Steering the Faculty - Bouwkunde

B NIEUWS
1
#08
21 FEBRUARI 2011
PERIODIEK VAN DE FACULTEIT BOUWKUNDE | TU DELFT
I AM
X!
ARCHIPRI
INHOUD
2/3 Nieuws
A village for students
Stylos naar Brazilië
Vertical Village
4 Nieuws
Trying to make study more Web 2.0
Vernieuwing van de stadsvernieuwing
5 BK In Focus
INDESEM 2011:
Losing ground
6/7 Interview
Han Meyer and Daan Zandbelt
Discussion about the European
Postgraduate Masters in Urbanism at
the TU Delft and beyond.
8 BK In Focus
Field Academy:
Reconstructing Rotterdam
9 Project
The Dutch urban block and the
public realm
10 Forum
Steering the faculty by Tahl Kaminer
Cartoon: Henning Jansen
Column: Louche
11 Streets of BK
What do you think of the new architecture sign over the main entrance?
12 Agenda
TAHL KAMINER “BOUWKUNDE NEEDS TO INVEST LESS
EFFORT IN PRODUCING NEW STRUCTURES, AND MORE IN
ITS MAIN ASSET, THE YOUNG PEOPLE WHO INHABIT THE
PLACE”
2 NIEUWS
KORT NIEUWS
Oproep: heeft u nog
oude edities van B
nieuws voor ons
archief?
B NIEUWS 08 21 FEBRUARI 2010
LOOK! A
T,
PROJEC
!!
4 REAL!
B Nieuws werkt samen met de
Bouwkunde bibliotheek aan de
archivering en digitalisering
van B Nieuws. Heeft u nog oude
edities van B Nieuws of Pentagram liggen? Stuur deze dan nu
naar ons op en help ons het B
Nieuws archief tot aan de jaren
zestig compleet te maken! Meer
weten over de ontbrekende
nummers en hoe u mee helpt:
bnieuws.bk.tudelft.nl
E-point closed
E-point will be closed from
Monday 21st till Friday 25th of
February. During this week there
is no education, but the faculty
will be open. The modelhall and
the library will use the regular
opening hours.
Casablanca
excursion
Do you want to get in touch
with other cultures during your
studies, like the AfricanIslamatic? Join the excursion!
Casablanca is not only the biggest
city in Marocco, it also offers a lot
of possibilities for a great citytrip,
because of its historical and
cultural heritage. The program
starts on Sunday 27th of February
untill Thursday the 3th of March.
The costs will be 300 euros
including your flight and stay. The
deadline for registration is the
24th of February. For more
information and your registration,
send an email to:
A.O.S.Karkukli-1@student.
tudelft.nl
Casablanca mosque
A VILLAGE
FOR STUDENTS
THE STUDENT PROJECTS AT THE FACULTY ARE OFTEN FICTIONAL, EVEN IF THEY
ARE MOSTLY SITUATED ON A REAL SITE. THE RMIT MSC1 STUDIO ’HET RODE
DORP’ GOES FURTHER: STUDENT PROJECTS FROM THIS STUDIO MIGHT END UP
INFLUENCING THE ’REAL’ PROJECT!
BK CITY Het Rode Dorp (the Red Village) is an
small area of around 130 dwellings that sits
quite comfortably near The Hague’s Hollands
Spoor Station. Built in 1871 as small dwellings
for the anti-social (young people and the
elderly), the area has never ranked very high
on people’s wish list. In 1985, the houses
received their last makeover, a prefab extension that housed the toilets and showers. Now
it seems that they could be occupied by the
students of the nearby Haagse Hogeschool.
Then, Staedion, the corporation that owns the
dwellings, announced that they would be
demolished and a new block might be erected
in their place. Hoewever, the plans seem to
have changed. The corporation now seriously
considers renovating the dilapidated dwellings and turning them into student houses.
“Our former dean, Wytze Patijn, met some of
the board members of Staedion corporation
last summer and the idea for this student
project just came up”, says Alexander de
Ridder, the teacher responsible for the studio.
While this is quite rare, it is certainly not
unique, and according to De Ridder “collaborating with this type of institutions offers many
opportunities; they want students’ ideas, but
they do show us around and we can rely on
their drawings and experts.”
But why keep the original dwellings? “The
area of Schilderswijk suffers from urban decay
and there have been many urban renewal
projects by notable architects that did not
always fit the historical or the physical
context. Het Rode Dorp is more typical of
Schilderswijk” De Ridder says. Furthermore,
as the students of the studio pointed out, the
area is well suited for student dwelling, as it is
centrally located within The Hague, but also
near the train station and walking distance
from Hoogeschool. Furthermore, the students
of the Haagse Hogeschool have also been
asked to make plans for the area.
And even though plans are being developed
by others, there is still an opportunity that the
students’ ideas will be taken seriously.
“Currently there is a project by
Braaksma&Roos, but we hope that our
projects might offer new ideas that could be
added to the final one”, De Ridder continues.
One of the students, Terry Pater agrees.
“While most of the projects you do here
remain on paper, this one is a step closer to
reality”. It is clear that the corporation and the
municipality are committed to this idea: there
will be a public debate and presentation of the
student projects on 1 April, that Wytze Patijn,
the municipality alderman and the representative of Staedion will attend. (PS)
More info: rmit-bk@tudelft.nl
NIEUWS 3
STYLOS NAAR BRAZILIË
COLUMN
IN DE ZOMER VAN 2011 ORGANISEERT STYLOS EEN STUDIEREIS NAAR BRAZILIË. WE NEMEN 25
STUDENTEN (ZOWEL BACHELOR ALS MASTER) EN ÉÉN PROFESSOR MEE. IN DRIE WEKEN TIJD
BEZOEKEN WE VIER STEDEN: SÃO PAULO, RIO DE JANEIRO, CURITIBA EN BRASILIA.
DOOR QUIRIJN PETERSEN
BK CITY In de zomer van 2011
organiseert Stylos een studiereis
naar Brazilië. We nemen 25
studenten (zowel Bachelor als
Master) en één professor mee. In
drie weken tijd bezoeken we vier
steden: São Paulo, Rio de Janeiro,
Curitiba en Brasilia.
Brazilië is een snel opkomende
economische kracht op het
wereldtoneel. Dit brengt zowel
problemen als mogelijkheden met
zich mee voor het land. Daarnaast
komt het land ook in de spotlights
te staan doordat het land het WK
voetbal van 2014 en de Olympische Spelen van 2016 organiseert.
Hierdoor komen tevens de sociale,
economische en de duurzame
situatie van Brazilië onder de
aandacht van de mondiale media.
Wij willen verschillende aspecten
van duurzaamheid gaan onderzoeken in Brazilië. We kiezen
hiervoor telkens het meest
kenmerkende onderdeel van de
stad betreffende duurzaamheid
om hier vervolgens dieper op in te
gaan. Bij dit onderzoek zoeken we
ondersteuning bij de universiteiten in Brazilië. Het doel is om te
leren van de verscheidenheid aan
duurzame uitgangspunten en de
complexiteit hiervan en dit meer
onder de aandacht te brengen bij
een breder publiek.
In voorbereiding van de casussen
zoeken wij ondersteuning bij een
professor van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Daarnaast
wordt er gekeken of het onderzoek in samenwerking met
bedrijven gespecifieerd kan
worden binnen het duurzame
vraagstuk. Voorafgaande aan de
studiereis wordt extra aandacht
besteed aan de specifieke
onderwerpen in de vorm van
lezingen, films en documentaires.
Na afloop van de studiereis zullen
de bevindingen gepubliceerd en
tentoongesteld worden.
Voor meer informatie houd de
website in de gaten: stylos.nl
INFO
- 25 studenten (BSc en MSc)
- 1 à 2 docenten
- Accent op studiereis
- Richtprijs 1000 – 1200 euro
- 3 weken in juli 2011
TAKING THEIR VERTICAL
VILLAGE PROJECT DESIGNED
AT THE WHY FACTORY’S MSC
2 COURSE, RAJIV SEWTAHAL,
YUSHANG ZHANG, RIEMER
POSTMA AND QIANGIAN CAI
RECENTLY WON THE INTERNATIONAL D3 HOUSING TOMORROW COMPETITION.
During the time spent at the Why
Factory under the supervision of
Alexander Sverdlov, students
were asked to develop ‘vertical
village’ strategies for a plot of
50 m by 50 m. Each of the
proposals explored the idea of a
medium-density housing project
that combines all of the joys of
village life without occupying the
Nu we net weer op gang
zijn, is het alweer tijd voor een
pauze. De voorjaarsvakantie!?
Hebben we hier onze meivakantie voor ingeleverd en waarom
ook alweer?
Ooit hoorde ik een verhaal
over een deal tussen de drie
technische universiteiten, zodat
de studenten onderwijs kunnen
volgen in Eindhoven, Enschede
en Delft zonder afhankelijk te
zijn van drie verschillende
roosters. En Eindhoven trok aan
het langste eind, want in het
Zuiden moest en zou iedereen
vrij zijn met carnaval. Eerlijk
gezegd kan ik dat wel begrijpen. Zeker als student, want
Halbe-boete of niet, die vier
dagen in het jaar mag je best te
diep in het glaasje kijken, toch?
Maar nee, het blijkt een
fabeltje! Weg meivakantie en
weg carnaval, want dat is pas
de tweede week van maart,
terwijl wij hier in Delft nu al een
weekje uit onze neus zitten te
eten.
Maar dat betekent wel, dat
we eens rustig naar de beste
afstudeerplannen van de
Nederlandse ontwerpopleidingen kunnen kijken, helaas wel
op de lelijkste presentatiewanden ter wereld. De Nederlandse
Archiprix inzendingen staan
nog in de Zuidserre tot het eind
van onze vakantie. Mocht je
thuis zitten en niet weten wat je
met je tijd moet, schrijf je dan
nog op tijd in voor InDeSem,
before losing ground! En verder
kan je eens lekker gaan zitten
voor deze verse B Nieuws.
VERTICAL VILLAGE
BK CITY The competition asked
for projects that explored natural
systems that lead to new architectonic strategies. Striving to advance sustainable thinking and
performance, The organisation
was in search of projects of a
bottom up nature, where performance based solutions are
created that result in limitless
building typologies, functional
programs and material conditions.
Nog even
wachten
Vertical Village by R. Sewtahal, Y. Zhang, R. Postma and Q. Cai
same amount of land that
traditional villages do. The first
part of the project by Rajiv,
Yushang, Riemer and Qiangian
analysed and understood the
positives and negatives of village
life and urban high-rise typologies. These aspects were then
fused together through the
concept of a ‘3D plot division’
system inside a vertical volume,
creating their own vertical village.
own cell strategy creating both
practical and dramatic spaces
defined by the 3D plot division
system. The rest of the cells are
then occupied for circulation, and
public and collective activities.
This creates a collective housing
typology that is not only a simple
stacking of layers but a more
complex and organised coexistence of unique and individual
domains within a vertical village.
This system was created using a
3D Voronoi algorithmic system
that results in a specific volume
being divided into individual and
unique cells. Most of these
individual cells are then occupied
by a family who can define their
Combined with this publication in
B Nieuws, the project is set to
appear in the Dutch journal ‘de
Architect’ in the near future
illustrating the inventiveness and
future potential that exists in the
projects ideas. (SS)
Deze keer opvallend veel
artikelen die gerelateerd zijn
aan de hedendaagse stedenbouw. En er gebeurt niet alleen
veel binnen de muren van onze
BK City, maar ook daarbuiten.
Het 'echte' werk van de
Veldacademie in Rotterdam
bijvoorbeeld. En wie wist dat
Delft een European Postgraduate Master opleiding in
Urbanism had? Check pagina 6
& 7!
Trouwe lezers zullen
misschien een column van de
decaan verwachten. Deze
moeten we u helaas nog even
schuldig blijven, maar in de
komende edities zijn wel
prachtige columns te lezen van
Hans Wamelink, Dick van
Gameren, Ulrich Knaack, Job
Roos en Maurits de Hoog.
Maar geniet tot die tijd nog
even van deze!
Floris
Redactie
4 NIEUWS
B NIEUWS 08 21 FEBRUARI 2010
VERNIEUWING VAN DE
STADSVERNIEUWING
“TRYING TO MAKE
STUDY MORE WEB 2.0”
LAST SEMESTER, AUTUMN 2010, JOHN HEINTZ,
IMPLEMENTED SOMETHING NEW TO HIS COURSE,
DESIGN & CONSTRUCTION MANAGEMENT. THE
BLACKBOARD ENVIRONMENT OF THE MSC-1 RE&H
COURSE FEATURED A WIKI: AN ONLINE COLLECTION
OF COURSE MATERIAL SUMMARIES, COMPILED BY
THE STUDENTS.
BK CITY “The project started off as a way to save time, to
efficiently handle the course material,” says Heintz. “With
the introduction of the Bachelor-Master Structure the time
reserved for this course was brought back from a year to
only half a semester. But the literature and the demands for
the students had not changed.” The assistant professor at
Design and Construction Management was thus charged
with finding a way for students to learn and internalize the
many pages of literature, apart from just giving them the
reading list and seeing them again at the exam.
Enrolling in the Blackboard course revealed the extensive
literature list and the wiki. Made and edited by the
students, the wiki is an accumulation of student work, built
up week by week as new summaries of the literature are
added. The course was attended by about 80 students,
divided in study groups of six or seven students, who made
the summaries and presented them to the other groups.
Heintz: “In doing so, I wanted to encourage active learning. You only really learn about a subject if you teach
others about it.” The wiki thus had a double function: to
actively get the students to learn and discuss the subject
matter of the course, while dealing with a large amount of
study material in a relatively short time.
In an evaluation of the course, it became clear that the wiki
could be implemented more smoothly into the MSc1
curriculum. As the literature was coupled to a design ‘case’
(the main subject of MSc1 RE&H), it wasn’t uncommon that
the wiki was not given enough priority, focusing too much
on the length of the summaries instead of on the quality.
“Still,” says Joëlle Lokhorst, one of the attending students,
“we did recognize that a wiki is a very innovative education method, promising much for future implementation.
One of the recommendations we put forward is that we
grade each other’s summaries, like how it’s done on Ebay.”
While this course is not the first one to publish summaries
or student work on Blackboard, it is one of the most
interactive. It’s not going to be publicly accessible however. Heintz: “Making the wiki itself is part of the learning
process. If we make this wiki publicly accessible,
there’s the danger that students go back to the
There
passive way of learning: reading other people’s
actually
were tw
work and forgetting everything right after the
o
one for R wikis:
E&H an
exam. The wiki-method is applicable to all
d
one for E
x
courses, if elaborated upon somewhat further.
The RE& plorelab.
H wiki w
as
It’s an interesting way of interactive educamore ela
borate
tion, also over longer distances with students
howeve
r.
contributing from home for example. It’s trying
to make studying more Web 2.0.” (MS)
IN SEPTEMBER 2011 START EEN NIEUW AFSTUDEERATELIER
MET ALS TITEL ‘VERNIEUWING VAN DE STADSVERNIEUWING’. HET PROGRAMMA IS OPGEZET DOOR DE NIJL
ARCHITECTEN IN SAMENWERKING MET DE LEERSTOEL
TYPOLOGIE VAN GEBOUWEN EN KEI, KENNISCENTRUM
STEDELIJKE VERNIEUWING.
BK CITY Het afstudeeratelier
neemt opnieuw de stadsvernieuwingsgebieden van de jaren ’70
en ’80 onder de loep in enkele
belangrijke historische steden in
de Randstad (Amsterdam, Leiden,
Den Haag, Rotterdam, Dordrecht).
Het programma, dat bestaat uit
een onderzoeksdeel en een
ontwerpdeel, beoogt nieuwe
(ontwerp)strategieën te ontwikkelen voor de aanpak van
stadsvernieuwingsgebieden van
de jaren ’70 en ’80. Veel stadswijken die toentertijd vernieuwd
zijn, worden nu nog steeds als
probleemwijken gezien (‘Vogelaar-wijken’). In plaats van de
grootschalige fysieke herstructurering van toen wordt nu gepleit
voor een ‘natuurlijke wijkvernieuwing’: beperkte interventies
gericht op voorzieningen en
openbare ruimte. Daarnaast
wordt onderzocht of de aanpak
van deze gebieden kan worden
gekoppeld aan transformaties in
de omgeving, zoals functieveranderingen in voormalige werkgebieden of aanpassing van
stedelijke infrastructuur.
Het ‘Stimuleringsfonds voor
Architectuur’ heeft in het kader
van het ‘Programma Stedenbouw’
een subsidie voor dit ontwerpend
onderzoek toegekend. Het
programma moet de rol verduidelijken die architecten/stedenbouwkundigen kunnen spelen bij
deze nieuwe aanpak. De studies
zullen met name gericht zijn op
de mogelijke betekenis die
voormalige stadsvernieuwingsgebieden kunnen hebben voor de
ontwikkeling van de stad als
geheel. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van het onderzoek
‘Steden van de Randstad Holland
in kaart’, dat de afgelopen jaren
vanuit de leerstoel ‘Typologie van
Gebouwen’ en de leerstoel
‘Geschiedenis’ van de Faculteit
Bouwkunde TU Delft is verricht.
De eerste periode van de stadsvernieuwing stond vooral in het
teken van ‘bouwen voor de buurt’.
Voor ‘vernieuwing van de
stadsvernieuwing’ lijkt een
bredere oriëntatie nodig met
betrekking tot algemene processen van stedelijke herstructurering. De ontwerpstudies van
architecten/stedenbouwkundigen
vinden plaats in samenspraak met
‘contactteams’ ter plaatse. Bij de
uitwerking van het programma
zullen verschillende leerstoelen
van de architectuurafdeling en de
afdeling Urbanism worden
betrokken. Het werk zal in het
najaar van 2012 worden gepresenteerd in een tentoonstelling bij
de EAAE-conferentie die dan in
Delft zal plaats vinden. (FvdZ)
Studenten die meer informatie
willen over het programma mail:
H. Engel, H.J.Engel@tudelft.nl
Professors published in OverHolland
Willemijn Wilms Floet, assistant
professor Architecture in the
chair of Building Typology, send
B Nieuws a message after
reading BN07. She responded on
the request for a book in which
all BK City architecture professors
would be published. The OverHolland series already published
two books that present the work
of several BK City Architecture
professors.
In ’OverHolland 7, 5x5 projecten
voor de Hollandse stad’ designs
by Jo Coenen, Dick van Gameren,
Michiel Riedijk, Bob van Reeth
and Henk Engel have been
published. It shows proposals for
the cities of Haarlem, Gouda,
Leiden, Delft and Dordrecht, as
the railway would be underground.
’OverHolland 9’ discusses the
exhibition in the CAFA Beijing,
where the highlights of the
twentieth century are shown,
along with recent projects by
Coenen, Kaan, Riedijk, Fretton,
van Gameren, De Nijl.
BK IN FOCUS 5
Dutch interactive-installation
artist Daan Roosegaarde, the
famous Dutch-American sociologist Saskia Sassen, as well as
Marcos Novak and theorist/digital
design-architect Neil Leach.
Naturally, Herman Herzberger
will take part in the event as well.
Furthermore, InDeSem is also
currently discussing collaboration
with other well known architects
and theorists.
Dune 4.1, an interactive installation by one of the
confirmed speakers, Daan Roosegaarde.
INDESEM 2011:
LOSING GROUND
“HAVE YOU ALREADY USED THE 'LIKE' BUTTON TODAY?” HAS BECOME A KIND OF
MANTRA FOR INDESEM 2011, HAVING BEEN REPEATED COUNTLESS TIMES ON VARIOUS
ARCHITECTURAL WEBSITES AND BLOGS. HOWEVER, THE TOPIC OF THIS YEAR'S SEMINAR
GOES DEEPER THAN THIS FACEBOOK-INSPIRED PHRASE SUGGESTS...
BY PETER SMISEK
BK CITY InDeSem, or International Design Seminar is a biennial
event that has been set up by
students and supporting staff as
early as 1962, and it has drawn
big architectural names since its
inception. The first event featured
some of the most renowned
architects of its time like Peter
Smithson and Aldo van Eyck.
Since then, a long succession of
famous names followed, ranging
from Rem Koolhaas to Adriaan
Geuze and Jean Nouvel. One
architect in particular who has
been involved with InDeSem
since its beginning is Herman
Herzberger, who still finds time
every two years and tries to
attend as much of it as he
possibly can.
“The theme explores the manner
in which people interact with
each other and the changing
interfaces they use to do so. Not
so long ago, people used to
interact in public space that was
given form by the architect or the
urbanist. These days, however,
more and more people spend their
time interacting online, giving
rise to new virtual public spaces.
Students will be encouraged to
challenge the time-worn notions
of public space and invent not
only new ways in which architects can deal with this space, but
also give form to it,” says Joris
Hogeboom, the chairman of the
InDeSem Committee. Furthermore, the reconnection of the
physical and virtual reality is key
to this, but not through designing
“gadgets”. “We do not see this
design challenge simply as a way
to ask students to design an
internet kiosk or a long bar with
touch-screens,” Hoogeboom
continues “it should be more
fundamental than that”.
Speaking of fundamentals, the
workshop is also always supervised by a senior member of the
faculty. In the past, Michiel
Riedijk (2009) and Winy Maas
(2007) have taken their position,
and now, it is Deborah Hauptmann, the director of the Delft
School of Design (DSD) who will
help the organizing committee
grapple with the theory. Coincidentally, Hauptmann recently
co-edited a book on Cognitive
Architecture that included a
chapter on the changes in the
human perception that arise from
the proliferation of internet and
other networks. A seemingly
perfect fit...
InDeSem itself consists of two
parts. Firstly the week long
workshop in which 40 students
from Delft and 40 international
students from abroad take part.
This is accompanied by a series of
public lectures by well-known
architects and theorists. The
board informs B Nieuws that
InDeSem 2011 has had a great
response. So far students from
over twenty different countries
have signed up for the competition. Students from as far as
Japan, Malaysia and even Sierra
Leone showed interest in the
event. This interest is no doubt
generated by the choice of the
highly actual topic; the first
potential participants signed up
before there was any indication of
possible speakers or a more
defined direction. Thankfully,
InDeSem 2011 can now confirm a
couple of speakers, including the
And it is not just the keynote
speakers that had been contacted.
The workshop of 80 students is
actually split into smaller groups,
each group being led by two
tutors, one for theory and one for
design. For this, mostly Dutch,
but also international tutors have
been invited. Some of the confirmed mentors are Tomasz Jaskiewicz, Henriette Bier and MarkDavid Hosale from Hyperbody and
Ekim Tan from the department of
Urbanism. InDeSem was aiming
to find knowledgeable tutors with
a background in the subject, but
the idea is that they each add
their own twist to it, according to
their specific expertise and ideas,
and their quest is now almost
finally over. This, coupled with
the students enormous enthusiasm for the project should
produce very diverse and innovative solutions to the workshop's
main task.
Because of the interest that
InDeSem generates, the potential
participants are asked to do a
small assignement ahead of the
main workshop in order to show
their understanding of the topic,
but also to provide feedback to
the organizing committee about
how the participants perceive the
topic at hand. The task is to take
a familiar social space and
redesign it to reconnect the
physical and virtual reality. The
deadline for the competition entry
is Monday 7th March 2011, the
participants will be announced on
the 10th March.
INFORMATION
InDeSem 2011 takes place at
the Faculty of Architecture in
Delft from 13 May until 20
May. There are 40 places
reserved for Delft students. In
order to participate, send in
your competition entry by 7
March 2011.
For more information go to
indesem.nl or send an email to
info@indesem.nl
6 INTERVIEW
B NIEUWS 08 21 FEBRAURY 2011
EUROPEAN
URBANISM
IT RECENTLY EMERGED THAT JO COENEN IS STARTING A NEW EUROPEAN POSTGRADUATE MASTERS IN ARCHITECTURE AT THE UNIVERSITY OF MAASTRICHT THIS SEPTEMBER. INTRIGUED BY SUCH AN EDUCATIONAL TRACK,
B NIEUWS DECIDED TO LOOK INTO ONE OF OUR FACULTIES LESSER KNOWN COURSES: EUROPEAN POSTGRADUATE MASTERS IN URBANISM. TO FIND OUT MORE B NIEUWS WENT FOR A CONVERSATION WITH COURSE
DIRECTOR HAN MEYER AND COURSE COORDINATOR DAAN ZANDBELT.
BY SEAN SIMPSON
Prof. Dr. Ir. V.J. Meyer
During his practicing career
Han Meyer has been involved
extensively in the urban renewal
of Rotterdam. He has also been
involved in development
strategies for several other
Dutch cities and has contributed to the development of
cities in countries such as
France, Portugal and Belgium.
Combined with his ongoing
fields of research he has
published no less than seventeen books on urbanism while
also contributing to a vast array
of other national and international books and journals.
Ir. D.D. Zandbelt
Co-founder of the office for
architecture, urban design and
metropolitan research in
Rotterdam, Zandbelt & van den
Berg, Daan Zandbelt has
studied at the TU Delft and the
UIC Chicago. Through Zandbelt
& van den Berg he has published six books on cities such
as London, Paris and the State
of California while also publishing in several other magazines
and journals.
The European Postgraduate
Masters in Urbanism (EMU) is a
joint program between the
TU Delft, KU Leuven, UPC
Barcelona and IUAV Venice.
Initiated due to the world-wide
need for postgraduate education
in urbanism, the course takes four
semesters with students studying
in at least two of the universities
involved. The program is a design
orientated course aimed at
students who are already academically trained in a related
subject.
Most of the students in the
EMU appear to have degrees in
Architecture prior to attending
the program. Are there any
students that have a degree in
Urbanism before starting the
EMU?
Daan Zandbelt: Nope, that is
also not the aim group because
the outcome or result is also a
Masters in Urbanism. So you
come from a different discipline
and I think that makes the EMU
very interesting. You train people
multi-disciplinary, because you
have an architect, a civil engineer
or even a planner trained as an
urban designer. In that sense it’s
also a kind of legal double track
with an international dimension.
I was curious as to why there
are no Dutch students taking
part in the EMU. In the UPC and
IUAV there seems to be a lot of
Italian and Spanish students.
Han Meyer: If you are interested
in urbanism and you are a student
here at the faculty then it is very
simple, you choose for the master
track in urbanism and then you
are allowed to be an urbanist. If
you study in Italy in the faculty of
architecture there is no special
track in urbanism. So you are a
graduate in architecture and you
have some elementary things
learnt about urbanism but you are
still not really trained as an urbanist. So for many Italian architects
who want to be urbanists, the
only possibility is to do an extra
post-graduate course like the EMU.
DZ: I think that is even the case in
Leuven and in Barcelona. Delft is
the only university where you
have a double option, where you
can do urbanism as a masters or
post-masters.
HM: In the future I think it will
become more interesting or
appealing for people who graduate in architecture and who are
now unemployed, or people who
are looking for a broader spectrum of skills to also do a Postgraduate in Urbanism.
As the course grows and
becomes more popular do you
think Dutch students will start
enrolling in the course?
DZ: Yeah, absolutely. I also think
that you will see more and more
students who have a Bachelor or
Masters degree, who then work
for a few years, go back to
education again. I think that is
also a smooth entrance to the EMU.
The EMU is accredited by the
Dutch government. This means
you are a recognised urbanist
here once graduated. That’s
not the case in the other universities.
HM: The other universites should
have accreditation according to
the agreement of Bologne, but
there is no real pressure to get it.
The reason why we got this
pleasure is because of the change
of the immigration rules some
years ago.
DZ: We only had non-European
students and they were only able
to get their visa if their education
was part of an education system
that was accredited. So they could
not get in if the education was not
official.
HM: To get this accreditation you
have to apply for it and it is an
enormous process that takes
several months including a site
visit to the faculty by a special
accreditation committee. Leuven
is now a work in progress. They
found themselves in the same
situation as us with non-European
students and they were forced to
seek accreditation.
The EMU is rather anonymous
in the faculty, or at least very
few people outside of the
course really know about it.
You don’t see the course
represented along the BK
Street.
DZ: Because it’s part of the
international scene it’s much
more known within the non-European scene. So if you’re stuck in
this structure it’s hard to get out,
but we need to get out. We were
not allowed in the street because
it was not a masters. We had a
big struggle and fight for it.
HM: Is that true about the boards
in the corridor? As a matter of fact
we should be represented in the
corridor.
DZ: We have been trying hard
since September but we were
kicked out because only the
7
EMU. Dynamic Delta City. Regional Plan by T. Keimanesh, S. King, D. Luna Quintanilla, C.
Pisano, V. Saddi, V. Tsioutsiou
EMU. The Ronde Venen by L. Chen, T. Keimanesh, T. Kimura,
S. King, D. Luna Quintanilla, C. Pisano, V. Saddi, V. Tsioutsiou
“TWO YEARS AGO WE DEVELOPED TWO SEPARATE STRATEGIES FOR ROTTERDAM... BOTH ARE NOW PART OF A DEBATE
WITH PROFESSIONAL PRACTICE... THE DELTA COMMITTEE...
THE PROVINCE...AND THE CITY OF ROTTERDAM.”
general masters programs were
allowed to show its program
there.
HM: It’s very stupid.
DZ: It is stupid, we should
continue to fight the moment it’s
reasonable again, so we are
trying to be there.
Each university focuses a lot
on the region where they are
located. Should the EMU focus
more on other locations?
HM: It happens partly in the
courses of the first semester. In
the projects that we organise
every year about constructing
the city, we always make a
comparison with other European cities as part of the studio.
So part of this is always a trip or
an excursion, sometimes to
another city. Last year the
students split up and they all
went to a different European
city. They made a comparison
and put forward what we can
learn from others and what
others can learn from The
Netherlands. The second thing
is that Leuven spends a lot of
their studio time studying other
European cities. They are not
focusing on Belgium so much.
Mostly they tend to go to
Belgrade or Vietnam or Mumbai.
DZ: Part of the answer is that
we make the studio part of
something bigger. The second
answer is that students shop in
all of the cities as you are obliged
to spend one semester in another
university to get a broader scope,
and the thesis projects are used in
a broader dimension. So all the
European aspects are most of the
time applied to a home condition,
being Milan or Mexico or Shanghai. So I think that really shows
the diversity and richness of the
program and in this diversity,
lessons come from all over the
place.
Does the TU Delft offer something more that the other EMU
universities?
HM: I think that each university
already offers something that is
special for its university and its
country. We made a little change
in the program so every university
offers two semesters and that one
semester you go abroad. In these
two semesters that we offer the
topics are in a special way related
to the Dutch tradition. One is
about mobility, networks and
regional planning. That is a kind
of field that you will not find in
many places in the world on such
an integral level as here in the
Randstad. The second is about
urbanisation in the delta condition that is also something that is
a specific quality of Dutch
urbanism. This is rooted historically in this type of Dutch urban
development.
DZ: I think that we strike a nice
balance in that the assignments
are familiar in many places in the
world but the way in which we
deal with it is very specific for
Delft. I think it’s interesting for
the students to see a combination
of this, a recognisable assignment
with a very specific approach,
comparing them to each other. Of
course in Delft the EMU program
is not the only program, so they
also find themselves attached to a
much larger urbanism cluster in
lectures with other students and
other studios with more knowledge. And there is also the faculty
library. I think those are some of
the things that are very specific
for Delft which is less present in
the other universities.
What is in the future for the
EMU?
HM: Well the future is that we are
considering the inclusion of other
middle, east and northern
European universities. The
program is northeast European
and Mediterranean orientated.
One discussion is with the University of Prague who are very
interested in linking to the EMU.
Perhaps after that we can look for
a sixth university, maybe in
Scandinavia.
Have any projects by the EMU
students been developed
beyond the university?
HM: In these two topics about
mobility and regional development, and in delta urbanism,
there are collaborations with the
professional world. In the first
project a number of students
worked in the Studio South Wing
of South Holland as they focused
on that region. Concerning the
second, the delta urbanism topic,
we have a close collaboration
with the Dutch delta program,
with the water boards and with
the municipality of Rotterdam
which of course are the focus
areas of the program. We just
wrote an article for a Dutch
magazine about the results of
these studies. Two years ago we
developed two separate strategies for Rotterdam considering all
kinds of developments concerning
climate change but also concerning the development of the port.
Both are now part of a debate
with professional practice, people
from the delta committee, people
from the province and people
from the city of Rotterdam. That is
one of the attractive things also
for the students to be involved in.
INFO
For more information on the
EMU program, take a look at
emurbanism.eu.
More info on the new EMA by
Jo Coenen coming soon.
8 BK IN FOCUS
B NIEUWS 01 JANUARI 2010
RECONSTRUCTING
ROTTERDAM
FIELD ACADEMY (VELDACADEMIE) BRINGS STUDENTS INTO CONTACT WITH
REALISTIC TRANSFORMATION ASSIGNMENTS IN ROTTERDAM. THE LINKAGE OF
EDUCATION, POLICY AND IMPLEMENTATION SHOWS AN IMPORTANT INCENTIVE
FOR STUDENTS AS FOR A STEP TOWARDS A PROFESSIONAL CAREER.
BY ERIK BURGMEIJER &
FIEKE TISSINK
ROTTERDAM What will be the
role of an architect/urban planner
within the future practice of
urban development? This
question puts the focus on the
transition of a task, which largely
consists of inner-city transformation and redevelopment. The field
of play is not exclusively spatial,
but consists of a large amount of
dynamic social contexts. In order
to function properly within this
complex context, it is important to
gain experience in the field
situation and to set up appropriate and integrated academic
education programs.
The Field Academy arose from
cooperation between TU Delft
(Faculty of Architecture) and the
Municipality of Rotterdam
(Bureau Frontlijn). The innovative
premeditation of this academy in
the field not only offers the
possibility of practical experience
in combination with formal
education, but also the opportunity to actively contribute to
urban policy and implementations. Students collaborate with
corporations, developers, municipal services and residents.
Assignments have various
backgrounds and occur on urban,
district and building scale.
The municipal programme
‘existing housing stock’ is
concerned with the redevelopment of nearly 10.000 homes.
Throughout the eponymous
research unit, coordinated by
former Architecture student,
Sander Smoes, graduate students
are making plans for the redevelopment of flats, merging typologies, and life-resistant housing.
Olindo Caso is head supervisor.
Part of the graduate programme is
the actual project realization of a
merged housing assignment. The
entire process from feasibility
study, planning, building preparation to construction supervision
Field Academy (Veldacademie)
location Rotterdam Oud-Charlois
will be completed. Harriën van
Dijk, graduate in the studio,
explains: “I was attracted by the
link between theory and field. The
theories, acquired during our
education are now being applied
in practice, so you actually
develop more than you design.
You don’t look at it from above,
but you find yourself right in the
middle of the area you’re actually
investigating and designing! Due
to the interaction, feedback of the
inhabitants is created, which
makes the task even more
challenging!”
During his bachelor, Jurrian
Arnold did research on informal
meeting points in the district of
Oud-Charlois and discovered that
there are public spaces to be
redeveloped, as Gouwplein, and
residents develop their own plans
and are willing to commit
INFO
Concept & project management: Otto Trienekens & Ruth
Höppner
Coördinator Minor:
Remon Rooij
Coördinator Msc 1&2:
Stefan van der Spek
Coördinator Msc 3&4:
Machiel van Dorst
Contact:
mail@veldacademie.nl
www.veldacademie.nl
themselves; “At Field Academy
you find out who you are actually
designing for, but you also
discover that design is merely a
piece of a jigsaw puzzle in a much
larger social process, in which
neighbourhood transformation is
involved”. In the meantime active
residents decided to tackle the
Gouwplein and asked if Jurrian
was willing to manage the
process through the Field
Academy. “I provide continuity
and ensure that all the parties,
both residents and district
organisations as well as social
services, are properly informed,
so residents who take initiative
are given attention and support.”
This experimental approach can
count on much appreciation.
Recently, Jurrian presented the
entire process to the enthusiastic
Alexandra van Huffelen, councellor of outdoor space and sustainability.
Establishment, quality and
management of outdoor space
was also the main theme of the
recently completed interdisciplinary Minor ‘Feijenoord, a socially
sustainable neighbourhood.’
Students from Architecture,
Industrial design, and from the
faculty of Social Sciences of
Erasmus University, collaborated
on plans for the sustainable
redevelopment of the district.
Melek Erdogan, student public
administration: “Due to the fact
that you are dealing with reality,
makes you identify yourself more
with the research and motivates
you” and: “While we were
exploring the district I noticed
Architecture students viewing the
district from a design perspective,
and us in a public administrating
perspective. The combination
broadens our view of the world
and offers the best results for a
well-founded design.” Students
presented their findings and
recommendations in the council
chamber in the presence of
inhabitants, policy makers and
members of the executive board.
The results are integrated into a
professional policy consult.
Subscription for the next Minor
studio opens soon. Currently,
Field Academy is active in 13
districts of Rotterdam. This year
we will open new establishments
in Kralingen-Crooswijk and City
Centre. Cooperation with educational and research institutes will
be expanded. Besides TU Delft,
presently also the Hogeschool
Rotterdam, Erasmus University
and TNO are participating. If you
are interested in being involved in
these developments and want to
participate in reconstructing
Rotterdam, feel free to join us!.
PROJECT 9
THE DUTCH
URBAN BLOCK
AND THE
PUBLIC REALM
BY SUSANNE KOMOSSA
The importance of the physical public realm becomes more and more
evident, if not vital for the future of our cities. For architects, like Rem
Koolhaas, Aldo Rossi and Venturi Scott Brown it forms the main topic of
today’s reflections upon the city and its architecture. Also theorists, for
instance Richard Sennett, Jürgen Habermas and Henri Lefebvre reflect
upon the relationship between the physical structure of the city and the
nature of the public realm.
The book ‘The Dutch urban block and the public realm; models, rules,
ideals’ is the re-worked and extended publication of my PhD-thesis. As
such it continues the research of the ‘Atlas of the Dutch urban block’,
which was published 2003/2005. Foremost, the ‘Atlas’ documents in
text and drawing paradigmatically Dutch urban blocks dating from
1600-2000. Having the chance to continue the work on the Atlas has
been an absolutely fascinating journey into the inner logic of architecture and urbanism. Close-reading and plan analysis of maps, drawings
and texts unfolds an amazing narrative about the city as a stage of our
everyday life as citizens and designers.
The PhD research moves beyond the Atlas by analysing and interpreting the rules related to the transformation of the Dutch urban block
through time and space. Additionally it reveals the ideals that formed
the driving forces for this transformation, especially in regard to the
public realm. Basically it is a comparative study addressing the two
great Dutch cities Amsterdam and Rotterdam and their subsequent
urban and block models. The investigation not only focuses on blocks as
areas of dwellings but also includes reflections upon the position of
public buildings and commerce within the city tissue. In fact I discovered that public buildings, urban blocks and city tissue maintain a
dynamical relationship.
Within the framework of this investigation the term ‘public realm’ refers
to isotopic spaces, and ‘urban enclave’ to heterotopic ones. Without this
contrast between isotopy and heterotopy, a city is not a city. Now that
so many city centers and former industrial and harbour areas are
restructured, transformed, and densified we must ask ourselves two
questions. How many heterotopic spaces – how many enclaves – can a
city bear? And how much isotopic space – how much public realm – does
it need?
As said, the book deals with the public realm of the building block as
well as urban models in the two great Dutch cities Rotterdam and
Amsterdam during the last 400 years. It addresses the phenomenon of
continuity and discontinuity in the Dutch ‘city of homes’ and introduces
the socio-philosophical notions of public, private and collective from
different perspectives. It also enters into the topic of ‘architects as
makers’ of everyday life. Subsequently the elements and features of
transition from private to public of a wide range of prototypical blocks
are documented, analysed and interpreted.
The second part of the book establishes a relationship between the
urban economy, the public realm and the physical structure of the city.
Five urban models from past and present are analysed to discover the
way in which the public realm is designed as a constituent feature of
the city.
‘The Dutch urban block and the public realm’ was conducted within
Chair Public Building. More specifically it addresses the Architecture
masters studios of Public Building – Composition, Hybrid Architecture
– Typology, Dwelling and Interior which all in one way or the other deal
with the question of today’s public space and sphere.
More information: vantilt.nl or Waltman’s Faculty bookshop
Cover and illustrations from the book The Dutch Urban Block and the
public realm (GWL terrain, Amsterdam)
10 FORUM
COLUMN
Gebroken
dromen
Verbaasd keken de jongelui
om zich heen. Is dit dan alles?
- Samenvatting van de emoties
die vrijkwamen nadat de
nieuwe aanwas studenten een
rondleiding had gehad door het
Bouwkunde gebouw, en daarbij
dwars door de pretenties
heenkeken, die de steunberen
van de overgrote meerdheid
van de zich aan hen tentoongespreide projecten vormen.
- Wat hierboven staat is een
fictioneel scenario, door mij zelf
verzonnen, zojuist. En ik kan wel
zeggen dat het aan alle kanten
onzin is. Werkelijk.
- Al het hierboven geschrevene
is tot mij gekomen in een
droom. Een rood-wit gestreepte tijger (vermoedelijk uit een
reclame van tv, ofzo) dicteerde
me wat ik moest schrijven,
inclusief de plot-twist waarin
blijkt dat het slechts fictie was.
- Dat is een leugen. Ik heb dat
helemaal niet gedroomd. ’s
Nachts slaap ik. Overdag is het
tijd om te dromen. En die
droom zet ik dan op papier. In
tekeningen. Komt zo uit m'n
hoofd, via mijn pen, op een
blank vel terecht. Wonderbaarlijk.
- De vorige paragraaf was een
wens. Een geïdealiseerde versie
van mijn kunde. Ik wou dat ik zo
gedetailleerd kon dromen. En
dat ik dat dan zo kon neerpennen. Maar dat kan ik niet.
Als ik een pen over het papier
haal, kan er van alles verschijnen. Ik heb daar werkelijk geen
enkele controle over. Doodeng.
Laatst tekende ik per ongeluk
een vliegtuig. Ik ging eigenlijk
voor een gelijkzijdige driehoek.
- Dat is natuurlijk overdreven. Ik
kan wel een beetje dromen. En
soms probeer ik daar wat van te
maken. Daar krijg je meestal
helaas geen ECTS voor, of
salaris. Maar het kan je wereld
wel een beetje leuker maken.
Dat geldt eigenlijk voor een
heleboel dingen: reizen,
commissies, dronken worden
met vrienden enzo. Maar niets
is zo vaag en nutteloos als
dromen...
..als je er verder niks mee doet.
Liefs,
Louche.
facebook.com/loucheintheskywithdiamonds
louche@mail.org
B NIEUWS 08 21 FEBRUARY 2011
@
Deep-rooted sentiments? Interesting views? Use forum as your
discussion platform! Send your articles and letters to bnieuws-bk@tudelft.nl.
Texts may be edited for length or clarity.
Steering the Faculty
In hindsight, it is now possible to
discern that the burning down of
the Bouwkunde building almost
three years ago was not the most
devastating of transformations
the faculty has experienced in
recent times. The fire and the
destruction it sowed pale in
comparison to the gradual but
steady pressure to integrate
higher education into the market,
with the logic of profit and
accumulation implemented in
fields which are strictly defined as
‘non-profit’. This trajectory is by
no means limited to our faculty or
to TU Delft, but is a widespread
phenomenon, as demonstrated by
the raising of tuition fees coupled
by cuts in government support in
the UK recently and in California
last year, by the shutting of a
prestigious philosophy department at Middlesex University
because of accounting issues, or,
generally, by the expansion of
programmes which benefit
universities’ budgets while
reducing or eliminating programmes which are a budget liability.
The latter is an effect of businessoriented management for whom
mergers and cuts in spending are
signs of success. Whereas
cost-effectiveness and budget
balancing seem a reasonable
demand, this is not quite the
same as subjugating education
and university policies to the
penny-pinching philistine with
the exchange-value calculator.
The changes express a preference
of quantity to quality, and a
curtailing of innovation – the
object of desire of both universities and the economy.
In the postwar period, the role of
higher education was to level the
field, providing access to universities to those from both privileged
and under-privileged backgrounds. In Europe, higher
education was an instrument in
reducing ingrained class differences, and in the US, higher
education policies were streamlined to support President
Johnson’s War on Poverty.
However, since the implementation of neoliberal policies in the
US, social mobility in America has
declined, primarily as a result of
the limited access to prestigious
– or any – universities by the
lower echelons of society. This
remains one of the biggest
challenges to European universities: whether to emulate the
excellence of American universities (which typically rank at the
top of global rankings) at the
expense of their successful social
role — exclusiveness vs. inclusiveness.
The transformation of our faculty
in recent years is thus tied to the
implementation of a neoliberal
agenda in higher education, one
of the last bastions of resistance
– not necessarily because of an
ideological stance, but because of
entrenched structures and sizable
organizations which are not easily
changed. One of the hallmarks of
the new economy is over-investment in management and
under-investment (‘cost-cutting
effectiveness’) in other fields, and
an emphasis on branding and
communication. The investment
in the faculty’s building and its
furniture, producing a dazzling
environment, is in line with
current priorities (producing
‘symbolic capital’), and creates a
photogenic and impressive image,
thus taking part in the branding
of the faculty. However, this is
merely a veneer, as many of us
know, and the structures of the
faculty, while increasingly
pressurized to integrate the logic
of the market into their procedures, have hardly changed: our
faculty has experienced only
partial transformation so far.
Currently, students and staff are
lost in a byzantine bureaucratic
labyrinth, where everything has a
rule and protocol but no one
seems to know them, where the
rules are evoked only at moments
of conflict. The complex power
structures, the opacity of budget,
the absence of transparency of
vital decisions, the lack of
genuine consultation – all these
are part of the stifling rather than
invigorating condition of our
faculty, a condition which stands
in contrast to the image projected
by the branding. If the continued
implementation of flawed
neoliberal policies is irreversible,
then the faculty should consider
some of the incentives used by
the new economy to motivate its
subjects, incentives which depart
from the opacity of power,
bureaucracy, and the stiff structures of the previous economic and
social paradigm, namely, the
encouragement of innovation by
allowing autonomy, relatively lax
and flexible structures, and
support of new ideas and initiatives. We are experiencing some
of the downsides of neoliberal
policies without benefiting from
their promise, however limited in
scope. Perhaps it is useful to
recall here the preliminary results
of the research visitation committee at the faculty, which suggested that Bouwkunde needs to
invest less effort in producing
new structures, and more in its
main asset, the young people who
inhabit the place.
Tahl Kaminer, DSD
CARTOON
“And here you can clearly see the importance of a well-designed detail, it
even integrates an automated cigarette-extinguisher” by Henning Janssen
STREETS OF BK CITY 11
IN EACH ISSUE WE ASK ONE QUESTION TO PEOPLE
WE MEET IN THE CORRIDORS OF BK CITY.
THIS TIME THE QUESTION WAS:
WHAT DO YOU THINK OF THE
NEW ARCHITECTURE SIGN
OVER THE MAIN ENTRANCE?
Bart Pieters, MSc2 Building
Technology
It‘s starting to look like Las
Vegas here with that sign and
also all the neon lights in the
Street. I don‘t understand why
they need to spell all those
different words. I think it's
unnecessary. I don‘t even think
the logo itself is that necessary.
Pauline Marcombe, just
graduated Border Conditions
I think that they should better
spend their money on staff
rather than decoration. We had
a lot of trouble trying to keep
our teachers, because we
needed an extension and the
faculty didn't want to pay
them. I don't really understand
why the letters need to light
up at different times, although
I get the ‘TU’ thing. Overall,
I'm not a fan.
COLOFON
Sarah Chebaro, MSc2 The Why
Factory
I just saw it last week, my friend
pointed it out to me actually as I
saw the ‘ARCH’ part lighting up.
I haven‘t seen it much since,
because at night, you want to
get out of the faculty and not
keep looking behind. It doesn‘t
bother me. Maybe a red colour
would be better, that way it
catches people‘s attention more.
Bas van Leeuwen, MSc4
Interior
I think it‘s horrible. It is a giant
display that I don‘t think the
building needs. It should be able
to represent itself. It‘s the nicest
faculty on the campus and things
like this don‘t do justice to it.
Similarly, I also dislike the
coloured windows. I do not mind
the Street of BK, because it is an
architectural and structuring
intervention, whereas this is just
ugly decoration.
B Nieuws is a three-weekly
periodical of the Faculty
of Architecture, TU Delft.
0031 (0) 6 347 443 25
bnieuws-bk@tudelft.nl
bnieuws.wordpress.com
b-nieuws.bk.tudelft.nl
issuu.com/bnieuws
Editorial Advice Board
Marten Dashorst
Ania Molenda
Robert Nottrot
Linda de Vos
Faculty of Architecture,
BK City, Delft University of
Technology
Julianalaan 134
2628 BL Delft
room BG.Midden.140
Editorial Board
Sean Simpson
Peter Smisek
Marcello Soeleman
Floris van der Zee
Marjan Vrolijk
Cover illustration
Illustration made for the
European Postgraduate
Masters in Urbanism
Roy Noordermeer, MSc4
RMIT
I always use the Espressobar
entrance, so I haven‘t seen it
yet. I saw it for the first time
on the B Nieuws cover. But
what I‘ve heard of it, it looks
good. It‘s placed symmetrically on top and it even has
the TU logo with the little
flame. I‘m not sure whether
the font of the sign corresponds with the font used
throughout the faculty though.
Marina Starrantonaki, MSc2
Building Technology
I think it‘s too descriptive, but I
still think it‘s funny, because it
reminds me of a school. What
would be really interesting is to
make a competition for all the
students and see what they can
come up with.
Print
Drukkerij Tan Heck, Delft
Contributors
Henning Janssen
Susanne Komossa
Louche
Tahl Kaminer
Quirijn Petersen
Erik Burgmeijer
Fieke Tissink
Lidwana Spoormans, teacher
BSc6, MSc3 RMIT
I think it‘s interesting, because
at a certain point in the sign, I
believe that the colour changes
very slightly (ARCH and
ITECTURE). I don‘t find it very
beautiful, but it‘s clear and
done pretty well. I wouldn‘t
compare it to the coloured
windows, because I actually
quite like them.
Barthold Thijssen, MSc4
Interior
I saw it directly after Christmas
break and I first thought “why
would somebody put HITEC on
our faculty?” and then I saw
that there were other words
being spelled. Since the
coloured windows, I don‘t
seem to mind much anymore,
maybe we should put up more
of that kind of rubbish up
there.
Next deadline
Wednesday March 2 2011,
12.00 PM
B Nieuws 9, 14 March 2011
Illustrations only in *.tif,
*.eps or *.jpg format,
min. 300 dpi
Unsollicited articles can have
a maximum of 500 words,
announcements 50 words.
The editorial board has the
right to shorten and edit
articles, or to refuse articles
that have an insinuating,
discriminatory or vindicatory
character or contain
unnecessary coarse language.
The editorial board informs
the author(s) concerning the
reason for its deciscion,
directly after it has been
made.
AGENDA
B NIEUWS 08 21 FEBRUARI - 13 MAART 2011
WEEK 08
WEEK 09
De money world
volgens Middelkoop
21.03.2011
Sociaal-geograaf Ton Heijdra zal
spreken over de geschiedenis
van Amsterdam Nieuw-West.
Vereniging Ons Amsterdam /
Amsterdam / 20:00 / €5
onsamsterdam.com
28.02.2011
Willem Middelkoop, auteur van
‘Als de dollar valt’ en goudhandelaar, zal ingaan op wat er
gebeurt als de dollar of de euro
valt.
Het Prinsenhof / Delft / 20:15
sg.tudelft.nl
Deadline
Symposium
24.02.2011
From 27 February to 3 March, the
Public Building studio organizes a
city trip to Casablanca, Morocco.
The excursion is open to all faculty
members. Subscribe before 24
February if you want to join!
Costs: €300
subscribe at:
a.o.s.karkukli-1@student.tudelft.nl
01.03.2011
A masterclass on visual identities,
organized by VRIJE RUIMTEN
ZUIDAS Artists in Residence.
Virtueel Museum Zuidas /
Amsterdam / 14:00 - 18:00 / €0
virtueel-museum.nl
Excursion Casablanca
Lecture
Radicalizing the Local:
Inclusive Urban
Strategies
24.02.2011
Rick Lowe (artist and activist) will
speak about redefining the
architectural and artistic practice
in times of crisis and how conflict
itself can be a tool to redefine
architectural and artistic practice.
Academie van Bouwkunst /
Amsterdam / 20:00 / €0
academievanbouwkunst.nl
Lezing
Stedelijke vernieuwing,
identificatie en
thuisgevoel
24.02.2011
De Nederlandse socioloog Jan
Willem Duyvendak, hoogleraar
sociologie aan de Universiteit van
Amsterdam, zal onder meer
spreken over de effecten van de
stedelijke vernieuwing op de
identificatie en het thuisgevoel
van bewoners in
achterstandswijken.
De Dépendance, Schieblok /
Rotterdam / 20:00 / €5 (€3 for
students)
nai.nl
Dutch Archiprix
Exhibition
Lezing Studium Generale
Lezing
Nieuw-West
SPOTLIGHT!
Life after planning
Lecture
Radicalizing the Local:
Inclusive Urban
Strategies
03.03.2011
Mustafa Tazeoglu (economist) will
speak about redefining the
architectural and artistic practice
in times of crisis and how conflict
itself can be a tool to redefine
architectural and artistic practice.
Academie van Bouwkunst /
Amsterdam / 20:00 / €0
academievanbouwkunst.nl
Lezing / Debat
Architects talk:
NL architects & 51N4E
03.03.2011
De architecten Pieter Bannenberg en Walter van Dijk van het
Amsterdamse NL Architects en
Freek Persyn van het Brusselse
51N4E spreken over de relatie
tussen architectuur en de
publieke ruimte. Ze tonen
projecten waarin architectuur op
de publieke ruimte reageert door
de representatie van de ruimte te
veranderden en verschillend
gebruik van de ruimte te
stimuleren.
De Dépendance, Schieblok /
Rotterdam / 20:00 / €5 (€3 for
students)
nai.nl
WEEK 10
Deadline
InDeSem
07.03.2011
If you want to participate in
InDeSem 2011 be sure to submit
your entry by 12PM!
indesem.nl
Until 25 February, all 27 entries for
the Dutch Archiprix are exhibited
in the model hall of BK City. The
Dutch Archiprix is an election of
the best graduation project of the
previous academic year (20092010). The Faculty of Architecture
TU Delft is represented by no less
than nine projects. You can find a
description of these projects in
B Nieuws 05 of 22 November 2010.
The winner of the Dutch Archiprix
will subsequently contend for the
International Archiprix, due this
year at MIT, Boston. The jury has
already visited the faculty, so the
winner will be announced soon!
archiprix.nl
archiprix.org
Lecture
Friedensreich
Hundertwasser
07.03.2011
Lezing over de Oostenrijkse
architect Friedensreich
Hundertwasser, pionier op het
gebied van mens- en milieuvriendelijke architectuur.
Volksuniversiteit / Amsterdam /
19:30 / €11 / inschrijven
verplicht
volksuniversiteitamsterdam.nl
Lecture
Radicalizing the Local:
Inclusive Urban
Strategies
10.03.2011
Mick Wilson will speak about
redefining the architectural and
artistic practice in times of crisis
and how conflict itself can be a
tool to redefine architectural and
artistic practice.
Academie van Bouwkunst /
Amsterdam / 20:00 / €0
academievanbouwkunst.nl
TENTOONSTELLINGEN
International Archiprix
BK City / Delft / until 27 February
Cubic constructions
collection Graatsma
Vivid Gallery / Rotterdam / until 27
February / vividvormgeving.nl
Hans Wilschut - Perforated
Perspective
Boijmans van Beuningen /
Rotterdam / until 17 April /
boijmans.nl
Angry
Nederlands Fotomuseum /
Rotterdam / until 12 June /
nederlandsfotomuseum.nl