2004 05 nr12 p01
Transcription
Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379 Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39 Campuskrant erkenning: p303221 t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age — alumnikrant pagina’s 10 &11 20 april 2005 | nr 11 | 16de jaargang | w w w.kuleuven.ac.be/ck/ 17 8 UUR KULtUUR STEVEN EN STIJN KOLACNY VERSUS DE CULTUURPOLITIE Reportage VLAAMSE BRAINS IN BOSTON Schat je rijk Onder de titel 'Schatten op zolder?' beoordeelde een team van experts op 17 april — Erfgoeddag — boeken, kaarten en prenten uit privébezit. Duidelijk een initiatief waarop heel wat antiekbezitters zaten te wachten, want het was aanschuiven in de leeszaal van de Centrale Bibliotheek. Ongetwijfeld keerde een aantal bezoekers met een rijker gevoel huiswaarts... (© Rob Stevens) Taalkundige Joop van der Horst over het Nederlands in de 21ste eeuw “Er spreken nu meer mensen AN dan ooit” V an der Horst: “Ik wil allereerst benadrukken dat mijn lezing enkel over het Standaardnederlands zal gaan. Het Roeselaars en het Hasselts zijn wetenschappelijk gezien wel even interessant, maar niet iedereen kent die talen, vandaar. Nu, als we het over de recente evolutie van de standaardtaal willen hebben, dan moeten we een onderscheid maken tussen de externe en de interne taalgeschiedenis, want beide bepalen mee hoe het Nederlands er in de toekomst zal uitzien.” “In de twintigste eeuw heeft het AN — of het ABN — drie fasen doorlopen. De eerste fase was die van het chique ABN, die liep tot pakweg 1920. De standaardtaal was toen een onderscheidingsmiddel voor de — kleine — bovenlaag. Dat verklaart trouwens waarom het ABN in Nederland is ontstaan. In Vlaanderen was de sociale bovenlaag Franstalig.” “Van 1920 tot 1970 liep de periode van wat ik het burgerlijke ABN noem. Het Standaardnederlands was toen zowel in Nederland als Vlaanderen een middel voor sociale emancipatie, een werktuig voor de kleine burgerman en de geschoolde arbeider om hogerop te Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK) Onze taal is aan het verloederen. En bijna niemand spreekt nog fatsoenlijk Nederlands. Dergelijke uitspraken hoor en lees je steeds vaker. Professor Joop van der Horst, die op 25 april de lezingenreeks ‘Lessen voor de XXIste eeuw’ afsluit met een voordracht over het Nederlands in de 21ste eeuw, is optimistischer: “Er is geen enkele reden tot paniek. Met onze taal gaat het anno 2005 beter dan ooit.” Tim Vuylsteke komen. Netjes praten was belangrijk in het midden van de vorige eeuw. Denk maar aan de ABN-kernen en de taalprogramma’s op tv.” Geen kamerbreed AN “De laatste fase is die van het democratische ABN. Democratisch omdat nu iedereen AN praat, of iets wat daarop lijkt, zoals Antwerps of Verkavelingsvlaams, of Poldernederlands. Dat komt natuurlijk doordat vrijwel iedereen tegenwoordig tot zijn achttiende op de schoolbanken zit, en een groot deel van de jongeren trekt daarna nog naar de universiteit of de hogeschool. De democratisering van het ABN loopt, met andere woorden, gelijk met de democrati- nr. Verschijningsdatum 12 12 mei (PK) sering van het onderwijs.” “Die democratisering heeft echter ook een schaduwzijde. In elke klas vind je namelijk leerlingen die thuis geen AN praten, en die zullen dan waarschijnlijk voor de rest van hun leven een ‘verloederde’ AN-variant hanteren, zoals de tussentaal. Maar die leerlingen studeren uiteraard ook af, en worden later ook politicus of advocaat of televisiepresentator, en laten hun verloederde taal aan het hele land horen. Je kan daarom treuren, maar het alternatief is een terugkeer naar het tijdperk waarin onderwijs een elitaire aangelegenheid was, en dat wil volgens mij niemand.” “Ach, ik begrijp die bekommernis wel, en als representant van de bur- 13 1 juni (AK) 14 22 juni (PK) gerlijke periode erger ik me ook weleens aan een slordige uitspraak of een gebrekkige zinsbouw, maar ik wil natuurlijk niet terug naar de tijd van het elitaire schooltje. En als je er even over nadenkt: eigenlijk spreken nu meer mensen AN dan ooit tevoren. Het is misschien niet altijd het meest ‘beschaafde’ AN, maar de samenleving heeft in het verleden nooit ‘kamerbreed’ AN gesproken, en dat zal ze volgens mij ook nooit doen.” “Ik zou het nog even over de interne taalgeschiedenis willen hebben. Ook op dat gebied is er niet de minste reden tot paniek. Twintig miljoen mensen spreken Nederlands, overal ter wereld wordt Nederlands gestudeerd, er verschijnen veel boeken in het Nederlands en ook op het internet is onze taal goed vertegenwoordigd. In de wetenschap is het Nederlands misschien geen belangrijke taal, maar dat is het nooit geweest. Vroeger had je achtereenvolgens het Latijn, het Frans en het Duits, nu het Engels, en in de toekomst wellicht ook het Chinees en het Spaans. Onze taal verandert, okee, maar dat is volkomen normaal.” pagina 5 1 (jg. 17) 31 augustus (AK + PK) 2 (jg. 17) 21 september (PK) Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379 Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39 Campuskrant erkenning: p303221 t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age — personeelskrant pagina’s 10 tot 12 12 mei 2005 | nr 12 | 16de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/ 6 17 Symposium DE BRUEGHEL CODE ONTCIJFERD Literaire Prijs Babylon JEROEN BERNAER GAAT HEMINGWAY ACHTERNA Nog geen witte rook Op 10 mei stemde de universitaire gemeenschap in de eerste ronde voor de verkiezing van een nieuwe rector. Van de 1.487 kiesgerechtigden brachten 92,7 % hun stem uit. Marc Vervenne kreeg 420 stemmen acter zijn naam, Rik Torfs 364, Marc Decramer 290, Herman Nijs 151, en Bart De Moor 150. Aangezien geen van de kandidaat-rectoren de absolute meerderheid van het aantal kiesgerechtigden kon behalen, dient op grond van het reglement een tweede verkiezingsronde georganiseerd te worden. Dat gebeurt op 18 mei, op dezelfde plaatsen en dezelfde uren als bij de eerste ronde. De professoren Marc Vervenne, Rik Torfs en Marc Decramer nemen aan deze tweede ronde deel. Indien in die tweede ronde geen van de kandidaten de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen behaalt, onthoudingen inbegrepen, wordt op 24 mei een derde en beslissende verkiezingsronde georganiseerd, waaraan deelgenomen wordt door de twee best geklasseerden uit de (© Rob Stevens) tweede ronde. Op het ogenblik dat het volgende nummer van Campuskrant verschijnt, weten we dus wie de universiteit de volgende jaren zal leiden. Prof. Jef Roos, Voorzitter Verkiezingscommissie Doctoraatsstudent verbetert de weergave van toonhoogte via implantaten Nieuwe techniek laat doven en slechthorenden naar muziek luisteren I n Vlaanderen worden elk jaar een dertigtal kinderen geboren met zwaar gehoorverlies in beide oren. Op latere leeftijd kunnen ziekte, een ongeval of ouderdom doofheid veroorzaken. Sinds enkele decennia biedt het cochleair implantaat voor heel wat doven en slechthorenden een oplossing: geluiden worden opgevangen door een microfoon en naar een spraakprocessor gestuurd, die dan de geluiden analyseert en digitaliseert in gecodeerde signalen. Vervolgens worden die codes omgezet in elektronische signalen die de gehoorzenuw stimuleren en zo een hoorsensatie opwekken. In het Laboratorium voor Experimentele Otorhinolaryngologie van de UZ wordt gewerkt aan de software in dit cochleair implantaat, dat ontwikkeld en gefabriceerd wordt door het Australische bedrijf Cochlear. Johan Laneau, burgerlijk elektrotechnisch ingenieur, deed voor zijn doctoraalscriptie onderzoek naar de toonhoogtewaarneming Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK) Is het nummer Paradise by the Dashboard Light van Meatloaf een geniale klassieker of een misselijkmakende draak? Dankzij het doctoraatsonderzoek van Johan Laneau kunnen doven met een cochleair implantaat voortaan deelnemen aan de discussie. Laneau ontwikkelde een techniek voor de implantaten die de patiënten een veel beter gevoel voor toonhoogte geeft. Volledig dove mensen kunnen daardoor opnieuw muziek horen en melodieën herkennen. Bovendien kunnen ze dankzij de techniek ook beter sprekers herkennen en intonatie onderscheiden. Sara Reymen met het apparaat. Doel van het onderzoek was om de kwaliteit van het geluid te verbeteren en zo patiënten ook de mogelijkheid te bieden om naar muziek te luisteren. Man of vrouw? Eerst onderzocht Laneau hoe patiënten met een cochleair implantaat toonhoogte ervaren: “Bij slechthorenden klinken geluiden zowel verzwakt als nr. Verschijningsdatum 13 1 juni (AK) vervormd. Met de implantatie van het apparaat is er natuurlijk vooruitgang, maar het resultaat is nog lang niet hetzelfde als bij een normaalhorende. We hebben een simulatie gemaakt van de hoeveelheid informatie die ontvangen wordt met een implantaat en dat is echt wel heel weinig gedetailleerd.” Laneau maakte onder meer een simulatie van hoe Paradise by the Dashboard Light van Meatloaf klinkt in de oren van een pa- 14 22 juni (PK) 1 (jg. 17) 31 augustus (AK+PK) tiënt met een cochleair implantaat. De vervorming maakt het nummer onherkenbaar. In de tweede fase van het onderzoek ontwierp Laneau een nieuwe techniek die het gevoel voor toonhoogte verbetert: de elektrische pulsen die het implantaat uitstuurt, werden geoptimaliseerd om de toonhoogte zo correct mogelijk door te geven. Uit testen met proefpersonen blijkt dat het gevoel voor toonhoogte tot drie maal beter is dankzij de nieuwe techniek, en dat patiënten meer melodieën kunnen herkennen. Bovendien kunnen patiënten dankzij de techniek ook de gewone spreker beter verstaan. Laneau: “Intonatie wordt beter opgevangen en men kan sprekers beter van elkaar onderscheiden. Met een cochleair implantaat klinken alle geluiden zowat hetzelfde, maar nu kan men bijvoorbeeld het verschil horen tussen een mannen- en een vrouwenstem.” pagina 9 2 (jg. 17) 21 september (PK) 3 (jg. 17) 12 oktober (AK) 2 Inhoud Nieuwe supercomputer voor hele unief 3 Leuvens labo brouwt nieuwe pils 4 Minder blutsen dankzij doctoraat 4 “De ene wordt geflitst, de andere niet” 5 Studienamiddag: doping 6 Stijl van schilders in cijfers gevat Lezing: digitale kunstauthentificatie 7 Winnaar Scriptieprijs vindt werk in kasteel Wat is er gebeurd met... In memoriam: professor Guido Fauconnier 7 Van Mone tot Moneo 8 Expo en boek over Celestijnenpriorij 10 Afscheidsconcert dirigent Capella Academica Personeelskrant De Collega’s: Katleen Surkijn 11 Sein op veilig: met de fiets naar het werk 11 Gelijke Noemers: Jan Van Impe (x2) 12 Docenten en flexibilisering 13 Studiedag en project Godgeleerdheid 14 Een leven lang: Erik De Corte 15 Kamerbreed 16 17 Dood en geweld om halfzeven Literaire Prijs Babylon Top Vijf Valvas, Taaltip & World Wide Wetenschap Vragevuur Dirk Speelman 18 19 20 Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan Inge.Verbruggen@dcom.kuleuven.ac.be, (t) 016 32 40 15. 12.5.2005 campuskrant Forum: Genderblind schrijven Vlaamse brains (m/v) in Boston De vorige editie van de Campuskrant begon met het forumartikel ‘Kan de volgende rector een vrouw zijn?’. Een retorische vraag, zo blijkt uit het stuk, maar wel belangrijk genoeg om pagina 2 bijna volledig in te mogen nemen. Terecht. En daarom des te jammer dat slechts zes pagina’s verder in diezelfde Campuskrant een artikel verschijnt waarin de aangekaarte problematiek op ronduit genante wijze genegeerd wordt. Iemand die dat proces als gemakkelijk beschrijft, lijdt aan een ernstige vorm van normvervaging, en verwijs ik graag naar eerder genoemd forumstuk in de vorige Campuskrant. Of de persoon is natuurlijk gewoon ontzéttend getalenteerd. En dat zijn de geïnterviewden ongetwijfeld, want enkel de beste studenten zijn welkom (aan Britse en Amerikaanse topuniversiteiten). Even later wordt die uitspraak wel (ongewild?) genuanceerd door de vermelding dat de procedure vooral een hoop geld kost. Ik ben geen journalist. Meer nog, ik betwijfel of er — afgezien van de K.U.Leuven — een fonds bestaat dat mijn schrijfsels wil sponsoren. Toch durf ik met enige voorzichtigheid volgende uitspraak te doen: een titel die de lading van een artikel dekt, is geen overbodige luxe. Het Fonds Pascal Decroos subsidieert tenslotte (bijzondere) journalistiek, geen poëzie. Idem voor de paragrafen over werkethiek, jobaanbiedingen, toekomstperspectieven, enzovoort. Boeiend, daar niet van, maar ik had onder de titel Vlaamse brains in Boston graag tenminste één verwijzing gezien naar de ervaringen van een vrouw en van een humane wetenschapper, al dan niet verenigd in dezelfde persoon. Al is het maar om te weten of zij ook in één weekend alleen al vier aanbiedingen krijgen van Amerikaanse universiteiten. En of zij zich ook zo vlotjes bewegen doorheen de mazen van het informele netwerk en zich door vrienden bij Intel of IBM laten vertellen wat de mogelijkheden zijn. Karen Verschoorens reportage is een schoolvoorbeeld van genderblind schrijven. De algemene termen doctoraatsstudenten, Vlaamse brains, de knappe koppen van België, enz. worden gebruikt voor wat in realiteit — met milde uitzondering van de economist — enkel mannelijke burgerlijk ingenieurs zijn. Wat de scope van het artikel toch enigszins doet krimpen. Bovendien zijn vier van de vijf jongemannen afkomstig van de K.U.Leuven, doctoreren er vier van de vijf nu aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en zijn minstens twee van hen lid (geweest) van de Europese studentenclub Euroclub. Onze Vlaamse fellows behoren met andere woorden tot het old boys network. En dat is ongetwijfeld tof en plezant en charmant, maar mij doet het alleszins twijfelen aan uitspraken als ‘iemand die doctoreert in Leuven blijft er gemakkelijk, om uiteindelijk via alle stapjes van de ladder professor te worden’. Ik kijk uit naar de dag dat het er voor iemands (academische) carrière niet toe doet of men vrouw of man is. Maar zolang we dat stadium niet bereikt hebben, en er in onze universiteitskrant pijnlijk retorische vragen als ‘kan de volgende rector een vrouw zijn?’ gesteld (moeten) worden, zijn reportages als deze de noemer ‘bijzondere journalistiek’ niet waard. Sarah Scheepers Genderexpert Instituut voor de Overheid Departement Politieke Wetenschappen Jonge vzw succesvol dankzij tandwielwerking Tumbador ondersteunt revalidatie gehandicapten in ontwikkelingslanden Nieuwe onderwijsregeling en nieuw examenreglement Onderwijsvernieuwing nieuws El Tumbador is een stadje in San Marcos in Guatemala, maar als de naam bij u een belletje doet rinkelen, komt dat waarschijnlijk door de — nog erg jonge — Tumbador vzw. Het idee voor de vzw ontstond toen Kim Caluwé (kinesitherapeute UZ Gasthuisberg) na haar studies voor een jaar naar Tumbador vertrok en zich daar als vrijwilliger bezighield met revalidatie voor gehandicapten. Samen met een van de bestuursleden, Ilse Vastiau (Afdeling Farmacologie), zoekt zij nu in Leuven publiciteit voor de deelname van Tumbador vzw aan de Dodentocht in Bornem. Els Spaas K im Caluwé: “Toen ik na mijn verblijf in Guatemala terugkeerde naar België had ik een gevoel dat veel vrijwilligers wel zullen herkennen: ik vroeg me af hoe het verder zou gaan met de mensen die ik in El Tumbador had geholpen. Natuurlijk was ik wel blij dat mijn aanwezigheid daar voor hen iets had betekend, maar ik vond dat ik meer moest doen. Ik wou ook op lange termijn hun toestand verbeteren. Met benefietacties in België kreeg ik wat middelen bij elkaar, die ik ter plaatse ging investeren. Opnieuw in België stelde ik de resultaten voor en zo is de vzw eigenlijk geboren. Sindsdien zijn er al verschillende vrijwilligers naar Tumbador gereisd, om er als kinesist te werken en om erop toe te zien dat de middelen goed worden besteed.” Tumbador vzw is intussen stevig gegroeid: in het bestuur zitten nu zeven mensen, en er staat een nieuw project op stapel in Peru. En er zijn al vage plannen voor soortgelijke projecten in Brazilië en in Guatemala-City, maar daarvoor moeten nog de nodige middelen gevonden worden, en de bereidheid tot samenwerking op lokaal vlak. Dodentocht De bedoeling van de projecten is dat de connectie met België op lange termijn overbodig wordt. Dat vraagt ook op lokaal niveau een draagvlak, wat in de praktijk ontstaat door aansluiting te zoeken bij een bestaande organisatie, zoals het nieuwe project in Peru illustreert. Ilse Vastiau: “Dat project, in Ayacucho, werd ontwikkeld via een typisch patroon: er was al een tehuis voor minderbedeelde en gehandicapte kinderen — dat was dus een soort natuurlijke partner. Daarnaast waren er ook veel mensen in het stadje die behoefte hadden aan een soort revalidatie. We zochten het dus nog iets ruimer, en in de stad kwamen we uit bij een workshop waarin handwerk werd gemaakt met de bedoeling het te verkopen. Ook dat sloot aan bij onze doelstellingen. Het kan er op termijn toe bijdragen dat het project zijn eigen middelen kan genereren.” De werking van de vzw beschrijven de twee als drie in elkaar draaiende tandwielen. Kim: “Het eerste tandwiel is onze werking in België. Hier zamelt de vzw geld in, en doen we aan bewustmaking. Het tweede tandwiel zijn de vrijwilligers, die een soort tussenschakel vormen. Afgestudeerde kinesisten geven we de mogelijkheid om minstens zes maanden als vrijwilliger ervaring op te doen in een van onze projecten. Zij zijn ook onze controle op de besteding van het geld, en ze signaleren ons welke specifieke noden er nog zijn. Daardoor blijft het project voor de geldschieters in België heel concreet. Het derde tandwiel is het lokale project: dat heeft in de vrijwilliger een aanspreekpunt, en moet dus op lange termijn zelfstandig worden. Het project in Guatemala zit al in die fase: het heeft zelf voldoende middelen gevonden.” Het eerste tandwiel draait alvast gesmeerd: op 12 en 13 augustus doet de vzw mee aan de Dodentocht (100 km) in Bornem. Naast sponsors zoekt Tumbador daarvoor nog steeds mensen die willen meestappen. http://www.tumbador.be, kandidaat-stappers mailen naar dodentocht@tumbador.be campuskrant nieuws 12.5.2005 Nieuwe cluster haalt 1.800 miljard berekeningen per seconde “De nieuwe supercomputer is er voor de hele universiteit” De universiteit is opnieuw een volledig up-to-date supercomputer rijk. Op 12 mei wordt het systeem voorgesteld onder de goedkeurende blikken van alle trotse medewerkers van het project. De supercomputer krijgt zijn vaste stek in de gebouwen van LUDIT, maar de hele universiteit zal van zijn capaciteiten gebruik kunnen maken. Ines Minten 3 “ ” geciteerd Het gouden getal zeven De Morgen, 29. 4.2005 — Het ideale team bestaat uit zeven mensen. (...) Samenwerken gaat natuurlijk ook met vier, zoals U2, of elf, zoals een voetbalteam. “Maar zeven of acht mensen, dat wordt vaak gezien als de ideale grootte van een team”, zegt arbeidspsycholoog Hans De Witte. (…) “Zeven is niet te groot en niet te klein. Op een vergadering met zeven mensen kan iedereen zijn zegje doen en discussiëren, met zijn twaalven is het al moeilijker om iedereen aan het woord te laten. Met zijn vieren ben je het misschien al erg vlug eens. Ook lijkt de kans dat je kliekjes krijgt in een groep van zeven mensen me klein”, zegt De Witte. “Want als je twee verschillende groepen krijgt in één team, dan kun je niet goed samenwerken.” “Genees hem van tv!” De Morgen, 25. 4.2005 — H “ et was hoog tijd dat de univer- leren. Tot nu deden we dat met 2D-mo- computer blijft zeker niet voorbehousiteit weer een supercomputer dellen, nu schakelen we over op 3D. We den voor een select clubje — hij is er aanschafte. Tien jaar geleden zullen onderzoek kunnen doen dat met echt voor de hele universiteit. Met het stonden we op dat gebied in de top-500 de oude computers volstrekt onmoge- oog daarop hebben we ook een formule van de wereld. Maar het oude SP systeem lijk was.” uitgedokterd die onderzoekers in staat is ondertussen hopeloos verouderd geEr wordt ook aan gedacht om het stelt om mee te investeren in de uitraakt. We waren dus dringend aan een systeem tegen betaling beschikbaar te bouw van het systeem. Stel dat je geld inhaalbeweging toe”, vertelt professor stellen voor externe gebruikers: andere krijgt van het FWO of een andere bron Anne-Marie De Meyer van het Leuvens universiteiten en industrie. om eigen apparatuur te kopen, dan kan Universitair Dienstencentrum voor InDe ‘impulsactie zware apparatuur’ het nuttiger blijken om aan te sluiten formatica en Telematica (LUDIT). Voor van de Vlaamse overheid stelde voor bij de cluster in plaats van enkele apardie inhaalbeweging zorgt het nieuwe het project een miljoen euro ter be- te processoren aan te schaffen voor je clustersysteem dat razendsnel en zeer schikking. De universiteit doet daar eigen afdeling. Zo kun je mee profitenauwkeurig allerlei berekeningen kan nog 500.000 euro bovenop. “Van die ren van de kennis van de anderen en maken. Het zou piekprestaties van 1,8 som hebben we al ongeveer de helft van de uitgebreide infrastructuur die teraflops of 1.800 miljard berekeningen gebruikt”, zegt Stefaan Poedts. “De we gezamenlijk hebben opgezet.” per seconde moeten halen. “Vroeger ontwikkelde men “Dankzij deze supercomputer kunnen we BijMankracht voor zulke supercomputers het oorspronkelijke proveel gedetailleerder en nauwkeuriger on- ject waren vijftien groepen specifieke, peperdure technologieën”, zegt professor derzoek doen. We kunnen er bijvoorbeeld betrokken. Ondertussen ligt Dirk Roose van het Departeer al zo’n 200.000 euro exment Computerwetenschap- zonnewind en zonnevlammen mee simule- tra te wachten van andere pen. “Het systeem waarvoor ren. Tot nu deden we dat met 2D-modellen, geïnteresseerde onderzoekswe nu gekozen hebben, is groepen. “De supercomputer nu schakelen we over op 3D.” veel economischer en kan zorgt voor een intensievere gemakkelijker aangepast samenwerking tussen de worden aan nieuwe noden en ontwik- rest moet dienen om het systeem ook verschillende departementen, iets wat kelingen. De cluster bestaat uit 360 in de toekomst bijdetijds te houden. de universiteit toch in haar geheel aanstandaardprocessoren die gelijktijdig Bovendien worden computersystemen moedigt”, zegt Dirk Roose. “Zo komt aan één probleem kunnen werken. Ze almaar goedkoper. Binnen een half jaar er een hele transfer van expertise op zijn via een speciaal interconnectienet- krijg je al veel snellere processoren en gang.” werk aan elkaar gekoppeld.” veel meer geheugen voor hetzelfde geld. Precies omdat zoveel verschillende Deze werkwijze laat ons ook toe om de mensen gebruik zullen maken van het Zonnewind cluster aan te passen aan de wensen en toch behoorlijk ingewikkelde systeem, Hoewel ook gewone computers met de noden van de gebruikers.” neemt LUDIT het beheer van de superdag sterker worden en meer aankunSpeciaal daarvoor werd een stuur- computer voor zijn rekening. “Op deze nen, hebben ze toch nog altijd te wei- groep opgericht waarin de belangrijk- manier kunnen we onze jarenlange nig capaciteit om bepaalde wetenschap- ste gebruikers vertegenwoordigd zijn. ervaring met complexe computersystepelijke en industriële berekeningen Zij hebben allemaal inspraakrecht over men nu ook rechtstreeks bij de onderte maken. “We kunnen vanaf nu veel de uitbreidingen van de supercompu- zoekers brengen”, stelt Anne-Marie De gedetailleerder en nauwkeuriger on- ter. Het is dan ook de bedoeling dat Meyer. “Er gaat heel wat mankracht derzoek doen”, legt professor Stefaan onderzoekers van heel uiteenlopende schuil achter dit project.” Poedts van het Departement Wiskunde pluimage met de cluster zullen werken. uit. “Mijn groep zal er bijvoorbeeld zon- Stefaan Poedts: “Iedereen die wil, kan http://www.kuleuven.be/onderzoek/ newind en zonnevlammen mee simu- een account op het systeem krijgen. De kernprojecten/impuls/index.htm Volgens professor Jan Van den Bulck, mediasocioloog, is overmatig tv-kijken eerder het symptoom dan de oorzaak van veel sociale problemen. “Op een dag kreeg ik telefoon van een vrouw”, vertelt hij. “Ze was ten einde raad omdat haar man alleen maar oog had voor de tv en niet meer voor haar. Ze smeekte me hem te genezen.” Na een kort gesprek bleek echter al snel dat de tv voor die man de oplossing was van zijn probleem, namelijk een communicatiestoornis met zijn vrouw. “In veel huishoudens vormt het bezitsrecht op de afstandsbediening wel eens de aanleiding tot een conflict. Maar neem bij die families de tv weg en er zal evenveel ruzie zijn, maar dan over andere dingen. (…) Natuurlijk is het beter je problemen uit te praten dan ze op te kroppen”, vindt de professor. “Maar ook daar kan de tv een oplossing bieden.” Het is bekend dat heel wat taboes, zoals seksualiteit en drugs, pas in familiekring besproken worden na het zien van een tv-programma. Op die manier kan tv dus wel bijdragen tot de communicatie binnen het gezin, maar opnieuw is het allemaal afhankelijk van het gezin zelf. Pubers laten sporen na Het Nieu wsbl ad, 1.5.2005 — Vandalen die zich uitleven op treinen en bussen kosten de spoorwegmaatschappij NMBS jaarlijks een gigantische 2,5 miljoen euro. (…) “Veel jongeren maken een periode mee, meestal tussen hun veertiende en zeventiende, waarbij ze letterlijk hun sporen willen nalaten”, zegt Lode Walgrave, professor jeugdcriminologie. “Ze kerven dan hun naam in een bankje, bekladden schooltafels en proberen zo hun plaatsje te veroveren. Dat is misschien begrijpelijk, maar het betekent natuurlijk niet dat je het moet goedpraten. Zeker als jongeren zich aan ergere dingen bezondigen, zoals een bus helemaal volspuiten met grafitti, is het belangrijk dat ze de gevolgen aan den lijve meemaken. Dat kan betekenen dat ze een week lang bussen schoonmaken bijvoorbeeld.” Van schoolse preventiecampagnes op school verwacht Walgrave overigens weinig beterschap: “Vandalisme houdt nooit op. Als je vandalisme uit de wereld wil krijgen, moet je ineens de puberteit afschaffen.” 4 nieuws 12.5.2005 campuskrant Laboratorium voor Mouterij en Brouwerij ontwikkelt nieuwe pils GiG Nederlanders drinken binnenkort bier uit Leuvens labo Eind dit jaar komt bij onze Noorderburen een nieuw pilsbier op de markt. Het luistert naar de hippe naam GiG en werd, zoals het hoort, ontwikkeld in België: het Laboratorium voor Mouterij en Brouwerij mag zich de geestelijke vader van het nieuwe gerstenat noemen. Vincent Buyens W ie dacht dat het Leuvense bierwezen uitsluitend geconcentreerd was binnen de muren van gigant InBev, heeft het mis. Verborgen tussen de bomen van het Kasteelpark Arenberg bevindt zich sinds 1991 namelijk het Laboratorium voor Mouterij en Brouwerij. Daar werken onder meer Filip Delvaux en David De Schutter (rechts op de foto), twee onderzoekers die hun leven wijden aan de bierstudie en die onder de hoede van professor Freddy Delvaux (links op de foto) de GiG-pils ontwikkeld hebben. In de koffiekamer waar het gesprek plaatsvindt, is de koelkast gevuld met een assortiment aan inheemse en uitheemse bieren. “Overblijfselen van vorig onderzoek”, lacht De Schutter. Carte blanche “De vraag om een nieuwe, trendy pils te ontwikkelen kwam van de Nederlandse vastgoedmakelaar Ernest Menten. Die geloofde dat er nog steeds een markt bestaat voor dergelijke bieren en kwam via een contactpersoon in Nederland bij ons terecht. Wij hebben niet lang getwijfeld om de opdracht te aanvaarden. Wij dragen innovatie hoog in het vaandel, en praktische toepassingen van het theoretische onderzoek zijn voor ons van essentieel belang. Bovendien kregen we van de heer Menten, die zelf niet zo thuis is in de technische aspecten van het bierwezen, een vrijgeleide om het product te ontwikkelen zoals dat ons het best leek.” “Om te beginnen moesten we natuurlijk weten wat voor smaak de opdrachtgever precies in gedachten had. Daarom lieten we hem een aantal bieren selecteren die hij zelf lekker vond en hebben we die vervolgens geanalyseerd. De bedoeling was een bier met een hoge drinkability te brouwen. Dat wil zeggen dat de consument het niet alleen lekker moet vinden, maar er ook niet snel genoeg van mag krijgen. Het is V an Zeebroeck gebruikte bij de ontwikkeling van zijn techniek de discrete elementen methode (DEM), een systeem dat de interactie tussen deeltjes in kaart brengt. DEM is ook een – bij ingenieurs - populaire methode om het gedrag van bouwmaterialen te voorspellen. Een bijkomende moeilijkheid bij de toepassing van DEM op fruit is dat vruchten ‘zachte’ elementen zijn, met specifieke eigenschappen. Zo moet in de eerste plaats de viscoelasticiteit van het fruit in rekening gebracht worden. Via een reeks experimenten onderscheidde Van Zeebroeck de belangrijkste parameters die daarin meespelen: stijfheid en demping. Op basis daarvan ontwikkelde hij contactkrachtenmodellen. Een volgende stap waren uitgebreide analyses van de mechanische schade aan de stukken fruit. In het geval van de appels werd die blutsschade uitgedrukt als blutsvolume. Door de contactkrachtmodellen en (© Rob Stevens) dus voortdurend balanceren tussen het vermijden van een te uitgesproken aroma, vooral van een te bittere nasmaak, en het garanderen van een zekere complexiteit die het bier toch voldoende karakter en eigenheid geeft.” “Omdat smaak ook een bijzonder subjectief gegeven blijft, werken wij steeds met degustatiesessies. We leggen de verschillende ontwikkelde varianten eerst voor aan een professioneel panel van zo’n tien personen, om ze daarna voor de leeuwen te gooien in een veel ruimer opgezette consumententest. Wat die laatste betreft, kunnen we uiteraard rekruteren uit het onuitputtelijke Leu- vense studentenbestand, maar we proberen ook een stevige vertegenwoordiging van ‘oudere’ Leuvenaars te hebben. Tijdens die blinde degustaties wordt aan de deelnemers gevraagd het bier zo volledig mogelijk te omschrijven. Dat wil zeggen dat ze niet enkel aandacht moeten hebben voor de smaak en het aroma, maar ook voor het schuim en de subtiele nasmaak. Het bier na degustatie weer uitspugen, zoals dat bij wijn gebruikelijk is, mag dus niet.” En wat nu het bier klaar is? “Ons werk is nu eigenlijk afgelopen. De marketing van het product is uiteraard volledig in handen van de heer Menten. Wel zullen Virtuele appels beperken blutsschade Voor zijn doctoraatsonderzoek ontwikkelde Michael Van Zeebroeck (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen) een computersimulatietechniek die het mogelijk maakt de blutsschade van fruit door trillingen nauwkeuriger te voorspellen. Geblutst fruit oogt immers niet alleen onsmakelijk, elke bluts vormt ook een kwetsbare plek voor schimmels, die de houdbaarheid van de appel sterk beperken. Els Spaas de modellen over de concrete schade samen te brengen, kwam de onderzoeker uiteindelijk tot een blutspredictiemodel. Belangrijke variabelen in dit model zijn trillingsfrequentie, stapelhoogte, vruchtgrootte, vruchttemperatuur en rijpheid. Stapelhoogte De geldigheid van dit blutspredictiemodel werd getest met Jonagold-appels, waarbij kisten met appels volgens een bepaald trillingssignaal werden geschud. De resulterende blutsen per appel kwamen overeen met de resultaten wij betrokken blijven bij de upscaling van het product, dat wil zeggen de productie ervan op grote schaal. Wij waken erover dat de smaak in dat proces niet te veel verandert.” Of het nieuwe bier zal aanslaan? “Daar hebben we alle vertrouwen in. Het commerciële aspect van de zaak lijkt goed voorbereid te zijn, en voor vernieuwende kwaliteitsbieren zal er altijd een markt zijn. Als het in Nederland een succes wordt, valt het niet uit te sluiten dat het product in een latere fase ook in België verdeeld zal worden. Al ligt die beslissing natuurlijk niet bij ons.” van de simulatie: de computermodellen benaderden de werkelijke blutsschade. Aan de hand van de software DEMeter die collega-onderzoeker Engelbert Tijskens op basis van de bevindingen ontwikkelde, werd ten slotte ook onderzocht wat doorslaggevend was: de mechanische parameters of de vruchteigenschappen. Het trillingssignaal, de stapelhoogte en de grootte bleken een grotere invloed te hebben op de blutsschade dan de vruchteigenschappen. Het model biedt concrete voordelen voor de fruitteeltsector. De simulaties kunnen als leidraad dienen om verpakkingsmethoden te ontwikkelen waardoor blutsschade beperkt blijft. Meer informatie vindt u op http://www.biw.kuleuven.be/aee/amc/ research/dem/projects/damage/index.htm campuskrant maatschappij 12.5.2005 KORTNIEUWS Studienamiddag rond medisch verantwoord sporten Doping, of het eeuwige verhaal van de stroper en de boswachter School zonder uitsluiting Het HIVA zet mee zijn schouders onder het initiatief School+. Platform voor een school zonder uitsluiting, wat voortbouwt op een programma van partners Cera en Stichting Koningin Paola. Het project wil onderwijsprojecten aanmoedigen waarin kansen gecreëerd worden voor leerlingen met een moeilijke sociale achtergrond. School+ doet daarvoor ook beroep op de partners van de scholen: CLB’s, lokale overheden en socio-culturele organisaties. Een handleiding voor projecten, een algemene publicatie met o.a. wetenschappelijke achtergronden, een website, vormingsdagen en advies op maat zijn enkele van de elementen die School+ organiseert om het doel te helpen bereiken. Info: Ella Desmedt, (t) 046 32 43 56, ella.desmedt@hiva.kuleuven.be Het Vlaamse dopingbeleid staat de laatste maanden fel ter discussie. Gesteund vanuit sportmiddens hekelde VLDsenator Jean-Marie Dedecker de hypocrisie rond de nultolerantie in de dopingjacht. In een open brief stelde hij voor “de wetenschap te laten uitdiepen tot waar medische vooruitgang veilig kan samengaan met het verhogen van sportprestaties”. Op 31 mei organiseert het Instituut voor Arbeidsrecht een studienamiddag over doping, medische begeleiding en sportrecht. Migranten studeren verpleegkunde Benedict Vanclooster I “ (© Rob Stevens) n medische kringen hoor je verschillende geluiden omtrent het standpunt van Dedecker”, zegt professor Frank Hendrickx van het Instituut voor Arbeidsrecht, de bezieler achter de studienamiddag. “Soms is het toedienen van bepaalde producten medisch verantwoord en zelfs nodig om sportbeoefenaars te beschermen. Vanuit puur ethisch perspectief worden gebruikers echter afgeschilderd als valsspelers. Dat spanningsveld komt ook op de studiedag aan bod.” Zelf legt Hendrickx zich in zijn onderzoek vooral toe op arbeidsrecht. “De reguliere categorieën van het recht kan je niet zomaar enten op de topsport. Probeer maar eens de arbeidsreglementering toe te passen op de Ronde van Frankrijk. Daar hebben wij als juristen dopinggebruik vasthangen? “Ik kan procedures. Er zal wel een stevig dosnog een weg af te leggen. Op 31 mei zoe- Jacques Rogge, de voorzitter van het In- sier tegen hem op tafel liggen, want ieken we naar antwoorden.” ternationaal Olympisch Comité, volgen dereen weet dat de media de hele zaak Vorig jaar trad de antidopingcode van als hij stelt dat dopingzondaars streng van nabij volgen. Zo’n gewichtig vonnis het Wereld Anti Doping Agentschap gestraft moeten worden. Maar in indi- zal niemand zomaar vellen.” (WADA) in voege. Alle sportorganisaties viduele gevallen kan het wel eens verwereldwijd moeten zich eraan houden. keerd of onrechtvaardig uitpakken. Ten Slinger Dankzij de code kunnen atleten sinds- eerste moet de sanctie in verhouding Beke, Museeuw, De Clercq, Meirhaeghe... dien ook buiten competitie op Het lijstje betrapte toppers was doping worden gecontroleerd. “Als jurist heb ik het er wel moeilijk de voorbije jaren ongekend lang Onder andere mountainbiker Fiin Vlaanderen. Maar het percenmee dat een overtreding automatisch tage op doping betrapte sporters lip Meirhaeghe werd betrapt tijdens zo’n out of competition con- tot een bepaalde straf leidt. Er spelen is tijdens het eerste kwartaal van trole. Topsporters moeten aan dit jaar van 4,3 naar 3,5 procent nogal wat verschillen naargelang hun sportbond melden waar ze gedaald in vergelijking met het drie maanden later zullen ver- het individu, de sporttak en de regio. laatste kwartaal van 2004. In anblijven. “Natuurlijk grijpt het derhalf jaar tijd zakte het aantal Vergelijk dopingstraffen met verWADA daarmee verregaand in betrapte wielrenners zelfs van keersboetes: de ene wordt geflitst het privé-leven van de atleet in”, 15 naar 2,9 procent. Werpt de doen de andere niet.” geeft Hendrickx toe, “maar het pingstrijd stilaan zijn vruchten doel heiligt de middelen. Zij die af? “De controles zullen redelijniets verkeerd doen, hoeven ook niets staan tot de overtreding. Daarnaast kerwijze wel hun effect hebben”, meent te vrezen.” dient men ermee rekening te houden Hendrickx. “Zeker tijdelijk geloof ik dat sport voor een professionele atleet daarin. Maar er zullen nieuwe methoGeflitst zijn inkomensbron is. Ten slotte moet den komen om prestaties te verbeteren, De code voorziet in een standaardstraf worden nagegaan in hoeverre het recht al dan niet medisch verantwoord. Dan van twee jaar schorsing. “Een uniforme op arbeid kan worden ingeroepen.” krijgen de echte valsspelers nieuwe dopinglijst lijkt mij een goeie zaak”, In het strafrecht wordt uitgegaan van kansen om de competitie te vervalsen zegt Hendrickx. “Als jurist heb ik het er het principe ‘onschuldig tot de schuld en hun gezondheid op het spel te zetwel moeilijk mee dat een overtreding bewezen is’. Voor dopingzondaars lijkt ten. En dan zal de slinger weer de anautomatisch tot een bepaalde straf het tuchtrechtelijke systeem wel op zijn dere richting uitgaan. Het eeuwige verleidt. Er spelen nogal wat verschillen kop gezet. Zo was het aan Rutger Beke haal van de stroper en de boswachter.” naargelang het individu, de sporttak en om zijn onschuld te bewijzen. “Stel dat de regio. Vergelijk dopingstraffen met er inderdaad wat schort aan de epo- Studienamiddag ‘Doping en medisch verkeersboetes: de ene wordt geflitst test, dan is het principe in zijn geval verantwoord sporten’, 31 mei, vanaf 14u, en de andere niet. Dan hangt het er nog inderdaad omgedraaid. Ook al wordt College De Valk, Aula Zeger Van Hee, Tienvan af of je betrapt wordt, want vooral hij vrijgesproken, bij veel mensen zal er sestraat 41, 3000 Leuven. Info: http://www. de professioneel begeleide dopingge- twijfel blijven bestaan. Want waar rook law.kuleuven.be/arbrecht/studiedagen/stubruiker slaagt er vaak in om de sporen is, is toch vuur?” diedagen.htm van verboden producten te maskeren.” “Het komt er ook op aan vertrouwen Welk prijskaartje moet er dan aan te hebben in een aantal instellingen en 5 Een gezamenlijke studie van de K.U.Leuven en de UCL, geleid door professor Jozef Pacolet (HIVA) en professor Xavier Leroy (Sociologie, UCL), heeft uitgewezen dat allochtone jongeren in het Brussels gewest veel interesse hebben voor de opleiding verpleegkunde. Drie vierde van de Brusselse allochtone meisjes kiest na het secundair voor een opleiding verpleegkunde. Die interesse (14,2 procent van de allochtone 18-jarigen kiest voor verpleegkunde) staat in schril contrast met de cijfers voor de Belgische jongeren: van de Franstalige Brusselaars begint nog 6,4 procent aan de opleiding, maar van de Nederlandstalige 18jarigen is dat amper 2,4 procent. Die kloof heeft volgens de onderzoekers te maken met de zwakke uitbouw van het traject binnen het Nederlandstalige onderwijs, te beginnen bij het secundair beroepsonderwijs. Ook perceptie speelt een rol: autochtonen beschouwen de scholen die de richting aanbieden als ‘verouderd’, terwijl migranten vooral de kansen op een waardevolle baan zien. Wie verpleegkunde studeert, vindt immers zonder problemen een job. Verzorgenden hebben het iets moeilijker om een baan te vinden. Margareta van York Op uitnodiging van de gemeenteraad van Mechelen onderzoekt professor Jean-Jacques Cassiman van het Departement Menselijke Erfelijkheid botresten uit het Mechelse Stadsarchief. Koolstofonderzoek op de beenderen, die bij de bouw van de Academie voor Beeldende Kunsten in 1955 opgegraven werden, wees al uit dat de botten uit de periode van Margareta van York stammen. Die zus van de Engelse koning Edward IV vestigde zich in 1477 in Mechelen. DNA-onderzoek moet nu uitsluitsel geven over de vraag of de resten van Margareta van York zelf zijn of van een tijdgenoot. 6 symposium 12.5.2005 campuskrant Lezing: professor Dan Rockmore ontwierp techniek voor digitale kunstauthentificatie De Brueghel Code ontcijferd Het gebeurt niet vaak dat wiskundigen uitgenodigd worden om op de emeritaatsviering van een kunsthistoricus te spreken. Mathematicus Dan Rockmore, die een lezing komt geven op het symposium ter ere van Rubens-specialist Hans Vlieghe, is dan ook niet de eerste de beste. Samen met twee collega’s van het Computer Science Department van het Amerikaanse Dartmouth College ontwierp hij een techniek die de authentieke stijl van een schilder in cijfers vat. Vervalsers zijn alvast gewaarschuwd. Els Spaas D e digitale techniek die Rockmore samen met Hany Farid en Siwei Lyu ontwikkelde, is een sterk staaltje: niet het minst omdat de techniek een professionele wiskundige interesse handig weet te integreren in een passie voor kunst. Maar dat is niet de enige reden waarom dit onderzoek enkele kolommen Campuskrant verdient. Rockmore heeft ook de gave om de mathematische hocus-pocus die bij zijn techniek te pas komt, op een bevattelijke manier uit te leggen: “Eerst zet een scan het schilderij om in digitale beelden met een hoge resolutie, en daarna begint het statistische gedeelte. De digitale reproductie van het schilderij wordt in kleine gebieden ingedeeld, en daarin wordt de densiteit van verticale en horizontale elementen berekend: lijntjes en penseelstreken in het schilderij. Een tweede mathematische stap houdt verband met verwachtingen. Dat kan je vergelijken met wat je automatisch doet als je een persoon een poosje observeert: je kan dan bijna voorspellen hoe die persoon zich zal gedragen in een bepaalde periode in de toekomst. Vertaald naar het visuele krijg je door informatie in een stukje schilderij een idee over de bewegingen van — in het geval van onze eerste toepassing — Pieter Brueghel de Oude. Ook dat werd gekwantificeerd, en statistisch werden de verschillen berekend tussen onze voorspellingen en wat Brueghel echt deed. Zo kregen we dus een maat voor lokale stijlcoherentie.” “Uiteindelijk zaten we dan met een collectie van 72 getallen — ‘dimensies’ in de wiskunde — in elk van de gebiedjes waarin we het schilderij hadden ingedeeld. Dat kan je je moeilijk visueel voorstellen, tenzij als een hele wolk van punten. De volgende stap is dan een reductie van die hele wolk tot een voorstelling van een enkel punt in een driedimensionale ruimte.” “In onze analyse onderzochten we dertien schilderijen die ooit aan Brueghel werden toegeschreven: de punten van de schilderijen waarvan wordt aangenomen dat ze écht zijn, clusterden in onze driedimensionale representatie samen, terwijl de punten van de andere schilderijen op een afstandje rond die kern verspreid lagen. De schilderijen die clusterden zijn dus door dezelfde hand geschilderd, door Brueghel, de andere door imitators.” Het grote gelijk Wat de Brueghels betreft, bevestigde Rockmores analyse de expertise van de kunsthistorici. Een volgende testcase was de Madonna con Bambino van Perugino. Hierover vermoedden de experts dat niet het hele werk van de hand van de meester was: tijdens de Renaissance was het de gewoonte om delen van een groot werk aan leerlingen over te laten. Toepassing van Rockmores digitale techniek op de verschillende gezichten op het schilderij wees in dezelfde richting: drie van de gezichten waren van dezelfde hand, de andere drie gezichten waren door drie andere mensen geschilderd. Na die eerste experimenten bood de computeranalyse ook inzicht in schilderijen waarvan de toeschrijving wél nog voor discussie zorgt. Rockmore: “In voor kunstenaars als Picasso, van wie samenwerking met het New York Me- je het oeuvre kan indelen in duidelijk tropolitan Museum of Arts zetten we afgebakende stijlperiodes. Zelfs als je een project op poten dat kaderde in een twee Brueghels in verschillende genres tentoonstelling met als titel Rembrandt analyseert, een landschap en een boeOr Not Rembrandt?. Het gaf ons de kans renscène, bijvoorbeeld, zal je weinig om in één keer 21 Rembrandts te ana- coherentie vinden. Maar als je stukjes lyseren. Volgens onze resultaten zijn er hemel van het landschap zou uitknip14 daarvan authentiek: de andere wer- pen en die zou vergelijken met stukjes ken kunnen op basis van ons onderzoek hemel uit de boerenscène, dan zou je niet langer aanzien worden als echte wel betekenisvolle resultaten kunnen Rembrandts.” krijgen. Bij Picasso zou dat ook kun“Eigenlijk is dat niet zo spectaculair. nen werken: focussen op zijn aanpak De experts zijn het vaak niet eens, en van een bepaald element in opeenvolmeningende periodes ”Als je een persoon een poosje gen over zou daar bijvoora u t h e n t i - observeert, kan je bijna voorspel- beeld een inteciteit kunressante natuurlen hoe die persoon zich zal nen veranlijke evolutie in gedragen in een bepaalde deren. Het getallen kunnen is nog veel periode in de toekomst. Op een opleveren.” opmerke “Een expert gelijkaardige manier krijg je lijker dat gaat eigenlijk op specialisdezelfde manier door informatie in een stukje ten erin te werk: als hij schilderij een idee over de geslaagd een boerenscène bewegingen van bijvoorbeeld zijn om al authentificeert als zoveel vereen Brueghel, Pieter Brueghel de Oude.” v a l si nge n zal hij die in de te onthullen, en dat zonder enig ander eerste plaats met andere boerenscènes hulpmiddel dan een paar ogen en ken- van Brueghel vergelijken, en niet met nis over de kunstgeschiedenis.” landschappen.” “Maar je moet altijd erg voorzichtig Ondanks die beperking kan de mezijn met analyses: geen enkele techniek thode op heel wat media-aandacht reis waterdicht. Ook onze computerbere- kenen. Rockmore: “Volgens mij moet je keningen zijn niet onfeilbaar.” de waarde van deze techniek situeren op een filosofisch niveau. Ik vind het Brueghel en Brueghel is twee iets heel fascinerend: een curator of Discontinuïteit in een oeuvre is één een kunsthistoricus wijdt zijn hele levan de punten waar de computertech- ven aan schilderijen, en ziet dingen die niek wel eens zijn tanden op stuk bijt. gewone liefhebbers helemaal niet zien. Rockmore: “Maar dat geldt niet alleen Onze modellen kwalificeren nu die speci- ale blik. Ze geven een kwantitatief idee van elementen die een stijl uitmaken: getallen drukken iets uit wat met moeite benaderd kan worden in woorden. Je kan bijna zeggen dat de eigenheid van kunst door deze methode vertaald kan worden in getallen.” Lara Croft en Mondriaan Ten slotte zet deze nieuwe digitale toepassing de deur op een kier voor de creatie van perfecte vervalsingen. Rockmore ziet er geen graten in: “Dergelijke creatieve toepassingen zie je ook in andere domeinen. Animatiefilms bieden voorbeelden te over: wanneer je zorgvuldig de bewegingen van een persoon meet, kan je uiteindelijk een cartoonfiguur maken die er uitziet en die beweegt als de echte persoon. Dat gebeurt ook in computerspellen: Lara Croft is zo geënt op een echt persoon.” “Ook in de schilderkunst is het al gebeurd: in de stijl van Mondriaan zijn er al schilderijen gemaakt die even goed van zijn eigen hand hadden kunnen zijn. Nu ja, als ik het zelf moest doen, zou ik ook liever een Mondriaan dan een Brueghel schilderen. Mondriaan lijkt me toch dat tíkje gemakkelijker…” ’To be or not to be a connoisseur?’ Symposium In Honour of Hans Vlieghe, 13 mei, Justus Lipsiuszaal, Faculteit Letteren, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven. Info: http://www.arts.kuleuven.be/akm/kunstwetenschappen/activiteiten/symposiumvlieghe. htm Detail uit ‘Kunstkabinet van Cornelis van der Geest’ van Willem van Haecht (1628), Rubenshuis, Antwerpen campuskrant (2) personalia 12.5.2005 WAT IS ER GEBE U R D M E T... ? 7 KORTNIEUWS Winnaar Scriptieprijs vindt werk in een kasteel De droomjob van een historicus Rupscamera voor dunne darm Patiënten met aandoeningen aan de dunne darm kunnen in UZ Gasthuisberg voortaan behandeld worden met een nieuwe techniek, de ‘dubbele ballon enteroscopie’. De techniek, afkomstig uit Japan, kan best omschreven worden als een ‘rups’-camera. De twee ballonnetjes in de flexibele buis van de endoscoop worden om de beurt opgeblazen. Wanneer het ballonnetje achteraan opgeblazen is, zorgt het ervoor dat de achterkant van de endoscoop vastzit in de buis. De voorkant schuift de darmwand intussen door naar achter, en zo lijkt de endoscoop een stukje naar voor te kruipen in de darm. Door deze endoscoop, die tegelijkertijd ook geneesmiddelen kan afgeven, wordt nu ook de dunne darm bereikbaar. Toch zijn er ook nadelen: de ingreep vraagt veel tijd en personeel. De techniek mag ook niet toegepast worden bij patiënten met vergroeiingen in de buikholte: door de verplaatsing van de darm kan die immers scheuren. (© Rob Stevens) Nieuw bezoekerscentrum IMEC “Mijn vriendin heeft me meer dan een jaar moeten delen met een acht- tiende-eeuwse adellijke maîtresse”, vertelde toenmalig kersvers licentiaat geschiedenis Koen De Vlieger-De Wilde vorig jaar in Campuskrant (jg. 15, nr. 6). U moet zijn uitspraak niet te letterlijk te nemen: De Vlieger had zijn thesis gewijd aan de analyse van de huishoudjournalen van Livina de Beer, gravin van Bergeyck. Het resultaat, een scriptie over de levensstijl van de adel, werd bekroond met de Vlaamse Scriptieprijs. En onrechtstreeks ook met een job in — jawel — een kasteel. Tim Vuylsteke I “ n augustus werd ik aangesteld als beheerder van het kasteel d’Ursel in Hingene, bij Bornem”, vertelt Koen De Vlieger. “Kasteel d’Ursel werd tien jaar geleden gekocht door de Provincie Antwerpen, en wordt nu langzaam maar zeker gerestaureerd. We organiseren er tentoonstellingen en concerten, maar ook voor studiedagen, vergaderingen en persconferenties kan je er terecht.” “Momenteel zijn alleen de buitenkant, de kelders en de gelijkvloerse verdieping opgeknapt, maar op termijn zullen ook de eerste en de tweede ver- dieping afgewerkt worden. Dan komen er ook meer mensen in dienst, en zal ik me minder alleen voelen in ‘mijn’ kasteel.” Vorig jaar was Koen als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Universiteit Antwerpen, en aan Campuskrant verklapte hij dat hij een doctoraatsaanvraag had lopen. “Die aanvraag werd uiteindelijk goedgekeurd, maar ondertussen had ik al gesolliciteerd voor deze functie. Ik las de vacature, en wist gewoon dat ik mijn kans moest wagen. Ik heb me mijn beslissing nog geen moment beklaagd. Dit is echt mijn droomjob. Ik ben dan ook niet van plan hier snel weg te gaan.” “Of mijn Scriptieprijs me geholpen heeft bij mijn selectie? Dat zou je de jury moeten vragen, maar ik geloof graag dat het inderdaad voor dat extra duwtje heeft gezorgd. Tenslotte staat zo’n prijs toch wel mooi op het maagdelijk witte cv van een pas afgestudeerde.” Het interview met Koen De Vlieger-De Wilde n.a.v. de Scriptieprijs (Campuskrant jg. 15, nr. 6) kunt u lezen in ons archief op http://www.kuleuven.be/ck/ In memoriam Professor Guido Fauconnier O p 6 mei is in Antwerpen emeritus professor Guido Fauconnier overleden. Hij was 69. Als auteur van enkele referentiewerken over communicatietheorie wordt hij beschouwd als de ‘founding father’ van de Communicatiewetenschap in Vlaanderen. De studie van reclame en public relations kreeg door zijn bijdragen een wetenschappelijk karakter. Ook de oprichting van het Mediacentrum K.U.Leuven was deels Fauconniers verdienste. Onder zijn voorzitterschap gebeurde er in dit centrum onderzoek naar de impact van ‘nieuwe media’. Tijdens zijn rijkgevulde academische carrière doceerde hij ook als gasthoogleraar aan universiteiten in Wisconsin, Rome en Pretoria. Bovendien was hij titularis van de Francqui-leerstoel aan de UGent. Van 1987 tot 1995 adviseerde hij als voorzitter van de Vlaamse Mediaraad de Vlaamse Gemeenschap over het mediabeleid. Op 27 april stelde IMEC een nieuw interactief bezoekerscentrum voor: IMECEXPO. Vitrines laten de bezoekers toepassingen zien op basis van onderzoek naar nanoelektronica en nanotechnologie. Aansluiting bij ervaringen uit het dagelijks leven staat daarin centraal. Zo komen bijvoorbeeld photovoltaïsche zonne-energie, technologie in ruimtestations, miniaturisering en cleanroom aan bod. Enkele hogescholen bouwden interactieve kasten over de computer, het cochleaire implantaat en de modernisering van de radio. Het initiatief wordt ondersteund door de Stichting Roger Van Overstraeten, die jongeren warm wil maken voor technologie en een technologische studierichting. Metamorfose van juwelen Op vraag van meester-juwelier Thierry Holemans stelde professor Jan Van Humbeeck van de Afdeling Fysische Materiaalkunde met zijn ploeg een nikkel-titaanlegering samen met de naam ‘orichalc’. De stof heeft een soort vormgeheugen, en is daardoor in staat op bepaalde momenten een bepaalde vorm aan te nemen. Holemans kon zo juwelen ontwikkelen die tijdens het dragen een andere vorm aannemen. Toepassingen met soortgelijke materies worden al veelvuldig gebruikt in de medische sector, nieuw is nu dat de legering ook goud en edelstenen bevat. Nieuwe decaan Ingenieurswetenschappen (© Rob Stevens) Bij de Faculteit Ingenieurswetenschappen werd een nieuwe decaan verkozen. Huidig vicedecaan Ludo Froyen lost vanaf augustus decaan Yves Willems af. Professor Ann Haegemans, nu voorzitter van het Departement Computerwetenschappen, wordt de nieuwe vice-decaan. Beiden blijven minstens drie jaar in functie: na een evaluatie wordt die termijn verlengd tot zeven jaar. 8 expo 12.5.2005 campuskrant Boek en expo: de geschiedenis van de Celestijnenpriorij in Heverlee Une histoire (peu) céleste Priorijen zijn — als we de boekentop-lijstjes mogen geloven — erg ín, en vice-rector Guido Langouche had dan ook geen beter moment kunnen kiezen voor een dubbelproject rond de Celestijnenpriorij. Onder zijn impuls verschijnt in mei het boek ‘De Celestijnenpriorij te Heverlee. Van klooster tot bibliotheek’, en die publicatie vormt de aanzet voor de tentoonstelling ‘Van Mone tot Moneo’ in de Campusbibliotheek Arenberg. Beide projecten kunnen rekenen op de steun van professor Jan Roegiers van het universiteitsarchief. Samen met diens medewerkers Mark Derez (universiteitsarchief) en Anne Verbrugge (kunstpatrimonium), en de initiatiefnemer piepen we over de kloostermuur naar de eigenaardige geschiedenis van de plek. Els Spaas O ngeveer drie jaar geleden redde architect Rafael Moneo het Celestijnenklooster van de vergetelheid. In een poging om het lot van de priorij te keren, koos het universiteitsbestuur deze locatie uit voor de vestiging van een centrale bibliotheek voor Exacte Wetenschappen. In de wedstrijd die werd uitgeschreven bogen internationaal gereputeerde architecten zich over het project, dat als beschermd monument specifieke eisen met zich meebracht. De grootste uitdaging bestond erin de historische relicten niet te laten verdrinken in nieuwbouw. De selectie en uitvoering van het ontwerp van Moneo bezorgt België alvast een plaatsje in de nieuwe Phaidon Atlas of Contemporary World Architecture. Maar daarmee is de kous niet af. Langouche: “Na de restauratie ontdekte ik dat er nog niets gepubliceerd is over het Celestijnenklooster. Nochtans bestaan er prachtige historische afbeeldingen, en zijn her en der nog waardevolle kunstvoorwerpen of fracties ervan te vinden die zich destijds in de priorij bevonden. In een lange fase van gesprekken met professor Roegiers en met Mark en Anne kreeg het idee voor een boek stilaan vorm. We hebben een tiental auteurs bereid gevonden een stukje te schrijven rond het bestaande beeldmateriaal.” Derez: “Het boek is geen nieuwe wetenschappelijke studie: aan de hand van bestaand onderzoek proberen we een overzicht te geven van de evolutie die het domein doorgemaakt heeft. Daarin ligt de klemtoon heel erg op het beeld.” Verbrugge: “De iconografie van het klooster was voor het grootste stuk bekend — het beeldmateriaal komt grotendeels uit de archieven van de familie Arenberg. Toch hebben we ook nieuw materiaal gevonden, in Dülmen in Duitsland. In het archief van de familie Croy, de stichters van het klooster en de aanpalende kerk die nu verdwenen is, zaten ook nog tekeningen van de praalgraven die in de kerk hadden gestaan. Voor de overige kunstvoorwerpen konden we terecht in het stedelijk museum. In die collectie zaten de veertien retabelstukken waarvan we er enkele in bruikleen krijgen voor de tentoonstelling. Patrick Valvekens, een van de co-auteurs, heeft trouwens ontdekt dat die niet van de hand van beeldhouwer Jan Mone zijn, zoals werd aangenomen, maar ongeveer 80 jaar later zijn gemaakt, door Robrecht Colijn de Nole. Het zijn dus vroegbarokke stukken.” Gepeupel en andere rampen Langouche: “Ten tijde van de Franse Revolutie, in 1796, werd het klooster geplunderd, en in 1816 is de kerk helemaal afgebroken. Het door Jan Mone gebeeldhouwde grafmonument van de jonge kardinaal Willem van Croy werd naar Edingen verhuisd. Een aantal andere interessante stukken die gered konden worden, kwamen in het stedelijk museum terecht. Zes van de stukken die we in bruikleen krijgen, kunnen met toe- gens verschillende bronnen ontspoorde het gedrag van de Celestijnen in Heverlee al gauw: bier en vrouwen waren de boosdoeners.” Derez: “Het prestigieuze begin staat in schril contrast met het verval dat al snel intreedt. Willem van Croy was zo ongeveer de belangrijkste politicus die op dat moment op het Europese vasteland te vinden was: hij was gouverneur en daarna raadsman van Keizer Karel. Zijn doen en laten in Heverlee werd door de Engelsen met argusogen gadegeslagen. Vanop zijn sterfbed, tijdens de Rijksdag in Worms van 1521, waar Keizer Karel een historische ontmoeting had met Luther, geeft hij zijn vrouw - via zijn testament - de opdracht een klooster annex grafkapel op te trekken. In de kerk reserveerde hij een mausoleum voor zichzelf.” Verbrugge: “De mausolea en de grafkerk krijgen een plaats in de tentoonstelling — met tekeningen, maar ook ruimtelijk suggereert dat stuk van de expositie een kerk. En uiteraard komen ook de bizarre bestemmingen aan bod die de verschillende delen van het klooster kregen ná de Franse Revolutie: het klooster werd gebruikt als paardenstal en als hondenkennel. Na W.O.I wordt de universiteit eigenaar van wat er nog overblijft, en het gebouw wordt uitbesteed aan de Boerenbond, die er een proefstation installeert. De expositie eindigt met de wedstrijd voor de restauratie: in de tentoonstelling zijn enkele van de ingezonden ontwerpen te zien.” Boven: de Celestijnenpriorij met mausolea uit de grafkapel, ets van Antonius Sanderus, uit ‘Chorographia sacra Brabantiae’, ‘s Gravenhage 1727 (Universiteitsarchief) Onder: de witte toegangshal van de Campusbibliotheek Arenberg, een ontwerp van architect Rafael Moneo (foto Rob Stevens) stemming van de conservator en van de ve: dat is het gebouw verderop dat nu stad Leuven voor langere tijd in de bibli- dienst doet als peutertuin. De grafotheek blijven. Het zijn zes taferelen uit kerk en het klooster worden niet eens het leven van Maria, in albast.” meer vermeld. Toen Moneo de site zag, Derez: “Die plundering van het kloos- beschreef hij die dan ook toepasselijk ter wordt in teksten trouwens beschre- als een barca alla deriva, een schip op ven in dezelfde bewoordingen als de drift”. vernietiging van veel ander erfgoed uit het ancien régime tijdens de Franse Schip kiest koers Revolutie. Het gepeupel van Leuven, Hoewel het gerestaureerde gebouw in geleid door ene ‘Rosse Max’, kwam in zijn symbiose van oud en nieuw de eistoet afzakken gen geschienaar Heverlee. denis al ver“Uiteraard komen ook de De analogie beeldt, geeft bizarre bestemmingen aan bod een tentoonmet het volk van Parijs dat stelling onder die de verschillende delen van optrok naar dak van het klooster kregen ná de Franse het Versailles ligt de oostelijke Revolutie: het klooster werd voor de hand. klooster vleuIn Heverlee gel inzicht in gebruikt als paardenstal en zouden ze de totstandkoals hondenkennel.” hun woede ming. botvieren op Verbr ugge: de symbolen van de aristocratie: graven “De tentoonstelling volgt de indeling werden geschonden, beelden werden van het boek, en geeft een chronoloverminkt.” gisch overzicht van de fasen die het doLangouche: “En in de 19de en 20ste mein getekend hebben. Eerst belichten eeuw evolueert de toestand van kwaad we de familie Croy, en de orde die zich naar erger. Officiële documenten spre- hier vestigde. Die was geïnspireerd door ken enkel nog over de Celestijnenhoe- Celestinus V, de paus-kluizenaar. Vol- De muur van Moneo Moneo bouwde op de plaats van de verdwenen zuidgang van het klooster een hagelwitte toegangshal tot de bibliotheek: van in de glazen buik van deze nieuwe vleugel heeft de bezoeker een prachtig uitzicht op de kloosterhof met de pandgang. De eigenlijke bibliotheek werd langs de oostzijde van het klooster gebouwd, en lijkt er via loopbruggen aan vast te hangen. Het is dit bijgebouwde stuk dat verantwoordelijk is voor de controversiële rode buitenmuur. Langouche: “Die rode muur wijst de weg naar binnen, beweert Moneo. Het architectonisch motief van de muur verwijst bovendien naar het verleden: de verschillende delen van het kloosterdomein waren ook vroeger al afgebakend door muren. En dat rood, tja, dat is toch trendy?” ‘Van Mone tot Moneo’, 28 mei tot 15 september, Campusbibliotheek Arenberg, Willem de Croylaan 6, 3001 Heverlee ‘De Celestijnenpriorij: van klooster tot bibliotheek’, ed. Guido Langouche, red. Mark Derez en Anne Verbrugge, Leuven, Universitaire Pers. Verschijningsdatum: 28 mei, Nederlandstalige en Engelstalige uitgave. Meer info: http://www.wbib.kuleuven. be/?moneo campuskrant nieuws 12.5.2005 KORTNIEUWS vervolg pagina 1 Verbeterd implantaat laat doven naar muziek luisteren Kattengejank Ook doven uit sommige Aziatische landen kunnen baat hebben bij de nieuwe techniek: “In verschillende Aziatische talen is het gebruik van toonhoogte heel belangrijk. Eenzelfde lettercombinatie kan verschillende betekenissen hebben: het Chinese woord ma kan naargelang de toonhoogte waarmee het wordt uitgesproken, zowel moeder als paard betekenen. Chinezen met een cochleair implantaat kunnen deze woorden nauwelijks van elkaar onderscheiden, en dat kan natuurlijk zorgen voor onaangename vergissingen. De manier waarop zij horen via het apparaat kan eigenlijk vergeleken worden met de manier waarop buitenlanders, die vaak weinig gevoel voor toonhoogte hebben, de taal spreken.” Opnieuw of voor de eerste maal kunnen horen is voor een dove een alles behalve vanzelfsprekende gebeurtenis: “De patiënten moeten duidelijk wennen aan het geluid. Vele doven hebben nog nooit gehoord en voor anderen is het vaak al lang geleden. Het geluid dat zij horen is bovendien heel anders dan het gewone geluid. Maar iets is natuurlijk beter dan niets. De meeste mensen die nog een goede herinnering hebben van wat muziek is, vinden de muziek die ze na lange tijd opnieuw horen helemaal geen muziek meer, maar eerder kattengejank. ‘Muziek’ is voor hen een moeilijk concept, maar sommige geluiden vinden ze wel aangenamer om naar te luisteren dan andere.” De reacties van de testpersonen, die naast reeksen klinkers en muzieknoten ook eenvoudige melodietjes als Broeder Jacob en Altijd is Kortjakje ziek te horen kregen, waren dan ook erg gevarieerd: “Sommige patiënten die op latere leeftijd doof werden, gaan de muziek waar ze vroeger van hielden nooit meer mooi vinden. Maar er is ook dat voorbeeld van de proefpersoon die vroeger al van rockmuziek hield en nu zijn apparaat inplugt op zijn diskman. Maar dat is toch eerder uitzonderlijk.” Hoewel de geluidskwaliteit dankzij de techniek sterk verbeterd is, is ze wel nog niet te vergelijken met de kwaliteit die horenden waarnemen: “Bij meerdere gelijktijdige geluiden hoort de patiënt met een implantaat vaak één (© Rob Stevens) “Sommige patiënten gaan de muziek waar ze vroeger van hielden nooit meer mooi vinden. Maar er is ook dat voorbeeld van de proefpersoon die vroeger al van rockmuziek hield en nu zijn hoorapparaat inplugt op zijn diskman.” samengesteld geluid. In dit labo proberen we dan ook om achtergrondgeluiden of ruis beter te onderdrukken, zodat de patiënt de spreker die gehoord moet worden eruit kan filteren. Ook de techniek om toonhoogtewaarneming te vergroten moet trouwens nog verder geëvalueerd worden voor ze gebruikt kan worden op grote schaal.” http://www.kuleuven.be/exporl/Lab/Members/ Laneau/PhD/ Duelleren met dons (© Rob Stevens) 9 Op 3 mei werd het Ladeuzeplein totaal overrompeld, maar de inzet was dan ook niet min: op het plein zou het grootste kussengevecht ter wereld plaatsvinden. Het wereldrecord, dat op 2.770 deelnemers stond, werd verpulverd. Er waren 4.000 kussens beschikbaar, maar er kwamen vele honderden extra gegadigden opdagen. De recordpoging was een initiatief van Alegria, kandidaat-praesidium van Ekonomika. Stressen in helder water, relaxen in troebel water Waterkevers, waterwantsen, larven van waterjuffers, wormen en waterslakken spelen mogelijk een cruciale rol voor de waterkwaliteit van ondiepe vijvers en meren. En hun verspreiding verschilt drastisch naar gelang van het soort vijver. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Frank Van de Meutter van het Laboratorium voor Aquatische Ecologie. Ondiepe vijvers kunnen voorkomen in twee stabiele toestanden: helder water met veel waterplanten en weinig algen, en troebel water met weinig waterplanten en veel algen. Of een vijver al dan niet helder water heeft, wordt bepaald door de hoeveelheid voedingsstoffen in het water en het onderlinge samenspel van waterplanten, algen, vis en waterplankton (watervlooien, bijvoorbeeld). Maar in vijvers is nog leven: ongewervelde diertjes die dicht bij de oever leven, zoals larven van waterjuffers, waterkevers, waterwantsen, wormen en waterslakken. Samen worden ze de oevergebonden macro-invertebraten genoemd. Er is nooit onderzocht of die groep mee de helderheid van het water bepaalt en omgekeerd: of de diertjes beïnvloed worden door de helderheid van het water. Frank Van de Meutter stelde in zijn doctoraatsonderzoek vast dat er wel degelijk een verschil is tussen heldere en troebele vijvers als het aankomt op het soort oevergebonden macro-invertebraten dat er leeft. Er is bovendien een wisselwerking. In vijvers die vis bevatten, groeien waterjufferlarven beter en zijn ze actiever als het water troebel is. Ze voelen zich beter geborgen en hebben dus minder stress dan in vijvers met helder water waar vissen rondzwemmen. Het was al bekend dat watervlooien – die de helderheid van het water dus mee beïnvloeden – graag schuilen tussen waterplanten om niet ten prooi te vallen aan vis. Maar als er tussen die planten veel larven van waterjuffers zitten, stelde Van de Meutter vast dat de vlooien daardoor worden afgeschrikt. Ze zwemmen weer naar het open water en vallen dus mogelijk makkelijker ten prooi aan andere dieren. Onrechtstreeks kunnen oevergebonden macro-invertebraten de helderheid van het vijverwater dus wel beïnvloeden. Van de Meutter onderzocht voorts de manier waarop macro-invertebraten zich verspreiden. Er zijn twee types: vliegende en niet-vliegende. Vliegende macro-invertebraten vliegen frequent over land van vijver naar vijver; niet-vliegende verspreiden zich veel moeilijker en worden heel soms door andere dieren over land getransporteerd. De verspreiding van diertjes uit die laatste groep bleek wel sterk toe te nemen als vijvers verbonden zijn door beekjes. Vliegende macro-invertebraten bleken bovendien nogal kieskeurig. Ze koloniseren alleen die vijvers waar de omstandigheden volledig naar hun zin zijn. Ook dat was nog niet eerder vastgesteld en werpt een nieuw licht op de vraag hoe het komt dat bepaalde soorten wel in de ene maar niet in de andere vijver voorkomen. 10 zeswekelijkse bijlage voor personeel 12.5.2005 campuskrant – personeelskrant – 11 s e i n o p v e i l i g – 11 d e c o l l e g a’s – 1 2 g e l i j k e n o e m e r s KORTPERSONEEL Sebastiaan van Steenberge dirigeert Capella Academica een laatste keer “Het juiste koor op het juiste moment” SAP-toepassing ‘Mijn doctoraat’ Doctoraatsstudenten dienen sinds februari de gegevens over hun doctoraatsonderzoek zelf te beheren via de SAP-toepassing Mijn doctoraat. De link in het menu van Mijn studentendossier vervangt de weinig transparante schriftelijke informatieoverdracht. De ingegeven informatie verschijnt enkele maanden voor de doctoraatsverdediging automatisch in de lijst met de aankondigingen, en in de elektronische K.U.Leuven-agenda. Bij het begin van een doctoraatsonderzoek controleert de doctoraatsstudent cruciale formele gegevens, zoals de titel van het onderzoek en de naam van de promotor(-en). Een volgende stap zijn de wetenschappelijke samenvattingen van het onderzoek, die in principe ook in de onderzoeksdatabank terechtkomen. Deze samenvatting kan in de loop van het onderzoek worden aangepast. Bij het afsluiten van het onderzoek geeft de doctoraatsstudent de finale versie door. Mijn doctoraat biedt ook de mogelijkheid een vulgariserende samenvatting in te zenden, bestemd voor een breder publiek en voor de pers. Elektronische archivering van het definitieve proefschrift, ten slotte, is mogelijk via Libridoc. Voor een uitgebreider overzicht van de mogelijkheden van ‘Mijn doctoraat’ kan je terecht op http://www. kuleuven.be/doctoreren/mijn_doctoraat.htm, of in de helpteksten in de toepassing. Aankondigingen van doctoraten vind je op http://www. kuleuven.be/doctoraatsverdediging/ cm/actueel.html en http://agenda. kuleuven.be/index.cgi?eadc=1%20 Intranet Associatie K.U.Leuven Vanaf 12 mei heeft al het personeel toegang tot het intranet van de Associatie K.U.Leuven. Dit intranet is toegankelijk via de login-knop op de website http:// associatie.kuleuven.be/personeel/login.htm. U logt in met uw K.U.Leuven-gebruikersnaam en -paswoord. Het intranet omvat drie rubrieken: 1. In de kijker: met nieuws, aankondigingen van studiedagen, interessante websites, ... 2. Algemene documenten: zoals de jaarverslagen, het beleidsplan, ... 3. Thema’s: met de prioritaire actielijnen, wie zich met het thema bezighoudt en de belangrijkste documenten over het thema. Wie lid is van een stuur- of werkgroep kan bovendien de documenten van de eigen stuur- of werkgroep(en) raadplegen. http://associatie.kuleuven.be/ personeel/login.htm “Ik mag in schoonheid eindigen. Dit concert zal het strafste zijn dat het koor onder mijn leiding heeft gebracht”, zegt Sebastiaan van Steenberge tevreden. Drie jaar lang dirigeerde hij met brio het personeelskoor Capella Academica, en op 28 mei neemt hij afscheid met een concert in het franciscanenklooster van Vaalbeek. Katrien Steyaert H “ et koor, ontstaan in 1998, verwelkomt alle personeelsleden van de K.U.Leuven”, vertelt An Boudrez, de voorzitster van Capella Academica. “Het is de bedoeling dat mensen uit verschillende faculteiten elkaar leren kennen. Ik ben zelf postdoc aan de faculteit geneeskunde en ben van in het begin lid van het koor. Nu organiseer ik samen met het bestuur de concerten, waar gemiddeld drie- à vierhonderd toeschouwers op afkomen.” In zijn nog jonge bestaan legde het koor al een gevarieerd muzikaal parcours af: na hun start in de Engelse traditie maakten ze al uitstapjes naar jazz, barokke en renaissancistische passiemuziek, Europese volksliederen en operette. Hummen en neuriën Sebastiaan van Steenberge, componist, organist en kapelmeester van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, bracht het koor in religieuze sferen. Van Steenberge: “Koren die met mij werken, komen in contact met grote kerken en orgels. Musiceren in een grote kathedraal is een ervaring op zich.” Boudrez beaamt: “Ik bewaar goede herinneringen aan ons eerste concert samen, Great is the Lord, waarin we samen met de Antwerpse kathedraalkoren een uitgebreid programma afwerkten.” Vóór Van Steenberge, de vijfde dirigent in de rij, zwaaiden andere vooraanstaande muzikanten met het dirigeerstokje bij Capella Academica. Boudrez: “Onze projecten, die ongeveer een half jaar duren, werden altijd geleid door ‘grote kleppers’. Zo hebben we twee keer samengewerkt met Kurt Bikkembergs, die nu het koor van de Vlaamse Opera dirigeert. Meestal kiest de dirigent de muziek in samenspraak met het koor. Tot nu toe is dat altijd goed meegevallen.” Capella Academica mag dan een amateurkoor zijn, het streeft wel kwaliteit na. Boudrez: “We vragen engagement. Je komt niet alleen als je zin hebt.” Van Steenberge: “We werken heel geconcentreerd en boeken daardoor telkens vooruitgang. Maar er is ook plaats voor humor en ontspanning.” Boudrez: “De gehoor- en stemtraining zijn erg leerrijk, zeker voor de mensen die geen muzikale vorming genoten hebben. Nee, aspirant-leden moeten geen stemtest afleggen. Daardoor zijn we een erg heterogene groep: het gaat van mensen die geen noten kunnen lezen tot zangers en zangeressen die heel muzikaal zijn.” Van Steenberge: “Als iemand echt niet kan zingen, krijgt hij of zij van mij een heel discreet signaal… dat er nog andere koren zijn.” Boudrez: “Er is één Indiër geweest die lid wilde worden, maar die had een heel ander idee over muziek. Hij zat meer te hummen en te neuriën dan te zingen.” Mannen zijn nochtans meer dan welkom bij (© Michaël De Lausnay) Capella Academica, waarin vier tenoren en acht bassen het moeten opnemen tegen 33 vrouwenstemmen. Orgelpunt Tijdens de repetities en het jaarlijkse koorweekend worden de vriendschapsbanden aangehaald. Van Steenberge: “Daardoor gaat het koor ook beter musiceren. Tijdens de koorweekends had ik het gevoel dat het echt mijn groep was. Dat doet deugd. Capella Academica was voor mij het juiste koor op het juiste moment. Ik heb veel bijgeleerd, niet alleen als muzikant. Ik ga het koor zeker missen.” Boudrez: “We hebben van in het begin afgesproken samen een beperkt aantal projecten af te werken. We zijn Sebastiaan zeker niet beu. Op drie jaar tijd hebben we veel van hem geleerd, maar nu is het tijd om met iemand anders in zee te gaan.” Van Steenberge neemt afscheid met het Requiem (1947) van de Franse componist Maurice Duruflé: “Ik mag in schoonheid eindigen. Duruflé behoort tot mijn lievelingsmuziek en dit concert zal het strafste zijn dat het koor onder mijn leiding heeft gebracht. Hoewel elk concert iets speciaals had, kijk ik nog het meest uit naar dit optreden. De combinatie van de stukken geeft een mooi overzicht van honderd jaar Franse Romantiek. Verder hebben we het geluk met Peter Van de Velde, een fantastische organist, te mogen werken. Ook de plaats van de uitvoering, de kloosterkerk van Vaalbeek, zorgt voor een meerwaarde. Er staat een goed, groot orgel, iets dat we in Leuven voorlopig nog moeten missen.” Wie van Steenberge opvolgt, staat nog niet vast. Boudrez: “Eind mei kiezen we tussen Tineke Verlooy en Dieter Staelens. Zij verzorgen elk een gastrepetitie en daarna peilen we naar de voorkeur van de koorleden. Maar eerst zwaaien we Sebastiaan uit. Onze jaarlijkse barbecue zal deze keer iets spectaculairder zijn…” Capella Academica, Requiem van Maurice Duruflé en werken van tijdgenoten, 28 mei, 20u, franciscanenklooster, Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek. Kaarten kunnen worden besteld bij Cultuurcoördinatie, (t) 016 32 03 40, cultuur@kuleuven.be. Meer info: http://www.kuleuven.be/capellac campuskrant –personeelskrant – 12.5.2005 11 Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt? de Collega’s 20 Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt? In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen. door SVEN NEVENS (© Rob Stevens) In de vorige aflevering verwees Driek Heijlen van Werfcoördinatie ons door naar Katleen Surkijn. “Ik heb het onwaarschijnlijk zalige gevoel dat al mijn dromen stilaan uitkomen”, glundert Katleen Surkijn (25). “Ik leef samen met mijn ideale levenspartner, kan me omringen met de beste vrienden, woon binnenkort in een droomhuis en heb sinds vorig jaar ook de job van mijn leven gevonden. Geen wonder dat ik dag in dag uit vrolijk fluitend rondstap.” “Mijn job aan de K.U.Leuven draagt in niet geringe mate bij tot mijn geluk, maar ik heb er wel eventjes naar moeten zoeken. Nadat ik al een tijdje bij de KBC-bank had gewerkt, ben ik vier jaar geleden op de universiteit terechtgekomen: eerst op de verzendingsdienst, maar sinds januari 2004 werk ik voor de Dienst Samenaankoop. Met mijn collega Greet Serneels en mijn baas, mijnheer Van Aerschot, zorg ik ervoor dat alle personeelsleden kwaliteitsartikelen kunnen aankopen tegen gunsttarieven. We werken samen met lokale klein- en groothandels, maar evenzeer met multinationals als Sony. De sfeer op onze dienst is enorm prettig: we zijn net een leuke familie. Bovendien komen we in contact met heel veel verschillende mensen, die dan ook nog eens allemaal blij zijn ons te horen of te zien… Zeker als we voor een fikse korting kunnen zorgen.” “Voor zoveel professioneel plezier heb ik graag de dagelijkse trein- en busverplaatsing over van en naar Zoutleeuw, op de grens tussen Vlaams-Brabant en Limburg. Daar kom ik volledig tot rust. Anderhalf jaar geleden kochten mijn vriend Nico en ik er de prachtige vierkantshoeve van mijn grootouders. Momenteel zijn we volop bezig met de verbouwings- en renovatiewerken: de elektriciteits- en watervoorziening waren totaal verouderd en in de hele hoeve stond er slechts één klein kacheltje. Een immens karwei, maar we doen dat echt enorm graag. Ondertussen valt alles stilaan in zijn definitieve plooi en we hopen tegen de zomer zowat volledig klaar te zijn.” “Voor andere hobby’s blijft er tegenwoordig niet veel tijd over. Heel af en toe kruip ik op de fiets en ook een ontspannend tijdschrift kan me regelmatig bekoren. Reizen is echter niet echt aan ons besteed: ons huis ís gewoon onze vakantie. Samen met enkele vrienden barbecuen in onze grote tuin, daar kan geen enkel tropisch zonnekloppersparadijs tegen op.” “Ik denk dus dat ik met recht en reden goedgemutst en vriendelijk ben. Het is ook díe levensvreugde die me vaak in andere mensen treft. Zo zie ik hier geregeld de stralende glimlach van Mark De Reu, die op de Dienst Bewakings-en Beveiligingsbeleid werkt. Ik ben zeer nieuwsgierig naar wat hem zo opgewekt door het leven doet gaan…” Een cursus geluk, gratis en voor niets in de volgende aflevering van de Collega’s… KORTPERSONEEL Sein op veilig Veilig en gezond met de fiets naar het werk Woonwerkverkeer allitereert mooi met wagen, maar de twee zijn allerminst synoniemen. De fiets is het logische gezonde alternatief (voor wie niet in een ander werelddeel woont). En voor korte verplaatsingen in dienstopdracht kunt u op een dienstfiets springen. In het fietsluik van de mobiliteitspagina op het web vindt u alle info over VELO (de fietsuitleen- en hersteldienst), dienstfietsen, fietsenstallingen en – (levens)belangrijk – fietsveiligheid. Peddelen maar! http://www.kuleuven.be/mobiliteit/fiets/ index.htm Vernieuwde sjablonen Het verdwijnen van de ‘.ac’ uit alle e-mailadressen en URL’s van de K.U.Leuven brengt met zich mee dat de individuele templates voor briefpapier, fax, nota en memo aangepast dienen te worden. Naast de ‘.ac’-aanpassing bevatten de vernieuwde sjablonen die de dienst AIV ontwikkelde ook het associatielogo. Daarmee wordt gevolg gegeven aan een Gebu-beslissing van vorig jaar. De werkwijze om de templates te personaliseren kan u vinden op de website van de huisstijl. Info: http://www.kuleuven.be/pr/ huisstijl.htm Nieuwe disclaimer Er is een nieuwe disclaimer voor de webpagina’s van de K.U.Leuven. De disclaimer kreeg ook een meer zichtbare plaats. Onderaan de homepage van de K.U.Leuven ziet u in de footer waar de vernieuwde disclaimer dient te worden geplaatst. http://www.kuleuven.be/cwis/claim. htm –personeelskrant – 12 (3) 12.5.2005 campuskrant GEL I J K E NOEM ER S Ooit al tot uw grote verbazing moeten vaststellen dat u niet de enige Jan Pieters of Piet Janssens bent aan onze universiteit? En vraagt u zich dan ook al jaren af wie die illustere collega die dezelfde naam draagt als u wel mag zijn? I n deze rubriek brengen we de naamgenoten onder het K.U.Leuven-personeel samen, en confronteren hen met hun niet zo unieke identiteit. In deze derde aflevering komen Jan Van Impe en Jan Van Impe aan bod. De eerste is professor chemie (links op de foto), de tweede bibliothecaris (rechts op de foto). CK: Wat is uw functie aan de K.U. Leuven? Professor Jan: “Ik ben verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, waar ik aan het hoofd sta van de Afdeling Chemische en Biochemische Procestechnologie en -regeling. Concreet hou ik me bezig met het optimaliseren — op basis van wiskundige modellen — van (bio)chemische processen, zoals de biologische waterzuivering of de processen in chemische reactoren. Daarnaast geef ik natuurlijk ook les.” Bibliothecaris Jan: “Officieel ben ik bibliograaf, maar dat is een wat vreemde term. Schrijf maar dat ik bibliothecaris ben, in de Centrale Bibliotheek. Ik heb twee verschillende soorten taken. Enerzijds moet ik de collectievorming van de naslagwerken in de grote leeszaal coördineren, anderzijds ben ik ook vakreferent. Dat betekent dat ik lezers met een informatieprobleem moet helpen, adviseren of doorverwijzen. Ten slotte verzorg ik ook een beetje de pr van de Centrale Bibliotheek: als er bezoekers moeten worden rondgeleid, dan wordt dat meestal door mij gedaan.” CK: Was u er zich van bewust dat u een naamgenoot hebt hier in Leuven? Professor Jan: “O ja. Vooral door de talloze ‘foute’ e-mails en telefoontjes. Soms word ik aan de telefoon verkeerdelijk voor de andere Jan gehouden, en dan kan het wel een tijdje duren voor ik er een speld tussen krijg. Je moet ook weten dat mijn collega ooit nog redacteur — en zelfs hoofdredacteur — is geweest bij Campuskrant, in het begin (© Rob Stevens) van de jaren negentig. Ikzelf was in die periode mijn doctoraat aan het afwerken, en vrienden feliciteerden me toen geregeld met mijn leuke artikels, en vroegen zich af waar ik in godsnaam de tijd vond om die te schrijven. Verder heb ik een paar jaar geleden eens een boeket bloemen ontvangen. Dat had de andere Jan besteld voor mevrouw Bush, toen die de bibliotheek ging bezoeken.” Bibliothecaris Jan: “Ook in de bibliotheek zorgen naamgenoten soms voor verwarring. Toen ik een tijd geleden merkte dat onze publicaties zich in de catalogus ‘vermengd’ hadden, heb ik ze door de Dienst Catalogisering meteen uit elkaar laten halen. Nu staat naast mijn naam tevens mijn geboortejaar vermeld.” CK: Zou u willen ruilen met uw collega? Professor Jan: “Weet je dat ik nog nooit in de Centrale Bibliotheek ben geweest? Alleen daarom zou zo’n ruil al interessant zijn. Anderzijds ben ik veel te chaotisch om in een bibliotheek te werken, al boeit kunst me wel mateloos. Ik volgde destijds een parallelle opleiding Musicologie, en kan ook oprecht geraakt worden door de schoonheid van een wiskundig bewijs of een gelukt experiment.” Bibliothecaris Jan: “Ik doe mijn job veel te graag om hem in te ruilen, en chemische ingenieurstechnieken zijn nu ook niet meteen mijn specialiteit. Ik moet echter bekennen dat ik soms wel eens droom van een academische carrière. Ik heb enorm veel respect voor wetenschappers, want zonder hen zou onze bibliotheek vrij leeg zijn. Op mijn werk zie ik dagelijks de resultaten van oneindig veel verschillende soorten onderzoek binnenkomen, en daar sta ik echt voor in bewondering.” (tv) Schiet (© Rob Stevens) klaar Twee dagen voor de eerste ronde van de rectorverkiezingen werden er al punten geteld in de Universiteitshallen. Al ging het dan wel om punten behaald bij het kruisboogschieten. De Koninklijke Volkskunstgroep Reuzegom vierde op 8 mei haar zestigste verjaardag met een ‘feestelijke kruisboogschieting met Brabantse gildes’ in de Museumzaal van de hallen. campuskrant onderwijs 12.5.2005 13 Nieuwe onderwijsregeling, nieuw examenreglement Academici kunnen vele nieuwe wegen op De Academische raad van 9 mei keurde een reeks wijzigingen goed aan de onderwijsregeling en het examenreglement. Rectoraal adviseur Toon Boon licht de belangrijkste toe. D “ e wijzigingen zijn een concrete uitwerking van de manier waarop de K.U.Leuven, vanuit haar eigen onderwijsvisie, invulling geeft aan het flexibiliseringsdecreet. De bepalingen zullen wel samengaan met wettelijke vereenvoudigen die de administratie hoger onderwijs ons op korte termijn beloofde. Het gaat om een nogal lange reeks nieuwe of sterk gewijzigde reglementen. Ik moet me dus beperken tot een opsomming van de meest opvallende vernieuwingen. In deze context limiteren we ons tot die voor het onderwijzend personeel. De universiteit zal nog gerichte informatie verstrekken voor de studenten.” Grotere verantwoordelijkheid “De K.U.Leuven koos ervoor om voor alle opleidingen, ook de uitdovende licenties, VAO’s enzovoort, eenzelfde reglement toe te passen als voor de nieuwe bama-opleidingen die we van de overheid moesten flexibiliseren. Op die manier wil de instelling transparantie van regels en systemen handhaven. De docent moet dus voor eenzelfde opleidingsonderdeel, dat soms in ver- Ad_KHL_CampusKrant_DEF nieuwde, soms nog in oude opleidingen geplaatst is, geen apart referentiekader hanteren voor de scores die hij verleent. Voor vele docenten verdwijnt in de toekomst ook de verplichting om aan alle examenberaadslagingen deel te nemen. Faculteiten kunnen zelf in belangrijke mate de omvang van de examencommissies bepalen en wie er lid van is. Daartegenover scheppen de nieuwe deliberatiecriteria voor de individuele examinator en de examencommissie in het geheel ook een grotere verantwoordelijkheid. De individuele examinator moet weten dat zijn individuele score nu meer bepalend is voor het globale resultaat van een student: men zal moeten beseffen dat wanneer men een student een zes geeft, men daarmee in principe die student tegenhoudt, hoe goed ook de totaalscore van die student mag zijn. Men kan dus niet meer rekenen op ‘compensaties van de collega’s’. Omgekeerd, als men een 10 geeft, beslist men daardoor dat de student in elk geval voor het vak voldaan heeft. Sommige opleidingsonderdelen, die moeilijk in punten te vertalen zijn, kunnen voortaan beoordeeld worden met ‘geslaagd’ of ‘niet geslaagd’. “De examencommissie moet er rekening mee houden dat zij in sommige gevallen haar beslissing explicieter zal moeten verantwoorden, als gevolg van het beroep dat bij de Raad voor Studievoortgangsbeslissingen mogelijk is. Belangrijk is ook dat men de delibe- 17-03-2005 17:10 Page 1 raties nog zorgvuldiger dan voorheen moet voorbereiden. Studenten moeten immers niet meer verplicht op de deliberatie aanwezig zijn, maar ze moeten wel vooraf verwittigd worden als hun aanwezigheid nodig is.” “De meeste nieuwe kansen liggen op het vlak van de onderwijsorganisatie. Daar kunnen academici zich in het vervolg veel gemakkelijker engageren in programma’s van internationale samenwerking en zo tot gezamenlijke diplomering komen met een buitenlandse instelling. Men kan ook weloverwogen stipuleren dat bepaalde opleidingsonderdelen door studenten niet kunnen gevolgd worden onder de vorm van een individueel creditcontract of examencontract, omdat de begeleiding een integrerend onderdeel van het verwerkingsproces is. Als keerzijde geldt hier dan weer dat men dergelijke uitsluitingen zorgvuldig in de syllabi van het opleidingsonderdeel zal moeten opnemen. Ook als men vindt dat bepaalde opleidingsonderdelen slechts na andere kunnen gevolgd worden, zullen deze zogenaamde volgtijdelijkheidsvoorwaarden kunnen gesteld worden, maar moeten ze echt geëxpliciteerd zijn in de syllabi. De wetgeving verplicht ons er ook toe om in de nabije toekomst zorgvuldiger om te gaan met het weigeren van eventuele vrijstellingen. Als een student het hiermee niet eens is, kan hij ook hier naar de Raad voor Studievoortgangsbeslissingen trekken, weliswaar pas na het doorlopen van een interne procedure die ook onze academici moet beschermen.” “Voor de universiteit als geheel is het belangrijk dat er niet meer gedacht wordt in termen van ‘studiejaren’, maar van ‘entiteiten van x studiepunten’. Er zal meer aandacht moeten gaan naar de evaluatie van instromende studenten, om eventueel ingeroepen vroeger verworven competenties en kwalificaties te valoriseren. Een en ander zal de nodige gevolgen hebben voor de informatica-systemen en databases. Op termijn dient er een continu geactualiseerd ‘studentendossier’ te komen, met een overzicht van goedgekeurde programma’s, vrijstellingen, examenresultaten enzovoort. Verder valt het te verwachten dat de loskoppeling van inschrijvingsgeld en statuut negatieve financiële gevolgen zal hebben voor de universiteit. Anderzijds zullen de nieuwe regels de nood aan trajectbegeleiding en advies doen toenemen. Dit moet verder ontwikkeld worden in samenspraak tussen de relevante centrale diensten en de faculteiten.” Info: http://www.kuleuven.be/onderwijs/ flexibilisering/index.htm (met link naar de respectieve reglementen vanaf 16 mei). – advertentie – PROFESSIONELE BACHELOR OPLEIDINGEN • Bedrijfsmanagement • Biomedische laboratoriumtechnologie • Chemie • Office management • Onderwijs, Kleuteronderwijs • Onderwijs, Lager onderwijs • Onderwijs, Secundair onderwijs • Sociaal werk • Toegepaste informatica • Verpleegkunde • Voedings- en dieetkunde • Vroedkunde Meer informatie vind je op www.khleuven.be 016 39 86 60 - info@khleuven.be �������������������� ����������������������� ���� ���� ������ ������� �������������������������� ������������������������������ ��������������������� De��������������� lanceert het project ���������������������������������������������������� Ben je tussen 16 en 23? Heb je een beetje of zelfs véél ervaring met jeugdwerk of een andere vorm van vrijetijdsbesteding in groep (als vrijwilliger of gewoon als deelnemer)? Heb je zin om samen met andere jongeren uit heel België oplossingen te bedenken, actie te ondernemen en dingen te veranderen? De Stichting P&V biedt jou hiervoor de mogelijkheid en de financiële middelen! ���������� Surf naar �������������������������������� en stel je kandidaat vóór 27 mei 2005. Of bel Véronique Philips op het nr. 02/250.91.24 ���������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������� add_campuskrant NL_zw.indd1 19/04/2005, 15:01 14 onderwijs 12.5.2005 campuskrant Onderwijsvernieuwing: trajectbegeleiding bij Godgeleerdheid “Aan de kant van de studenten, maar geen knuffeldienst” Een universitaire studie is een lange weg. Afhankelijk van je voorgeschiedenis en van wat er onderweg gebeurt, kan die tocht bovendien verschillen van student tot student. Bij Godgeleerdheid probeert Luc De Saeger al die individuele trajecten naar het juiste doel te brengen. Ludo Meyvis S “ tudietrajectbegeleiding (STB) is een OOP-project, gefinancierd door de Vlaamse regering. OOP staat voor ‘onderwijsondersteuningsproject’. We ondersteunen het onderwijs en staan ten dienste van studenten en professoren. De aandacht gaat in de eerste plaats naar instromende studenten. Bij Godgeleerdheid hebben we meer zij-instromers dan eerstejaars. Dat zijn studenten die al een diploma hebben, of die al een tijd in de praktijk staan. Ze hebben een heel individuele voorgeschiedenis, en volgen vaak een aangepast studieprogramma. Uiteraard zitten ze met tal van vragen over wat er mogelijk is, hoe ze hun studie — die ze vaak combineren met een baan en/of een gezin — kunnen organiseren, wat de verschillende opties zijn, enzovoort. Om dat te begeleiden, hebben we het STB-project opgezet. Daarnaast focussen we ook op de beginnende generatiestudenten.” “Adviseren is een belangrijk deel van mijn taak. Ik zie álle studenten van het eerste bachelorjaar wekelijks – meestal in groepjes van tien, vaak ook individueel. Ik ondersteun hen in hun leerproces. Dat betekent concreet dat ik aandacht besteed aan ‘leren leren’, dus aan het verwerven van een reeks basisvaardigheden, bijvoorbeeld literatuur leren opzoeken, analyseren en synthetiseren, enzovoort. Ook met allerlei materiële vragen kunnen ze bij mij terecht, bijvoorbeeld vragen rond studiefinanciering. En ook psychosociale problemen worden besproken, en indien mogelijk geremedieerd. Ik probeer daarbij zo dicht mogelijk bij de studenten te blijven. Het gebeurt dat een student met veel moeite een bepaald probleem signaleert. Zo iemand kan je niet altijd dadelijk doorverwijzen naar een gespecialiseerde — en voor hem of haar anonieme — dienst. Vaak is die student pas na lange tijd klaar om de stap te zetten naar zo’n dienst.” Verankering “Het is uiteraard belangrijk dat ik de studenten echt goed kén. Daarvoor moet je hun vertrouwen winnen en dat kan pas als zij ervaren dat je aan hun Studiedag onderwijsvernieuwing Grenzen verleggen Op 7 juni wordt een studiedag georganiseerd over onderwijsvernieuwing. Bij het wisselen van de rectorale ploeg is dat voor professor Frans Lammertyn, Coördinator Onderwijsbeleid, een goede gelegenheid om even te reflecteren over wat er op dat vlak de afgelopen jaren gerealiseerd is. Ludo Meyvis D “ e studiedag heeft als titel Grenzen verlegd. Ik denk dat er moeilijk een betere naam bedacht kon worden. Het is niet moeilijk om vast te stellen dat er de afgelopen jaren inderdaad heel wat gebeurd is met allerlei grenzen.” Entgrenzung “De grenzen tussen universiteit en hogeschool zijn verlegd, door de vele contact- en instroommogelijkheden. De grenzen tussen disciplines zijn veranderd: je hebt nu programma’s die rechten en economie combineren, of actuariaat en een ingenieursopleiding, of de grenzen tussen de taalstudies bij Letteren, die zo goed als verdwenen zijn. De grenzen tussen de studiejaren zijn gewijzigd bij de invoering van het Bama-systeem: de flexibiliteit is sterk toegenomen, en het jaarsysteem is weliswaar niet verdwenen, maar toch sterk van karakter veranderd.” “Vergeet ook de klassieke grenzen niet, die tussen binnen- en buitenland. De hele Bologna-hervorming is juist ingevoerd om de internationale mobiliteit te vergroten. Het Toledo-systeem heeft de grens tussen de plaatsen waar je studeert, sterk doen vervagen. Of neem de situatie van professor en student: in de plaats van de teacher in front heb je nu de coach on the side. Zo kan je zonder problemen nog hele reeksen ‘grenswijzigingen’ vaststellen. Dat is trouwens zeker niet iets dat typisch is voor Leuven alleen, of zelfs niet voor de universitaire wereld. De Duitse socioloog Ulrich Beck heeft vorig jaar Entgrenzung und Entscheidung geschreven, een prachtig boek waarin de nieuwe kant staat. Daarom examineer ik niet, en ik hanteer bewust een erg laagdrempelige toegang. Mijn kantoor ligt letterlijk in het midden van de faculteit en de deur staat altijd open. Maar aan de kant van de studenten staan wil niet zeggen dat ik een soort knuffeldienst beman. De bedoeling is problemen tijdig te detecteren en begeleiding te geven bij de oplossing, maar het echte werk moet door de studenten zelf gedaan worden.” “STB is structureel verankerd in de faculteit. Zo is mijn werk gekaderd in het vak Theologische Methodiek, dat ik begeleid. STB is echter géén monitoraat, idee van ‘grens’ in de hedendaagse samenleving grondig geanalyseerd wordt — een boek dat ik trouwens graag in mijn colleges gebruik.” “Uiteraard is niet iedereen daar gelukkig mee. Er bestaat zoiets als de samenzwering van de zekerheid: een ‘samenzwering’ tussen sommige docenten die zich verzetten tegen al te frequente en al te grondige wijzigingen en bijvoorbeeld studenten die liever de Oude Markt frequenteren dan de collegezaal. Het nieuwe onderwijs vraagt ongetwijfeld meer van onze studenten en van onze docenten. Maar het is een kwestie van kiezen of delen. Je kúnt niet gezapig bij het oude blijven, terwijl de wereld om je heen verandert en er duidelijk nieuwe eisen gesteld worden aan het hoger onderwijs. Ofwel ga je mee, ofwel loop je binnen de kortste keren hopeloos achter.” De Associatie toont zich “Op onze studiedag — trouwens al de derde in vijf jaar die gewijd is aan onderwijsvernieuwing — willen we het beste tonen van wat de K.U.Leuven op dat vlak te bieden heeft. Dat gebeurt niet alleen via uiteenzettingen, maar ook via een flink aantal demonstraties. Interessant is toch wel dat zowat een derde van de demo-projecten afkomstig zijn van de hogescholen van de Associatie! We hebben er ook goed op toegezien dat de bijdragen goed ge- in die zin dat het mikt op vaardigheden die in een veel ruimer kader bruikbaar zijn dan alleen dat bepaalde vak. De structurele verankering blijkt ook uit mijn lidmaatschap en ondersteuning van de POC en van de FOOC, de coördinatie van de didactische teams en mijn taak als permanente ombuds. En op centraal niveau krijg ik veel steun van DUO en de Dienst Studieadvies. Daarnaast is er ook binnen de Associatie aandacht voor STB. Ik volg wat daar gebeurt aan denkwerk en werk te velde. En een laatste en heel belangrijke vorm van verankering heeft te maken met de continue evaluatie van de STB, door de studenten, de POC, de Faculteitsraad en DUO. Ik rapporteer ook halfjaarlijks in het kader van de OOP-financiering.” “De STB is niet enkel een dienst voor de studenten. Ook professoren komen geregeld aankloppen met vragen in verband met hun onderwijs. De STB maakt dus deel uit van een dynamiek van onderwijsvernieuwing binnen de faculteit en draagt ook bij tot die dynamiek: professoren weten zich gesteund en gestimuleerd in het bewust omgaan met hun onderwijs.” “STB is een concept dat niet hard af te lijnen is, juist omdát het de individuele situatie van de student in rekening wil brengen bij de onderwijsvoortgang. Precies daardoor krijgt het zijn uniek karakter. Een OOP-project is per definitie tijdelijk, maar ik maak me sterk dat STB in onze faculteit intussen zo goed ingeburgerd is dat het moeilijk nog weg te denken is.” spreid zijn over alle faculteiten. En de studiedag is meteen ook een prima moment om de eerste praktijkervaringen met de Bama-structuur met elkaar te delen. Het systeem draait nu bijna een jaar. Ik heb het gevoel dat de overgang opvallend soepel verlopen is. Ik heb in elk geval zo goed als geen enkel ernstig probleem kunnen opvangen, noch officieel, noch in de wandelgangen. Trouwens, begin maart hebben ook studenten op een bestuursvergadering van LOKO de invoering van de bachelormasterstructuur positief geëvalueerd. Nu, misschien bewijst dat dat het vele voorbereidende werk in de faculteiten en ook op centraal niveau zijn vruchten afgeworpen heeft?” “Naast de uiteenzettingen en de bezoeken aan de demonstratiestands is er ook een panelgesprek met beleidsmensen. Onderwijsminister Vandenbroucke en rector Oosterlinck nemen daaraan deel, naast vice-rector Langouche, professor D’Haen van Letteren en professor De Ceulaer van de Economische Hogeschool Brussel. Is nu het moment niet gekomen om te zeggen: iedereen welkom!?” Info: http://www.kuleuven.be/sdo2005 Studenten over invoering bama: http://www.loko.be/nieuws/onderwijs/ bachelorinvoering/PloneNewsItem_view campuskrant interview 12.5.2005 15 Een leven lang... Pedagoog Erik De Corte “De studie wint erbij als ze geënt is op praktijkervaring” Een goede profvoetballer en een goede universiteitsprofessor hebben meer gemeen dan men op het eerste gezicht zou denken. De eerste durft op het einde van zijn carrière al eens een jaartje te gaan voetballen in een lucratieve competitie in het Midden-Oosten of Japan, terwijl de tweede ervan droomt om zijn loopbaan te beëindigen aan een gerenommeerde universiteit in het buitenland. Voor pedagoog Erik De Corte (63) is die droom werkelijkheid geworden. Volgend jaar sluit hij zijn actieve loopbaan af in Stanford. Omdat Amerika ons net iets te ver leek, stemde hij ermee in om nu al even terug te blikken op zijn leven en loopbaan. Interview Tim Vuylsteke (© Rob Stevens) 1950: Dromen van het onderwijs “Al heel vroeg wist ik dat ik later onderwijzer wilde worden. Andere jongetjes zeggen op die leeftijd ook wel dat ze piloot of politieagent willen worden, maar meestal gaat het dan om fantasieën. Bij mij is die droom echter altijd gebleven.” “Mijn schoolloopbaan is op zijn minst eigenaardig te noemen. Na zes jaar lagere school aan het Sint-Pieterscollege in Blankenberge — mijn geboortestad — sloeg ik de vierde graad van het basisonderwijs over, en ging aan dezelfde school de lagere cyclus van de oude humaniora volgen. Drie jaar later verhuisde ik naar de normaalschool in Torhout, tegen het advies van het Torhoutse PMS-centrum in, dat me liever verder Latijn had zien studeren. Dat PMS-centrum werd toen overigens geleid door Cyriel Dekeyser, die later aan de normaalschool mijn leraar Pedagogiek zou worden, en die ik nog later opnieuw zou ontmoeten in Leuven, eerst als professor en naderhand als collega. Leuk detail: aan mijn achterdeur in Blankenberge was in die tijd een rijksnormaalschool, maar toch werd ik door mijn ouders naar de katholieke normaalschool in Torhout gestuurd.” 1960: Scheikunde of Pedagogiek? “Na de normaalschool wou ik absoluut verder studeren, en ik had mijn oog laten vallen op Scheikunde, een vak dat mij erg boeide. Helaas kon ik me met mijn onderwijzerscertificaat niet inschrijven voor die richting, althans niet voor een wettelijke graad. Toen heb ik opnieuw een PMS-advies in de wind geslagen, want zij raadden me aan een voorbereidend jaar wiskunde te volgen, om daarna een ingenieursstudie aan te vatten. Het is dus Pedagogiek gewor- den, en ik heb nog steeds geen spijt van die beslissing.” 1978: Gewoon hoogleraar “Na het behalen van mijn licentie kreeg ik als een van de eerste pedagogen in Leuven een beurs als navorsingsstagiair bij het — toen nog — NFWO. Van ’64 tot ’70 liep die, met een korte onderbreking voor mijn legerdienst. In 1972 werd ik benoemd tot docent, in ’76 was ik hoogleraar, en nog eens twee jaar later gewoon hoogleraar. Ik heb het beroep van onderwijzer dus nooit uitgeoefend, al zou ik dat voor mijn onderzoek wel zeer nuttig hebben gevonden. Ik denk dat een studie Pedagogische Wetenschappen erbij wint als ze geënt is op praktijkervaring. Nu, bij mij is het zonder die praktijkervaring ook gelukt, en als hoogleraar ben ik uiteraard ook deels ‘onderwijzer’. Mijn jongensdroom is dus toch een beetje uitgekomen.” “Het onderzoek in de Pedagogische Wetenschappen gooit geen hoge ogen in de maatschappij. Nochtans gaat een zeer aanzienlijk deel van het budget van de Vlaamse gemeenschap naar onderwijs, dus eigenlijk zou het vanzelf moeten spreken dat dat onderwijs onderbouwd wordt door degelijk onderwijskundig onderzoek. Ik heb het dan ook altijd als mijn taak gezien het pedagogisch-wetenschappelijk onderzoek te promoten. Dat onderzoek moet mijns inziens worden gebaseerd op twee pijlers. Enerzijds moeten we op zoek gaan naar betere theorieën over leren en onderwijzen, en anderzijds moeten we er ook voor zorgen dat in het onderzoek relevante thema’s worden behandeld, zodat op een wetenschappelijke basis kan worden gestreefd naar een verbetering van de onderwijspraktijk.” “Mijn eigen onderzoek, dat zich aan- vankelijk toespitste op het formuleren en evalueren van onderwijsdoelstellingen — een puur didactisch domein dus — is al vroeg geëvolueerd in de onderwijspsychologische richting: welke vormen van leren en welke krachtige leeromgevingen zijn nodig om de vooropgestelde doelen te bereiken?” “Ik heb tijdens mijn loopbaan overigens ook een paar keer kunnen proeven van een beleidsfunctie. Zo ben ik een tijdlang academisch secretaris geweest, wat later departementsvoorzitter, en nadien ook nog directeur van het ILT (Instituut voor Levende Talen), van ‘87 tot ‘93.” “EARLI is niet het enige internationale project waarbij ik betrokken was. Ik heb aan heel wat initiatieven in West-Europa en Amerika meegewerkt, maar ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking was ik vrij actief. Op dit moment ben ik ‘president’ van de International Academy of Education en leider van een onderdeel van een samenwerkingsproject van de VLIR en de University of the Western Cape. Mijn deelproject probeert een antwoord te formuleren op de vraag wat het onderwijs kan doen voor kinderen die het slachtoffer zijn van de HIV/AIDS-pandemie.” 1985: EARLI en de ‘Erik De Corte Award’ “Reeds kort na het behalen van mijn doctoraatstitel voelde ik de behoefte om bij het bedrijven van mijn wetenschappelijke activiteiten uit de kleine kring te breken die Vlaanderen toen op pedagogisch gebied was. Al gauw stelde ik echter vast dat er ook in Europa geen ontmoetings- en uitwisselingsforum bestond in mijn vakgebied, iets wat nochtans essentieel is voor een vruchtbare onderzoeksomgeving. Ik ben dan ook meteen beginnen ijveren voor een dergelijk forum, en dat resulteerde in 1985 in de oprichting hier in Leuven van EARLI (European Association for Research on Learning and Instruction), waarvan ik de eerste voorzitter werd.” “EARLI wordt dit jaar twintig, en tot mijn genoegen heeft het bestuur van de vereniging beslist om naar aanleiding van die verjaardag de ‘Erik De Corte Award for a Young and Promising Scholar in the Science of Learning and Instruction’ in het leven te roepen. En daar ben ik natuurlijk bijzonder blij mee!” 2005: Stanford als afsluiter “Volgend academiejaar word ik bijzonder emeritus, omdat ik voor mijn pensioen nog een jaar naar Stanford mag. Ik krijg er een fellowship aan het Center for Advanced Study in the Behavioral Sciences, en dat is natuurlijk wel een leuke manier om mijn actieve loopbaan af te sluiten.” “In september 2006 ga ik dan echt met emeritaat, al zal ik wel betrokken blijven bij een aantal projecten. Als ik gezond mag blijven, zal ik dus nog wel een en ander opvolgen, maar ik zal tegelijk ook afstand nemen. Ik zal niet stoppen van vandaag op morgen, maar wil wel meer aandacht besteden aan andere zaken, zoals lezen, muziek, genieten van de Blankenbergse zee, en reizen. En natuurlijk wil ik ook meer tijd doorbrengen met mijn familie, vooral met mijn vrouw, die me mijn hele carrière lang fantastisch gesteund heeft.” 16 studenten 12.5.2005 campuskrant KAMER BREED Om de drie weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Emile Mathieustraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan! DE KAMER Adres: Emile Mathieustraat 23 Ligging: Benedenverdieping, straatkant Grootte: 12 m2 Huurprijs: Ongeveer 260 euro per maand Aantal studenten: Acht (vijf meisjes, drie jongens) Inboedel: Bed, bureau, laptop, koelkast, wastafel, kleerkast, boekenrek, ingemaakte kast, bijzettafeltje met printer en radio, twee zetels, modepop DE BEWONER Naam: Julie Haspeslagh Leeftijd: 21 Studierichting: Eerste licentie Communicatiewetenschappen Woonplaats: Roeselare Lief: Jeroen, sinds september 2001 Geslaagd?/!: Sommige mensen beschouwen Communicatiewetenschappen als de gemakkelijkste richting aan onze universiteit. Maar eigenlijk maak je je studie zo moeilijk als je zelf wil. Je kan natuurlijk alleen maar eenvoudige vakken kiezen, waarvoor je enkel een korte paper hoeft te schrijven, maar als je een klein beetje risico durft te nemen, dan wordt het superinteressant. Later zou ik graag in de media terechtkomen. Binnenkort moet ik op stagegesprek bij enkele productiehuizen, en als het me daar bevalt, probeer ik misschien nog een extra diploma regisseur te behalen. Anders wordt het wellicht journalistiek of marketing. Hobby’s: Piano (tot vorig jaar volgde ik les, nu speel ik nog af en toe) en lopen (tweemaal per week, om fit te blijven). Hoezo dit kot?: Mijn neef had vroeger ook een kamer in dit gebouw, en zijn kot leek me wel tof. Omdat bovendien mijn oom de eigenaar is, was de keuze snel gemaakt. Dit is echt wel een luxekot, hoor. Niet alleen ligt het vrij dicht bij mijn faculteit, maar we hebben ook een afwasmachine in de keuken. Dat betekent natuurlijk een extra kost voor de kotbaas, maar anderzijds verkleint hij daarmee wel de kans op grote schimmelinfecties. Verder mogen we zo vaak douchen als we willen, en moeten we onze vuilniszakken niet zelf bekostigen. Het enige nadeel is dat ik soms last heb van slapeloze nachten, vanwege de slechte isolatie! Kotleven: ‘Kotleven’ is voor mij een synoniem van ‘familieleven’, en dat is goed, want ik woon hier tenslotte vijf dagen per week. We doen zeer veel dingen samen op dit kot: eten, spelletjes spelen, dvd’s bekijken, vrienden uitnodigen… De meisjes zijn in de loop der jaren echte vriendinnen geworden. De jongens zijn dan weer iets luidruchtiger, maar au fond zijn het allemaal lieve en brave gasten. Uitgaansleven: Ik hou van dansen, en dus ook van fuiven — al wordt de fuiffrequentie stilaan wat lager, nu het einde van het semester nadert. Ik heb wel nogal veel slaap nodig, dus af en toe een wat minder late activiteit — een bioscoopbezoek, bijvoorbeeld, of een caféavond — kan ik ook wel smaken. En natuurlijk spendeer ik ook wat tijd samen met mijn vriend. Modepop: Het klinkt wat onnozel, maar toen ik klein was, wou ik absoluut modeontwerpster worden. Ik maakte toen met mijn stikmachine kleren voor die pop. Nu fungeert ze vooral als kapstok en als ‘gezelschapsdame’. Met die pop in mijn kamer voel ik me nooit alleen! (tv) Nieuwe regeling studentenarbeid In april pakte minister van Werk Van den Bossche uit met een nieuwe regeling voor jobstudenten. Hoewel dit slechts een principeakkoord is en de publicatie van effectieve maatregelen pas voorzien is voor eind juli, ontstond in de berichtgeving verwarring over de tewerkstelling in de zomermaanden van 2005. De Jobdienst stelt dan ook nu al de krachtlijnen van het akkoord voor aan studenten en werkgevers. Els Spaas E en eerste luik van de nieuwe regeling bevestigt de bestaande regels voor vakantiewerk in de zomerperiodes. De loonkost blijft hier lager dan die van gewone werknemers, de sociale zekerheidsbijdragen bestaan hier enkel uit solidariteitsheffingen van 2,5 procent voor studenten en 5 procent voor de werkgevers. Aan deze categorie zijn zoals voordien drie voorwaarden verbonden. Een eerste voorwaarde bepaalt het contract van de student als een schriftelijke overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. Het maximum aantal dagen dat een student bij alle werkgevers samen mag werken tijdens juli, augustus en september werd vastgelegd op 23. Bij overschrijding van dit totaal moeten student en werkgever de normale bijdragen voor sociale zekerheid betalen, en dat vanaf de eerste werkdag. Een laatste voorwaarde is van belang voor studenten die in het academiejaar bij dezelfde werkgever hebben gewerkt. Voor hen gelden de verminderde bijdragen enkel als ze tijdens het academiejaar buiten de verplichte lesuren met een overeenkomst voor studenten werden tewerkgesteld. Wat wel wijzigt is de regeling voor studentenarbeid tijdens het jaar, en dat vanaf 2005-2006. Het aantal dagen met verlaagde RSZ-bijdragen kan nu buiten de vakanties worden uitgebreid met maximum 23 bijkomende werkdagen. Opnieuw geldt hier de voorwaarde dat de tewerkstelling buiten de verplichte lesuren en volgens een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten gebeurt. De bijdrage wordt hier vastgesteld op 4,5 procent voor de student en 8 procent voor de werkgever. Deze verdubbeling van het aantal werkdagen met een lagere loonkost gaat gepaard met een fiscale maatregel die het fiscale bedrag voor kinderen ten laste optrekt. Voor schoolverlaters betekent deze uitbreiding van werkdagen met lage bijdragen een mindering van hun wachttijd. Meer info over vakantiewerk: Brigitta De Baets, (t) 016/32 44 38, jobdienst@dsv.kuleuven.be, http://www.kuleuven.be/jobstudent/ nieuweregeling_2005.htm campuskrant cultuur 12.5.2005 Jeroen Bernaer wint eerste Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon Dood en geweld om halfzeven De wedstrijd heeft een nieuwe naam — net zoals de organiserende studentenkring — maar het recept is nog steeds hetzelfde. Laat de studenten een kortverhaal of een aantal gedichten schrijven, engageer een groepje specialisten van binnen en buiten de faculteit om de schrijfsels te beoordelen, en schenk de winnaars wat geld en een kunstwerk. Et voilà, je hebt de Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon. De twintigjarige student Germaanse Jeroen Bernaer won met zijn verhaal ‘Het Vrolijke Bestaan’ de editie 2005 voor proza. Tim Vuylsteke W ie het verhaal niet gelezen heeft, denkt bij zo’n titel wellicht aan een lyrische setting met onbezorgde personages en een ‘feel good’-plot. Maar dat is helemaal niet het geval. Jeroen: “Nee, inderdaad. Die titel is vrij cynisch bedoeld, want het verhaal zit vol geweld en dood. Al mag ik ‘Het Vrolijke Bestaan’ eigenlijk geen verhaal noemen. Het bestaat uit dertien afzonderlijke scènes en een epiloog. Die stukjes heb ik wel met elkaar trachten te verbinden, door een aantal zinnen letterlijk te herhalen en via een aantal steeds terugkerende motieven, zoals de tijd — heel wat personages sterven om halfzeven, en in een aantal andere scènes speelt een tikkende klok een belangrijke rol — en de muziek, die de personages overspoelt.” “Elk deeltje staat op zichzelf — er zijn geen personages die terugkeren — maar ik heb toch geprobeerd een zekere samenhang te creëren. Zo is er een evolutie van pure zelfmoord in de eerste scène naar echte moord in de volgende stukjes. Bovendien neemt de willekeur toe met elke scène. Belangrijk is ook de rol van de epiloog. Iemand die het verhaal gelezen had, vertelde me dat ze het zo opvatte dat de ik-figuur uit die epiloog alle voorgaande deeltjes fantaseert. Dat was niet mijn oorspronkelijke bedoeling, maar het lijkt me inderdaad niet onmogelijk.” Gek van getik Waarom schrijft een gezonde jongeman verhalen over moord en geweld? “Dat komt door Hemingway, mijn favoriete schrijver, die overigens ook zelfmoord heeft gepleegd. Ook hij schreef niet zelden over oorlog en geweld. Hij stelde zich bovendien voortdurend vragen over het leven, wat natuurlijk samen(© Rob Stevens) hing met de tijdsgeest. Het interbellum was vooral een periode van desillusie. Geen sprookjespaleis “Ik ambieer wel een schrijverscarrière, Ik heb dat vandaag ook wel een beetje, Het verhaal van Jeroen heeft de jury — ja, maar dan het liefst in combinatie dat besef dat we in een kapotte wereld waar onder meer de literatuurprofesso- met een loopbaan als journalist. Voor leven, en ik vind het intrigerend om te ren Hugo Brems en Dirk De Geest deel de nabije toekomst heb ik nog een aanzoeken naar de oorzaken daarvan. Maar van uitmaakten — meer dan bekoord. tal verhalen op stapel staan. Eentje ik ben niet enkel gefascineerd door het Toch was het nog maar de eerste keer waarin ik finaal afreken met Hemingwaarom van geweld, hoor. Ook liefde is dat hij aan een schrijfwedstrijd deel- way — vrienden doen immers weleens een geliefd thema, al valdenigrerend over mijn len clichés daarbij moeivoorliefde voor hem, “Naast mij was mijn polshorloge aan het tikken, en elke schrijver moet lijker te vermijden. In een en na een tijdje begon dat me te enerveren. van de scènes probeer ik ooit zijn voorbeelden niettemin beide thema’s loslaten — en een anIk vroeg me af of het getik van een horloge te combineren.” der waarin ik de band iemand zo ver zou kunnen brengen dat hij gek tussen vader en zoon “Ik kwam op het idee voor het verhaal op een op een unieke manier wordt en uiteindelijk zelfmoord pleegt.” winteravond. Het was donprobeer te benaderen. ker buiten, en ik zat aan En ooit schrijf ik ook mijn bureau. Naast mij was mijn pols- nam. “Vorig jaar studeerde ik aan de een roman. Er is er een aan het rijpen, horloge aan het tikken, en na een tijdje K.U. Brussel, en toen kende ik de Literai- maar geef me nog wat tijd.” begon dat me te enerveren. Ik vroeg me re Prijs nog niet. Ik schrijf wel al sinds af of het getik van een horloge iemand mijn kindertijd, en sinds twee jaar ben ‘Het Vrolijke Bestaan’ van Jeroen Bernaer zo ver zou kunnen brengen dat hij gek ik er vrij intensief mee bezig. Ik begin kunt u binnenkort lezen in Klavecimbel, het wordt en uiteindelijk zelfmoord pleegt. de laatste tijd de dingen ook echt door kringblad van Babylon. Het blad publiceert Dat is één van de mogelijke interpreta- een schrijversbril te bekijken. Ik voel de ook de gedichten van de laureaat in de cateties van de eerste scène, en misschien behoefte om na te denken over hoe de gorie poëzie: Kris Lauwereys (UGent). zelfs niet eens de meest relevante. Later wereld in elkaar zit, en al besef ik maar kwamen dan alle andere stukjes over al te goed dat het menselijk bestaan geweld erbij. Nu, ik heb wel geprobeerd zich niet afspeelt in een sprookjespahet onderwerp subtiel te benaderen. leis, toch kan ik geraakt worden door Het waarom van het doden heb ik wel eenvoudige dingen die het leven mooi gesuggereerd, maar het wordt nooit ex- maken.” pliciet uitgesproken.” Wordt Jeroen Bernaer later beroemd? 17 KORTCULTUUR Under my skin (Is there somebody) under my skin is een STUK-productie die onderdak vond in de Centrale Bibliotheek aan het Ladeuzeplein. In dit project kruipt artieste Ivana Müller virtueel in het lichaam van een vrouw. 11, 12, 13, 18, 19, 20 mei, 19u, 20u30, 22u, Centrale Bibliotheek Ladeuzeplein. Voor meer info: http://www.stuk.be De Langste Dag STUK en de Afdeling Kunstwetenschappen werkten samen een project uit rond De Langste Dag, een opname van de openingsdag van Initiatief ’86 en de kunsthappening Chambres d’Amis van Jan Hoet in Gent. Na een voorstelling van enkele fragmenten discussiëren Jef Cornelis (o.a. coördinator van De Langste Dag) en professor Hilde Van Gelder over de waarde van het evenement Chambres d’Amis voor het artistieke leven in Vlaanderen. 12 mei, 20u, STUK Auditorium. Toegang is gratis. Voor meer info: http://www.stuk.be Filmklassiekers Het Departement Audiovisuele Communicatie stelt in het programma van Cinema ZED elke maand een reeks filmklassiekers voor. In mei zijn dat The Lady from Shangai (Orson Welles), Les 400 Coups (François Truffaut), The Big Sleep (Howard Hawks) en La Dolce Vita (Federico Fellini). Info: http://www.cinemazed.be Eindfeest STUK STUK sluit het academiejaar gewoontegetrouw af met een veelomvattend eindfeest. Na een barbecue met cocktails tracteert STUK de bezoekers op maar liefst twee verrassingsfilms en een terrasprojectie, een dansvoorstelling van Mette Ingvartsen, en veel muziek. 26 mei, uitdelen filmtickets 18u, barbecue 19u30 en programma 20u. Gratis voor STUKkaartbezitters. Meer info: http://www.stuk.be Leuvens Alumni Orkest Het LAO concerteert op 4 juni met een klassiek programma met muziek uit Oost-Europa. Na een openingsspeech door voorzitter Karel Vinck kunnen liefhebbers genieten van De Moldau van Smetana, Rapsodie concerto van Martinu en Symfonie nr.5 van Sjostakovitsj. Presentator is Wim De Vilder. 4 juni, 20u15, Pieter de Somer-aula, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. Meer info: Jan De Vilder, (t) 016 22 43 28, info@lao.be, http://www.lao.be CampusToneel naar Landjuweel De voorstelling ‘Azen’ van CampusToneel werd geselecteerd voor de 69ste editie van het Landjuweeltornooi. Deze prestigieuze wedstrijd voor amateurgezelschappen geeft tijdens het eigenlijke tornooi in september en oktober aan de zes genomineerde producties de gelegenheid de jury te overtuigen van hun kwaliteiten. Op 29 oktober valt het definitieve verdict. De zes voorstellingen, waaronder de Othello-bewerking ‘Azen’ van Dimitri Leue door CampusToneel Leuven, blijven over uit een totaal van 77 kandidaten. http://www.hetlandjuweel.be/ top vijf 12.5.2005 Anatomopathologie: Heliobacter pylori (© Rob Stevens) Professor Karel Geboes is anatomopatholoog. Zijn onderzoeksdomein is toegespitst op chronische aandoeningen van het maagdarmstelsel, vooral de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, en de ontwikkeling van carcinomen in maag en slokdarm. “Als belangrijkste doorbraak zou ik tippen op een herontdekking, namelijk het belang van de Helicobacter pylori, een bacterie die voorkomt bij 40 tot 50 procent van de bevolking naar gelang de socioeconomische status, en die bij 5 tot 7 procent van de dragers maag- en duodenumzweren veroorzaakt, en die ook een hoofdoorzaak is van carcinomen en lymfomen in de maag. Anatomopathologen hadden in 1876 al tevergeefs gewezen op het bestaan van deze bacteriën bij maagletsels. Maagzweren werden volgens de literatuur en de ‘volkswijsheid’ veroorzaakt door teveel maagzuur, door stress, door een te prikkelend dieet enzovoort, maar niet door bacteriën. Zelfs toen men omstreeks 1950 elektronenmicroscopische bewijzen had, werden die van tafel geveegd. De aanwezige bacteriën werden beschouwd als ‘artefacten’. Pas in 1983 wist de Australiër Barry Marshall onweerlegbaar aan te tonen dat de bacterie wel degelijk de oorzaak van zeer vele maagletsels was. Dat leidde tot een antibiotica-therapie, waardoor het aantal maagzweren én maagcarcinomen spectaculair gedaald is, zeker in westerse landen.” “Niet alleen in mijn vakgebied, maar in de gehele geneeskunde ontbreekt het nog aan een algemeen geldige methode om vroegtijdig kankers te identificeren of ze zelfs volledig te voorkomen. We kunnen kanker slechts vaststellen als het proces al begonnen is. Een universele merker die zou aangeven dat je een kanker gáát ontwikkelen, dat is de graal van de geneeskunde. Maar ik betwijfel of die er ooit zal komen: de mechanismen die tot kanker leiden, zijn wellicht te uiteenlopend om een echte preventieve merker te vinden. De mechanismen verschillen inderdaad van systeem tot systeem en wisselen naar gelang het type van kanker. Moleculaire technieken en recente morfologische technieken op basis van immunohistochemie hebben ons wel een hele stap vooruit geholpen.” 2. Medicinale scheikunde: RNA Piet Herdewijn is gewoon hoogleraar in de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen en verbonden aan het Rega-Instituut. Zijn expertise is gesitueerd in het domein van de medicinale scheikunde. “Het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen gebeurt op het raakvlak van diverse vakgebieden. Ik concentreer me op de scheikundige kant.” “Eigenlijk liggen doorbraak en lacune voor mij dicht bij elkaar. Beide hebben te maken met de structuur en functie van RNA, een van onze belangrijke interessedomeinen. De ontdekking dat RNA een polymeer is dat én informatie opstapelt binnen de cel én katalytisch werkt, zou ik als belangrijkste doorbraak aanduiden. Voor die ontdekking ontvingen Sidney Altmann en Thomas Cech in 1989 de Nobelprijs voor scheikunde. Het gaat hier om inzichten in het fundament van het leven. Een tijdlang dacht men dat DNA de basis moest zijn, maar nu weten we dat het katalytisch vermogen van RNA de sleutel is. RNA kan andere reacties katalyseren, maar ook zijn eigen vorming. De transfer van informatie gebeurt door DNA-verdubbeling. Dat ook RNA daarbij betrokken was, wisten we al, maar het inzicht in de katalytische werking was nieuw. Het gaat hier werkelijk om de sleutel voor de overgang van levenloos naar levend materiaal. Maar weten hoé dat gebeurt, is nog een heel verwijderd van begrijpen waaróm. Daarmee betreden we natuurlijk het terrein van de filosofie...” “Misschien vallen uit de werking van RNA concepten af te leiden voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, maar daar zijn we nog niet aan toe. Dat is trouwens meteen de lacune in mijn vakgebied: veel zaken zijn conceptueel wel tamelijk uitgebouwd, maar experimenteel blijft het vaak erg moeilijk. Dat was een aantal jaren geleden zo met gentherapie, die erg veelbelovend was, maar bij de overgang naar echt praktische toepassingen viel er minder te juichen. Momenteel wordt erg veel verwacht van stamceltherapie. Waar het echter aan ontbreekt, is een werkelijk universeel systeem om concepten om te zetten in bruikbare, werkende therapieën en geneesmiddelen, met een evolutie naar een behandeling van de oorzaken, minder dan van de symptomen.” 3. Papyrologie: Papyri in het Lineair-B Professor Willy Clarysse beweegt zich op de raakvlakken tussen Klassieke Filologie, Oude Geschiedenis en Egyptologie. Hij specialiseert zich in de papyrologie. “Dat is een discipline die eigenlijk pas in de eerste helft van de 20ste eeuw tot bloei gekomen is, toen het aantal beschikbare papyri plots sterk toenam. Daardoor, en met informatie uit de archeologie, bijvoorbeeld via de epigrafie, hebben we talrijke blinde vlekken uit de Griekse geschiedenis en cultuur kunnen invullen. Bijvoorbeeld: tot dan toe was van de Griekse komedieschrijvers praktisch alleen Aristophanes bekend. Van hem waren in de Middeleeuwen heel wat teksten gekopieerd, maar niet van anderen. Via papyri hebben we onder meer geleerd hoe belangrijk Menander in dit verband was. Ook op het vlak van de godsdienstgeschiedenis hebben de papyri voor een revolutie gezorgd. Tot dan toe waren het manicheïsme en het gnosticisme eigenlijk alleen bekend uit geschriften van kerkvaders, die zich tegen deze religies afzetten, en die dus een heel gekleurd beeld gaven. We hebben nu echter de beschikking over heuse manicheïsche en gnostische papyri-bibliotheken, die ons een veel beter beeld geven van deze wereldreligies tussen het christendom en islam. Wat de economische geschiedenis betreft, zijn de klassieke auteurs ofwel erg fragmentair, ofwel erg onbetrouwbaar. Maar de papyri, die vaak een ambtelijke, formele en objectieve inhoud hebben, stellen ons nu zelfs in staat om statistische berekeningen uit te voeren op het vlak van handelsverkeer, demografie, enzovoort.” “Waar een papyroloog van droomt, is de ontdekking van papyri in het Lineair-B, het oudste Grieks, dat pas omstreeks 1950 ontcijferd werd door Michael Ventris. De kleitabletten waar we het tot nu mee moeten stellen, bevatten vaak slechts enkele regels tekst, waardoor onze kennis van het oudste Griekenland beperkt blijft. Met die papyri zouden we misschien zelfs een proto-Homeros kunnen ontdekken… Maar ook zonder zo’n revolutie heeft een papyroloog nog werk genoeg: er wachten nog honderdduizenden papyri op uitgave.” 4. Economie: Onmogelijkheidstheorema Professor Erik Schokkaert doet hoofdzakelijk onderzoek in de sfeer van de welvaartseconomie. “Voor mijn vakgebied geldt dat we de laatste decennia veel beter dan vroeger ethische waarden kunnen formaliseren, bijvoorbeeld de wisselwerking tussen rechtvaardigheid en efficiëntie. Dat is vooral gerealiseerd door de ontwikkelingen sinds het Onmogelijkheidstheorema van Kenneth Arrow uit 1951. Hij bewijst dat het onmogelijk is om een beslissingsprocedure te definiëren die aan álle wensen voldoet. De invloed van zijn werk op de theorie van wat rechtvaardig is, is enorm. Veel meer dan vroeger houdt de economische theorievorming nu rekening met bevindingen uit andere disciplines.” “Voor de economie in het algemeen tip ik op de Speltheorie van John Nash uit de jaren 50, al waren er al voorlopers in de jaren 30. De laatste twee decennia is de invloed van die theorie erg versneld, doordat ze meer en meer toegepast werd op economische problemen. De Speltheorie gaat ervan uit dat het resultaat van een beslissing, ook van economische aard, mede afhangt van de beslissingen van anderen. In de klassieke economische theorie was de prijs determinerend: je kon beslissingen nemen op basis van de prijs die op de markt gegeven was en je moest geen rekening houden met wat anderen deden. De Speltheorie toont aan dat economische besluitvorming niet altijd op die manier werkt.” “Economen gaan ervan uit dat mensen handelen vanuit hun eigen voorkeuren. Er is echter interactie tussen die voorkeuren en het economisch systeem. We begrijpen nog veel te weinig van de wisselwerking tussen die twee, ondanks het feit dat er veel onderzoek naar gebeurt. De afgelopen twintig jaar stellen we bijvoorbeeld vast dat mensen meer dan vroeger een zekere inkomensongelijkheid aanvaarden en dus een nieuw soort rechtvaardigheidsbegrip hanteren. Niet alleen beïnvloedt dat hun eigen handelen, maar ook de richting van het economisch systeem. De band tussen die twee beter begrijpen zou niet alleen de economische theorie vooruithelpen, maar de sociale wetenschappen in het algemeen.” 5. Differentiaalmeetkunde Riemann Franki Dillen, hoofddocent wiskunde en gespecialiseerd in differentiaalmeetkunde, heeft het moeilijk om dé mijlpaal uit de wiskunde aan te wijzen. “Er zijn zoveel deelgebieden, zoveel belangrijke figuren, zoveel mijlpalen… Maar als ik er toch één moet selecteren, kom ik bij de figuur van Bernhard Riemann terecht. Zonder hem had de hedendaagse wiskunde er gewoon heel erg anders uitgezien. Hij overleed in 1866, toen hij pas 40 was, maar hij heeft in zijn korte leven in de drie grote gebieden van de wiskunde belangrijke sporen uitgezet. In de algebra is er de Riemann-hypothese, één van de ‘vragen van 1 miljoen dollar’ van het Clay-instituut, uiterst complexe problemen waar een snuggere wiskundige een centje mee kan bijverdienen. In de analyse is er bijvoorbeeld de Cauchy-Riemann voorwaarde, en in de differentiaalmeetkunde werken we met de Riemannse variëteit. Met wat goede wil zou je van die laatste zelfs kunnen zeggen dat ze aan de basis ligt van de relativiteitstheorie.” “De euclidische meetkunde is gebaseerd op het vlak en op de ‘vlakke ruimte’. De grote verdienste van Riemann is dat hij de euclidische meetkunde heeft uitgebreid naar gekromde ruimtes.” “Lacunes zijn er natuurlijk ook. Als wiskundige word ik vooral geconfronteerd met een overmatige opdeling van het vakgebied in strikt van elkaar gescheiden specialiteiten. Het is erg jammer dat er zo weinig werk gedaan wordt dat die kloven overstijgt, terwijl het vaak juist dáár is dat belangrijke doorbraken gerealiseerd kunnen worden. Dat wordt mooi geïllustreerd door de aanpak van de Poincaré-conjectuur – een ander probleem uit de Claylijst. Grisha Perelmann, een zeer excentrieke maar geniale Russische wiskundige uit SintPetersburg, heeft dat oude probleem blijkbaar opgelost, met name door differentiaalmeetkundige methoden te gebruiken voor een probleem dat al meer dan honderd jaar in de topologie ondergebracht werd. Met topologische methoden alleen lukte het kennelijk niet, maar door ‘even’ bij de buren te gaan kijken, kon wél vooruitgang geboekt worden. Dat voorbeeld zou inspirerend moeten werken…” (© Rob Stevens) 1. (© Rob Stevens) Ludo Meyvis campuskrant Ook in het jaar 5 van het nieuwe millennium vraagt Campuskrant aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de grootste lacune is. (© Rob Stevens) TOP VIJF (© Rob Stevens) 18 campuskrant valvas 12.5.2005 Doctoraten Ingenieurswetenschappen 25 apr., Sven Verdoolaege, Incremental Loop Transformations and Enumeration of Parametric Sets. 29 apr., Bert Coletti, Thermodynamic and Physical Aspect of the Ladle Metallurgy of Low-Carbon Low-Alloyed Steels. 2 mei, Johan Laneau, Als doven naar muziek luisteren - Toonhoogtewaarneming met een cochleairimplantaat. 10 mei, Andy Devos, Quantification and Classification of Magnetic Resonance Spectroscopy Data and Applications to Brain Tumour Recognition. 10 mei, Ellen Van Camp, Diagonal-Plus-Semiseparable Matrices and Their Use in Numerical Linear Algebra. 11 mei, Linda Stappers, AFM Study of the Incorporation of Particles in Metals During Electrodeposition. 12 mei, Oscar Barrero Mendoza, Data Assimilation in Magnetohydrodynamics Systems Using Kalman Filtering. Wetenschappen 29 apr., Inge Mertens, G-proteïne gekoppelde receptoren in de model organismen drosophila melanogaster en caenorhabditis elegans. 29 apr., Sven Van Loo, Non-Thermal Radio Emission from Single Hot Stars. 3 mei, Erwin Lijnen, Topologie en chemie: de polyedrische toestand van moleculaire materie enprocessen. 10 mei, Gerald Louette, Kolonisatie en gemeenschapsopbouw van cladoceren zoöplankton in nieuw gecreëerde poelen. 12 mei, Tine De Cat, Translaties in enkelvoudig transitieve affiene acties van nilpotente Liegroepen. Letteren 28 apr., Brigitte Adriaensen, Arabescos para entendidos. La poética de la ironía en la obra tardía de Juan Goytisolo (1993-2000). 12 mei, Annelien De Dijn, Aristocratic Liberalism in Nineteenth-Century France, 1814-1870. Sociale Wetenschappen 11 mei, Americo Beviglia Zampetti, The Notion of “Fairness” in International Trade Relations: the US Perspective. Geneeskunde 12 mei, Priya Gomes, Paracrine and Gap Junctional Intercellular Communication in Bovine Corneal Endothelial Cells. Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 28 apr., Jozef De Winter, The Role of Special Contour Points in Recognition and Segmentation of Objects. 3 mei, Wim Van Dooren, De lineaire imperatief: Een zoektocht naar de wortels en de impact van onterecht lineair redeneren. 10 mei, Filip Raes, Specificiteit van het autobiografisch geheugen: Een experimenteel onderzoek naar de functionele aspecten en een prospectief onderzoek naar de predictieve waarde voor depressie. Bio-ingenieurswetenschappen 4 mei, Rebecca Devlaeminck, Fluxen van plantensoorten en materie doorheen en vanuit de bosrand. 23 mei, Rein Brys, De impact van habitatfragmentatie en -degradatie op plantenpopulaties in agrarisch gebied. 26 mei, Hannelore Strosse, Optimalisatie van in vitro meervoudige meristeem- culturen en embryogene celsuspensies in banaan (Musa spp.). 30 mei, Filip Coppens, Influence de la localisation et de la nature des résidus de culture sur les processus hydrodynamiques, le transport et les biotransformations du nitrate et du carbone. 30 mei, Pieter Roovers, Impact of Outdoor Recreation on Ecosystems, towards an Integrated Approach. Benoemd of onderscheiden Paul De Grauwe, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, kreeg een eredoctoraat aan de Universiteit van Genua voor zijn onderzoek over de economische en monetaire integratie in Europa. Arne Neyrinck, verbonden aan het Centrum voor Experimentele Heelkunde en Anaesthesiologie van het UZ Gasthuisberg, heeft de zeer gerenommeerde ISHLT/Fujisawa Transplant Research Fellowship Award 2005 gewonnen met zijn thesisproject Comparative study of lung injury in heartbeating versus non-heart-beating donor. Professor Danny Pieters, coördinator Studentenbeleid, werd uitgenodigd lid te worden van de Academia Europeae en aldaar zitting te nemen in de sectie Sociale Wetenschappen. De Academia Europeae is de Europese versie van onze Koninklijke Academiën en telt leden uit alle Europese landen. [ taal ] TiP 19 Sara Brouckaert Drink niet van mijn vaarwater! Wie smukt zijn taalgebruik niet graag eens op met een fijne zegswijze of een origineel spreekwoord? Ze maken onze woorden net iets levendiger, geven onze boodschap vaak net die schwung die ze anders zou missen. Ook docenten zijn zich daarvan bewust. Daarom deinzen veel van hen niet terug voor een flinke dosis beeldspraak nu en dan om hun college, seminarie of cursus wat kleur te geven. Helaas kan het daarbij soms vreselijk misgaan. De meest poëtische uitdrukkingen, de meest welluidende vergelijkingen kunnen de vorm aannemen van afschrikwekkende mutanten tegen de tijd dat ze hun publiek bereiken. Nu hoort u mij niet zeggen dat ik totaal tégen het bestaan ben van dergelijke — vaak hilarische — pareltjes van verregaande verbeelding, foute interpretatie, contaminatie of gewoon verspreking. Een bedroevend saai college kan veranderen in een festijn van lachen, gieren, brullen door één geslaagd staaltje van foute beeldspraak. We verbasteren heel wat af, al zijn we er ons meestal niet van bewust. Daarom deze bijzondere Taaltip, beste lezer. Om u te wijzen op slechts een miniem deeltje van de enorme schat aan vergissing, verwarring en verknoeiing in beeldspraakland. Een vaak voorkomende is het bijzonder populaire nauw aan het hart. Het wordt meestal gebruikt om te zeggen dat iets of iemand veel voor ons betekent, ons raakt in ons gemoed. We horen en lezen het bijna dagelijks. We worden er zelfs zo vaak mee geconfronteerd dat velen er niet bij stilstaan dat de uitdrukking eigenlijk luidt: na aan het hart liggen (of gaan). Een andere hardnekkige is een handje weg hebben van. Dat is een contaminatie van een handje van iets hebben en iets weg hebben van. Een handje van iets hebben betekent de (meestal hinderlijke) gewoonte hebben een bepaald iets te doen. Vorige week nog hoorde een collega van me het prachtige klinkklare oplossingen bieden (klinkklare onzin – oplossingen bieden) en amper een dag later hoorde ik over een assistent vertellen dat hij best wel talent had, als hij maar eens uit zijn kluiten wilde schieten (uit de kluiten gewassen - in actie schieten). Zo kunnen we eindeloos doorgaan en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik sluit graag af met enkele ware juweeltjes, die ik u niet wil onthouden: Van iemands vaarwater drinken, een touwtrekkersrol spelen, de soep wordt nooit zo heet gedronken als ze wordt gegeten, wij zijn de mazen die door het net zullen glippen, een zware tijd achter de boeg hebben, een vinger in de pap te brokkelen hebben, we zullen dat varkentje wel even pellen, muggen op laag water zoeken. En nog vele, vele andere. Mijn tip voor u, beste lezer, is deze: maak gerust en overvloedig gebruik van de prachtige schat aan spreekwoorden, gezegdes, uitdrukkingen en vergelijkingen die onze taal te bieden heeft. Maar bedenk ook dat foute of fout gebruikte beeldspraak uw droevige mededeling of ernstige lezing danig kan overhoop halen. Op sommige momenten houdt u zich dus maar beter bij de uitdrukkingen die u kent. Neem niet te veel hooi op uw schouders, want voor u het weet is de koe door de kerk en dan staat u daar, met uw broek vol tanden. world.wide.wetenschap Ludo Meyvis Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten. Darwin Waarom zouden echt klassieke, echt baanbrekende wetenschappelijke werken door geen hond gelezen worden? Laat dat met The Origin of Species van Charles Darwin niet langer het geval zijn. Hier vindt u de volledige tekst, en leert u meteen wat er beter moet in De Mens Versie 2.0. http://www.literature.org/authors/darwin-charles/ Fleece 50,– www.kuleuven.ac.be/boetiek/ oude markt 13, leuven tel 016 32 40 16 open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur Edison Zijn er over u al 5.000.000 bladzijden geschreven? Indien dat niet het geval is, is uw naam wellicht niet Thomas Alva Edison. En qua uitvinder stelt u geen ene moer voor, geef toe. Op deze site van de Rutgers University leest u hoe u zich tegen volgende week kunt verbeteren. Niet alles staat online, maar er wordt aan gewerkt. http://edison.rutgers.edu/ Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze website: http://www.kuleuven.be/ck/ 20 de buitenkant 12.5.2005 campuskrant Vragevuur in BEELD Professor Dirk Speelman (40), Departement Linguïstiek “Ik zie mezelf met een kapmes in de brousse staan” (© Ingrid Hannes) Bike & Run Paul & Eddy Terwijl voetbalgrootmeester Paul Van Himst (links) voor de zoveelste keer probeert uit te leggen hoe buitenspel in elkaar zit, maakt zijn collega-god uit de wielerwereld Eddy Merckx (midden op de foto) zich op voor zijn deelname aan Bike & Run. Op 4 mei openden beide heren de derde editie van dat sportevenement. Het concept: de deelnemers overbruggen al lopend en fietsend de 30 kilometer die de sportcampussen van K.U.Leuven en UCL scheidt. Traditioneel wordt het parcours door koppels van één loper en één fietser afgelegd, maar dit jaar waren er verschillende andere formules mogelijk. De K.U.Leuven ondersteunt met de helft van alle inschrijvingsgelden het leerstoelenproject voor jonge academici in Kinshasa. Er waren dit jaar 340 deelnemers, een record. (© Ingrid Hannes) colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Reiner Van Hove (hoofdredacteur a.i.), Ludo Meyvis, Els Spaas, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14 campuskrant@kuleuven.be Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Veronique.Limbourg@dcom.kuleuven.be Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15 Inge.Verbruggen@dcom.kuleuven.be Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02 Erik.Gobin@alum.kuleuven.be Losse medewerkers Hedwig Bogaerts, Sara Brouckaert, Vincent Buyens, Ines Minten, Sven Nevens, Sara Reymen, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Tim Vuylsteke — Wat wilde je worden toen je klein was? Ik herinner mij veel periodes in mijn leven waarin ik eigenlijk niet wist wat ik wilde worden, maar als rode draad kwamen schrijver en muzikant steeds weer te voorschijn. Muziek en schrijven zijn nu nog altijd belangrijke dingen voor mij, maar de behoefte om ze in een professioneel leven te gieten, heb ik opgeborgen. Gitaar, conga en djembé spelen beoefen(de) ik als hobby, en het schrijven wil ik terug uit de kast halen in een rijpere levensfase. — Wat is het grootste misverstand dat over jouw beroep of onderzoeksdomein bestaat? Men overschat het normatieve aspect waar een taalkundige zich mee bezig houdt, alsof die zich enkel over de regels in de taal zou buigen. Taal is veel meer en leeft een eigen leven. In het onderzoeksdomein van de corpuslinguïstiek denkt men vaak dat computerprogramma’s vooral de routineklusjes voor hun rekening nemen, terwijl ik net denk dat ze het instrument bij uitstek zijn voor het creatieve werk. — Met wie zou je wel eens een goed gesprek willen voeren? Met George Bush, omdat hij het prototype is van een machtige wereldleider die een zeer karikaturale retoriek gebruikt. Ik zou willen weten of er een échte man zit achter het rolletje dat hij speelt. Ik vrees dat hij helemaal versmolten is met die rol, en dat wil ik dus ontmaskeren tijdens het gesprek. — Bij welke historische gebeurtenis zou je zelf graag betrokken zijn geweest? De belangrijkste historische gebeurtenissen zijn die waarbij onrecht wordt rechtgezet, maar ze zijn niet aantrekkelijk omdat die nooit zonder slag of stoot geschieden. Wat mij wel aanspreekt, zijn de grote ontdekkingen. Ik zie mezelf nog als ontdekker op een schip naar Amerika of Afrika vertrekken, of met een kapmes in de brousse staan om het avontuur op te zoeken. — Wat is echt belangrijk in het leven? Deze vraag moet iedereen voor zich zelf invullen en ik meen dat de invulling verandert doorheen het leven. Dat is typisch menselijk. Momenteel zijn mijn twee dochtertjes, Naomi van 7 en Sara van 5 jaar, het belangrijkste. — Wat wil je nog leren in dit leven? Ik wil nog minstens één muziekinstrument leren bespelen waarvan ik de taal nog niet ken. Ik weet nog niet om welk instrument het gaat, misschien dat mijn dochters mij op een idee zullen brengen. Het leren spreken van een taal van een instrument is verrijkend. In het westen zijn we te veel consumenten van muziek of kunst, terwijl het echt genieten is om zelf actief kunst te beoefenen. — Wie of wat zou je graag wegtoveren? In één toverslag zou ik de honger en de te vermijden ziektes uit de wereld helpen. Wellicht heb ik dan een zeer sterke toverstaf nodig. Met wat minder armslag zou ik de excessen van onze eigen beschaving aanpakken: het superioriteitsgevoel zou ik omtoveren tot een gezond zelfbewustzijn, en onze omgang met schuld en schaamte verander ik in een gezond rechtvaardigheidsgevoel. En in wil ook graag alle lelijke huizen in België wegtoveren. — Je bent een eendagsvlieg en mag voor één dag vanop iemands schouder meekijken: op wiens schouder ga je zitten? Ik ga beurtelings op de schouder van mijn dochters zitten. Zij liggen me zo na aan het hart, dat ik hun leventje wel vanop hun schouders zou willen gadeslaan. Tegelijkertijd voel ik mij schuldig omdat het iets te veel weg heeft van Big Brother. — Welke vraag wil je schrappen? Bij welke historische gebeurtenis zou je zelf graag betrokken zijn geweest? — Welke nieuwe vraag wil je erin? Je wordt minster van Zaken Die Beter Kunnen. Wat is je eerste agendapunt? Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Bernd Van de Voorde, Reiner Van Hove Fotografie Rob Stevens, Michaël De Lausnay, Ingrid Hannes Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Veronique.Limbourg@dcom.kuleuven.be Oplage 18.300 ex. Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op woensdag 1 juni. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet http://www.kuleuven.be/ck (© Rob Stevens) Interview Hedwig Bogaerts
Similar documents
CK26 nr04 - KU Leuven
denken. Met een talige vanzelfsprekendheid die sommige professoren degradeerde tot goedmenende liefhebbers. De spanning tussen de academie en de kunst, concreet gemaakt door een voetballer met taal...
More informationINHOUD - KU Leuven
rol. Het staat wel vast dat op dit moment de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer 370 ppm (deeltjes per miljoen) bedraagt, terwijl dat vóór 1700 nog 270 ppm was.” Paulissen benadrukt dat de d...
More informationck18 10 p01
niet altijd kritisch genoeg.” Ook wanneer studenten hun weg naar een elektronische informatiebron hebben gevonden, verloopt de zoekopdracht niet altijd even vlot. “Zo blijkt het kunnen bepalen van ...
More informationmiddeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in
starten of het afbouwen van zinloos geworden therapieën; aldus vermijdt de arts onevenredige medische handelingen te stellen. In de intensieve zorg-afdelingen worden medische interventies stopgezet...
More information