförderung erleichtert es, die Grenze in unserem Wirtschaftsund Lebensraum gemeinsam und durch
praktisches Tun zu überwinden.’ 
Dr. Dirk Heuwinkel
Foto: Landkreis Osnabrück
INTERREG V – EUREGIO-gebied staat er goed voor
 Staat in 2014 een nieuw INTERREGprogramma voor grensoverschrijdende
samenwerking op stapel? En zo ja, wat zullen dan de belangrijkste thema’s daarvan
zijn? Als het aan Dr. Dirk Heuwinkel van de
Landkreis Osnabrück ligt, kun je niet vroeg
genoeg beginnen deze vragen aan de
orde te stellen. De politieke en financiële
voorbereiding op een mogelijk vervolgprogramma van INTERREG IV A is dan ook al
in volle gang.
Europa 2020
De heer Heuwinkel is voorzitter van
de EUREGIO-werkgroep INTERREG V,
waarin vertegenwoordigers van de bij de
EUREGIO aangesloten gemeenten, de
provincies, de regionale instanties van de
betrokken Duitse deelstaten en het EUREGIO-secretariaat zitting hebben. Deze
groep volgt al sinds twee jaar intensief de
ontwikkelingen die op Europees en nationaal niveau plaatsvinden en werkt een positionering voor het EUREGIO-gebied uit.
‘Brussel, Berlijn, Düsseldorf en Hannover
willen INTERREG-A’, zo stelt Heuwinkel
vast. De regering in Den Haag stelt zich
EUREGIOInform märz / maart 2011
ten opzichte van andere onderdelen van
de structuurfondsen kritisch op, maar ook
daar wordt voortzetting van de grensoverschrijdende samenwerking bepleit. Het is
nog onzeker hoeveel geld beschikbaar zal
komen. Heuwinkel wacht daarom gespannen op de voorstellen van de Europese
Commissie voor de financiële kaders, die
voor de periode 2014-2020 zullen gelden.
De inhoudelijke accenten tekenen zich nu
al steeds duidelijker af. Zo ziet het ernaar
uit dat de strategie Europa 2020 ook in
het komende cohesiebeleid en daarmee
ook in de euregionale projecten ingang zal
vinden. Ook vanuit de EUREGIO worden
bijdragen verwacht aan de EU-beleidsthema’s ‘werkgelegenheid’, ‘onderzoek en innovatie, ‘klimaatbescherming en energie’
en ‘scholing en armoedebestrijding’.
Dirk Heuwinkel ziet voor de meeste thema’s goede aanknopingspunten en de
aanwezigheid van actieve netwerken. Voor
de nieuwe thema’s als ‘klimaatbescherming en energie’ is het nu vooral zaak de
interessante initiatieven, die er in de EU-
REGIO zijn, in netwerken samen te brengen. De gelegenheid daarvoor bestaat onder meer tijdens de energieconferentie van
EUREGIO op 17 maart in Münster. Via het
‘Forum Demografie’ is dit in de afgelopen
jaren al prima gelukt. Daarnaast breekt
Heuwinkel een lans voor sociaal-culturele
projecten: ‘Wij hebben ook in de toekomst
dergelijke projecten hard nodig, niet in de
laatste plaats om ook bij jonge mensen enthousiasme te kweken voor de grensoverschrijdende samenwerking.’
Verminderen van bureaucratie
Een ergernis is echter de groeiende bureaucratisering. ‘De procedures zijn op dit
punt een eigen leven gaan leiden’, vindt
Heuwinkel. De belemmeringen mogen
voor de aanvragers niet te groot zijn. Hij
laat er geen misverstand over bestaan dat
hij zich voor vereenvoudiging wil inzetten
en benadrukt hoe belangrijk INTERREG
voor het EUREGIO-gebied is: ‘De projectsubsidies maken het gemakkelijker om de
scheidingsgrens in onze economische regio en leefomgeving door praktisch handelen verder af te breken.’ 
menschen
4
mensen
People-to-People-EUREGIO-Preis an die OASE
 Grenzüberschreitende Zusammenarbeit zwischen Deutschland und den Niederlanden findet nicht nur im Rahmen von
Projekten der EUREGIO statt, sondern es
gibt auch viele engagierte Bürgerinnen
und Bürger, die sich, allein oder in Gruppen organisiert, im alltäglichen Leben
grenzüberschreitend engagieren. Der Verein ‚Ökumenischer Kirchengarten OASE –
Christenen aan de grens e.V.’ ist genau ein
solches Beispiel. Gleichwohl überschreitet die Gruppe nicht nur geographische,
sondern auch Glaubensgrenzen. Für sein
besonderes Engagement wurde der Verein
nun ausgezeichnet: mit dem People-toPeople-EUREGIO-Preis 2011.
Alles begann im Jahr 2003 mit einem Projekt im Rahmen der grenzüberschreitenden Landesgartenschau Gronau-Losser.
Damals wurde ein Gelände in Grenznähe,
an der Dinkel gelegen, zu einer ökumenischen und grenzüberschreitenden Begegnungsstätte umgestaltet: dem Kirchen-
Günter Alsmeier (r.), Präsident der EUREGIO, übergab dem Vorsitzenden Cor Lem (l.), stellvertretend
für den Verein ‚Ökumenischer Kirchengarten OASE – Christenen aan de Grens e.V.’, den diesjährigen
People-to-People-EUREGIO-Preis 2011.
Günter Alsmeier (r.), voorzitter van de EUREGIO, reikte de People-to-People-EUREGIO-prijs 2011 uit aan
de voorzitter de heer Cor Lem, vertegenwoordiger van de vereniging ‘Ökumenischer Kirchengarten OASE –
Christenen aan de Grens e.V.’.
garten. Da es so viele interessierte und
begeisterte Besucher gab, entschlossen
die Projektmitglieder kurzerhand ihr Projekt zu institutionalisieren und gründeten
den Verein, der sich auch weiter um den
‚Platz für außergewöhnliche Stunden’
kümmert. Doch die OASE-Mitglieder sorgen nicht nur für die Pflege des Gartens,
sondern sie organisieren auch spirituelle
und sozialkulturelle Veranstaltungen und
bieten ebenso anderen Gruppierungen die
Möglichkeit, selbst Veranstaltungen zu gestalten. Auf diese Weise werden – an den
Wochenenden zwischen Ostersonntag
und dem Erntedankfest – zahlreiche Begegnungen von Menschen verschiedener
Nationalität und verschiedenen Glaubens
möglich gemacht.
‚Weil die OASE es geschafft hat, ihr Motto „Gott kennt keine Grenzen – allein nur
Menschen“ zum Programm zu machen
und weil sie Vorbildcharakter für ganz Europa hat’, so Günter Alsmeier, Präsident
der EUREGIO, hat der Verein eine besondere Ehrung verdient, die die EUREGIO
mit dem People-to-People-EUREGIO-Preis
zum Ausdruck bringt. Alsmeier überreichte den Preis an den Vorsitzenden des Vereins, Herrn Cor Lem. Die Verleihung für
den seit 2008 jährlich vergebenen Preis
fand am 21. Januar 2011, während der
Mitgliederversammlung der EUREGIO im
Kurhaus-Hotel Bad Bentheim, statt. Vorgeschlagen wurde der Preisträger von Ulrich
Overhageböck, dem Vertreter der Stadt
Gronau im EUREGIO-Rat. 
People-to-People-EUREGIO-prijs naar OASE
 Grensoverschrijdende samenwerking
tussen Nederland en Duitsland vindt niet
alleen plaats in het kader van projecten
van de EUREGIO. Er zijn ook vele geëngageerde burgers die zich, alleen of georganiseerd in groepen, in het dagelijks
bestaan inzetten voor de grensoverschrijdende zaak. De vereniging ‘Ökumenischer
Kirchengarten OASE – Christenen aan de
grens e.V.’ is daarvan een prima voorbeeld.
Deze groep overschrijdt bovendien niet
alleen geografische, maar ook religieuze
grenzen. De vereniging is voor haar bijzondere inzet beloond en wel met de Peopleto-People-EUREGIO-prijs 2011.
Alles begon in 2003 met een project dat
onderdeel was van de grensoverschrijdende ‘Landesgartenschau Gronau-Losser’.
Destijds werd een vlak bij de grens gele-
gen terrein aan de Dinkel ingericht als oecumenische en grensoverschrijdende ontmoetingsplaats: de kerkentuin. Het grote
aantal belangstellende en enthousiaste
bezoekers was voor de projectpartners
reden te besluiten het project te institutionaliseren. Daarvoor werd de vereniging
opgericht, die nog steeds zorgt voor deze
‘plek voor buitengewone uren’.
De leden van OASE zorgen niet alleen voor
het onderhoud van de tuin, maar organiseren ook spirituele en sociaal-culturele activiteiten en bieden bovendien andere groepen de mogelijkheid zelf evenementen te
organiseren. Op deze manier worden in
de weekeinden tussen paasmaandag en
de dankdag voor het gewas talrijke ontmoetingen tussen mensen met verschillende nationaliteiten en religies mogelijk
gemaakt.
‘Omdat het OASE is gelukt hun motto
“God kent geen grenzen, maar alleen mensen” in een programma om te zetten en de
vereniging daarmee een voorbeeld vormt
voor heel Europa’, aldus Günter Alsmeier,
voorzitter van de EUREGIO, heeft de vereniging een bijzondere eer verdiend, die de
EUREGIO met de People-to-People-EUREGIO-prijs tot uitdrukking brengt. Alsmeier
overhandigde de prijs aan de verenigingsvoorzitter de heer Cor Lem.
De prijs, die sinds 2008 wordt toegekend,
werd op 21 januari 2011 tijdens de algemene ledenvergadering van de EUREGIO
in het Kurhaus-Hotel Bad Bentheim uitgereikt. De prijswinnaar was voorgedragen
door de heer Ulrich Overhageböck, vertegenwoordiger van de Stadt Gronau in de
EUREGIO-Raad. 
EUREGIOInform märz / maart 2011
sprache
taal
5
Grenzen der Welt
 Ludwig Wittgenstein hatte es schon
mal auf den Punkt gebracht: ‚die Grenzen
meiner Sprache bedeuten die Grenzen
meiner Welt’. Auch wenn er dies nicht im
Sinne geographischer Grenzen formuliert
hat, trifft die Aussage des Philosophen
doch auch auf die Situation Europas zu.
Das Ziel einer gemeinsamen europäischen
Identität kann nicht ohne den Abbau von
Sprachbarrieren erreicht werden. Umso
wichtiger ist es also, die jeweilige Nachbarsprache zu erwerben und den Nachbarn
kennenzulernen.
Im Rahmen ihrer Masterarbeit hat Lisa
Wiesmann einen Blick auf das Angebot
an Niederländischunterricht und seinen
Stellenwert an Schulen in Nordrhein-Westfalen geworfen und kam zu dem Ergebnis,
dass 152 Schulen in NRW Niederländisch
anbieten und sich die Zahl der Niederländischschüler auf 22.898 verdoppelt hat. In
ihr Programm aufgenommen haben die
Schulen das Unterrichtsangebot hauptsächlich wegen des Europagedankens
und der direkten Anwendbarkeit der Sprache, da sie häufig auch über niederländische Austauschpartner verfügen. Etwa
die Hälfte der Schulen würde ihr Angebot
gerne ausbauen, jedoch haben sie oft mit
Mangel an qualifiziertem Lehrpersonal zu
kämpfen.
Während die Zahl der deutschen Niederländischlerner steigt, nimmt die der
Niederländer, die die deutsche Sprache
erwerben, seit Jahrzehnten ab. Diese Entwicklung beobachten die fünf deutsch-
niederländischen
Euregios
mit
Sorge und formulierten daher am
29. Oktober 2010
eine gemeinsame
Resolution, in der
u. a. ein früherer
Start des nachbarsprachlichen
Unterrichts, die
Fo r t f ü h r u n g s möglichkeit des
Spracherwerbs
auch in der weiteren Schullaufbahn und die
Kombination von
praxisorientiertem Unterricht
mit grenzüberschreitenden
Praktika, hervorgehoben wurden.
Diese Ziele sollen
durch intensive
Zusammenarbeit
der fünf Euregios
und den politischen Entschei- Besonders im unmittelbaren Grenzgebiet wird von verschiedenen Schulfordungsträgern in men Niederländischunterricht angeboten’, so Lisa Wiesmann.
Angriff genom- ‘Vooral in het directe grensgebied hebben meerder schooltypes het vak Nederlands
men werden. ‚Es in hun lespakket’, aldus Lisa Wiesmann.
Kartengrundlage: Geobasisdaten © Land NRW, Bonn (www.geobasisdaten.de)
muss etwas zugunsten des Unterrichts in der Nachbarsprache in Grenz‚denn bessere Kenntnis der Nachbarspragebieten unternommen werden’, so Hache verstärkt auch die grenzüberschreitenrald Krebs, Geschäftsführer der EUREGIO,
de Zusammenarbeit’. 
Grenzen van de wereld
 Ludwig Wittgenstein heeft het al eens
treffend onder woorden gebracht: ‘De
grenzen van mijn taal zijn de grenzen van
mijn wereld’. Ook al verwees hij hierbij niet
naar geografische grenzen, toch is de uitspraak van deze filosoof ook van toepassing op de situatie in Europa. Het streven
naar een gezamenlijke Europese identiteit
kan dan ook niet worden bereikt zonder
taalbarrières te slechten. Het is daarom
des te belangrijker de taal van het buurland te leren beheersen en de buren te leren kennen.
Als onderdeel van haar masterstudie heeft
Lisa Wiesmann het lesaanbod Nederlandse taal aan scholen in Nordrhein-Westfalen en het belang daarvan onder de loep
genomen. Het resultaat: 152 scholen in
NRW bieden Nederlands aan en het aantal
leerlingen, dat Nederlands leert, is verdubEUREGIOInform märz / maart 2011
beld tot 22.898. De scholen hebben het
Nederlandse taalonderwijs hoofdzakelijk
in hun lesprogramma opgenomen vanwege de Europese gedachte en de directe toepasbaarheid van deze taal, juist ook omdat
zij vaak meedoen aan uitwisselingen met
Nederlandse partnerscholen. Ongeveer de
helft van de scholen zou dit onderwijsaanbod graag verder willen uitbreiden, maar
vaak hebben zij moeite voldoende gekwalificeerde leraren te vinden.
Terwijl het aantal Duitsers dat Nederlands
leert stijgt, daalt al decennialang het aantal Nederlanders dat zich de Duitse taal
eigen maakt. De vijf Nederlands-Duitse
Euregio’s bezien deze ontwikkeling met
zorg en hebben daarom op 29 oktober
2010 een gezamenlijke resolutie geformuleerd, waarin ook wordt aangedrongen
op een vroegere start met onderwijs in de
buurtaal, voortzetting van de mogelijkheid
om deze taal te leren in de verdere schoolcarrière en het combineren van praktijkgericht onderwijs met grensoverschrijdende
stages. Om de realisatie van deze doelstellingen naderbij te brengen is intensieve
samenwerking tussen de vijf Euregio’s en
de direct verantwoordelijke politici noodzakelijk. ‘Het is dringend noodzakelijk iets
te doen ten gunste van het onderwijs in de
taal van het buurland in grensregio’s’, zo
vindt Harald Krebs, directeur-bestuurder
van de EUREGIO. ‘Verbeterde kennis van
de taal van het buurland versterkt ook de
grensoverschrijdende samenwerking.’ 
Kontakt / Contact
Lisa Wiesmann
lisawiesmann@gmx.de
6
soziales
maatschappij
SROI-Projekt findet europaweit Beachtung
 Das Erfolgsgeheimnis vieler INTERREG-Projekte beruht auf ihrem regionalen
Ansatz. Dank ihres Erfolges entwickeln die
Projekte eine Strahlkraft, die oft weit über
die Region hinaus, bis auf die europäische
Ebene reicht. Dies beweist zum Beispiel
das von Januar 2007 bis August 2008 realisierte INTERREG III A-Projekt ‚SROIControlling’ (Social Return on Investment)
der Städte Almelo und Münster sowie der
Gemeinde Belm und des Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) van Twente. Das
Projekt lieferte wichtige Erkenntnisse für
die Messung der Rendite von öffentlichen
Investitionen im sozialen Sektor – Praxiswissen, das nun auch in dem europäischen Berufsbildungsprojekt ‚MOTIVES’
zum Tragen kommt.
In dem MOTIVES-Projekt arbeitet der irische Bildungsträger Ballymun Job Centre
mit Partnerorganisationen aus fünf verschiedenen EU-Ländern wie Italien, Österreich, Ungarn und Deutschland zusammen, darunter auch das EUREGIO Qualifizierungs- und Technologieforum (EQT)
Die Aus- und Weiterbildung von gering qualifizierten Arbeitnehmern belastet die öffentlichen Haushalte. Mit der SROI-Methode lässt sich messen, ob sich die Ausgaben rentieren.
De opleiding van werknemers met een laag schoolingsniveau drukt op de publieke begrotingen. Met de
SROI-methode kan het rendement van de investeringkosten gemeten worden.
Foto: Dreamstime.com
in Ahaus. Die Stadt Münster ist als beratender Partner beteiligt. Das erklärte Ziel:
die berufliche Bildung von gering qualifizierten Arbeitnehmern in diesen Ländern
zu verbessern und zu untersuchen, ob
sich die öffentliche Förderung auch finanziell rentiert. Die Ergebnisse des deutschniederländischen
INTERREG-Projektes
‚SROI-Controlling’ aus 2007/2008 sollen
dabei als methodische Grundlage dienen.
Anhand von Untersuchungen in Almelo,
Münster und Belm konnte nachgewiesen
werden, dass die SROI-Methode funktioniert, und zwar grenzüberschreitend
in allen Projektorten, im ländlichen und
städtischen, im deutschen und niederländischen, öffentlichen und privaten Bereich.
Aus Erfahrung lernen
MOTIVES, das im Rahmen des europäischen Leonardo-da-Vinci-Programms gefördert wird, ist erst im Dezember 2010 gestartet. Deshalb liegen hier natürlich noch
keine Ergebnisse vor. Doch die Beteiligten
sind guter Hoffnung, dass das Projekt ein
Erfolg wird. In jedem Fall wollen sie aus
den Erfahrungen des INTERREG-Projektes
lernen. Jochen Köhnke und Stephan Nover
von der Koordinierungsstelle für Migration
und interkulturelle Angelegenheiten der
Stadt Münster freuen sich, dass die 20072008 gewonnen Erfahrungen nun auch in
Projekte in anderen europäischen Ländern
einfließen. Für die Münsteraner und ihre
Projektpartner in Belm und Almelo ist dies
eine schöne Erfolgsbestätigung. 
Europese interesse voor het project SROI
 Het geheim van het succes van vele
INTERREG-projecten berust op hun regionale karakter. Door dit succes krijgen
deze projecten een uitstraling die vaak
tot ver buiten de regio tot op Europese
schaal reikt. Dit bewijst bijvoorbeeld het
van januari 2007 t/m augustus 2008 uitgevoerde INTERREG IIIA-project ‘SROIControlling’ (Social Return on Investment)
van de gemeente Almelo, de Stadt Münster, de gemeente Belm en het Regionaal
Opleidingen Centrum (ROC) van Twente.
Het project heeft belangrijke inzichten in
het rendement van publieke investeringen
in de sociale sector opgeleverd. Deze praktische kennis wordt nu onder meer op het
gebied van beroepsopleidingen in het Europese project ‘MOTIVES’ toegepast.
Binnen het project ‘MOTIVES’ werkt het
Ierse opleidingsinstituut Ballymun Job
Centre samen met partnerorganisaties
uit vijf verschillende EU-landen zoals Italië, Oostenrijk, Hongarije en Duitsland.
Daaronder is ook het EUREGIO Qualifizierungs- und Technologieforum (EQT) in
Ahaus. De Stadt Münster is als adviserende partner aan het project verbonden. Het
doel is als volgt geformuleerd: verbetering
van de beroepsopleidingen voor mensen
met een laag scholingsniveau in deze landen en onderzoek naar het financiële rendement van de investeringkosten.
Leren van ervaring
De resultaten van het Nederlands-Duitse
INTERREG-project ‘SROI-Controlling’ uit
2007-2008 dienen daarvoor als methodische grondslag. Onderzoek uitgevoerd
in Almelo, Münster en Belm heeft uitgewezen dat de SROI-methode werkt, en
wel grensoverschrijdend in alle project­
gemeenten, op het platteland en in de stedelijke omgeving, in Duitsland en Neder‑
land in zowel de publieke als de private
sector.
MOTIVES, waarvoor subsidie uit het Europese
Leonardo-da-Vinci-programma
wordt verleend, is pas in december 2010
van start gegaan. Resultaten zijn dan ook
nog niet beschikbaar. De betrokkenen hebben er echter veel vertrouwen in dat het
project een succes zal zijn. In ieder geval
willen zij leren van de ervaringen, die tijdens het INTERREG-project zijn opgedaan. Jochen Köhnke en Stephan Nover
van het coördinatiepunt voor migratie en
interculturele zaken van de Stadt Münster
zijn er verheugd over dat de in 2007-2008
opgedane ervaringen nu gebruikt worden
in andere projecten en in andere Europese
landen. Voor de mensen uit Münster en
hun projectpartners uit Almelo en Belm
vormt dit een bevestiging van het belang
van hun project. 
EUREGIOInform märz / maart 2011
mobilität
mobiliteit
7
Bürgerberatung der EUREGIO wird erweitert
 Jährlich steigt die Anfrage nach Grenzpendlersprechstunden der EUREGIO,
sowohl in den Niederlanden, als auch in
Deutschland. Im Jahr 2010 wurden die
Sprechstunden von mehr als 1500 Bürgern
besucht. Dies bedeutet einen Anstieg von
rund 200 Besuchern im Vergleich zum
Jahr 2009.
Diese Entwicklung war mit ausschlaggebend für die Entscheidung der EUREGIO,
das Beratungsangebot an einem weiteren
Standort anzubieten. Am 07. Februar 2011
wurde nun in Oeding in Anwesenheit von
Christian Vedder, Bürgermeister der Stadt
Südlohn, Dr. Ansgar Hörster, Kreisdirektor des Kreises Borken, Günter Alsmeier,
EUREGIO-Präsident, Herman Lammers,
Berater der EUREGIO und Henk Krosenbrink, ehemaliger Grenzpendler aus Winterswijk, eine neue Grenzpendlersprechstunde eröffnet.
JobRoboter
Grenzüberschreitende Jobsuche?
Im Rahmen eines Projektes der Euregio Rhein-Waal bietet die EUREGIO
Ihnen an, einen Link auf der Website
Ihrer Gemeinde zu platzieren. Mit
diesem Link kann auf einfache Weise
grenzüberschreitende Arbeit geleistet
werden. Der euregio-JobRoboter verfügt über 40.000 Stellenangebote in
den Grenzregionen von Aken bis Emmen. Um diesen Link platzieren zu
können, benötigen Sie Zugangsdaten,
die wir Ihnen gerne auf Anfrage mitteilen (silvia.schuster@euregio.de).
Günter Alsmeier und Henk Krosenbrink eröffnen offiziell die neue Grenzpendlersprechstunde in
Südlohn/Oeding im Beisein des Südlohner Bürgermeisters Christian Vedder.
Günter Alsmeier en Dhr. Krosenbrink openen officieel het nieuwe grensgangerspreekuur van Südlohn/Oeding onder het toeziend oog van burgemeester Vedder.
Dr. Hörster freut sich sehr über das neue
Sprechstundenangebot: ‚Das Grenzgebiet des Kreies Borken ist 108 km lang. In
diesem Gebiet befinden sich viele Grenzpendler. Sie brauchen eine Grenzpendlersprechstunde in Oeding.‘
Gut besucht
Bereits am 08. Februar fand die erste
Sprechstunde statt, die mit zwölf Ratsuchenden aus Deutschland und den Nie-
derlanden direkt sehr gut besucht war.
Seitdem findet die Sprechstunde, in der
Bürger sich zu Themen wie grenzüberschreitendem Wohnen und Arbeiten informieren und beraten lassen können, jeden
zweiten Dienstag von 18.00 - 19.00 Uhr im
Rathaus in Oeding statt. Frage und Antwort stehen dann, in individuellen Gesprächen, jeweils ein Berater der EUREGIO
und ein Mitarbeiter des deutschen oder
niederländischen Finanzamtes. 
Burgeradvisering EUREGIO breidt uit
 Jaarlijks stijgt de vraag naar de grensgangerspreekuren van de EUREGIO in
zowel Duitsland als Nederland. In 2010
zijn de spreekuren door meer dan 1500
mensen bezocht. Dit is een stijging van
maar liefst 200 bezoekers ten opzichte
van 2009.
Mede door deze stijging heeft EUREGIO besloten het aanbod van grensgangerspreekuren uit te breiden. Daarom is
op 7 februari 2011 een nieuw grensgangerspreekuur in Südlohn/Oeding officieel geopend. Hierbij waren onder andere
Christian Vedder, burgemeester van Südlohn, voormalig grenspendelaar Henk
Krosenbrink, Kreisdirektor (Kreis Borken)
Dr. Ansgar Hörster en Günter Alsmeier
(voorzitter van de EUREGIO) en Herman
Lammers (EUREGIO-adviseur) aanwezig.
EUREGIOInform märz / maart 2011
Dr. Hörster is erg verheugd met de uitbreiding van spreekuren: ‘Het grensgebied van
de Kreis Borken is 108 kilometer lang. In
dit gebied bevinden zich veel grenspendelaars. Zij hebben behoefte aan het EUREGIO grensgangerspreekuur in Oeding.’
Druk bezocht
Het eerste spreekuur in het gemeentehuis
van Südlohn (in Oeding) op 08 februari
werd meteen druk bezocht. Twaalf burgers
uit Nederland en Duitsland kwamen op
het spreekuur af. Vanaf dit moment is er
op elke tweede dinsdag van de maand van
18.00 uur tot 19.00 uur een spreekuur in
Oeding. Hier kunnen burgers terecht met
vragen over grensoverschrijdend wonen
en/of werken. In dit uur geven een adviseur van EUREGIO en een medewerker
van de Duitse en Nederlandse belasting-
dienst antwoord op vragen in individuele
gesprekken. 
JobRoboter
Grensoverschrijdend werk zoeken?
In het kader van een project van Euregio Rhein-Waal geeft EUREGIO u de
mogelijkheid om een link op uw gemeentesite te plaatsen. Met deze link
kan op eenvoudige wijze grensoverschrijdend werk worden gevonden. De
euregio-JobRoboter heeft 40.000 vacatures beschikbaar in de grensgebieden
van Aken tot Emmen. Om deze link
te plaatsen op uw gemeentesite heeft
u de toegangsinformatie nodig. Deze
informatie verstrekken wij u graag op
aanvraag (silvia.schuster@euregio.nl).
europa
8
europa
Vierzig Jahre Dachverband mit Mehrwert
 Vor 40 Jahren gründeten zehn grenzüberschreitende Regionen in Europa
die ‚Arbeitsgemeinschaft Europäischer
Grenzregionen‘ (AGEG) als Dachverband. Beinahe selbstverständlich: die
EUREGIO war als ältester grenzüberschreitender Kommunalverband eines der
Gründungsmitglieder.
Alfred Mozer (1905-1979)
Alfred Mozer (1905-1979)
Die Idee, eine europäische Vereinigung
zu gründen, kam erstmals 1965 während
einer internationalen Regionalplanerkonferenz in Basel zur Sprache. Nach intensiver
Vorbereitungsarbeit wurde am 17./18 Juni
1971 auf Schloss Anholt eine ständige Konferenz europäischer Grenzregionen ins
Leben gerufen. Sie nannte sich ‚Arbeitsgemeinschaft Europäischer Grenzregionen‘ und wählte Alfred Mozer zum ersten
Präsidenten.
Hauptaufgabe der AGEG ist es, die Interessen seiner Mitglieder auf europäischer
Ebene zu vertreten. Aufgrund ihrer kompetenten und erfolgreichen Arbeit in der Vergangenheit ist sie heute eine der wenigen
Organisationen, die in einem strukturierten Dialog mit der EU-Kommission steht,
u.a. zur Fortführung und Verbesserung des
INTERREG-Programms.
Auch heute ist die EUREGIO noch vom
Mehrwert der AGEG überzeugt: ‚Die Mitgliedschaft bei der AGEG ist für uns absolut unumstritten und wichtig. Zum einen
ist die AGEG eine wirkliche Interessensvertretung auf europäischer Ebene. Zum anderen ermöglicht sie einen Erfahrungsaustausch mit Kolleginnen und Kollegen aus
ganz Europa. So ist auch eine vertiefte Zusammenarbeit der Euregios mit deutscher
Beteiligung entstanden, die genutzt wird,
um die eigene nationale Lobby-Arbeit abzustimmen‘, so Harald Krebs, Geschäftsführer der EUREGIO.
Deutsche Gruppe
Auf Initiative von Harald Krebs haben sich
alle Euroregionen und Euregios mit deutscher Beteiligung innerhalb der AGEG zur
‚Deutschen Gruppe in der AGEG’ zusammengeschlossen. ‚Wir tauschen unsere
Erfahrungen aus und stimmen unsere
Lobby-Arbeit auf nationaler Ebene ab, indem wir gemeinsame Positionen vorbereiten und gegenüber den zuständigen
staatlichen Stellen kommunizieren,’ so
Krebs. Der Generalsekretär der AGEG,
Martín Guillermo-Ramírez, begrüßt die
enge Zusammenarbeit seiner Mitglieder
und nimmt deren Arbeitsresultate dankbar auf. So hat er den Katalog ‚Verfahrensvorschläge für INTERREG A’, in dem die
deutsche Gruppe Verbesserungsvorschläge für die Verwaltungs- und Kontrollsysteme von INTERREG macht, großenteils
in die allgemeine AGEG-Positionierung
übernommen. 
Veertig jaar koepelorganisatie met meerwaarde
 Veertig jaar geleden richtten tien grensoverschrijdende Europese regio’s de koepelorganisatie ‘Werkgemeenschap van Europese Grensregio’s’ (WVEG) op. Het was
bijna vanzelfsprekend dat de EUREGIO als
het oudste grensoverschrijdende intergemeentelijke samenwerkingsverband tot de
grondleggers behoorde. Het idee om een
Europese vereniging op te richten kwam
voor het eerst ter sprake in 1965 tijdens
een internationale conferentie van regionale planologen in Basel. Na intensieve
voorbereiding werd op 17 en 18 juni 1971
in kasteel Anholt een permanente conferentie van Europese grensregio’s in het
leven geroepen. Deze samenwerking kreeg
de naam Werkgemeenschap van Europese
Grensregio’s, terwijl Alfred Mozer werd
verkozen tot eerste voorzitter.
De belangrijkste taak van de WVEG is het
behartigen van de belangen van haar leden
op Europees niveau. Haar competente en
succesvolle activiteiten in het verleden
hebben ertoe geleid dat de WVEG op dit
moment één van de weinige organisaties
is, die in een structurele dialoog met de
Europese Commissie staat, o.a. over de
voortzetting en de verbetering van het
INTERREG-programma.
De EUREGIO is tot de dag van vandaag
overtuigd van de meerwaarde van de
WVEG: ‘Ons lidmaatschap is volledig onomstreden en van groot belang. De WVEG
is enerzijds een essentiële belangenbehartiger op Europees niveau, anderzijds
maakt zij uitwisseling van ervaringen met
collega’s uit het heel Europa mogelijk. Zo
is onder meer een intensieve samenwerking tussen de Euregio’s met Duitse deelname ontstaan, die wordt benut om de
eigen nationale lobbyactiviteiten op elkaar
af te stemmen’, zo verklaart Harald Krebs,
directeur-bestuurder van de EUREGIO.
Duitse groep
Op initiatief van Harald Krebs hebben alle
Euregio’s binnen de WVEG met Duitse
deelname zich aaneengesloten tot de ‘Duitse groep in de WVEG’. ‘Wij wisselen onze
ervaringen onderling uit en stemmen onze
lobbyactiviteiten op nationaal niveau op elkaar af. Daarbij bereiden wij gezamenlijke
standpunten voor en brengen deze onder
de aandacht van de verantwoordelijke na-
tionale overheidsinstanties’, aldus Krebs.
De secretaris-generaal van de WVEG Martín Guillermo-Ramírez toont zich verheugd
over de nauwe samenwerking tussen de
WVEG-leden en ziet de resultaten daarvan
met grote interesse tegemoet. Zo heeft hij
de catalogus ‘Procedurele voorstellen voor
INTERREG A’, waarin de Duitse groep
voorstellen ter verbetering van de beheersen controlesystemen van INTERREG doet,
grotendeels overgenomen in het algemene
standpunt van de WVEG. 
Die AGEG hat ihren Sitz im EUREGIO-Sekretariat in Gronau.
De WVEG is gehuisvest in het EUREGIO-secretariaat in Gronau.
EUREGIOInform märz / maart 2011
technologie
technologie
9
Projekt MIAS informiert Betriebe über Lasertechnik
 Laserstrahlen sind echte Tausendsassa.
Ob bohren, gravieren, perforieren, schneiden oder schweißen, es gibt kaum eine
Bearbeitungstechnik, die nicht von Lasern
übernommen werden kann. Im Rahmen
des INTERREG-Projektes MIAS (Medical
Innovation in an Aging Society) informierte die Fachhochschule Münster am Sitz in
Steinfurt rund 40 Unternehmer und Experten über die neuesten Entwicklungen der
Lasermaterialbearbeitung.
Genauigkeit und geringe Größe können
entscheidende Qualitätsmerkmale sein,
zum Beispiel beim Schweißen von Herzschrittmachergehäusen oder bei der Bearbeitung von sogenannten ‚Stents’, die
Herzpatienten in die Blutgefäße eingesetzt
werden.
Frauke Legewie von der Firma Limo aus
Dortmund und Marcel in het Veld von der
Firma Veldlaser aus Heerenberg erläuterten verschiedene Apparate für die Mikro-
bearbeitung und Serienproduktion von
medizinischen Produkten. Den Abschluss
bildete eine Führung durch das Laserzentrum der Fachhochschule, das sich mit
seinem Beratungsangebot gezielt an deutsche und niederländische Unternehmen
richtet. ‚Wir decken die gesamte Bandbreite der Laserbearbeitung ab, vom UV- bis
hin zum Infrarot-Laser’, betont Jens Hildenhagen eine wesentliche Stärke. Allein
im Rahmen des MIAS-Projektes erhielten
bereits 90 Firmen eine Beratung. 
Jens Hildenhagen vom Laserzentrum der
Fachhochschule stellte vom Diodenlaser
über den Scheiben- bis hin zum Faserlaser die wichtigsten Strahlquellen und die
aktuellen Trends der Mikrobearbeitung
vor. Laser sind in der Lage, verschiedenste
Materialien wie Stahl, Kunststoff oder Keramik sehr präzise zu bearbeiten – oftmals
in Größenordnungen von wenigen Tausendstel Millimetern. Diese Eigenschaft
ist bei der Herstellung von medizintechnischen Produkten besonders gefragt. Denn
Netzwerktreffen
Gesundheit
 Auf Einladung von MIAS und dem Kompetenzzentrum Gesundheitswirtschaft GewiNet fand am 9. Februar in Papenburg
das erste deutsch-niederländische Netzwerktreffen der Gesundheitswirtschaft
statt. Rund 25 Vertreter von Unternehmen,
Netzwerken und Wirtschaftsförderern
nahmen daran teil. Thema waren unter
anderem die Marktmöglichkeiten auf der
jeweils anderen Seite der Grenze. Der GewiNet e.V. plant, künftig weitere Treffen zur
Förderung des grenzüberschreitenden Gesundheitsmarktes durchzuführen. 
Netwerkbijeenkomst
gezondheid
 Op uitnodiging van MIAS en het competentienetwerk voor gezondheidseconomie
GewiNet vond op 9 februari in Papenburg
de eerste Nederlands-Duitse netwerkbijeenkomst ‘Gezondheidseconomie’ plaats.
Deelnemers aan dit treffen waren ca. 25
vertegenwoordigers van ondernemingen,
netwerken en ontwikkelingsmaatschappijen. Aan de orde kwamen onder meer
de marktkansen in het buurland. GewiNet e.V. is van plan ter stimulering van de
grensoverschrijdende gezondheidsmarkt
in de toekomst nog meer van dit soort bijeenkomsten te organiseren. 
EUREGIOInform märz / maart 2011
Der Leiter des Laserzentrums der FH Münster Professor Klaus Dickmann und Frauke Legewie.
Het hoofd van het lasercentrum van de FH Münster, professor Klaus Dickmann, en Frauke Legewie.
Foto: Stefan Adam
Voorlichting over lasertechniek
 Laserstralen zijn echte manusjes van
alles. Of er nu geboord, gegraveerd, geperforeerd, gezaagd of gelast moet worden, er is bijna geen bewerkingstechniek
waar geen laser voor gebruikt kan worden.
Als onderdeel van het INTERREG-project
MIAS (Medical Innovation in an Aging
Society) gaf de vestiging Steinfurt van de
Fachhochschule Münster voorlichting aan
ongeveer 40 ondernemers en vakmensen
over de nieuwste ontwikkelingen op het
gebied van materiaalbewerking met laser.
Jens Hildenhagen van het lasercentrum
van deze hogeschool verzorgde een presentatie over de belangrijkste stralingsbronnen, zoals de diodelaser, de schijflaser
en de fiberlaser, en over actuele ontwikkelingen op het gebied van microbewerking.
Met laser is het mogelijk zeer verschillende
materialen als staal, kunststof en keramiek
met uiterste precisie, vaak in de orde van
grootte van enkele duizendste millimeters,
te bewerken. Deze eigenschap is vooral
van groot belang bij de vervaardiging van
medisch-technologische producten. Precisie en een kleine omvang zijn hiervoor
doorslaggevende kwaliteitscriteria, bijvoorbeeld bij het lassen van behuizingen
voor pacemakers of het vervaardigen van
zogenoemde ‘stents’, die bij hartpatiënten
in een bloedvat worden geplaatst.
Frauke Legewie van de firma Limo uit Dortmund en Marcel in het Veld van de firma
Veldlaser uit ’s- Heerenberg gaven uitleg
over een aantal apparaten die ingezet worden voor microbewerking en seriematige
productie van medische producten.
De bijeenkomst werd afgesloten met een
rondleiding door lasercentrum van de hogeschool, dat haar adviesdiensten richt op
Duitse en Nederlandse ondernemingen.
Jens Hildenhagen benadrukt het belangrijkste sterke punt: ‘Wij dekken de hele
bandbreedte van de laserbewerking af, van
UV- tot infraroodlasers.’ Alleen al in het kader van het MIAS-project zijn nu 90 bedrijven van advies voorzien. 
kurz und knapp
10
in het kort
‚Nicht prozessieren, sondern miteinander reden!’
 Am 19. Januar 2011 unterschrieben Vertreter der niederländischen Provinz Gelderland und der Gemeinde Winterswijk
ebenso wie die deutschen Gesellschafter
des Flugplatzes Stadtlohn-Vreden ein gemeinsames Memorandum. Die Verlängerung der Start- und Landebahn des zwischen Vreden und Stadtlohn an der niederländischen Grenze gelegenen Flugplatzes
im Jahr 2009 hatte bei Anwohnern für
Unmut gesorgt und zu einem juristischen
Verfahren der niederländischen Seite gegen den Flughafen geführt.
Als unabhängiger Vermittler wurde Jan
Oostenbrink, stellvertretender Geschäftsführer der EUREGIO Geschäftsstelle, eingesetzt, der sich über die Rolle der EUREGIO als grenzüberschreitende Gesprächsplattform freute. Mit dem Memorandum
wurden die freiwillige Selbstbeschränkung
des Flugplatzes über fünf Jahre (u. a. weniger Flugbewegungen), die Einrichtung
eines Beirats (nach niederländischem
Modell), stärkere Kooperation und die
Beendigung des Widerspruchverfahrens
besiegelt. 
Der Flugplatz Stadtlohn-Vreden ist auch bekant
unter dem Namen Wenningfeld.
Het vliegveld Stadtlohn-Vreden is ook bekend als
vliegveld Wenningveld.
Mehr niederländische Gäste
 Das Münsterland verzeichnet bereits
im siebten Jahr in Folge einen Anstieg der
touristischen Übernachtungen. Laut Information und Technik Nordrhein-Westfalen
(IT.NRW) wuchs der Anteil im Jahr 2010
im Vergleich zum Vorjahreszeitraum um
3,6 Prozent auf gut 3,16 Millionen, die Zahl
der Gästeankünfte stieg um 2,8 Prozent
auf gut 1,42 Millionen. Mit 56.702 Gästen und einer Zunahme von 12,7 Prozent
waren die Niederländer 2010 erneut die
wichtigste ausländische Zielgruppe. Die
Zahl der Übernachtungen dieser Gruppe
stieg um 10,2 Prozent auf 124.570. Michael
Kösters, Geschäftsführer des Münsterland
e.V., erklärt: ‚Die intensive Bewerbung des
wichtigsten ausländischen Quellmarktes
im EUREGIO-Verbund durch den Münsterland e.V. ist ein wesentlicher Grund für
diese Entwicklung.’
Neue Broschüre
Das Münsterland wird, wie auch die übrigen touristischen Destinationen des
EUREGIO-Gebietes, im Rahmen des INTERREG-Projektes ‚Tourismus-Marketing
Grenzregion’ aktiv im Nachbarland vermarktet. Vor Kurzem veröffentlichte das
grenzüberschreitende Projektbüro die
neue Ausgabe der Broschüre ‚Geheim
over de grens’ (‚Das Geheimnis hinter der
Grenze’). In dem ansprechend gestalteten
Heft laden die vier gastfreundlichen Regionen Münsterland, Osnabrücker Land,
Grafschaft Bentheim und Südliches Emsland niederländische Gäste zu spannenden und aktiven Tagestouren und gemütlichen Wochenendurlauben ein. 
Mehr Informationen
Meer informatie
www.geheimoverdegrens.nl
Grenzwerte gesucht
 Künstler und Kulturschaffende, Künstlergruppen und Kultureinrichtungen aus
der gesamten EUREGIO sind aufgerufen,
Projektideen für das grenzüberschreitende
Kunst- und Kulturprojekt GrensWerte zu
entwickeln. Inhaltlich sollten die Themen
Grenze, Werte, Grenzwerte und des aktuellen Jahresthema ‚Overhanging Fruit’ im
Mittelpunkt stehen.
Gesucht sind Projekte, die originell und
überraschend sind, die Grenzen überschreiten – im konkreten wie im übertragenen Sinne, die interdisziplinär sind
und partizipativ. Deutsch, niederländisch,
europäisch, kosmopolitisch. Beteiligen
können sich sowohl Künstlergruppen und
-netzwerke, als auch einzelnen Künstler.
GrensWerte läuft als INTERREG IV AProjekt von März 2010 bis April 2014. In
diesem Zeitraum können Kunstprojekte
durchgeführt werden, mit einer Dauer
zwischen einer Minute und mehreren
Jahren. 
Overhanging Fruit ist das aktuelle Jahresthema im Kunst- und Kulturprojekt GrensWerte. Die EUREGIO ist Leadpartner im gemeinsamen Projekt mit Münsterland e.V. und Kunst & Cultuur Overijssel.
Overhanging Fruit is het actuele subthema van het kunst- en cultuurproject GrensWerte. De EUREGIO is
Leadpartner in het gezamenlijke project met Münsterland e.V.
Foto: Christian van der Meij
EUREGIOInform märz / maart 2011
kurz und knapp
in het kort
11
‚Niet procederen, maar met elkaar praten!‘
 Op 19 januari 2011 ondertekenden vertegenwoordigers van de provincie Gelderland, de gemeente Winterswijk en de vennoten van het Duitse vliegveld StadtlohnVreden een gezamenlijk memorandum.
De verlenging van de start- en landingsbaan van het tussen Vreden en Stadtlohn
direct aan de grens met Nederland gelegen vliegveld in 2009 zorgde voor onrust
bij omwonenden en leidde tot juridische
stappen van Nederlandse kant tegen het
vliegveld. Als onafhankelijk bemiddelaar
werd Jan Oostenbrink, plaatsvervangend
directeur-bestuurder van het EUREGIO-secretariaat, ingezet, die zich verheugde over
het feit dat de EUREGIO de rol van grensoverschrijdend gespreksplatform kreeg
toebedeeld. Het memorandum vormt de
bezegeling van het feit dat het vliegveld
zichzelf gedurende vijf jaar vrijwillig beperkingen zal opleggen (o.a. minder vliegbewegingen), van de instelling van een
adviesgroep (naar Nederlands voorbeeld),
een intensievere samenwerking en beëindiging van de bezwaarprocedure. 
‚Nicht prozessieren, sondern miteinander reden!‘ Mit diesen Worten unterstrich Co Verdaas, Abgeordneter der Provinz Gelderland, die Bedeutung des Memorandums.
‘Niet procederen, maar met elkaar in gesprek gaan!‘ Met deze woorden onderstreepte Co Verdaas, gedeputeerde van de provincie Gelderland, de betekenis van het memorandum.
Nieuw ‘Geheim over de grens’
 Het Grensoverschrijdend Projectbureau voor Toerisme van de EUREGIO
heeft de nieuwe uitgave van de brochure
‘Geheim over de grens’ uitgebracht. De
vier gastvrije regio´s net over de grens;
Münsterland, Osnabrücker Land, Grafschaft Bentheim en het Zuidelijk Emsland
geven hierin een aantal nieuwe geheimen
prijs voor een leuke dagtrip of een gezellig
weekendje weg. De brochure is ingedeeld
in vijf thema´s voor actieve natuurliefhebbers, geschiedenisliefhebbers en cultuurminnaars, gezinnen en jonge onderzoekers, levensgenieters en lekkerbekken en
trendsetters en koopjesjagers.
De nieuwe brochure ‘Geheim over de
grens’ is gratis te bestellen via e-mail:
info@geheimoverdegrens.nl
Mede door de campagne ‘Geheim over
de grens’ in het kader van het INTERREGproject ‘Toerisme-Marketing Grensregio’
is het aantal Nederlandse toeristen in het
Duitse grensgebied ook in 2010 weer fors
gestegen. In het Münsterland werden bijvoorbeeld 56.702 bezoekers uit Nederland
geteld. In vergelijking met jet jaar daarvoor is dit een stijging van 12,7 percent.
Het aantal overnachtingen binnen deze
groep is om 10,2 percent toegenomen op
124.570. 
Geheim
Geo
h ver
6
de gren
s
eim ove
Ontdekk
ingsre
r de gre
Oniz
tde
en
kking
insre
ns
heizet nDinui
he
tsteDugritsen
e gre
sgnseb
geie
bie
dd
Grenswaarden gezocht
Kontakt / Contact
Grenswerte
www.grenswerte.eu
info@grenswerte.eu
 02562/70254 (aus D)
 053/4605154 (vanuit NL)
EUREGIOInform märz / maart 2011
 GrensWerte roept kunst- en cultuurmakers, kunstenaarsverenigingen en culturele organisaties uit het EUREGIO gebied op
om projectideeën voor het grensoverschrijdende kunst- en cultuurproject GrensWerte in te dienen. Deze ideeën moeten voldoen aan het themagebied grens, waarde,
grenswaarden en het subthema van dit
jaar ‚Overhanging Fruit’.
Alle kunstdisciplines, graag ook interdisciplinair en met een participerende
component komen voor GrensWerte in
aanmerking als ze nieuw, origineel, en
grensoverschrijdend zijn. Deelnemen kunnen kunstenaarsgroepen of netwerken van
culturele instellingen maar ook individuele
kunstenaars.
GrensWerte loopt als INTERREG IV A-project van maart 2010 tot april 2014. In deze
periode kunnen kunstprojecten uitgevoerd
worden met een looptijd van een minuut
tot meerdere jaren. 
bürger
12
burgers
Von EUREGIO-Fotowettbewerb zu Fotoausstellung
 Nun ist er vorbei, der Fotowettbewerb
der EUREGIO. Mehr als 100 Fotos wurden
eingeschickt: Fotos, mit denen die Bewohner in der Grenzregion ihr Alltagsleben
eingefangen haben. Wie sehen Bürger die
EUREGIO? Wie leben sie im deutsch-niederländischen Grenzgebiet? Wie verbringen sie ihre Freizeit? Nutzt der EUREGIOBürger die grenzenlose Freiheit? All diese
Fragen sollten im Jahr 2010 durch die
Ausschreibung eines Fotowettbewerbs des
EUREGIO-Mozer-Programms in Zusammenarbeit mit den Westfälischen Nachrichten, Grafschafter Nachrichten und De
Twentsche Courant Tubantia, beantwortet werden. Der Kreativität wurden keine
Grenzen gesetzt und jeder EUREGIO-Bürger war dazu eingeladen teilzunehmen.
Die Jury, bestehend aus Pressefotografen
der drei genannten Zeitungen, wählte die
20 besten Fotos aus, davon 10 in der Kategorie Erwachsene und ebenfalls 10 in der
Kategorie Kinder.
Die 20 Gewinnerfotos werden in einer
Wanderausstellung präsentiert, die während der Tagung der EUREGIO-MozerKommission am 04. März 2011 in Emsdetten feierlich eröffnet wurde. Die leicht
aufbaubare Ausstellung soll danach in
anderen EUREGIO-Gemeinden gezeigt
werden. 
Der EUREGIO-Fotowettbewerb war erfolgreich. Die Gewinnerbilder reisen jetzt in einer Wanderausstellung durch die EUREGIO.
De EUREGIO-fotowedstrijd was een succes. De winnende foto‘s gaan nu op reis door de EUREGIO.
Van EUREGIO-fotowedstrijd naar tentoonstelling
 De fotowedstrijd van de EUREGIO is
afgelopen. Meer dan 100 foto’s werden
ingestuurd. Een groot aantal bewoners
uit het grensgebied heeft het alledaagse
leven in de EUREGIO in beeld gebracht.
De centrale vragen luidden: Hoe ziet u de
EUREGIO? Hoe leeft u in het NederlandsDuitse grensgebied? Hoe brengt u uw vrije
tijd door? Maakt u gebruik van de grenzeloze vrijheid? Om dat te weten te komen
had de EUREGIO-Mozer-Commissie in
samenwerking met de Westfälischen Nachrichten, Grafschafter Nachrichten en De
Twentsche Courant Tubantia in 2010 een
fotowedstrijd uitgeschreven. Iedere EUREGIO burger kon hieraan deelnemen. De
jury, die bestond uit de persfotografen van
de drie genoemde dagbladen, heeft uit alle
inzendingen de 20 beste foto’s gekozen
(10 uit de categorie volwassen en eveneens 10 uit de categorie kinderen).
De twintig winnende foto’s worden vanaf
maart 2011 in een reizende tentoonstelling geëxposeerd en deze zal tijdens de
EUREGIO-Mozer-Commissie vergadering
Unterstützt durch /
Mede mogelijk gemaakt door:
van 4 maart 2011 in Emsdetten feestelijk
worden onthuld. De eenvoudig op- en af
te bouwen fototentoonstelling kan het
aankomende jaar ook in andere EUREGIO
gemeenten getoond worden. 
Ausstellung ausleihen?
Tentoonstelling lenen?
Silvia Schuster
s.schuster@euregio.de / .nl
Impressum
EUREGIO
Postfach 1164
48572 Gronau
www.euregio.de
T 02562/7020
F 02562/70259
redaktion@euregio.de
Colofon
EUREGIO
Postbus 6008
7503 GAEnschede
www.euregio.nl
T 053-4605151
F 053-4605159
redactie@euregio.nl
Verantwortlich Verantwoordelijk
Harald Krebs
Redaktion Redactie
Christoph Bönig, Melanie Pietzowski
Druck Druk
Drukkerij Hub Tonnaer bv, Kelpen-Oler
www.deutschland-nederland.eu