2004 05 nr12 p01

Transcription

2004 05 nr12 p01
Tijdschrift
Toelating gesloten verpakking
3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks,
uitgez. juli en aug.
Afgiftekantoor
3500 Hasselt 1
België-Belgique
P.B.
3500 Hasselt 1
12/39
Campuskrant
erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
— bi j l age —
alumnikrant
pagina’s 10 &11
20 april 2005 | nr 11 | 16de jaargang | w w w.kuleuven.ac.be/ck/
17
8
UUR KULtUUR
STEVEN EN STIJN KOLACNY
VERSUS DE CULTUURPOLITIE
Reportage
VLAAMSE BRAINS
IN BOSTON
Schat
je rijk
Onder de titel 'Schatten
op zolder?' beoordeelde
een team van experts op
17 april — Erfgoeddag
— boeken, kaarten
en prenten uit privébezit. Duidelijk een
initiatief waarop heel
wat antiekbezitters zaten
te wachten, want het
was aanschuiven in de
leeszaal van de Centrale
Bibliotheek. Ongetwijfeld
keerde een aantal
bezoekers met een rijker
gevoel huiswaarts...
(© Rob Stevens)
Taalkundige Joop van der Horst over het Nederlands in de 21ste eeuw
“Er spreken nu meer mensen AN dan ooit”
V
an der Horst: “Ik wil allereerst benadrukken dat mijn
lezing enkel over het Standaardnederlands zal gaan.
Het Roeselaars en het Hasselts zijn
wetenschappelijk gezien wel even interessant, maar niet iedereen kent die
talen, vandaar. Nu, als we het over de
recente evolutie van de standaardtaal
willen hebben, dan moeten we een onderscheid maken tussen de externe en
de interne taalgeschiedenis, want beide
bepalen mee hoe het Nederlands er in
de toekomst zal uitzien.”
“In de twintigste eeuw heeft het AN
— of het ABN — drie fasen doorlopen. De
eerste fase was die van het chique ABN,
die liep tot pakweg 1920. De standaardtaal was toen een onderscheidingsmiddel voor de — kleine — bovenlaag. Dat
verklaart trouwens waarom het ABN in
Nederland is ontstaan. In Vlaanderen
was de sociale bovenlaag Franstalig.”
“Van 1920 tot 1970 liep de periode
van wat ik het burgerlijke ABN noem.
Het Standaardnederlands was toen zowel in Nederland als Vlaanderen een
middel voor sociale emancipatie, een
werktuig voor de kleine burgerman en
de geschoolde arbeider om hogerop te
Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005
met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Onze taal is aan het verloederen. En bijna niemand spreekt
nog fatsoenlijk Nederlands. Dergelijke uitspraken hoor en
lees je steeds vaker. Professor Joop van der Horst, die op 25
april de lezingenreeks ‘Lessen voor de XXIste eeuw’ afsluit
met een voordracht over het Nederlands in de 21ste eeuw, is
optimistischer: “Er is geen enkele reden tot paniek. Met onze
taal gaat het anno 2005 beter dan ooit.”
Tim Vuylsteke
komen. Netjes praten was belangrijk in
het midden van de vorige eeuw. Denk
maar aan de ABN-kernen en de taalprogramma’s op tv.”
Geen kamerbreed AN
“De laatste fase is die van het democratische ABN. Democratisch omdat nu
iedereen AN praat, of iets wat daarop
lijkt, zoals Antwerps of Verkavelingsvlaams, of Poldernederlands. Dat komt
natuurlijk doordat vrijwel iedereen tegenwoordig tot zijn achttiende op de
schoolbanken zit, en een groot deel van
de jongeren trekt daarna nog naar de
universiteit of de hogeschool. De democratisering van het ABN loopt, met andere woorden, gelijk met de democrati-
nr.
Verschijningsdatum
12
12 mei (PK)
sering van het onderwijs.”
“Die democratisering heeft echter
ook een schaduwzijde. In elke klas vind
je namelijk leerlingen die thuis geen
AN praten, en die zullen dan waarschijnlijk voor de rest van hun leven
een ‘verloederde’ AN-variant hanteren,
zoals de tussentaal. Maar die leerlingen
studeren uiteraard ook af, en worden
later ook politicus of advocaat of televisiepresentator, en laten hun verloederde taal aan het hele land horen. Je kan
daarom treuren, maar het alternatief is
een terugkeer naar het tijdperk waarin
onderwijs een elitaire aangelegenheid
was, en dat wil volgens mij niemand.”
“Ach, ik begrijp die bekommernis
wel, en als representant van de bur-
13
1 juni (AK)
14
22 juni (PK)
gerlijke periode erger ik me ook weleens aan een slordige uitspraak of een
gebrekkige zinsbouw, maar ik wil natuurlijk niet terug naar de tijd van het
elitaire schooltje. En als je er even over
nadenkt: eigenlijk spreken nu meer
mensen AN dan ooit tevoren. Het is misschien niet altijd het meest ‘beschaafde’ AN, maar de samenleving heeft in
het verleden nooit ‘kamerbreed’ AN gesproken, en dat zal ze volgens mij ook
nooit doen.”
“Ik zou het nog even over de interne
taalgeschiedenis willen hebben. Ook
op dat gebied is er niet de minste reden
tot paniek. Twintig miljoen mensen
spreken Nederlands, overal ter wereld
wordt Nederlands gestudeerd, er verschijnen veel boeken in het Nederlands
en ook op het internet is onze taal goed
vertegenwoordigd. In de wetenschap is
het Nederlands misschien geen belangrijke taal, maar dat is het nooit geweest.
Vroeger had je achtereenvolgens het
Latijn, het Frans en het Duits, nu het
Engels, en in de toekomst wellicht ook
het Chinees en het Spaans. Onze taal
verandert, okee, maar dat is volkomen
normaal.”
 pagina 5
1 (jg. 17)
31 augustus (AK + PK)
2 (jg. 17)
21 september (PK)
Tijdschrift
Toelating gesloten verpakking
3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks,
uitgez. juli en aug.
Afgiftekantoor
3500 Hasselt 1
België-Belgique
P.B.
3500 Hasselt 1
12/39
Campuskrant
erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
— bi j l age —
personeelskrant
pagina’s 10 tot 12
12 mei 2005 | nr 12 | 16de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
6
17
Symposium
DE BRUEGHEL CODE
ONTCIJFERD
Literaire Prijs Babylon
JEROEN BERNAER GAAT
HEMINGWAY ACHTERNA
Nog geen
witte rook
Op 10 mei stemde de universitaire gemeenschap in de eerste
ronde voor de verkiezing van een nieuwe rector. Van de 1.487
kiesgerechtigden brachten 92,7 % hun stem uit. Marc Vervenne
kreeg 420 stemmen acter zijn naam, Rik Torfs 364, Marc Decramer
290, Herman Nijs 151, en Bart De Moor 150.
Aangezien geen van de kandidaat-rectoren de absolute
meerderheid van het aantal kiesgerechtigden kon behalen,
dient op grond van het reglement een tweede verkiezingsronde
georganiseerd te worden. Dat gebeurt op 18 mei, op dezelfde
plaatsen en dezelfde uren als bij de eerste ronde. De professoren
Marc Vervenne, Rik Torfs en Marc Decramer nemen aan deze
tweede ronde deel. Indien in die tweede ronde geen van de
kandidaten de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen
behaalt, onthoudingen inbegrepen, wordt op 24 mei een derde
en beslissende verkiezingsronde georganiseerd, waaraan
deelgenomen wordt door de twee best geklasseerden uit de
(© Rob Stevens)
tweede ronde. Op het ogenblik dat het volgende nummer van
Campuskrant verschijnt, weten we dus wie de universiteit de
volgende jaren zal leiden.
Prof. Jef Roos, Voorzitter Verkiezingscommissie
Doctoraatsstudent verbetert de weergave van toonhoogte via implantaten
Nieuwe techniek laat doven en
slechthorenden naar muziek luisteren
I
n Vlaanderen worden elk jaar een
dertigtal kinderen geboren met
zwaar gehoorverlies in beide oren.
Op latere leeftijd kunnen ziekte, een
ongeval of ouderdom doofheid veroorzaken. Sinds enkele decennia biedt het
cochleair implantaat voor heel wat doven en slechthorenden een oplossing:
geluiden worden opgevangen door een
microfoon en naar een spraakprocessor gestuurd, die dan de geluiden analyseert en digitaliseert in gecodeerde
signalen. Vervolgens worden die codes
omgezet in elektronische signalen die
de gehoorzenuw stimuleren en zo een
hoorsensatie opwekken.
In het Laboratorium voor Experimentele Otorhinolaryngologie van de UZ
wordt gewerkt aan de software in dit
cochleair implantaat, dat ontwikkeld
en gefabriceerd wordt door het Australische bedrijf Cochlear. Johan Laneau,
burgerlijk elektrotechnisch ingenieur,
deed voor zijn doctoraalscriptie onderzoek naar de toonhoogtewaarneming
Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005
met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Is het nummer Paradise by the Dashboard Light van Meatloaf een
geniale klassieker of een misselijkmakende draak? Dankzij het
doctoraatsonderzoek van Johan Laneau kunnen doven met een
cochleair implantaat voortaan deelnemen aan de discussie.
Laneau ontwikkelde een techniek voor de implantaten die de
patiënten een veel beter gevoel voor toonhoogte geeft. Volledig
dove mensen kunnen daardoor opnieuw muziek horen en melodieën herkennen. Bovendien kunnen ze dankzij de techniek
ook beter sprekers herkennen en intonatie onderscheiden.
Sara Reymen
met het apparaat. Doel van het onderzoek was om de kwaliteit van het geluid te verbeteren en zo patiënten ook
de mogelijkheid te bieden om naar muziek te luisteren.
Man of vrouw?
Eerst onderzocht Laneau hoe patiënten
met een cochleair implantaat toonhoogte ervaren: “Bij slechthorenden
klinken geluiden zowel verzwakt als
nr.
Verschijningsdatum
13
1 juni (AK)
vervormd. Met de implantatie van het
apparaat is er natuurlijk vooruitgang,
maar het resultaat is nog lang niet hetzelfde als bij een normaalhorende. We
hebben een simulatie gemaakt van de
hoeveelheid informatie die ontvangen
wordt met een implantaat en dat is echt
wel heel weinig gedetailleerd.” Laneau
maakte onder meer een simulatie van
hoe Paradise by the Dashboard Light van
Meatloaf klinkt in de oren van een pa-
14
22 juni (PK)
1 (jg. 17)
31 augustus (AK+PK)
tiënt met een cochleair implantaat. De
vervorming maakt het nummer onherkenbaar.
In de tweede fase van het onderzoek
ontwierp Laneau een nieuwe techniek
die het gevoel voor toonhoogte verbetert: de elektrische pulsen die het implantaat uitstuurt, werden geoptimaliseerd om de toonhoogte zo correct
mogelijk door te geven. Uit testen met
proefpersonen blijkt dat het gevoel
voor toonhoogte tot drie maal beter
is dankzij de nieuwe techniek, en dat
patiënten meer melodieën kunnen
herkennen. Bovendien kunnen patiënten dankzij de techniek ook de gewone
spreker beter verstaan. Laneau: “Intonatie wordt beter opgevangen en men
kan sprekers beter van elkaar onderscheiden. Met een cochleair implantaat
klinken alle geluiden zowat hetzelfde,
maar nu kan men bijvoorbeeld het verschil horen tussen een mannen- en een
vrouwenstem.”
 pagina 9
2 (jg. 17)
21 september (PK)
3 (jg. 17)
12 oktober (AK)
2
Inhoud
Nieuwe supercomputer
voor hele unief
3
Leuvens labo
brouwt nieuwe pils
4
Minder blutsen
dankzij doctoraat
4
“De ene wordt geflitst,
de andere niet”
5
Studienamiddag: doping
6
Stijl van schilders
in cijfers gevat
Lezing:
digitale kunstauthentificatie
7
Winnaar Scriptieprijs
vindt werk in kasteel
Wat is er gebeurd met...
In memoriam:
professor Guido Fauconnier
7
Van Mone tot Moneo
8
Expo en boek over
Celestijnenpriorij
10
Afscheidsconcert
dirigent Capella Academica
Personeelskrant
De Collega’s:
Katleen Surkijn
11
Sein op veilig:
met de fiets naar het werk
11
Gelijke Noemers:
Jan Van Impe (x2)
12
Docenten en
flexibilisering
13
Studiedag en
project Godgeleerdheid
14
Een leven lang:
Erik De Corte
15
Kamerbreed
16
17
Dood en geweld
om halfzeven
Literaire Prijs Babylon
Top Vijf
Valvas, Taaltip &
World Wide Wetenschap
Vragevuur
Dirk Speelman
18
19
20
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de
K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en
oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een
Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant
bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan
dat melden aan Inge.Verbruggen@dcom.kuleuven.ac.be, (t)
016 32 40 15.
12.5.2005
campuskrant
Forum: Genderblind schrijven
Vlaamse brains (m/v) in Boston
De vorige editie van de Campuskrant begon
met het forumartikel ‘Kan de volgende rector een vrouw zijn?’. Een retorische vraag,
zo blijkt uit het stuk, maar wel belangrijk
genoeg om pagina 2 bijna volledig in te mogen nemen. Terecht. En daarom des te jammer dat slechts zes pagina’s verder in diezelfde Campuskrant een artikel verschijnt
waarin de aangekaarte problematiek op
ronduit genante wijze genegeerd wordt.
Iemand die dat proces als gemakkelijk beschrijft,
lijdt aan een ernstige vorm van normvervaging, en
verwijs ik graag naar eerder genoemd forumstuk in
de vorige Campuskrant. Of de persoon is natuurlijk
gewoon ontzéttend getalenteerd. En dat zijn de
geïnterviewden ongetwijfeld, want enkel de beste
studenten zijn welkom (aan Britse en Amerikaanse
topuniversiteiten). Even later wordt die uitspraak
wel (ongewild?) genuanceerd door de vermelding dat de procedure vooral een hoop geld kost.
Ik ben geen journalist. Meer nog, ik betwijfel of er —
afgezien van de K.U.Leuven — een fonds bestaat dat
mijn schrijfsels wil sponsoren. Toch durf ik met enige voorzichtigheid volgende uitspraak te doen: een
titel die de lading van een artikel dekt, is geen overbodige luxe. Het Fonds Pascal Decroos subsidieert
tenslotte (bijzondere) journalistiek, geen poëzie.
Idem voor de paragrafen over werkethiek, jobaanbiedingen, toekomstperspectieven, enzovoort.
Boeiend, daar niet van, maar ik had onder de titel
Vlaamse brains in Boston graag tenminste één verwijzing gezien naar de ervaringen van een vrouw
en van een humane wetenschapper, al dan niet
verenigd in dezelfde persoon. Al is het maar om te
weten of zij ook in één weekend alleen al vier aanbiedingen krijgen van Amerikaanse universiteiten. En of
zij zich ook zo vlotjes bewegen doorheen de mazen
van het informele netwerk en zich door vrienden bij
Intel of IBM laten vertellen wat de mogelijkheden zijn.
Karen Verschoorens reportage is een schoolvoorbeeld van genderblind schrijven. De algemene termen doctoraatsstudenten, Vlaamse brains, de knappe
koppen van België, enz. worden gebruikt voor wat in
realiteit — met milde uitzondering van de economist — enkel mannelijke burgerlijk ingenieurs zijn.
Wat de scope van het artikel toch enigszins doet
krimpen. Bovendien zijn vier van de vijf jongemannen afkomstig van de K.U.Leuven, doctoreren er
vier van de vijf nu aan het Massachusetts Institute
of Technology (MIT) en zijn minstens twee van hen
lid (geweest) van de Europese studentenclub Euroclub. Onze Vlaamse fellows behoren met andere
woorden tot het old boys network. En dat is ongetwijfeld tof en plezant en charmant, maar mij doet
het alleszins twijfelen aan uitspraken als ‘iemand die
doctoreert in Leuven blijft er gemakkelijk, om uiteindelijk via alle stapjes van de ladder professor te worden’.
Ik kijk uit naar de dag dat het er voor iemands (academische) carrière niet toe doet of men vrouw of man
is. Maar zolang we dat stadium niet bereikt hebben,
en er in onze universiteitskrant pijnlijk retorische
vragen als ‘kan de volgende rector een vrouw zijn?’
gesteld (moeten) worden, zijn reportages als deze
de noemer ‘bijzondere journalistiek’ niet waard.
Sarah Scheepers
Genderexpert
Instituut voor de Overheid
Departement Politieke Wetenschappen
Jonge vzw succesvol dankzij tandwielwerking
Tumbador ondersteunt revalidatie
gehandicapten in ontwikkelingslanden
Nieuwe onderwijsregeling
en nieuw examenreglement
Onderwijsvernieuwing
nieuws
El Tumbador is een stadje in San Marcos in Guatemala, maar als de naam bij u een
belletje doet rinkelen, komt dat waarschijnlijk door de — nog erg jonge — Tumbador vzw. Het idee voor de vzw ontstond toen Kim Caluwé (kinesitherapeute UZ
Gasthuisberg) na haar studies voor een jaar naar Tumbador vertrok en zich daar als
vrijwilliger bezighield met revalidatie voor gehandicapten. Samen met een van de
bestuursleden, Ilse Vastiau (Afdeling Farmacologie), zoekt zij nu in Leuven publiciteit voor de deelname van Tumbador vzw aan de Dodentocht in Bornem.
Els Spaas
K
im Caluwé: “Toen ik na mijn verblijf in Guatemala terugkeerde naar België had ik een
gevoel dat veel vrijwilligers wel zullen herkennen: ik vroeg me af hoe het verder zou gaan met
de mensen die ik in El Tumbador had geholpen. Natuurlijk was ik wel blij dat mijn aanwezigheid daar
voor hen iets had betekend, maar ik vond dat ik meer
moest doen. Ik wou ook op lange termijn hun toestand verbeteren. Met benefietacties in België kreeg
ik wat middelen bij elkaar, die ik ter plaatse ging investeren. Opnieuw in België stelde ik de resultaten
voor en zo is de vzw eigenlijk geboren. Sindsdien
zijn er al verschillende vrijwilligers naar Tumbador
gereisd, om er als kinesist te werken en om erop toe
te zien dat de middelen goed worden besteed.”
Tumbador vzw is intussen stevig gegroeid: in het
bestuur zitten nu zeven mensen, en er staat een
nieuw project op stapel in Peru. En er zijn al vage
plannen voor soortgelijke projecten in Brazilië en in
Guatemala-City, maar daarvoor moeten nog de nodige middelen gevonden worden, en de bereidheid
tot samenwerking op lokaal vlak.
Dodentocht
De bedoeling van de projecten is dat de connectie
met België op lange termijn overbodig wordt. Dat
vraagt ook op lokaal niveau een draagvlak, wat in
de praktijk ontstaat door aansluiting te zoeken bij
een bestaande organisatie, zoals het nieuwe project
in Peru illustreert. Ilse Vastiau: “Dat project, in Ayacucho, werd ontwikkeld via een typisch patroon: er
was al een tehuis voor minderbedeelde en gehandicapte kinderen — dat was dus een soort natuurlijke
partner. Daarnaast waren er ook veel mensen in het
stadje die behoefte hadden aan een soort revalidatie.
We zochten het dus nog iets ruimer, en in de stad
kwamen we uit bij een workshop waarin handwerk
werd gemaakt met de bedoeling het te verkopen.
Ook dat sloot aan bij onze doelstellingen. Het kan
er op termijn toe bijdragen dat het project zijn eigen
middelen kan genereren.”
De werking van de vzw beschrijven de twee als
drie in elkaar draaiende tandwielen. Kim: “Het eerste tandwiel is onze werking in België. Hier zamelt
de vzw geld in, en doen we aan bewustmaking. Het
tweede tandwiel zijn de vrijwilligers, die een soort
tussenschakel vormen. Afgestudeerde kinesisten geven we de mogelijkheid om minstens zes maanden
als vrijwilliger ervaring op te doen in een van onze
projecten. Zij zijn ook onze controle op de besteding
van het geld, en ze signaleren ons welke specifieke
noden er nog zijn. Daardoor blijft het project voor
de geldschieters in België heel concreet. Het derde
tandwiel is het lokale project: dat heeft in de vrijwilliger een aanspreekpunt, en moet dus op lange termijn zelfstandig worden. Het project in Guatemala
zit al in die fase: het heeft zelf voldoende middelen
gevonden.”
Het eerste tandwiel draait alvast gesmeerd: op 12
en 13 augustus doet de vzw mee aan de Dodentocht
(100 km) in Bornem. Naast sponsors zoekt Tumbador
daarvoor nog steeds mensen die willen meestappen.
http://www.tumbador.be, kandidaat-stappers mailen naar
dodentocht@tumbador.be
campuskrant
nieuws
12.5.2005
Nieuwe cluster haalt 1.800 miljard berekeningen per seconde
“De nieuwe supercomputer is
er voor de hele universiteit”
De universiteit is opnieuw een volledig up-to-date supercomputer rijk. Op 12 mei wordt het
systeem voorgesteld onder de goedkeurende blikken van alle trotse medewerkers van het project.
De supercomputer krijgt zijn vaste stek in de gebouwen van LUDIT, maar de hele universiteit zal
van zijn capaciteiten gebruik kunnen maken.
Ines Minten
3
“ ”
geciteerd
Het gouden getal zeven
De Morgen, 29. 4.2005
—
Het ideale team bestaat uit zeven
mensen. (...) Samenwerken gaat natuurlijk ook met vier, zoals U2, of
elf, zoals een voetbalteam. “Maar zeven of acht mensen, dat wordt vaak
gezien als de ideale grootte van een
team”, zegt arbeidspsycholoog Hans
De Witte. (…) “Zeven is niet te groot
en niet te klein. Op een vergadering
met zeven mensen kan iedereen zijn
zegje doen en discussiëren, met zijn
twaalven is het al moeilijker om iedereen aan het woord te laten. Met
zijn vieren ben je het misschien al
erg vlug eens. Ook lijkt de kans dat
je kliekjes krijgt in een groep van zeven mensen me klein”, zegt De Witte. “Want als je twee verschillende
groepen krijgt in één team, dan kun
je niet goed samenwerken.”
“Genees hem van tv!”
De Morgen, 25. 4.2005
—
H
“
et was hoog tijd dat de univer- leren. Tot nu deden we dat met 2D-mo- computer blijft zeker niet voorbehousiteit weer een supercomputer dellen, nu schakelen we over op 3D. We den voor een select clubje — hij is er
aanschafte. Tien jaar geleden zullen onderzoek kunnen doen dat met echt voor de hele universiteit. Met het
stonden we op dat gebied in de top-500 de oude computers volstrekt onmoge- oog daarop hebben we ook een formule
van de wereld. Maar het oude SP systeem lijk was.”
uitgedokterd die onderzoekers in staat
is ondertussen hopeloos verouderd geEr wordt ook aan gedacht om het stelt om mee te investeren in de uitraakt. We waren dus dringend aan een systeem tegen betaling beschikbaar te bouw van het systeem. Stel dat je geld
inhaalbeweging toe”, vertelt professor stellen voor externe gebruikers: andere krijgt van het FWO of een andere bron
Anne-Marie De Meyer van het Leuvens universiteiten en industrie.
om eigen apparatuur te kopen, dan kan
Universitair Dienstencentrum voor InDe ‘impulsactie zware apparatuur’ het nuttiger blijken om aan te sluiten
formatica en Telematica (LUDIT). Voor van de Vlaamse overheid stelde voor bij de cluster in plaats van enkele apardie inhaalbeweging zorgt het nieuwe het project een miljoen euro ter be- te processoren aan te schaffen voor je
clustersysteem dat razendsnel en zeer schikking. De universiteit doet daar eigen afdeling. Zo kun je mee profitenauwkeurig allerlei berekeningen kan nog 500.000 euro bovenop. “Van die ren van de kennis van de anderen en
maken. Het zou piekprestaties van 1,8 som hebben we al ongeveer de helft van de uitgebreide infrastructuur die
teraflops of 1.800 miljard berekeningen gebruikt”, zegt Stefaan Poedts. “De we gezamenlijk hebben opgezet.”
per seconde moeten halen.
“Vroeger ontwikkelde men
“Dankzij deze supercomputer kunnen we BijMankracht
voor zulke supercomputers
het oorspronkelijke proveel gedetailleerder en nauwkeuriger on- ject waren vijftien groepen
specifieke, peperdure technologieën”, zegt professor
derzoek doen. We kunnen er bijvoorbeeld betrokken. Ondertussen ligt
Dirk Roose van het Departeer al zo’n 200.000 euro exment Computerwetenschap- zonnewind en zonnevlammen mee simule- tra te wachten van andere
pen. “Het systeem waarvoor ren. Tot nu deden we dat met 2D-modellen, geïnteresseerde onderzoekswe nu gekozen hebben, is
groepen. “De supercomputer
nu schakelen we over op 3D.”
veel economischer en kan
zorgt voor een intensievere
gemakkelijker
aangepast
samenwerking tussen de
worden aan nieuwe noden en ontwik- rest moet dienen om het systeem ook verschillende departementen, iets wat
kelingen. De cluster bestaat uit 360 in de toekomst bijdetijds te houden. de universiteit toch in haar geheel aanstandaardprocessoren die gelijktijdig Bovendien worden computersystemen moedigt”, zegt Dirk Roose. “Zo komt
aan één probleem kunnen werken. Ze almaar goedkoper. Binnen een half jaar er een hele transfer van expertise op
zijn via een speciaal interconnectienet- krijg je al veel snellere processoren en gang.”
werk aan elkaar gekoppeld.”
veel meer geheugen voor hetzelfde geld.
Precies omdat zoveel verschillende
Deze werkwijze laat ons ook toe om de mensen gebruik zullen maken van het
Zonnewind
cluster aan te passen aan de wensen en toch behoorlijk ingewikkelde systeem,
Hoewel ook gewone computers met de noden van de gebruikers.”
neemt LUDIT het beheer van de superdag sterker worden en meer aankunSpeciaal daarvoor werd een stuur- computer voor zijn rekening. “Op deze
nen, hebben ze toch nog altijd te wei- groep opgericht waarin de belangrijk- manier kunnen we onze jarenlange
nig capaciteit om bepaalde wetenschap- ste gebruikers vertegenwoordigd zijn. ervaring met complexe computersystepelijke en industriële berekeningen Zij hebben allemaal inspraakrecht over men nu ook rechtstreeks bij de onderte maken. “We kunnen vanaf nu veel de uitbreidingen van de supercompu- zoekers brengen”, stelt Anne-Marie De
gedetailleerder en nauwkeuriger on- ter. Het is dan ook de bedoeling dat Meyer. “Er gaat heel wat mankracht
derzoek doen”, legt professor Stefaan onderzoekers van heel uiteenlopende schuil achter dit project.”
Poedts van het Departement Wiskunde pluimage met de cluster zullen werken.
uit. “Mijn groep zal er bijvoorbeeld zon- Stefaan Poedts: “Iedereen die wil, kan http://www.kuleuven.be/onderzoek/
newind en zonnevlammen mee simu- een account op het systeem krijgen. De kernprojecten/impuls/index.htm
Volgens professor Jan Van den Bulck,
mediasocioloog, is overmatig tv-kijken eerder het symptoom dan de
oorzaak van veel sociale problemen.
“Op een dag kreeg ik telefoon van
een vrouw”, vertelt hij. “Ze was ten
einde raad omdat haar man alleen
maar oog had voor de tv en niet meer
voor haar. Ze smeekte me hem te genezen.” Na een kort gesprek bleek
echter al snel dat de tv voor die man
de oplossing was van zijn probleem,
namelijk een communicatiestoornis
met zijn vrouw.
“In veel huishoudens vormt het bezitsrecht op de afstandsbediening
wel eens de aanleiding tot een conflict. Maar neem bij die families de
tv weg en er zal evenveel ruzie zijn,
maar dan over andere dingen. (…)
Natuurlijk is het beter je problemen
uit te praten dan ze op te kroppen”,
vindt de professor. “Maar ook daar
kan de tv een oplossing bieden.” Het
is bekend dat heel wat taboes, zoals
seksualiteit en drugs, pas in familiekring besproken worden na het
zien van een tv-programma. Op die
manier kan tv dus wel bijdragen tot
de communicatie binnen het gezin,
maar opnieuw is het allemaal afhankelijk van het gezin zelf.
Pubers laten sporen na
Het Nieu wsbl ad, 1.5.2005
—
Vandalen die zich uitleven op treinen en bussen kosten de spoorwegmaatschappij NMBS jaarlijks een gigantische 2,5 miljoen euro. (…)
“Veel jongeren maken een periode
mee, meestal tussen hun veertiende
en zeventiende, waarbij ze letterlijk
hun sporen willen nalaten”, zegt
Lode Walgrave, professor jeugdcriminologie. “Ze kerven dan hun naam
in een bankje, bekladden schooltafels en proberen zo hun plaatsje te
veroveren. Dat is misschien begrijpelijk, maar het betekent natuurlijk niet dat je het moet goedpraten.
Zeker als jongeren zich aan ergere
dingen bezondigen, zoals een bus
helemaal volspuiten met grafitti,
is het belangrijk dat ze de gevolgen
aan den lijve meemaken. Dat kan betekenen dat ze een week lang bussen
schoonmaken bijvoorbeeld.”
Van schoolse preventiecampagnes
op school verwacht Walgrave overigens weinig beterschap: “Vandalisme houdt nooit op. Als je vandalisme
uit de wereld wil krijgen, moet je ineens de puberteit afschaffen.”
4
nieuws
12.5.2005
campuskrant
Laboratorium voor Mouterij en Brouwerij ontwikkelt nieuwe pils GiG
Nederlanders drinken binnenkort
bier uit Leuvens labo
Eind dit jaar komt bij onze Noorderburen een nieuw pilsbier op de markt. Het luistert naar de hippe naam GiG en werd, zoals het
hoort, ontwikkeld in België: het Laboratorium voor Mouterij en Brouwerij mag zich de geestelijke vader van het nieuwe gerstenat
noemen.
Vincent Buyens
W
ie dacht dat het Leuvense
bierwezen uitsluitend geconcentreerd was binnen
de muren van gigant InBev, heeft het
mis. Verborgen tussen de bomen van
het Kasteelpark Arenberg bevindt zich
sinds 1991 namelijk het Laboratorium
voor Mouterij en Brouwerij. Daar werken onder meer Filip Delvaux en David
De Schutter (rechts op de foto), twee onderzoekers die hun leven wijden aan de
bierstudie en die onder de hoede van
professor Freddy Delvaux (links op de
foto) de GiG-pils ontwikkeld hebben. In
de koffiekamer waar het gesprek plaatsvindt, is de koelkast gevuld met een assortiment aan inheemse en uitheemse
bieren. “Overblijfselen van vorig onderzoek”, lacht De Schutter.
Carte blanche
“De vraag om een nieuwe, trendy pils te
ontwikkelen kwam van de Nederlandse
vastgoedmakelaar Ernest Menten. Die
geloofde dat er nog steeds een markt
bestaat voor dergelijke bieren en kwam
via een contactpersoon in Nederland
bij ons terecht. Wij hebben niet lang getwijfeld om de opdracht te aanvaarden.
Wij dragen innovatie hoog in het vaandel, en praktische toepassingen van
het theoretische onderzoek zijn voor
ons van essentieel belang. Bovendien
kregen we van de heer Menten, die zelf
niet zo thuis is in de technische aspecten van het bierwezen, een vrijgeleide
om het product te ontwikkelen zoals
dat ons het best leek.”
“Om te beginnen moesten we natuurlijk weten wat voor smaak de opdrachtgever precies in gedachten had.
Daarom lieten we hem een aantal bieren selecteren die hij zelf lekker vond
en hebben we die vervolgens geanalyseerd. De bedoeling was een bier met
een hoge drinkability te brouwen. Dat
wil zeggen dat de consument het niet
alleen lekker moet vinden, maar er ook
niet snel genoeg van mag krijgen. Het is
V
an Zeebroeck gebruikte bij de
ontwikkeling van zijn techniek
de discrete elementen methode
(DEM), een systeem dat de interactie
tussen deeltjes in kaart brengt. DEM
is ook een – bij ingenieurs - populaire
methode om het gedrag van bouwmaterialen te voorspellen. Een bijkomende
moeilijkheid bij de toepassing van DEM
op fruit is dat vruchten ‘zachte’ elementen zijn, met specifieke eigenschappen.
Zo moet in de eerste plaats de viscoelasticiteit van het fruit in rekening
gebracht worden. Via een reeks experimenten onderscheidde Van Zeebroeck
de belangrijkste parameters die daarin
meespelen: stijfheid en demping. Op
basis daarvan ontwikkelde hij contactkrachtenmodellen.
Een volgende stap waren uitgebreide
analyses van de mechanische schade
aan de stukken fruit. In het geval van
de appels werd die blutsschade uitgedrukt als blutsvolume.
Door de contactkrachtmodellen en
(© Rob Stevens)
dus voortdurend balanceren tussen het
vermijden van een te uitgesproken aroma, vooral van een te bittere nasmaak,
en het garanderen van een zekere complexiteit die het bier toch voldoende karakter en eigenheid geeft.”
“Omdat smaak ook een bijzonder subjectief gegeven blijft, werken wij steeds
met degustatiesessies. We leggen de verschillende ontwikkelde varianten eerst
voor aan een professioneel panel van
zo’n tien personen, om ze daarna voor
de leeuwen te gooien in een veel ruimer
opgezette consumententest. Wat die
laatste betreft, kunnen we uiteraard
rekruteren uit het onuitputtelijke Leu-
vense studentenbestand, maar we proberen ook een stevige vertegenwoordiging van ‘oudere’ Leuvenaars te hebben.
Tijdens die blinde degustaties wordt
aan de deelnemers gevraagd het bier zo
volledig mogelijk te omschrijven. Dat
wil zeggen dat ze niet enkel aandacht
moeten hebben voor de smaak en het
aroma, maar ook voor het schuim en
de subtiele nasmaak. Het bier na degustatie weer uitspugen, zoals dat bij wijn
gebruikelijk is, mag dus niet.”
En wat nu het bier klaar is? “Ons werk
is nu eigenlijk afgelopen. De marketing
van het product is uiteraard volledig in
handen van de heer Menten. Wel zullen
Virtuele appels
beperken blutsschade
Voor zijn doctoraatsonderzoek ontwikkelde Michael Van Zeebroeck (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen) een computersimulatietechniek die het mogelijk maakt de blutsschade
van fruit door trillingen nauwkeuriger te voorspellen. Geblutst
fruit oogt immers niet alleen onsmakelijk, elke bluts vormt ook
een kwetsbare plek voor schimmels, die de houdbaarheid van
de appel sterk beperken.
Els Spaas
de modellen over de concrete schade samen te brengen, kwam de onderzoeker
uiteindelijk tot een blutspredictiemodel. Belangrijke variabelen in dit model
zijn trillingsfrequentie, stapelhoogte,
vruchtgrootte, vruchttemperatuur en
rijpheid.
Stapelhoogte
De geldigheid van dit blutspredictiemodel werd getest met Jonagold-appels,
waarbij kisten met appels volgens een
bepaald trillingssignaal werden geschud. De resulterende blutsen per appel kwamen overeen met de resultaten
wij betrokken blijven bij de upscaling
van het product, dat wil zeggen de productie ervan op grote schaal. Wij waken erover dat de smaak in dat proces
niet te veel verandert.”
Of het nieuwe bier zal aanslaan?
“Daar hebben we alle vertrouwen in.
Het commerciële aspect van de zaak
lijkt goed voorbereid te zijn, en voor
vernieuwende kwaliteitsbieren zal er
altijd een markt zijn. Als het in Nederland een succes wordt, valt het niet uit
te sluiten dat het product in een latere
fase ook in België verdeeld zal worden.
Al ligt die beslissing natuurlijk niet bij
ons.”
van de simulatie: de computermodellen
benaderden de werkelijke blutsschade.
Aan de hand van de software DEMeter die collega-onderzoeker Engelbert
Tijskens op basis van de bevindingen
ontwikkelde, werd ten slotte ook onderzocht wat doorslaggevend was: de
mechanische parameters of de vruchteigenschappen. Het trillingssignaal, de
stapelhoogte en de grootte bleken een
grotere invloed te hebben op de blutsschade dan de vruchteigenschappen.
Het model biedt concrete voordelen
voor de fruitteeltsector. De simulaties
kunnen als leidraad dienen om verpakkingsmethoden te ontwikkelen waardoor blutsschade beperkt blijft.
Meer informatie vindt u op
http://www.biw.kuleuven.be/aee/amc/
research/dem/projects/damage/index.htm
campuskrant
maatschappij
12.5.2005
KORTNIEUWS
Studienamiddag rond medisch verantwoord sporten
Doping, of het eeuwige verhaal
van de stroper en de boswachter
School zonder uitsluiting
Het HIVA zet mee zijn schouders
onder het initiatief School+.
Platform voor een school zonder
uitsluiting, wat voortbouwt op een
programma van partners Cera
en Stichting Koningin Paola. Het
project wil onderwijsprojecten
aanmoedigen waarin kansen
gecreëerd worden voor leerlingen
met een moeilijke sociale achtergrond. School+ doet daarvoor ook
beroep op de partners van de
scholen: CLB’s, lokale overheden
en socio-culturele organisaties.
Een handleiding voor projecten,
een algemene publicatie met o.a.
wetenschappelijke achtergronden, een website, vormingsdagen
en advies op maat zijn enkele van
de elementen die School+ organiseert om het doel te helpen
bereiken.
Info: Ella Desmedt, (t) 046 32 43 56,
ella.desmedt@hiva.kuleuven.be
Het Vlaamse dopingbeleid
staat de laatste maanden fel
ter discussie. Gesteund vanuit
sportmiddens hekelde VLDsenator Jean-Marie Dedecker
de hypocrisie rond de nultolerantie in de dopingjacht.
In een open brief stelde hij
voor “de wetenschap te laten
uitdiepen tot waar medische
vooruitgang veilig kan samengaan met het verhogen van
sportprestaties”. Op 31 mei
organiseert het Instituut voor
Arbeidsrecht een studienamiddag over doping, medische
begeleiding en sportrecht.
Migranten studeren
verpleegkunde
Benedict Vanclooster
I
“
(© Rob Stevens)
n medische kringen hoor je verschillende geluiden omtrent het
standpunt van Dedecker”, zegt
professor Frank Hendrickx van het Instituut voor Arbeidsrecht, de bezieler
achter de studienamiddag. “Soms is het
toedienen van bepaalde producten medisch verantwoord en zelfs nodig om
sportbeoefenaars te beschermen. Vanuit puur ethisch perspectief worden gebruikers echter afgeschilderd als valsspelers. Dat spanningsveld komt ook op
de studiedag aan bod.”
Zelf legt Hendrickx zich in zijn onderzoek vooral toe op arbeidsrecht. “De
reguliere categorieën van het recht kan
je niet zomaar enten op de topsport.
Probeer maar eens de arbeidsreglementering toe te passen op de Ronde van
Frankrijk. Daar hebben wij als juristen dopinggebruik vasthangen? “Ik kan procedures. Er zal wel een stevig dosnog een weg af te leggen. Op 31 mei zoe- Jacques Rogge, de voorzitter van het In- sier tegen hem op tafel liggen, want ieken we naar antwoorden.”
ternationaal Olympisch Comité, volgen dereen weet dat de media de hele zaak
Vorig jaar trad de antidopingcode van als hij stelt dat dopingzondaars streng van nabij volgen. Zo’n gewichtig vonnis
het Wereld Anti Doping Agentschap gestraft moeten worden. Maar in indi- zal niemand zomaar vellen.”
(WADA) in voege. Alle sportorganisaties viduele gevallen kan het wel eens verwereldwijd moeten zich eraan houden. keerd of onrechtvaardig uitpakken. Ten
Slinger
Dankzij de code kunnen atleten sinds- eerste moet de sanctie in verhouding Beke, Museeuw, De Clercq, Meirhaeghe...
dien ook buiten competitie op
Het lijstje betrapte toppers was
doping worden gecontroleerd. “Als jurist heb ik het er wel moeilijk de voorbije jaren ongekend lang
Onder andere mountainbiker Fiin Vlaanderen. Maar het percenmee dat een overtreding automatisch tage op doping betrapte sporters
lip Meirhaeghe werd betrapt tijdens zo’n out of competition con- tot een bepaalde straf leidt. Er spelen is tijdens het eerste kwartaal van
trole. Topsporters moeten aan
dit jaar van 4,3 naar 3,5 procent
nogal wat verschillen naargelang
hun sportbond melden waar ze
gedaald in vergelijking met het
drie maanden later zullen ver- het individu, de sporttak en de regio. laatste kwartaal van 2004. In anblijven. “Natuurlijk grijpt het
derhalf jaar tijd zakte het aantal
Vergelijk dopingstraffen met verWADA daarmee verregaand in
betrapte wielrenners zelfs van
keersboetes: de ene wordt geflitst
het privé-leven van de atleet in”,
15 naar 2,9 procent. Werpt de doen de andere niet.”
geeft Hendrickx toe, “maar het
pingstrijd stilaan zijn vruchten
doel heiligt de middelen. Zij die
af? “De controles zullen redelijniets verkeerd doen, hoeven ook niets staan tot de overtreding. Daarnaast kerwijze wel hun effect hebben”, meent
te vrezen.”
dient men ermee rekening te houden Hendrickx. “Zeker tijdelijk geloof ik
dat sport voor een professionele atleet daarin. Maar er zullen nieuwe methoGeflitst
zijn inkomensbron is. Ten slotte moet den komen om prestaties te verbeteren,
De code voorziet in een standaardstraf worden nagegaan in hoeverre het recht al dan niet medisch verantwoord. Dan
van twee jaar schorsing. “Een uniforme op arbeid kan worden ingeroepen.”
krijgen de echte valsspelers nieuwe
dopinglijst lijkt mij een goeie zaak”,
In het strafrecht wordt uitgegaan van kansen om de competitie te vervalsen
zegt Hendrickx. “Als jurist heb ik het er het principe ‘onschuldig tot de schuld en hun gezondheid op het spel te zetwel moeilijk mee dat een overtreding bewezen is’. Voor dopingzondaars lijkt ten. En dan zal de slinger weer de anautomatisch tot een bepaalde straf het tuchtrechtelijke systeem wel op zijn dere richting uitgaan. Het eeuwige verleidt. Er spelen nogal wat verschillen kop gezet. Zo was het aan Rutger Beke haal van de stroper en de boswachter.”
naargelang het individu, de sporttak en om zijn onschuld te bewijzen. “Stel dat
de regio. Vergelijk dopingstraffen met er inderdaad wat schort aan de epo- Studienamiddag ‘Doping en medisch
verkeersboetes: de ene wordt geflitst test, dan is het principe in zijn geval verantwoord sporten’, 31 mei, vanaf 14u,
en de andere niet. Dan hangt het er nog inderdaad omgedraaid. Ook al wordt College De Valk, Aula Zeger Van Hee, Tienvan af of je betrapt wordt, want vooral hij vrijgesproken, bij veel mensen zal er sestraat 41, 3000 Leuven. Info: http://www.
de professioneel begeleide dopingge- twijfel blijven bestaan. Want waar rook law.kuleuven.be/arbrecht/studiedagen/stubruiker slaagt er vaak in om de sporen is, is toch vuur?”
diedagen.htm
van verboden producten te maskeren.”
“Het komt er ook op aan vertrouwen
Welk prijskaartje moet er dan aan te hebben in een aantal instellingen en
5
Een gezamenlijke studie van de
K.U.Leuven en de UCL, geleid door
professor Jozef Pacolet (HIVA) en
professor Xavier Leroy (Sociologie,
UCL), heeft uitgewezen dat allochtone jongeren in het Brussels gewest veel interesse hebben voor
de opleiding verpleegkunde. Drie
vierde van de Brusselse allochtone
meisjes kiest na het secundair
voor een opleiding verpleegkunde. Die interesse (14,2 procent
van de allochtone 18-jarigen
kiest voor verpleegkunde) staat
in schril contrast met de cijfers
voor de Belgische jongeren: van
de Franstalige Brusselaars begint
nog 6,4 procent aan de opleiding,
maar van de Nederlandstalige 18jarigen is dat amper 2,4 procent.
Die kloof heeft volgens de onderzoekers te maken met de zwakke
uitbouw van het traject binnen
het Nederlandstalige onderwijs,
te beginnen bij het secundair
beroepsonderwijs. Ook perceptie speelt een rol: autochtonen
beschouwen de scholen die de
richting aanbieden als ‘verouderd’, terwijl migranten vooral de
kansen op een waardevolle baan
zien. Wie verpleegkunde studeert,
vindt immers zonder problemen
een job. Verzorgenden hebben
het iets moeilijker om een baan te
vinden.
Margareta van York
Op uitnodiging van de gemeenteraad van Mechelen onderzoekt
professor Jean-Jacques Cassiman
van het Departement Menselijke
Erfelijkheid botresten uit het
Mechelse Stadsarchief. Koolstofonderzoek op de beenderen, die
bij de bouw van de Academie
voor Beeldende Kunsten in 1955
opgegraven werden, wees al uit
dat de botten uit de periode van
Margareta van York stammen. Die
zus van de Engelse koning Edward
IV vestigde zich in 1477 in Mechelen. DNA-onderzoek moet nu
uitsluitsel geven over de vraag of
de resten van Margareta van York
zelf zijn of van een tijdgenoot.
6
symposium
12.5.2005
campuskrant
Lezing: professor Dan Rockmore ontwierp techniek voor digitale kunstauthentificatie
De Brueghel Code ontcijferd
Het gebeurt niet vaak dat wiskundigen uitgenodigd worden om op de emeritaatsviering van een kunsthistoricus te spreken. Mathematicus Dan Rockmore, die een lezing komt geven op het symposium ter ere van Rubens-specialist Hans Vlieghe, is dan ook
niet de eerste de beste. Samen met twee collega’s van het Computer Science Department van het Amerikaanse Dartmouth College
ontwierp hij een techniek die de authentieke stijl van een schilder in cijfers vat. Vervalsers zijn alvast gewaarschuwd.
Els Spaas
D
e digitale techniek die Rockmore samen met Hany Farid
en Siwei Lyu ontwikkelde, is
een sterk staaltje: niet het
minst omdat de techniek een professionele wiskundige interesse handig weet
te integreren in een passie voor kunst.
Maar dat is niet de enige reden waarom
dit onderzoek enkele kolommen Campuskrant verdient. Rockmore heeft ook
de gave om de mathematische hocus-pocus die bij zijn techniek te pas komt, op
een bevattelijke manier uit te leggen:
“Eerst zet een scan het schilderij om
in digitale beelden met een hoge resolutie, en daarna begint het statistische
gedeelte. De digitale reproductie van
het schilderij wordt in kleine gebieden
ingedeeld, en daarin wordt de densiteit
van verticale en horizontale elementen
berekend: lijntjes en penseelstreken in
het schilderij. Een tweede mathematische stap houdt verband met verwachtingen. Dat kan je vergelijken met wat
je automatisch doet als je een persoon
een poosje observeert: je kan dan bijna
voorspellen hoe die persoon zich zal
gedragen in een bepaalde periode in
de toekomst. Vertaald naar het visuele
krijg je door informatie in een stukje
schilderij een idee over de bewegingen
van — in het geval van onze eerste toepassing — Pieter Brueghel de Oude. Ook
dat werd gekwantificeerd, en statistisch werden de verschillen berekend
tussen onze voorspellingen en wat Brueghel echt deed. Zo kregen we dus een
maat voor lokale stijlcoherentie.”
“Uiteindelijk zaten we dan met een
collectie van 72 getallen — ‘dimensies’
in de wiskunde — in elk van de gebiedjes waarin we het schilderij hadden ingedeeld. Dat kan je je moeilijk visueel
voorstellen, tenzij als een hele wolk
van punten. De volgende stap is dan
een reductie van die hele wolk tot een
voorstelling van een enkel punt in een
driedimensionale ruimte.”
“In onze analyse onderzochten we
dertien schilderijen die ooit aan Brueghel werden toegeschreven: de punten
van de schilderijen waarvan wordt aangenomen dat ze écht zijn, clusterden in
onze driedimensionale representatie
samen, terwijl de punten van de andere
schilderijen op een afstandje rond die
kern verspreid lagen. De schilderijen
die clusterden zijn dus door dezelfde
hand geschilderd, door Brueghel, de andere door imitators.”
Het grote gelijk
Wat de Brueghels betreft, bevestigde
Rockmores analyse de expertise van de
kunsthistorici. Een volgende testcase
was de Madonna con Bambino van Perugino. Hierover vermoedden de experts
dat niet het hele werk van de hand van
de meester was: tijdens de Renaissance
was het de gewoonte om delen van een
groot werk aan leerlingen over te laten.
Toepassing van Rockmores digitale
techniek op de verschillende gezichten
op het schilderij wees in dezelfde richting: drie van de gezichten waren van
dezelfde hand, de andere drie gezichten waren door drie andere mensen
geschilderd.
Na die eerste experimenten bood de
computeranalyse ook inzicht in schilderijen waarvan de toeschrijving wél
nog voor discussie zorgt. Rockmore: “In voor kunstenaars als Picasso, van wie
samenwerking met het New York Me- je het oeuvre kan indelen in duidelijk
tropolitan Museum of Arts zetten we afgebakende stijlperiodes. Zelfs als je
een project op poten dat kaderde in een twee Brueghels in verschillende genres
tentoonstelling met als titel Rembrandt analyseert, een landschap en een boeOr Not Rembrandt?. Het gaf ons de kans renscène, bijvoorbeeld, zal je weinig
om in één keer 21 Rembrandts te ana- coherentie vinden. Maar als je stukjes
lyseren. Volgens onze resultaten zijn er hemel van het landschap zou uitknip14 daarvan authentiek: de andere wer- pen en die zou vergelijken met stukjes
ken kunnen op basis van ons onderzoek hemel uit de boerenscène, dan zou je
niet langer aanzien worden als echte wel betekenisvolle resultaten kunnen
Rembrandts.”
krijgen. Bij Picasso zou dat ook kun“Eigenlijk is dat niet zo spectaculair. nen werken: focussen op zijn aanpak
De experts zijn het vaak niet eens, en van een bepaald element in opeenvolmeningende periodes
”Als je een persoon een poosje
gen
over
zou daar bijvoora u t h e n t i - observeert, kan je bijna voorspel- beeld een inteciteit kunressante natuurlen hoe die persoon zich zal
nen veranlijke evolutie in
gedragen in een bepaalde
deren. Het
getallen kunnen
is nog veel
periode in de toekomst. Op een opleveren.”
opmerke “Een
expert
gelijkaardige manier krijg je
lijker dat
gaat eigenlijk op
specialisdezelfde manier
door informatie in een stukje
ten
erin
te werk: als hij
schilderij een idee over de
geslaagd
een boerenscène
bewegingen van bijvoorbeeld
zijn om al
authentificeert als
zoveel vereen
Brueghel,
Pieter Brueghel de Oude.”
v a l si nge n
zal hij die in de
te onthullen, en dat zonder enig ander eerste plaats met andere boerenscènes
hulpmiddel dan een paar ogen en ken- van Brueghel vergelijken, en niet met
nis over de kunstgeschiedenis.”
landschappen.”
“Maar je moet altijd erg voorzichtig
Ondanks die beperking kan de mezijn met analyses: geen enkele techniek thode op heel wat media-aandacht reis waterdicht. Ook onze computerbere- kenen. Rockmore: “Volgens mij moet je
keningen zijn niet onfeilbaar.”
de waarde van deze techniek situeren
op een filosofisch niveau. Ik vind het
Brueghel en Brueghel is twee
iets heel fascinerend: een curator of
Discontinuïteit in een oeuvre is één een kunsthistoricus wijdt zijn hele levan de punten waar de computertech- ven aan schilderijen, en ziet dingen die
niek wel eens zijn tanden op stuk bijt. gewone liefhebbers helemaal niet zien.
Rockmore: “Maar dat geldt niet alleen Onze modellen kwalificeren nu die speci-
ale blik. Ze geven een kwantitatief idee
van elementen die een stijl uitmaken:
getallen drukken iets uit wat met moeite benaderd kan worden in woorden. Je
kan bijna zeggen dat de eigenheid van
kunst door deze methode vertaald kan
worden in getallen.”
Lara Croft en Mondriaan
Ten slotte zet deze nieuwe digitale toepassing de deur op een kier voor de creatie van perfecte vervalsingen. Rockmore ziet er geen graten in: “Dergelijke
creatieve toepassingen zie je ook in andere domeinen. Animatiefilms bieden
voorbeelden te over: wanneer je zorgvuldig de bewegingen van een persoon
meet, kan je uiteindelijk een cartoonfiguur maken die er uitziet en die beweegt als de echte persoon. Dat gebeurt
ook in computerspellen: Lara Croft is zo
geënt op een echt persoon.”
“Ook in de schilderkunst is het al gebeurd: in de stijl van Mondriaan zijn er
al schilderijen gemaakt die even goed
van zijn eigen hand hadden kunnen
zijn. Nu ja, als ik het zelf moest doen,
zou ik ook liever een Mondriaan dan
een Brueghel schilderen. Mondriaan
lijkt me toch dat tíkje gemakkelijker…”
’To be or not to be a connoisseur?’ Symposium In Honour of Hans Vlieghe, 13 mei,
Justus Lipsiuszaal, Faculteit Letteren,
Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven. Info:
http://www.arts.kuleuven.be/akm/kunstwetenschappen/activiteiten/symposiumvlieghe.
htm
Detail uit ‘Kunstkabinet van Cornelis van der Geest’ van Willem van Haecht (1628), Rubenshuis, Antwerpen
campuskrant
(2)
personalia
12.5.2005
WAT IS ER GEBE U R D M E T... ?
7
KORTNIEUWS
Winnaar Scriptieprijs vindt werk in een kasteel
De droomjob van een historicus
Rupscamera voor dunne darm
Patiënten met aandoeningen
aan de dunne darm kunnen in UZ
Gasthuisberg voortaan behandeld
worden met een nieuwe techniek,
de ‘dubbele ballon enteroscopie’.
De techniek, afkomstig uit Japan,
kan best omschreven worden
als een ‘rups’-camera. De twee
ballonnetjes in de flexibele buis
van de endoscoop worden om de
beurt opgeblazen. Wanneer het
ballonnetje achteraan opgeblazen
is, zorgt het ervoor dat de achterkant van de endoscoop vastzit
in de buis. De voorkant schuift
de darmwand intussen door naar
achter, en zo lijkt de endoscoop
een stukje naar voor te kruipen in
de darm. Door deze endoscoop,
die tegelijkertijd ook geneesmiddelen kan afgeven, wordt nu ook
de dunne darm bereikbaar. Toch
zijn er ook nadelen: de ingreep
vraagt veel tijd en personeel. De
techniek mag ook niet toegepast
worden bij patiënten met vergroeiingen in de buikholte: door
de verplaatsing van de darm kan
die immers scheuren.
(© Rob Stevens)
Nieuw bezoekerscentrum
IMEC
“Mijn vriendin heeft me meer dan een jaar moeten delen met een acht-
tiende-eeuwse adellijke maîtresse”, vertelde toenmalig kersvers licentiaat geschiedenis Koen De Vlieger-De Wilde vorig jaar in Campuskrant (jg. 15, nr. 6). U moet zijn
uitspraak niet te letterlijk te nemen: De Vlieger had zijn thesis gewijd aan de analyse
van de huishoudjournalen van Livina de Beer, gravin van Bergeyck. Het resultaat, een
scriptie over de levensstijl van de adel, werd bekroond met de Vlaamse Scriptieprijs.
En onrechtstreeks ook met een job in — jawel — een kasteel.
Tim Vuylsteke
I
“
n augustus werd ik aangesteld
als beheerder van het kasteel
d’Ursel in Hingene, bij Bornem”,
vertelt Koen De Vlieger. “Kasteel
d’Ursel werd tien jaar geleden gekocht
door de Provincie Antwerpen, en wordt
nu langzaam maar zeker gerestaureerd.
We organiseren er tentoonstellingen en
concerten, maar ook voor studiedagen,
vergaderingen en persconferenties kan
je er terecht.”
“Momenteel zijn alleen de buitenkant, de kelders en de gelijkvloerse
verdieping opgeknapt, maar op termijn
zullen ook de eerste en de tweede ver-
dieping afgewerkt worden. Dan komen
er ook meer mensen in dienst, en zal ik
me minder alleen voelen in ‘mijn’ kasteel.”
Vorig jaar was Koen als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de
Universiteit Antwerpen, en aan Campuskrant verklapte hij dat hij een doctoraatsaanvraag had lopen. “Die aanvraag werd uiteindelijk goedgekeurd,
maar ondertussen had ik al gesolliciteerd voor deze functie. Ik las de vacature, en wist gewoon dat ik mijn kans
moest wagen. Ik heb me mijn beslissing
nog geen moment beklaagd. Dit is echt
mijn droomjob. Ik ben dan ook niet van
plan hier snel weg te gaan.”
“Of mijn Scriptieprijs me geholpen
heeft bij mijn selectie? Dat zou je de jury
moeten vragen, maar ik geloof graag
dat het inderdaad voor dat extra duwtje
heeft gezorgd. Tenslotte staat zo’n prijs
toch wel mooi op het maagdelijk witte
cv van een pas afgestudeerde.”
Het interview met Koen De Vlieger-De Wilde
n.a.v. de Scriptieprijs (Campuskrant jg. 15,
nr. 6) kunt u lezen in ons archief op
http://www.kuleuven.be/ck/
In memoriam
Professor Guido Fauconnier
O
p 6 mei is in Antwerpen
emeritus professor Guido Fauconnier overleden. Hij was 69. Als
auteur van enkele referentiewerken
over communicatietheorie wordt hij
beschouwd als de ‘founding father’
van de Communicatiewetenschap in
Vlaanderen. De studie van reclame
en public relations kreeg door zijn
bijdragen een wetenschappelijk karakter. Ook de oprichting van het
Mediacentrum K.U.Leuven was deels
Fauconniers verdienste. Onder zijn
voorzitterschap gebeurde er in dit
centrum onderzoek naar de impact
van ‘nieuwe media’.
Tijdens zijn rijkgevulde academische carrière doceerde hij ook als
gasthoogleraar aan universiteiten in
Wisconsin, Rome en Pretoria. Bovendien was hij titularis van de Francqui-leerstoel aan de UGent. Van 1987
tot 1995 adviseerde hij als voorzitter van de Vlaamse Mediaraad de
Vlaamse Gemeenschap over het mediabeleid.
Op 27 april stelde IMEC een nieuw
interactief bezoekerscentrum
voor: IMECEXPO. Vitrines laten de
bezoekers toepassingen zien op
basis van onderzoek naar nanoelektronica en nanotechnologie.
Aansluiting bij ervaringen uit
het dagelijks leven staat daarin
centraal. Zo komen bijvoorbeeld
photovoltaïsche zonne-energie,
technologie in ruimtestations,
miniaturisering en cleanroom aan
bod. Enkele hogescholen bouwden interactieve kasten over de
computer, het cochleaire implantaat en de modernisering van de
radio. Het initiatief wordt ondersteund door de Stichting Roger
Van Overstraeten, die jongeren
warm wil maken voor technologie
en een technologische studierichting.
Metamorfose van juwelen
Op vraag van meester-juwelier
Thierry Holemans stelde professor Jan Van Humbeeck van de
Afdeling Fysische Materiaalkunde
met zijn ploeg een nikkel-titaanlegering samen met de naam
‘orichalc’. De stof heeft een soort
vormgeheugen, en is daardoor
in staat op bepaalde momenten
een bepaalde vorm aan te nemen.
Holemans kon zo juwelen ontwikkelen die tijdens het dragen een
andere vorm aannemen. Toepassingen met soortgelijke materies
worden al veelvuldig gebruikt
in de medische sector, nieuw is
nu dat de legering ook goud en
edelstenen bevat.
Nieuwe decaan
Ingenieurswetenschappen
(© Rob Stevens)
Bij de Faculteit Ingenieurswetenschappen werd een nieuwe
decaan verkozen. Huidig vicedecaan Ludo Froyen lost vanaf
augustus decaan Yves Willems
af. Professor Ann Haegemans, nu
voorzitter van het Departement
Computerwetenschappen, wordt
de nieuwe vice-decaan. Beiden
blijven minstens drie jaar in functie: na een evaluatie wordt die
termijn verlengd tot zeven jaar.
8
expo
12.5.2005
campuskrant
Boek en expo: de geschiedenis van de Celestijnenpriorij in Heverlee
Une histoire (peu) céleste
Priorijen zijn — als we de boekentop-lijstjes mogen geloven — erg ín, en vice-rector Guido Langouche had dan ook geen beter
moment kunnen kiezen voor een dubbelproject rond de Celestijnenpriorij. Onder zijn impuls verschijnt in mei het boek ‘De Celestijnenpriorij te Heverlee. Van klooster tot bibliotheek’, en die publicatie vormt de aanzet voor de tentoonstelling ‘Van Mone tot
Moneo’ in de Campusbibliotheek Arenberg. Beide projecten kunnen rekenen op de steun van professor Jan Roegiers van het
universiteitsarchief. Samen met diens medewerkers Mark Derez (universiteitsarchief) en Anne Verbrugge (kunstpatrimonium),
en de initiatiefnemer piepen we over de kloostermuur naar de eigenaardige geschiedenis van de plek.
Els Spaas
O
ngeveer drie jaar geleden
redde architect Rafael Moneo het Celestijnenklooster
van de vergetelheid. In een
poging om het lot van de priorij te keren, koos het universiteitsbestuur deze
locatie uit voor de vestiging van een
centrale bibliotheek voor Exacte Wetenschappen. In de wedstrijd die werd
uitgeschreven bogen internationaal
gereputeerde architecten zich over het
project, dat als beschermd monument
specifieke eisen met zich meebracht.
De grootste uitdaging bestond erin de
historische relicten niet te laten verdrinken in nieuwbouw. De selectie en
uitvoering van het ontwerp van Moneo
bezorgt België alvast een plaatsje in de
nieuwe Phaidon Atlas of Contemporary
World Architecture.
Maar daarmee is de kous niet af. Langouche: “Na de restauratie ontdekte ik
dat er nog niets gepubliceerd is over
het Celestijnenklooster. Nochtans bestaan er prachtige historische afbeeldingen, en zijn her en der nog waardevolle kunstvoorwerpen of fracties
ervan te vinden die zich destijds in de
priorij bevonden. In een lange fase van
gesprekken met professor Roegiers en
met Mark en Anne kreeg het idee voor
een boek stilaan vorm. We hebben een
tiental auteurs bereid gevonden een
stukje te schrijven rond het bestaande
beeldmateriaal.”
Derez: “Het boek is geen nieuwe wetenschappelijke studie: aan de hand
van bestaand onderzoek proberen we
een overzicht te geven van de evolutie
die het domein doorgemaakt heeft.
Daarin ligt de klemtoon heel erg op het
beeld.”
Verbrugge: “De iconografie van het
klooster was voor het grootste stuk
bekend — het beeldmateriaal komt grotendeels uit de archieven van de familie
Arenberg. Toch hebben we ook nieuw
materiaal gevonden, in Dülmen in
Duitsland. In het archief van de familie
Croy, de stichters van het klooster en de
aanpalende kerk die nu verdwenen is,
zaten ook nog tekeningen van de praalgraven die in de kerk hadden gestaan.
Voor de overige kunstvoorwerpen
konden we terecht in het stedelijk museum. In die collectie zaten de veertien
retabelstukken waarvan we er enkele
in bruikleen krijgen voor de tentoonstelling. Patrick Valvekens, een van de
co-auteurs, heeft trouwens ontdekt dat
die niet van de hand van beeldhouwer
Jan Mone zijn, zoals werd aangenomen, maar ongeveer 80 jaar later zijn
gemaakt, door Robrecht Colijn de Nole.
Het zijn dus vroegbarokke stukken.”
Gepeupel en andere rampen
Langouche: “Ten tijde van de Franse
Revolutie, in 1796, werd het klooster geplunderd, en in 1816 is de kerk helemaal
afgebroken. Het door Jan Mone gebeeldhouwde grafmonument van de jonge
kardinaal Willem van Croy werd naar
Edingen verhuisd. Een aantal andere
interessante stukken die gered konden
worden, kwamen in het stedelijk museum terecht. Zes van de stukken die we
in bruikleen krijgen, kunnen met toe-
gens verschillende bronnen ontspoorde
het gedrag van de Celestijnen in Heverlee al gauw: bier en vrouwen waren de
boosdoeners.”
Derez: “Het prestigieuze begin staat
in schril contrast met het verval dat al
snel intreedt. Willem van Croy was zo
ongeveer de belangrijkste politicus die
op dat moment op het Europese vasteland te vinden was: hij was gouverneur en daarna raadsman van Keizer
Karel. Zijn doen en laten in Heverlee
werd door de Engelsen met argusogen
gadegeslagen. Vanop zijn sterfbed, tijdens de Rijksdag in Worms van 1521,
waar Keizer Karel een historische ontmoeting had met Luther, geeft hij zijn
vrouw - via zijn testament - de opdracht
een klooster annex grafkapel op te
trekken. In de kerk reserveerde hij een
mausoleum voor zichzelf.”
Verbrugge: “De mausolea en de grafkerk krijgen een plaats in de tentoonstelling — met tekeningen, maar ook
ruimtelijk suggereert dat stuk van de
expositie een kerk. En uiteraard komen ook de bizarre bestemmingen aan
bod die de verschillende delen van het
klooster kregen ná de Franse Revolutie:
het klooster werd gebruikt als paardenstal en als hondenkennel. Na W.O.I
wordt de universiteit eigenaar van wat
er nog overblijft, en het gebouw wordt
uitbesteed aan de Boerenbond, die er
een proefstation installeert. De expositie eindigt met de wedstrijd voor de
restauratie: in de tentoonstelling zijn
enkele van de ingezonden ontwerpen
te zien.”
Boven: de Celestijnenpriorij met mausolea uit de grafkapel, ets van Antonius
Sanderus, uit ‘Chorographia sacra Brabantiae’, ‘s Gravenhage 1727 (Universiteitsarchief)
Onder: de witte toegangshal van de Campusbibliotheek Arenberg, een ontwerp van architect Rafael Moneo (foto Rob Stevens)
stemming van de conservator en van de ve: dat is het gebouw verderop dat nu
stad Leuven voor langere tijd in de bibli- dienst doet als peutertuin. De grafotheek blijven. Het zijn zes taferelen uit kerk en het klooster worden niet eens
het leven van Maria, in albast.”
meer vermeld. Toen Moneo de site zag,
Derez: “Die plundering van het kloos- beschreef hij die dan ook toepasselijk
ter wordt in teksten trouwens beschre- als een barca alla deriva, een schip op
ven in dezelfde bewoordingen als de drift”.
vernietiging van veel ander erfgoed
uit het ancien régime tijdens de Franse
Schip kiest koers
Revolutie. Het gepeupel van Leuven, Hoewel het gerestaureerde gebouw in
geleid door ene ‘Rosse Max’, kwam in zijn symbiose van oud en nieuw de eistoet afzakken
gen geschienaar Heverlee.
denis al ver“Uiteraard komen ook de
De analogie
beeldt, geeft
bizarre bestemmingen aan bod een tentoonmet het volk
van Parijs dat
stelling onder
die de verschillende delen van
optrok naar
dak van
het klooster kregen ná de Franse het
Versailles ligt
de oostelijke
Revolutie: het klooster werd
voor de hand.
klooster vleuIn
Heverlee
gel inzicht in
gebruikt als paardenstal en
zouden
ze
de totstandkoals hondenkennel.”
hun
woede
ming.
botvieren op
Verbr ugge:
de symbolen van de aristocratie: graven “De tentoonstelling volgt de indeling
werden geschonden, beelden werden van het boek, en geeft een chronoloverminkt.”
gisch overzicht van de fasen die het doLangouche: “En in de 19de en 20ste mein getekend hebben. Eerst belichten
eeuw evolueert de toestand van kwaad we de familie Croy, en de orde die zich
naar erger. Officiële documenten spre- hier vestigde. Die was geïnspireerd door
ken enkel nog over de Celestijnenhoe- Celestinus V, de paus-kluizenaar. Vol-
De muur van Moneo
Moneo bouwde op de plaats van de verdwenen zuidgang van het klooster een
hagelwitte toegangshal tot de bibliotheek: van in de glazen buik van deze
nieuwe vleugel heeft de bezoeker een
prachtig uitzicht op de kloosterhof
met de pandgang. De eigenlijke bibliotheek werd langs de oostzijde van het
klooster gebouwd, en lijkt er via loopbruggen aan vast te hangen. Het is dit
bijgebouwde stuk dat verantwoordelijk
is voor de controversiële rode buitenmuur.
Langouche: “Die rode muur wijst de
weg naar binnen, beweert Moneo. Het
architectonisch motief van de muur
verwijst bovendien naar het verleden:
de verschillende delen van het kloosterdomein waren ook vroeger al afgebakend door muren. En dat rood, tja, dat
is toch trendy?”
‘Van Mone tot Moneo’, 28 mei tot 15 september, Campusbibliotheek Arenberg, Willem
de Croylaan 6, 3001 Heverlee
‘De Celestijnenpriorij: van klooster tot bibliotheek’, ed. Guido Langouche, red. Mark
Derez en Anne Verbrugge, Leuven, Universitaire Pers. Verschijningsdatum: 28 mei,
Nederlandstalige en Engelstalige uitgave.
Meer info: http://www.wbib.kuleuven.
be/?moneo
campuskrant
nieuws
12.5.2005
KORTNIEUWS
vervolg pagina 1
Verbeterd implantaat laat doven naar muziek luisteren
Kattengejank
Ook doven uit sommige Aziatische landen kunnen baat hebben bij de nieuwe
techniek: “In verschillende Aziatische
talen is het gebruik van toonhoogte
heel belangrijk. Eenzelfde lettercombinatie kan verschillende betekenissen hebben: het Chinese woord ma kan
naargelang de toonhoogte waarmee
het wordt uitgesproken, zowel moeder
als paard betekenen. Chinezen met
een cochleair implantaat kunnen deze
woorden nauwelijks van elkaar onderscheiden, en dat kan natuurlijk zorgen
voor onaangename vergissingen. De
manier waarop zij horen via het apparaat kan eigenlijk vergeleken worden
met de manier waarop buitenlanders,
die vaak weinig gevoel voor toonhoogte
hebben, de taal spreken.”
Opnieuw of voor de eerste maal kunnen horen is voor een dove een alles
behalve vanzelfsprekende gebeurtenis:
“De patiënten moeten duidelijk wennen aan het geluid. Vele doven hebben
nog nooit gehoord en voor anderen is
het vaak al lang geleden. Het geluid dat
zij horen is bovendien heel anders dan
het gewone geluid. Maar iets is natuurlijk beter dan niets. De meeste mensen
die nog een goede herinnering hebben
van wat muziek is, vinden de muziek
die ze na lange tijd opnieuw horen helemaal geen muziek meer, maar eerder
kattengejank. ‘Muziek’ is voor hen een
moeilijk concept, maar sommige geluiden vinden ze wel aangenamer om naar
te luisteren dan andere.”
De reacties van de testpersonen, die
naast reeksen klinkers en muzieknoten
ook eenvoudige melodietjes als Broeder
Jacob en Altijd is Kortjakje ziek te horen
kregen, waren dan ook erg gevarieerd:
“Sommige patiënten die op latere leeftijd doof werden, gaan de muziek waar
ze vroeger van hielden nooit meer mooi
vinden. Maar er is ook dat voorbeeld
van de proefpersoon die vroeger al van
rockmuziek hield en nu zijn apparaat
inplugt op zijn diskman. Maar dat is
toch eerder uitzonderlijk.”
Hoewel de geluidskwaliteit dankzij
de techniek sterk verbeterd is, is ze wel
nog niet te vergelijken met de kwaliteit
die horenden waarnemen: “Bij meerdere gelijktijdige geluiden hoort de
patiënt met een implantaat vaak één
(© Rob Stevens)
“Sommige patiënten gaan de muziek waar ze vroeger van hielden nooit meer
mooi vinden. Maar er is ook dat voorbeeld van de proefpersoon die vroeger al
van rockmuziek hield en nu zijn hoorapparaat inplugt op zijn diskman.”
samengesteld geluid. In dit labo proberen we dan ook om achtergrondgeluiden of ruis beter te onderdrukken,
zodat de patiënt de spreker die gehoord
moet worden eruit kan filteren. Ook de
techniek om toonhoogtewaarneming
te vergroten moet trouwens nog verder
geëvalueerd worden voor ze gebruikt
kan worden op grote schaal.”
http://www.kuleuven.be/exporl/Lab/Members/
Laneau/PhD/
Duelleren
met dons
(© Rob Stevens)
9
Op 3 mei werd het
Ladeuzeplein totaal
overrompeld, maar
de inzet was dan ook
niet min: op het plein
zou het grootste
kussengevecht ter
wereld plaatsvinden.
Het wereldrecord, dat
op 2.770 deelnemers
stond, werd verpulverd. Er waren 4.000
kussens beschikbaar,
maar er kwamen vele
honderden extra gegadigden opdagen. De
recordpoging was een
initiatief van Alegria,
kandidaat-praesidium
van Ekonomika.
Stressen in helder water,
relaxen in troebel water
Waterkevers, waterwantsen,
larven van waterjuffers, wormen
en waterslakken spelen mogelijk
een cruciale rol voor de waterkwaliteit van ondiepe vijvers
en meren. En hun verspreiding
verschilt drastisch naar gelang van
het soort vijver. Dat blijkt uit het
doctoraatsonderzoek van Frank
Van de Meutter van het Laboratorium voor Aquatische Ecologie.
Ondiepe vijvers kunnen voorkomen in twee stabiele toestanden:
helder water met veel waterplanten en weinig algen, en troebel
water met weinig waterplanten
en veel algen. Of een vijver al dan
niet helder water heeft, wordt
bepaald door de hoeveelheid voedingsstoffen in het water en het
onderlinge samenspel van waterplanten, algen, vis en waterplankton (watervlooien, bijvoorbeeld).
Maar in vijvers is nog leven:
ongewervelde diertjes die dicht
bij de oever leven, zoals larven
van waterjuffers, waterkevers,
waterwantsen, wormen en
waterslakken. Samen worden ze
de oevergebonden macro-invertebraten genoemd. Er is nooit
onderzocht of die groep mee de
helderheid van het water bepaalt
en omgekeerd: of de diertjes beïnvloed worden door de helderheid
van het water.
Frank Van de Meutter stelde in zijn
doctoraatsonderzoek vast dat er
wel degelijk een verschil is tussen
heldere en troebele vijvers als het
aankomt op het soort oevergebonden macro-invertebraten
dat er leeft. Er is bovendien een
wisselwerking. In vijvers die vis
bevatten, groeien waterjufferlarven beter en zijn ze actiever als
het water troebel is. Ze voelen
zich beter geborgen en hebben
dus minder stress dan in vijvers
met helder water waar vissen
rondzwemmen.
Het was al bekend dat watervlooien – die de helderheid van het water dus mee beïnvloeden – graag
schuilen tussen waterplanten om
niet ten prooi te vallen aan vis.
Maar als er tussen die planten
veel larven van waterjuffers zitten, stelde Van de Meutter vast
dat de vlooien daardoor worden
afgeschrikt. Ze zwemmen weer
naar het open water en vallen dus
mogelijk makkelijker ten prooi aan
andere dieren. Onrechtstreeks
kunnen oevergebonden macro-invertebraten de helderheid van het
vijverwater dus wel beïnvloeden.
Van de Meutter onderzocht voorts
de manier waarop macro-invertebraten zich verspreiden. Er zijn
twee types: vliegende en niet-vliegende. Vliegende macro-invertebraten vliegen frequent over land
van vijver naar vijver; niet-vliegende verspreiden zich veel moeilijker
en worden heel soms door andere
dieren over land getransporteerd.
De verspreiding van diertjes uit
die laatste groep bleek wel sterk
toe te nemen als vijvers verbonden zijn door beekjes. Vliegende
macro-invertebraten bleken
bovendien nogal kieskeurig. Ze
koloniseren alleen die vijvers waar
de omstandigheden volledig naar
hun zin zijn. Ook dat was nog niet
eerder vastgesteld en werpt een
nieuw licht op de vraag hoe het
komt dat bepaalde soorten wel
in de ene maar niet in de andere
vijver voorkomen.
10
zeswekelijkse
bijlage voor personeel
12.5.2005
campuskrant
– personeelskrant –
11 s e i n o p v e i l i g – 11 d e c o l l e g a’s – 1 2 g e l i j k e n o e m e r s
KORTPERSONEEL
Sebastiaan van Steenberge dirigeert Capella Academica een laatste keer
“Het juiste koor op het juiste moment”
SAP-toepassing
‘Mijn doctoraat’
Doctoraatsstudenten dienen sinds
februari de gegevens over hun
doctoraatsonderzoek zelf te beheren via de SAP-toepassing Mijn
doctoraat. De link in het menu van
Mijn studentendossier vervangt de
weinig transparante schriftelijke
informatieoverdracht. De ingegeven informatie verschijnt enkele
maanden voor de doctoraatsverdediging automatisch in de lijst
met de aankondigingen, en in de
elektronische K.U.Leuven-agenda.
Bij het begin van een doctoraatsonderzoek controleert de doctoraatsstudent cruciale formele
gegevens, zoals de titel van het
onderzoek en de naam van de
promotor(-en). Een volgende stap
zijn de wetenschappelijke samenvattingen van het onderzoek, die
in principe ook in de onderzoeksdatabank terechtkomen. Deze
samenvatting kan in de loop van
het onderzoek worden aangepast.
Bij het afsluiten van het onderzoek geeft de doctoraatsstudent
de finale versie door.
Mijn doctoraat biedt ook de mogelijkheid een vulgariserende samenvatting in te zenden, bestemd
voor een breder publiek en voor
de pers. Elektronische archivering
van het definitieve proefschrift,
ten slotte, is mogelijk via Libridoc.
Voor een uitgebreider overzicht van
de mogelijkheden van ‘Mijn doctoraat’ kan je terecht op http://www.
kuleuven.be/doctoreren/mijn_doctoraat.htm, of in de helpteksten in
de toepassing. Aankondigingen van
doctoraten vind je op http://www.
kuleuven.be/doctoraatsverdediging/
cm/actueel.html en http://agenda.
kuleuven.be/index.cgi?eadc=1%20
Intranet Associatie K.U.Leuven
Vanaf 12 mei heeft al het personeel toegang tot het intranet
van de Associatie K.U.Leuven. Dit
intranet is toegankelijk via de
login-knop op de website http://
associatie.kuleuven.be/personeel/login.htm. U logt in met uw
K.U.Leuven-gebruikersnaam en
-paswoord. Het intranet omvat
drie rubrieken:
1. In de kijker: met nieuws, aankondigingen van studiedagen,
interessante websites, ...
2. Algemene documenten: zoals de
jaarverslagen, het beleidsplan, ...
3. Thema’s: met de prioritaire actielijnen, wie zich met het thema
bezighoudt en de belangrijkste
documenten over het thema.
Wie lid is van een stuur- of werkgroep kan bovendien de documenten van de eigen stuur- of
werkgroep(en) raadplegen.
http://associatie.kuleuven.be/
personeel/login.htm
“Ik mag in schoonheid eindigen. Dit concert zal het strafste zijn dat het koor onder mijn leiding
heeft gebracht”, zegt Sebastiaan van Steenberge tevreden. Drie jaar lang dirigeerde hij met brio
het personeelskoor Capella Academica, en op 28 mei neemt hij afscheid met een concert in het
franciscanenklooster van Vaalbeek.
Katrien Steyaert
H
“
et koor, ontstaan in 1998, verwelkomt alle personeelsleden
van de K.U.Leuven”, vertelt
An Boudrez, de voorzitster van Capella
Academica. “Het is de bedoeling dat
mensen uit verschillende faculteiten elkaar leren kennen. Ik ben zelf postdoc
aan de faculteit geneeskunde en ben
van in het begin lid van het koor. Nu
organiseer ik samen met het bestuur
de concerten, waar gemiddeld drie- à
vierhonderd toeschouwers op afkomen.” In zijn nog jonge bestaan legde
het koor al een gevarieerd muzikaal
parcours af: na hun start in de Engelse
traditie maakten ze al uitstapjes naar
jazz, barokke en renaissancistische passiemuziek, Europese volksliederen en
operette.
Hummen en neuriën
Sebastiaan van Steenberge, componist, organist en kapelmeester van de
Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, bracht het koor in religieuze
sferen. Van Steenberge: “Koren die met
mij werken, komen in contact met
grote kerken en orgels. Musiceren in
een grote kathedraal is een ervaring
op zich.” Boudrez beaamt: “Ik bewaar
goede herinneringen aan ons eerste
concert samen, Great is the Lord, waarin
we samen met de Antwerpse kathedraalkoren een uitgebreid programma
afwerkten.”
Vóór Van Steenberge, de vijfde dirigent in de rij, zwaaiden andere vooraanstaande muzikanten met het dirigeerstokje bij Capella Academica.
Boudrez: “Onze projecten, die ongeveer
een half jaar duren, werden altijd geleid door ‘grote kleppers’. Zo hebben
we twee keer samengewerkt met Kurt
Bikkembergs, die nu het koor van de
Vlaamse Opera dirigeert. Meestal kiest
de dirigent de muziek in samenspraak
met het koor. Tot nu toe is dat altijd
goed meegevallen.”
Capella Academica mag dan een amateurkoor zijn, het streeft wel kwaliteit
na. Boudrez: “We vragen engagement.
Je komt niet alleen als je zin hebt.” Van
Steenberge: “We werken heel geconcentreerd en boeken daardoor telkens
vooruitgang. Maar er is ook plaats voor
humor en ontspanning.”
Boudrez: “De gehoor- en stemtraining
zijn erg leerrijk, zeker voor de mensen
die geen muzikale vorming genoten
hebben. Nee, aspirant-leden moeten
geen stemtest afleggen. Daardoor zijn
we een erg heterogene groep: het gaat
van mensen die geen noten kunnen lezen tot zangers en zangeressen die heel
muzikaal zijn.” Van Steenberge: “Als iemand echt niet kan zingen, krijgt hij of
zij van mij een heel discreet signaal…
dat er nog andere koren zijn.” Boudrez:
“Er is één Indiër geweest die lid wilde
worden, maar die had een heel ander
idee over muziek. Hij zat meer te hummen en te neuriën dan te zingen.” Mannen zijn nochtans meer dan welkom bij
(© Michaël De Lausnay)
Capella Academica, waarin vier tenoren
en acht bassen het moeten opnemen tegen 33 vrouwenstemmen.
Orgelpunt
Tijdens de repetities en het jaarlijkse
koorweekend worden de vriendschapsbanden aangehaald. Van Steenberge:
“Daardoor gaat het koor ook beter musiceren. Tijdens de koorweekends had ik
het gevoel dat het echt mijn groep was.
Dat doet deugd. Capella Academica was
voor mij het juiste koor op het juiste
moment. Ik heb veel bijgeleerd, niet
alleen als muzikant. Ik ga het koor zeker missen.” Boudrez: “We hebben van
in het begin afgesproken samen een
beperkt aantal projecten af te werken.
We zijn Sebastiaan zeker niet beu. Op
drie jaar tijd hebben we veel van hem
geleerd, maar nu is het tijd om met iemand anders in zee te gaan.”
Van Steenberge neemt afscheid met
het Requiem (1947) van de Franse componist Maurice Duruflé: “Ik mag in
schoonheid eindigen. Duruflé behoort
tot mijn lievelingsmuziek en dit concert zal het strafste zijn dat het koor onder mijn leiding heeft gebracht. Hoewel
elk concert iets speciaals had, kijk ik
nog het meest uit naar dit optreden. De
combinatie van de stukken geeft een
mooi overzicht van honderd jaar Franse
Romantiek. Verder hebben we het geluk met Peter Van de Velde, een fantastische organist, te mogen werken. Ook
de plaats van de uitvoering, de kloosterkerk van Vaalbeek, zorgt voor een
meerwaarde. Er staat een goed, groot
orgel, iets dat we in Leuven voorlopig
nog moeten missen.”
Wie van Steenberge opvolgt, staat nog
niet vast. Boudrez: “Eind mei kiezen we
tussen Tineke Verlooy en Dieter Staelens. Zij verzorgen elk een gastrepetitie
en daarna peilen we naar de voorkeur
van de koorleden. Maar eerst zwaaien
we Sebastiaan uit. Onze jaarlijkse barbecue zal deze keer iets spectaculairder
zijn…”
Capella Academica, Requiem van Maurice
Duruflé en werken van tijdgenoten, 28 mei,
20u, franciscanenklooster, Prosperdreef 9,
3054 Vaalbeek. Kaarten kunnen worden
besteld bij Cultuurcoördinatie, (t) 016 32 03
40, cultuur@kuleuven.be. Meer info:
http://www.kuleuven.be/capellac
campuskrant
–personeelskrant –
12.5.2005
11
Wie is de man of vrouw
achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
de Collega’s 20
Of wie schuilt er achter de persoon
met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door SVEN NEVENS
(© Rob Stevens)
In de vorige
aflevering verwees
Driek Heijlen van
Werfcoördinatie ons
door naar Katleen Surkijn.
“Ik heb het onwaarschijnlijk zalige
gevoel dat al mijn dromen stilaan uitkomen”, glundert Katleen Surkijn (25).
“Ik leef samen met mijn ideale levenspartner, kan me omringen met de beste
vrienden, woon binnenkort in een
droomhuis en heb sinds vorig jaar ook
de job van mijn leven gevonden. Geen
wonder dat ik dag in dag uit vrolijk fluitend rondstap.”
“Mijn job aan de K.U.Leuven draagt
in niet geringe mate bij tot mijn geluk,
maar ik heb er wel eventjes naar moeten zoeken. Nadat ik al een tijdje bij de
KBC-bank had gewerkt, ben ik vier jaar
geleden op de universiteit terechtgekomen: eerst op de verzendingsdienst,
maar sinds januari 2004 werk ik voor
de Dienst Samenaankoop. Met mijn
collega Greet Serneels en mijn baas,
mijnheer Van Aerschot, zorg ik ervoor
dat alle personeelsleden kwaliteitsartikelen kunnen aankopen tegen gunsttarieven. We werken samen met lokale
klein- en groothandels, maar evenzeer
met multinationals als Sony. De sfeer op
onze dienst is enorm prettig: we zijn net
een leuke familie. Bovendien komen we
in contact met heel veel verschillende
mensen, die dan ook nog eens allemaal
blij zijn ons te horen of te zien… Zeker
als we voor een fikse korting kunnen
zorgen.”
“Voor zoveel professioneel plezier heb
ik graag de dagelijkse trein- en busverplaatsing over van en naar Zoutleeuw,
op de grens tussen Vlaams-Brabant
en Limburg. Daar kom ik volledig tot
rust. Anderhalf jaar geleden kochten
mijn vriend Nico en ik er de prachtige
vierkantshoeve van mijn grootouders.
Momenteel zijn we volop bezig met
de verbouwings- en renovatiewerken:
de elektriciteits- en watervoorziening
waren totaal verouderd en in de hele
hoeve stond er slechts één klein kacheltje. Een immens karwei, maar we doen
dat echt enorm graag. Ondertussen valt
alles stilaan in zijn definitieve plooi en
we hopen tegen de zomer zowat volledig klaar te zijn.”
“Voor andere hobby’s blijft er tegenwoordig niet veel tijd over. Heel af en
toe kruip ik op de fiets en ook een ontspannend tijdschrift kan me regelmatig bekoren. Reizen is echter niet echt
aan ons besteed: ons huis ís gewoon
onze vakantie. Samen met enkele
vrienden barbecuen in onze grote
tuin, daar kan geen enkel tropisch
zonnekloppersparadijs tegen op.”
“Ik denk dus dat ik met recht en
reden goedgemutst en vriendelijk
ben. Het is ook díe levensvreugde
die me vaak in andere mensen treft.
Zo zie ik hier geregeld de stralende
glimlach van Mark De Reu, die op de
Dienst Bewakings-en Beveiligingsbeleid werkt. Ik ben zeer nieuwsgierig
naar wat hem zo opgewekt door het
leven doet gaan…”
Een cursus geluk, gratis en voor
niets in de volgende aflevering van
de Collega’s…
KORTPERSONEEL
Sein op veilig
Veilig en gezond
met de fiets naar het werk
Woonwerkverkeer allitereert mooi
met wagen, maar de twee zijn allerminst synoniemen. De fiets is het
logische gezonde alternatief (voor wie
niet in een ander werelddeel woont).
En voor korte verplaatsingen in
dienstopdracht kunt u op een dienstfiets springen. In het fietsluik van de
mobiliteitspagina op het web vindt u
alle info over VELO (de fietsuitleen- en
hersteldienst), dienstfietsen, fietsenstallingen en – (levens)belangrijk –
fietsveiligheid. Peddelen maar!
http://www.kuleuven.be/mobiliteit/fiets/
index.htm
Vernieuwde sjablonen
Het verdwijnen van de ‘.ac’ uit
alle e-mailadressen en URL’s van
de K.U.Leuven brengt met zich
mee dat de individuele templates
voor briefpapier, fax, nota en
memo aangepast dienen te worden. Naast de ‘.ac’-aanpassing
bevatten de vernieuwde sjablonen die de dienst AIV ontwikkelde
ook het associatielogo. Daarmee
wordt gevolg gegeven aan een
Gebu-beslissing van vorig jaar.
De werkwijze om de templates
te personaliseren kan u vinden
op de website van de huisstijl.
Info: http://www.kuleuven.be/pr/
huisstijl.htm
Nieuwe disclaimer
Er is een nieuwe disclaimer voor
de webpagina’s van de K.U.Leuven.
De disclaimer kreeg ook een meer
zichtbare plaats. Onderaan de
homepage van de K.U.Leuven ziet
u in de footer waar de vernieuwde
disclaimer dient te worden geplaatst.
http://www.kuleuven.be/cwis/claim.
htm
–personeelskrant –
12
(3)
12.5.2005
campuskrant
GEL I J K E NOEM ER S
Ooit al tot uw grote verbazing moeten vaststellen dat u niet de enige Jan Pieters of Piet Janssens bent aan onze universiteit? En vraagt u zich dan ook al jaren af wie die illustere collega die dezelfde naam draagt als u wel mag zijn?
I
n deze rubriek brengen we de naamgenoten onder het K.U.Leuven-personeel samen, en confronteren hen
met hun niet zo unieke identiteit. In
deze derde aflevering komen Jan Van
Impe en Jan Van Impe aan bod. De eerste is professor chemie (links op de foto),
de tweede bibliothecaris (rechts op de
foto).
CK: Wat is uw functie aan de K.U. Leuven?
Professor Jan: “Ik ben verbonden aan
de Faculteit Ingenieurswetenschappen,
waar ik aan het hoofd sta van de Afdeling Chemische en Biochemische Procestechnologie en -regeling. Concreet
hou ik me bezig met het optimaliseren
— op basis van wiskundige modellen —
van (bio)chemische processen, zoals de
biologische waterzuivering of de processen in chemische reactoren. Daarnaast
geef ik natuurlijk ook les.”
Bibliothecaris Jan: “Officieel ben ik bibliograaf, maar dat is een wat vreemde
term. Schrijf maar dat ik bibliothecaris
ben, in de Centrale Bibliotheek. Ik heb
twee verschillende soorten taken. Enerzijds moet ik de collectievorming van
de naslagwerken in de grote leeszaal
coördineren, anderzijds ben ik ook vakreferent. Dat betekent dat ik lezers met
een informatieprobleem moet helpen,
adviseren of doorverwijzen. Ten slotte
verzorg ik ook een beetje de pr van de
Centrale Bibliotheek: als er bezoekers
moeten worden rondgeleid, dan wordt
dat meestal door mij gedaan.”
CK: Was u er zich van bewust dat u een
naamgenoot hebt hier in Leuven?
Professor Jan: “O ja. Vooral door de
talloze ‘foute’ e-mails en telefoontjes.
Soms word ik aan de telefoon verkeerdelijk voor de andere Jan gehouden, en
dan kan het wel een tijdje duren voor
ik er een speld tussen krijg. Je moet
ook weten dat mijn collega ooit nog redacteur — en zelfs hoofdredacteur — is
geweest bij Campuskrant, in het begin
(© Rob Stevens)
van de jaren negentig. Ikzelf was in die
periode mijn doctoraat aan het afwerken, en vrienden feliciteerden me toen
geregeld met mijn leuke artikels, en
vroegen zich af waar ik in godsnaam
de tijd vond om die te schrijven. Verder
heb ik een paar jaar geleden eens een
boeket bloemen ontvangen. Dat had
de andere Jan besteld voor mevrouw
Bush, toen die de bibliotheek ging bezoeken.”
Bibliothecaris Jan: “Ook in de bibliotheek zorgen naamgenoten soms voor
verwarring. Toen ik een tijd geleden
merkte dat onze publicaties zich in de
catalogus ‘vermengd’ hadden, heb ik ze
door de Dienst Catalogisering meteen
uit elkaar laten halen. Nu staat naast
mijn naam tevens mijn geboortejaar
vermeld.”
CK: Zou u willen ruilen met uw collega?
Professor Jan: “Weet je dat ik nog nooit
in de Centrale Bibliotheek ben geweest?
Alleen daarom zou zo’n ruil al interessant zijn. Anderzijds ben ik veel te chaotisch om in een bibliotheek te werken,
al boeit kunst me wel mateloos. Ik volgde destijds een parallelle opleiding Musicologie, en kan ook oprecht geraakt
worden door de schoonheid van een
wiskundig bewijs of een gelukt experiment.”
Bibliothecaris Jan: “Ik doe mijn job
veel te graag om hem in te ruilen, en
chemische ingenieurstechnieken zijn
nu ook niet meteen mijn specialiteit. Ik
moet echter bekennen dat ik soms wel
eens droom van een academische carrière. Ik heb enorm veel respect voor
wetenschappers, want zonder hen zou
onze bibliotheek vrij leeg zijn. Op mijn
werk zie ik dagelijks de resultaten van
oneindig veel verschillende soorten onderzoek binnenkomen, en daar sta ik
echt voor in bewondering.” (tv)
Schiet
(© Rob Stevens)
klaar
Twee dagen voor de
eerste ronde van de
rectorverkiezingen
werden er al punten
geteld in de Universiteitshallen. Al ging
het dan wel om
punten behaald bij
het kruisboogschieten. De Koninklijke
Volkskunstgroep
Reuzegom vierde op
8 mei haar zestigste
verjaardag met een
‘feestelijke kruisboogschieting met
Brabantse gildes’ in
de Museumzaal van
de hallen.
campuskrant
onderwijs
12.5.2005
13
Nieuwe onderwijsregeling, nieuw examenreglement
Academici kunnen vele nieuwe wegen op
De Academische raad van 9 mei
keurde een reeks wijzigingen
goed aan de onderwijsregeling
en het examenreglement.
Rectoraal adviseur Toon Boon
licht de belangrijkste toe.
D
“
e wijzigingen zijn een concrete uitwerking van de manier
waarop de K.U.Leuven, vanuit
haar eigen onderwijsvisie, invulling
geeft aan het flexibiliseringsdecreet.
De bepalingen zullen wel samengaan
met wettelijke vereenvoudigen die de
administratie hoger onderwijs ons op
korte termijn beloofde. Het gaat om
een nogal lange reeks nieuwe of sterk
gewijzigde reglementen. Ik moet me
dus beperken tot een opsomming van
de meest opvallende vernieuwingen. In
deze context limiteren we ons tot die
voor het onderwijzend personeel. De
universiteit zal nog gerichte informatie
verstrekken voor de studenten.”
Grotere verantwoordelijkheid
“De K.U.Leuven koos ervoor om voor
alle opleidingen, ook de uitdovende
licenties, VAO’s enzovoort, eenzelfde
reglement toe te passen als voor de
nieuwe bama-opleidingen die we van
de overheid moesten flexibiliseren. Op
die manier wil de instelling transparantie van regels en systemen handhaven. De docent moet dus voor eenzelfde
opleidingsonderdeel, dat soms in ver-
Ad_KHL_CampusKrant_DEF
nieuwde, soms nog in oude opleidingen geplaatst is, geen apart referentiekader hanteren voor de scores die hij
verleent. Voor vele docenten verdwijnt
in de toekomst ook de verplichting om
aan alle examenberaadslagingen deel
te nemen. Faculteiten kunnen zelf in
belangrijke mate de omvang van de
examencommissies bepalen en wie er
lid van is. Daartegenover scheppen de
nieuwe deliberatiecriteria voor de individuele examinator en de examencommissie in het geheel ook een grotere
verantwoordelijkheid. De individuele
examinator moet weten dat zijn individuele score nu meer bepalend is voor
het globale resultaat van een student:
men zal moeten beseffen dat wanneer
men een student een zes geeft, men
daarmee in principe die student tegenhoudt, hoe goed ook de totaalscore van
die student mag zijn. Men kan dus niet
meer rekenen op ‘compensaties van de
collega’s’. Omgekeerd, als men een 10
geeft, beslist men daardoor dat de student in elk geval voor het vak voldaan
heeft. Sommige opleidingsonderdelen,
die moeilijk in punten te vertalen zijn,
kunnen voortaan beoordeeld worden
met ‘geslaagd’ of ‘niet geslaagd’.
“De examencommissie moet er rekening mee houden dat zij in sommige
gevallen haar beslissing explicieter
zal moeten verantwoorden, als gevolg
van het beroep dat bij de Raad voor
Studievoortgangsbeslissingen mogelijk
is. Belangrijk is ook dat men de delibe-
17-03-2005
17:10
Page 1
raties nog zorgvuldiger dan voorheen
moet voorbereiden. Studenten moeten
immers niet meer verplicht op de deliberatie aanwezig zijn, maar ze moeten
wel vooraf verwittigd worden als hun
aanwezigheid nodig is.”
“De meeste nieuwe kansen liggen op
het vlak van de onderwijsorganisatie.
Daar kunnen academici zich in het
vervolg veel gemakkelijker engageren
in programma’s van internationale
samenwerking en zo tot gezamenlijke
diplomering komen met een buitenlandse instelling. Men kan ook weloverwogen stipuleren dat bepaalde opleidingsonderdelen door studenten niet
kunnen gevolgd worden onder de vorm
van een individueel creditcontract of
examencontract, omdat de begeleiding
een integrerend onderdeel van het verwerkingsproces is. Als keerzijde geldt
hier dan weer dat men dergelijke uitsluitingen zorgvuldig in de syllabi van
het opleidingsonderdeel zal moeten opnemen. Ook als men vindt dat bepaalde
opleidingsonderdelen slechts na andere
kunnen gevolgd worden, zullen deze zogenaamde volgtijdelijkheidsvoorwaarden
kunnen gesteld worden, maar moeten
ze echt geëxpliciteerd zijn in de syllabi.
De wetgeving verplicht ons er ook toe
om in de nabije toekomst zorgvuldiger
om te gaan met het weigeren van eventuele vrijstellingen. Als een student het
hiermee niet eens is, kan hij ook hier
naar de Raad voor Studievoortgangsbeslissingen trekken, weliswaar pas na
het doorlopen van een interne procedure die ook onze academici moet beschermen.”
“Voor de universiteit als geheel is
het belangrijk dat er niet meer gedacht
wordt in termen van ‘studiejaren’,
maar van ‘entiteiten van x studiepunten’. Er zal meer aandacht moeten gaan
naar de evaluatie van instromende
studenten, om eventueel ingeroepen
vroeger verworven competenties en
kwalificaties te valoriseren. Een en ander zal de nodige gevolgen hebben voor
de informatica-systemen en databases.
Op termijn dient er een continu geactualiseerd ‘studentendossier’ te komen,
met een overzicht van goedgekeurde
programma’s, vrijstellingen, examenresultaten enzovoort. Verder valt het
te verwachten dat de loskoppeling van
inschrijvingsgeld en statuut negatieve
financiële gevolgen zal hebben voor
de universiteit. Anderzijds zullen de
nieuwe regels de nood aan trajectbegeleiding en advies doen toenemen. Dit
moet verder ontwikkeld worden in samenspraak tussen de relevante centrale
diensten en de faculteiten.”
Info: http://www.kuleuven.be/onderwijs/
flexibilisering/index.htm (met link naar de
respectieve reglementen vanaf 16 mei).
– advertentie –
PROFESSIONELE
BACHELOR OPLEIDINGEN
• Bedrijfsmanagement
• Biomedische laboratoriumtechnologie
• Chemie
• Office management
• Onderwijs, Kleuteronderwijs
• Onderwijs, Lager onderwijs
• Onderwijs, Secundair onderwijs
• Sociaal werk
• Toegepaste informatica
• Verpleegkunde
• Voedings- en dieetkunde
• Vroedkunde
Meer informatie vind je op
www.khleuven.be
016 39 86 60 - info@khleuven.be
��������������������
�����������������������
����
����
������
�������
��������������������������
������������������������������
���������������������
De��������������� lanceert het project
����������������������������������������������������
Ben je tussen 16 en 23? Heb je een beetje of zelfs véél ervaring
met jeugdwerk of een andere vorm van vrijetijdsbesteding in
groep (als vrijwilliger of gewoon als deelnemer)? Heb je zin om
samen met andere jongeren uit heel België oplossingen te bedenken, actie te ondernemen en dingen te veranderen?
De Stichting P&V biedt jou hiervoor de mogelijkheid en de financiële middelen!
����������
Surf naar ��������������������������������
en stel je kandidaat vóór 27 mei 2005.
Of bel Véronique Philips op het nr. 02/250.91.24
����������������������������������������������������������������������
����������������������������������������������
add_campuskrant NL_zw.indd1
19/04/2005, 15:01
14
onderwijs
12.5.2005
campuskrant
Onderwijsvernieuwing: trajectbegeleiding bij Godgeleerdheid
“Aan de kant van de studenten,
maar geen knuffeldienst”
Een universitaire studie is een lange weg. Afhankelijk van je voorgeschiedenis en van wat er onderweg gebeurt, kan die tocht
bovendien verschillen van student tot student. Bij Godgeleerdheid probeert Luc De Saeger al die individuele trajecten naar het
juiste doel te brengen.
Ludo Meyvis
S
“
tudietrajectbegeleiding (STB) is
een OOP-project, gefinancierd
door de Vlaamse regering. OOP
staat voor ‘onderwijsondersteuningsproject’. We ondersteunen het onderwijs en staan ten dienste van studenten en professoren. De aandacht gaat
in de eerste plaats naar instromende
studenten. Bij Godgeleerdheid hebben
we meer zij-instromers dan eerstejaars.
Dat zijn studenten die al een diploma
hebben, of die al een tijd in de praktijk
staan. Ze hebben een heel individuele
voorgeschiedenis, en volgen vaak een
aangepast studieprogramma. Uiteraard
zitten ze met tal van vragen over wat
er mogelijk is, hoe ze hun studie — die
ze vaak combineren met een baan en/of
een gezin — kunnen organiseren, wat
de verschillende opties zijn, enzovoort.
Om dat te begeleiden, hebben we het
STB-project opgezet. Daarnaast focussen we ook op de beginnende generatiestudenten.”
“Adviseren is een belangrijk deel van
mijn taak. Ik zie álle studenten van het
eerste bachelorjaar wekelijks – meestal
in groepjes van tien, vaak ook individueel. Ik ondersteun hen in hun leerproces. Dat betekent concreet dat ik aandacht besteed aan ‘leren leren’, dus aan
het verwerven van een reeks basisvaardigheden, bijvoorbeeld literatuur leren
opzoeken, analyseren en synthetiseren,
enzovoort. Ook met allerlei materiële
vragen kunnen ze bij mij terecht, bijvoorbeeld vragen rond studiefinanciering. En ook psychosociale problemen
worden besproken, en indien mogelijk
geremedieerd. Ik probeer daarbij zo
dicht mogelijk bij de studenten te blijven. Het gebeurt dat een student met
veel moeite een bepaald probleem signaleert. Zo iemand kan je niet altijd
dadelijk doorverwijzen naar een gespecialiseerde — en voor hem of haar anonieme — dienst. Vaak is die student pas
na lange tijd klaar om de stap te zetten
naar zo’n dienst.”
Verankering
“Het is uiteraard belangrijk dat ik de
studenten echt goed kén. Daarvoor
moet je hun vertrouwen winnen en dat
kan pas als zij ervaren dat je aan hun
Studiedag onderwijsvernieuwing
Grenzen verleggen
Op 7 juni wordt een studiedag georganiseerd over onderwijsvernieuwing. Bij het wisselen van de rectorale ploeg is dat voor
professor Frans Lammertyn, Coördinator Onderwijsbeleid, een
goede gelegenheid om even te reflecteren over wat er op dat
vlak de afgelopen jaren gerealiseerd is.
Ludo Meyvis
D
“
e studiedag heeft als titel
Grenzen verlegd. Ik denk dat er
moeilijk een betere naam bedacht kon worden. Het is niet moeilijk
om vast te stellen dat er de afgelopen jaren inderdaad heel wat gebeurd is met
allerlei grenzen.”
Entgrenzung
“De grenzen tussen universiteit en
hogeschool zijn verlegd, door de vele
contact- en instroommogelijkheden.
De grenzen tussen disciplines zijn veranderd: je hebt nu programma’s die
rechten en economie combineren, of
actuariaat en een ingenieursopleiding,
of de grenzen tussen de taalstudies bij
Letteren, die zo goed als verdwenen
zijn. De grenzen tussen de studiejaren
zijn gewijzigd bij de invoering van het
Bama-systeem: de flexibiliteit is sterk
toegenomen, en het jaarsysteem is weliswaar niet verdwenen, maar toch sterk
van karakter veranderd.”
“Vergeet ook de klassieke grenzen
niet, die tussen binnen- en buitenland.
De hele Bologna-hervorming is juist
ingevoerd om de internationale mobiliteit te vergroten. Het Toledo-systeem
heeft de grens tussen de plaatsen waar
je studeert, sterk doen vervagen. Of
neem de situatie van professor en student: in de plaats van de teacher in front
heb je nu de coach on the side. Zo kan je
zonder problemen nog hele reeksen
‘grenswijzigingen’ vaststellen. Dat is
trouwens zeker niet iets dat typisch is
voor Leuven alleen, of zelfs niet voor
de universitaire wereld. De Duitse socioloog Ulrich Beck heeft vorig jaar Entgrenzung und Entscheidung geschreven,
een prachtig boek waarin de nieuwe
kant staat. Daarom examineer ik niet,
en ik hanteer bewust een erg laagdrempelige toegang. Mijn kantoor ligt letterlijk in het midden van de faculteit en de
deur staat altijd open. Maar aan de kant
van de studenten staan wil niet zeggen
dat ik een soort knuffeldienst beman. De
bedoeling is problemen tijdig te detecteren en begeleiding te geven bij de oplossing, maar het echte werk moet door
de studenten zelf gedaan worden.”
“STB is structureel verankerd in de
faculteit. Zo is mijn werk gekaderd in
het vak Theologische Methodiek, dat ik begeleid. STB is echter géén monitoraat,
idee van ‘grens’ in de hedendaagse samenleving grondig geanalyseerd wordt
— een boek dat ik trouwens graag in
mijn colleges gebruik.”
“Uiteraard is niet iedereen daar gelukkig mee. Er bestaat zoiets als de samenzwering van de zekerheid: een ‘samenzwering’ tussen sommige docenten die
zich verzetten tegen al te frequente en
al te grondige wijzigingen en bijvoorbeeld studenten die liever de Oude
Markt frequenteren dan de collegezaal.
Het nieuwe onderwijs vraagt ongetwijfeld meer van onze studenten en van
onze docenten. Maar het is een kwestie van kiezen of delen. Je kúnt niet
gezapig bij het oude blijven, terwijl de
wereld om je heen verandert en er duidelijk nieuwe eisen gesteld worden aan
het hoger onderwijs. Ofwel ga je mee,
ofwel loop je binnen de kortste keren
hopeloos achter.”
De Associatie toont zich
“Op onze studiedag — trouwens al de
derde in vijf jaar die gewijd is aan onderwijsvernieuwing — willen we het
beste tonen van wat de K.U.Leuven op
dat vlak te bieden heeft. Dat gebeurt
niet alleen via uiteenzettingen, maar
ook via een flink aantal demonstraties. Interessant is toch wel dat zowat
een derde van de demo-projecten afkomstig zijn van de hogescholen van
de Associatie! We hebben er ook goed
op toegezien dat de bijdragen goed ge-
in die zin dat het mikt op vaardigheden
die in een veel ruimer kader bruikbaar
zijn dan alleen dat bepaalde vak. De
structurele verankering blijkt ook uit
mijn lidmaatschap en ondersteuning
van de POC en van de FOOC, de coördinatie van de didactische teams en
mijn taak als permanente ombuds. En
op centraal niveau krijg ik veel steun
van DUO en de Dienst Studieadvies.
Daarnaast is er ook binnen de Associatie aandacht voor STB. Ik volg wat daar
gebeurt aan denkwerk en werk te velde.
En een laatste en heel belangrijke vorm
van verankering heeft te maken met de
continue evaluatie van de STB, door de
studenten, de POC, de Faculteitsraad en
DUO. Ik rapporteer ook halfjaarlijks in
het kader van de OOP-financiering.”
“De STB is niet enkel een dienst voor
de studenten. Ook professoren komen
geregeld aankloppen met vragen in
verband met hun onderwijs. De STB
maakt dus deel uit van een dynamiek
van onderwijsvernieuwing binnen de
faculteit en draagt ook bij tot die dynamiek: professoren weten zich gesteund
en gestimuleerd in het bewust omgaan
met hun onderwijs.”
“STB is een concept dat niet hard af
te lijnen is, juist omdát het de individuele situatie van de student in rekening
wil brengen bij de onderwijsvoortgang.
Precies daardoor krijgt het zijn uniek
karakter. Een OOP-project is per definitie tijdelijk, maar ik maak me sterk dat
STB in onze faculteit intussen zo goed
ingeburgerd is dat het moeilijk nog weg
te denken is.”
spreid zijn over alle faculteiten. En de
studiedag is meteen ook een prima moment om de eerste praktijkervaringen
met de Bama-structuur met elkaar te
delen. Het systeem draait nu bijna een
jaar. Ik heb het gevoel dat de overgang
opvallend soepel verlopen is. Ik heb in
elk geval zo goed als geen enkel ernstig probleem kunnen opvangen, noch
officieel, noch in de wandelgangen.
Trouwens, begin maart hebben ook
studenten op een bestuursvergadering
van LOKO de invoering van de bachelormasterstructuur positief geëvalueerd.
Nu, misschien bewijst dat dat het vele
voorbereidende werk in de faculteiten
en ook op centraal niveau zijn vruchten
afgeworpen heeft?”
“Naast de uiteenzettingen en de bezoeken aan de demonstratiestands is er
ook een panelgesprek met beleidsmensen. Onderwijsminister Vandenbroucke
en rector Oosterlinck nemen daaraan
deel, naast vice-rector Langouche, professor D’Haen van Letteren en professor
De Ceulaer van de Economische Hogeschool Brussel. Is nu het moment niet
gekomen om te zeggen: iedereen welkom!?”
Info: http://www.kuleuven.be/sdo2005
Studenten over invoering bama:
http://www.loko.be/nieuws/onderwijs/
bachelorinvoering/PloneNewsItem_view
campuskrant
interview
12.5.2005
15
Een leven lang...
Pedagoog Erik De Corte
“De studie
wint erbij als ze
geënt is op
praktijkervaring”
Een goede profvoetballer en een goede universiteitsprofessor
hebben meer gemeen dan men op het eerste gezicht zou denken. De eerste durft op het einde van zijn carrière al eens een
jaartje te gaan voetballen in een lucratieve competitie in het
Midden-Oosten of Japan, terwijl de tweede ervan droomt om
zijn loopbaan te beëindigen aan een gerenommeerde universiteit in het buitenland. Voor pedagoog Erik De Corte (63) is
die droom werkelijkheid geworden. Volgend jaar sluit hij zijn
actieve loopbaan af in Stanford. Omdat Amerika ons net iets
te ver leek, stemde hij ermee in om nu al even terug te blikken
op zijn leven en loopbaan.
Interview
Tim Vuylsteke
(© Rob Stevens)
1950: Dromen van het onderwijs
“Al heel vroeg wist ik dat ik later onderwijzer wilde worden. Andere jongetjes
zeggen op die leeftijd ook wel dat ze
piloot of politieagent willen worden,
maar meestal gaat het dan om fantasieën. Bij mij is die droom echter altijd
gebleven.”
“Mijn schoolloopbaan is op zijn minst
eigenaardig te noemen. Na zes jaar lagere school aan het Sint-Pieterscollege
in Blankenberge — mijn geboortestad
— sloeg ik de vierde graad van het basisonderwijs over, en ging aan dezelfde
school de lagere cyclus van de oude
humaniora volgen. Drie jaar later verhuisde ik naar de normaalschool in
Torhout, tegen het advies van het Torhoutse PMS-centrum in, dat me liever
verder Latijn had zien studeren. Dat
PMS-centrum werd toen overigens geleid door Cyriel Dekeyser, die later aan
de normaalschool mijn leraar Pedagogiek zou worden, en die ik nog later opnieuw zou ontmoeten in Leuven, eerst
als professor en naderhand als collega.
Leuk detail: aan mijn achterdeur in
Blankenberge was in die tijd een rijksnormaalschool, maar toch werd ik door
mijn ouders naar de katholieke normaalschool in Torhout gestuurd.”
1960: Scheikunde of Pedagogiek?
“Na de normaalschool wou ik absoluut
verder studeren, en ik had mijn oog
laten vallen op Scheikunde, een vak
dat mij erg boeide. Helaas kon ik me
met mijn onderwijzerscertificaat niet
inschrijven voor die richting, althans
niet voor een wettelijke graad. Toen heb
ik opnieuw een PMS-advies in de wind
geslagen, want zij raadden me aan een
voorbereidend jaar wiskunde te volgen,
om daarna een ingenieursstudie aan
te vatten. Het is dus Pedagogiek gewor-
den, en ik heb nog steeds geen spijt van
die beslissing.”
1978: Gewoon hoogleraar
“Na het behalen van mijn licentie kreeg
ik als een van de eerste pedagogen in
Leuven een beurs als navorsingsstagiair bij het — toen nog — NFWO. Van ’64
tot ’70 liep die, met een korte onderbreking voor mijn legerdienst. In 1972
werd ik benoemd tot docent, in ’76 was
ik hoogleraar, en nog eens twee jaar
later gewoon hoogleraar. Ik heb het beroep van onderwijzer dus nooit uitgeoefend, al zou ik dat voor mijn onderzoek
wel zeer nuttig hebben gevonden. Ik
denk dat een studie Pedagogische Wetenschappen erbij wint als ze geënt is
op praktijkervaring. Nu, bij mij is het
zonder die praktijkervaring ook gelukt,
en als hoogleraar ben ik uiteraard ook
deels ‘onderwijzer’. Mijn jongensdroom
is dus toch een beetje uitgekomen.”
“Het onderzoek in de Pedagogische
Wetenschappen gooit geen hoge ogen
in de maatschappij. Nochtans gaat een
zeer aanzienlijk deel van het budget
van de Vlaamse gemeenschap naar onderwijs, dus eigenlijk zou het vanzelf
moeten spreken dat dat onderwijs onderbouwd wordt door degelijk onderwijskundig onderzoek. Ik heb het dan
ook altijd als mijn taak gezien het pedagogisch-wetenschappelijk onderzoek
te promoten. Dat onderzoek moet mijns
inziens worden gebaseerd op twee pijlers. Enerzijds moeten we op zoek gaan
naar betere theorieën over leren en onderwijzen, en anderzijds moeten we er
ook voor zorgen dat in het onderzoek
relevante thema’s worden behandeld,
zodat op een wetenschappelijke basis
kan worden gestreefd naar een verbetering van de onderwijspraktijk.”
“Mijn eigen onderzoek, dat zich aan-
vankelijk toespitste op het formuleren
en evalueren van onderwijsdoelstellingen — een puur didactisch domein
dus — is al vroeg geëvolueerd in de onderwijspsychologische richting: welke
vormen van leren en welke krachtige
leeromgevingen zijn nodig om de vooropgestelde doelen te bereiken?”
“Ik heb tijdens mijn loopbaan overigens ook een paar keer kunnen proeven
van een beleidsfunctie. Zo ben ik een
tijdlang academisch secretaris geweest,
wat later departementsvoorzitter, en
nadien ook nog directeur van het ILT
(Instituut voor Levende Talen), van ‘87
tot ‘93.”
“EARLI is niet het enige internationale project waarbij ik betrokken was.
Ik heb aan heel wat initiatieven in
West-Europa en Amerika meegewerkt,
maar ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking was ik vrij actief.
Op dit moment ben ik ‘president’ van
de International Academy of Education
en leider van een onderdeel van een
samenwerkingsproject van de VLIR en
de University of the Western Cape. Mijn
deelproject probeert een antwoord te
formuleren op de vraag wat het onderwijs kan doen voor kinderen die het
slachtoffer zijn van de HIV/AIDS-pandemie.”
1985: EARLI en de ‘Erik De Corte
Award’
“Reeds kort na het behalen van mijn
doctoraatstitel voelde ik de behoefte
om bij het bedrijven van mijn wetenschappelijke activiteiten uit de kleine
kring te breken die Vlaanderen toen op
pedagogisch gebied was. Al gauw stelde
ik echter vast dat er ook in Europa geen
ontmoetings- en uitwisselingsforum
bestond in mijn vakgebied, iets wat
nochtans essentieel is voor een vruchtbare onderzoeksomgeving. Ik ben dan
ook meteen beginnen ijveren voor een
dergelijk forum, en dat resulteerde in
1985 in de oprichting hier in Leuven
van EARLI (European Association for
Research on Learning and Instruction),
waarvan ik de eerste voorzitter werd.”
“EARLI wordt dit jaar twintig, en
tot mijn genoegen heeft het bestuur
van de vereniging beslist om naar aanleiding van die verjaardag de ‘Erik De
Corte Award for a Young and Promising
Scholar in the Science of Learning and
Instruction’ in het leven te roepen. En
daar ben ik natuurlijk bijzonder blij
mee!”
2005: Stanford als afsluiter
“Volgend academiejaar word ik bijzonder emeritus, omdat ik voor mijn pensioen nog een jaar naar Stanford mag.
Ik krijg er een fellowship aan het Center
for Advanced Study in the Behavioral
Sciences, en dat is natuurlijk wel een
leuke manier om mijn actieve loopbaan
af te sluiten.”
“In september 2006 ga ik dan echt
met emeritaat, al zal ik wel betrokken
blijven bij een aantal projecten. Als ik
gezond mag blijven, zal ik dus nog wel
een en ander opvolgen, maar ik zal tegelijk ook afstand nemen. Ik zal niet stoppen van vandaag op morgen, maar wil
wel meer aandacht besteden aan andere zaken, zoals lezen, muziek, genieten
van de Blankenbergse zee, en reizen.
En natuurlijk wil ik ook meer tijd doorbrengen met mijn familie, vooral met
mijn vrouw, die me mijn hele carrière
lang fantastisch gesteund heeft.”
16
studenten
12.5.2005
campuskrant
KAMER
BREED
Om de drie weken belt onze man
in de straat aan bij een willekeurig Leuvens studentenkot, en
onderwerpt een kamer én haar
bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt
in de Emile Mathieustraat, maar
wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn
terrein. Volgende keer belt hij
misschien wel bij jou aan!
DE
KAMER
 Adres: Emile Mathieustraat
23
 Ligging: Benedenverdieping,
straatkant
 Grootte: 12 m2
 Huurprijs: Ongeveer 260 euro
per maand
 Aantal studenten: Acht (vijf
meisjes, drie jongens)
 Inboedel: Bed, bureau, laptop, koelkast, wastafel, kleerkast, boekenrek, ingemaakte
kast, bijzettafeltje met printer
en radio, twee zetels, modepop
DE
BEWONER
 Naam: Julie Haspeslagh
 Leeftijd: 21
 Studierichting: Eerste licentie
Communicatiewetenschappen
 Woonplaats: Roeselare
 Lief: Jeroen, sinds september 2001
 Geslaagd?/!: Sommige mensen beschouwen Communicatiewetenschappen als de gemakkelijkste richting aan
onze universiteit. Maar eigenlijk maak
je je studie zo moeilijk als je zelf wil. Je
kan natuurlijk alleen maar eenvoudige
vakken kiezen, waarvoor je enkel een
korte paper hoeft te schrijven, maar
als je een klein beetje risico durft te
nemen, dan wordt het superinteressant. Later zou ik graag in de media
terechtkomen. Binnenkort moet ik op
stagegesprek bij enkele productiehuizen, en als het me daar bevalt, probeer
ik misschien nog een extra diploma
regisseur te behalen. Anders wordt het
wellicht journalistiek of marketing.
 Hobby’s: Piano (tot vorig jaar volgde ik les, nu speel ik nog af en toe) en
lopen (tweemaal per week, om fit te
blijven).
 Hoezo dit kot?: Mijn neef had
vroeger ook een kamer in dit gebouw,
en zijn kot leek me wel tof. Omdat
bovendien mijn oom de eigenaar is,
was de keuze snel gemaakt. Dit is echt
wel een luxekot, hoor. Niet alleen ligt
het vrij dicht bij mijn faculteit, maar
we hebben ook een afwasmachine in
de keuken. Dat betekent natuurlijk
een extra kost voor de kotbaas, maar
anderzijds verkleint hij daarmee wel
de kans op grote schimmelinfecties.
Verder mogen we zo vaak douchen als
we willen, en moeten we onze vuilniszakken niet zelf bekostigen. Het enige
nadeel is dat ik soms last heb van slapeloze nachten, vanwege de slechte
isolatie!
 Kotleven: ‘Kotleven’ is voor mij een
synoniem van ‘familieleven’, en dat is
goed, want ik woon hier tenslotte vijf
dagen per week. We doen zeer veel
dingen samen op dit kot: eten, spelletjes spelen, dvd’s bekijken, vrienden
uitnodigen… De meisjes zijn in de loop
der jaren echte vriendinnen geworden. De jongens zijn dan weer iets
luidruchtiger, maar au fond zijn het
allemaal lieve en brave gasten.
 Uitgaansleven: Ik hou van dansen, en dus ook van fuiven — al
wordt de fuiffrequentie stilaan wat
lager, nu het einde van het semester
nadert. Ik heb wel nogal veel slaap
nodig, dus af en toe een wat minder
late activiteit — een bioscoopbezoek, bijvoorbeeld, of een caféavond — kan ik ook wel smaken. En
natuurlijk spendeer ik ook wat tijd
samen met mijn vriend.
 Modepop: Het klinkt wat onnozel, maar toen ik klein was, wou ik
absoluut modeontwerpster worden.
Ik maakte toen met mijn stikmachine kleren voor die pop. Nu fungeert
ze vooral als kapstok en als ‘gezelschapsdame’. Met die pop in mijn
kamer voel ik me nooit alleen!
(tv)
Nieuwe regeling studentenarbeid
In april pakte minister van Werk Van den Bossche uit met een nieuwe regeling voor jobstudenten. Hoewel dit slechts een principeakkoord is en de publicatie van effectieve maatregelen pas voorzien is voor eind juli, ontstond in de berichtgeving verwarring
over de tewerkstelling in de zomermaanden van 2005. De Jobdienst stelt dan ook nu al de krachtlijnen van het akkoord voor aan
studenten en werkgevers.
Els Spaas
E
en eerste luik van de nieuwe regeling bevestigt de bestaande
regels voor vakantiewerk in de
zomerperiodes. De loonkost blijft hier
lager dan die van gewone werknemers,
de sociale zekerheidsbijdragen bestaan
hier enkel uit solidariteitsheffingen
van 2,5 procent voor studenten en 5
procent voor de werkgevers. Aan deze
categorie zijn zoals voordien drie voorwaarden verbonden.
Een eerste voorwaarde bepaalt het
contract van de student als een schriftelijke overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. Het maximum
aantal dagen dat een student bij alle
werkgevers samen mag werken tijdens
juli, augustus en september werd vastgelegd op 23. Bij overschrijding van dit
totaal moeten student en werkgever de
normale bijdragen voor sociale zekerheid betalen, en dat vanaf de eerste
werkdag. Een laatste voorwaarde is van
belang voor studenten die in het academiejaar bij dezelfde werkgever hebben
gewerkt. Voor hen gelden de verminderde bijdragen enkel als ze tijdens het academiejaar buiten de verplichte lesuren
met een overeenkomst voor studenten
werden tewerkgesteld.
Wat wel wijzigt is de regeling voor
studentenarbeid tijdens het jaar, en dat
vanaf 2005-2006. Het aantal dagen met
verlaagde RSZ-bijdragen kan nu buiten
de vakanties worden uitgebreid met
maximum 23 bijkomende werkdagen.
Opnieuw geldt hier de voorwaarde dat
de tewerkstelling buiten de verplichte
lesuren en volgens een overeenkomst
voor tewerkstelling van studenten gebeurt. De bijdrage wordt hier vastgesteld op 4,5 procent voor de student en
8 procent voor de werkgever.
Deze verdubbeling van het aantal
werkdagen met een lagere loonkost
gaat gepaard met een fiscale maatregel
die het fiscale bedrag voor kinderen ten
laste optrekt. Voor schoolverlaters betekent deze uitbreiding van werkdagen
met lage bijdragen een mindering van
hun wachttijd.
Meer info over vakantiewerk: Brigitta De
Baets, (t) 016/32 44 38, jobdienst@dsv.kuleuven.be, http://www.kuleuven.be/jobstudent/
nieuweregeling_2005.htm
campuskrant
cultuur
12.5.2005
Jeroen Bernaer wint eerste Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon
Dood en geweld om halfzeven
De wedstrijd heeft een nieuwe naam — net zoals de organiserende studentenkring — maar het
recept is nog steeds hetzelfde. Laat de studenten een kortverhaal of een aantal gedichten schrijven, engageer een groepje specialisten van binnen en buiten de faculteit om de schrijfsels te
beoordelen, en schenk de winnaars wat geld en een kunstwerk. Et voilà, je hebt de Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon. De twintigjarige student Germaanse Jeroen Bernaer won met zijn
verhaal ‘Het Vrolijke Bestaan’ de editie 2005 voor proza.
Tim Vuylsteke
W
ie het verhaal niet gelezen heeft, denkt bij
zo’n titel wellicht aan
een lyrische setting met
onbezorgde personages en een ‘feel
good’-plot. Maar dat is helemaal niet
het geval. Jeroen: “Nee, inderdaad. Die
titel is vrij cynisch bedoeld, want het
verhaal zit vol geweld en dood. Al mag
ik ‘Het Vrolijke Bestaan’ eigenlijk geen
verhaal noemen. Het bestaat uit dertien
afzonderlijke scènes en een epiloog. Die
stukjes heb ik wel met elkaar trachten
te verbinden, door een aantal zinnen
letterlijk te herhalen en via een aantal
steeds terugkerende motieven, zoals
de tijd — heel wat personages sterven
om halfzeven, en in een aantal andere
scènes speelt een tikkende klok een
belangrijke rol — en de muziek, die de
personages overspoelt.”
“Elk deeltje staat op zichzelf — er zijn
geen personages die terugkeren — maar
ik heb toch geprobeerd een zekere samenhang te creëren. Zo is er een evolutie van pure zelfmoord in de eerste
scène naar echte moord in de volgende
stukjes. Bovendien neemt de willekeur
toe met elke scène. Belangrijk is ook de
rol van de epiloog. Iemand die het verhaal gelezen had, vertelde me dat ze
het zo opvatte dat de ik-figuur uit die
epiloog alle voorgaande deeltjes fantaseert. Dat was niet mijn oorspronkelijke
bedoeling, maar het lijkt me inderdaad
niet onmogelijk.”
Gek van getik
Waarom schrijft een gezonde jongeman
verhalen over moord en geweld? “Dat
komt door Hemingway, mijn favoriete
schrijver, die overigens ook zelfmoord
heeft gepleegd. Ook hij schreef niet zelden over oorlog en geweld. Hij stelde
zich bovendien voortdurend vragen
over het leven, wat natuurlijk samen(© Rob Stevens)
hing met de tijdsgeest. Het interbellum
was vooral een periode van desillusie.
Geen sprookjespaleis
“Ik ambieer wel een schrijverscarrière,
Ik heb dat vandaag ook wel een beetje, Het verhaal van Jeroen heeft de jury — ja, maar dan het liefst in combinatie
dat besef dat we in een kapotte wereld waar onder meer de literatuurprofesso- met een loopbaan als journalist. Voor
leven, en ik vind het intrigerend om te ren Hugo Brems en Dirk De Geest deel de nabije toekomst heb ik nog een aanzoeken naar de oorzaken daarvan. Maar van uitmaakten — meer dan bekoord. tal verhalen op stapel staan. Eentje
ik ben niet enkel gefascineerd door het Toch was het nog maar de eerste keer waarin ik finaal afreken met Hemingwaarom van geweld, hoor. Ook liefde is dat hij aan een schrijfwedstrijd deel- way — vrienden doen immers weleens
een geliefd thema, al valdenigrerend over mijn
len clichés daarbij moeivoorliefde voor hem,
“Naast mij was mijn polshorloge aan het tikken, en elke schrijver moet
lijker te vermijden. In een
en na een tijdje begon dat me te enerveren.
van de scènes probeer ik
ooit zijn voorbeelden
niettemin beide thema’s
loslaten — en een anIk vroeg me af of het getik van een horloge
te combineren.”
der waarin ik de band
iemand zo ver zou kunnen brengen dat hij gek tussen vader en zoon
“Ik kwam op het idee
voor het verhaal op een
op een unieke manier
wordt en uiteindelijk zelfmoord pleegt.”
winteravond. Het was donprobeer te benaderen.
ker buiten, en ik zat aan
En ooit schrijf ik ook
mijn bureau. Naast mij was mijn pols- nam. “Vorig jaar studeerde ik aan de een roman. Er is er een aan het rijpen,
horloge aan het tikken, en na een tijdje K.U. Brussel, en toen kende ik de Literai- maar geef me nog wat tijd.”
begon dat me te enerveren. Ik vroeg me re Prijs nog niet. Ik schrijf wel al sinds
af of het getik van een horloge iemand mijn kindertijd, en sinds twee jaar ben ‘Het Vrolijke Bestaan’ van Jeroen Bernaer
zo ver zou kunnen brengen dat hij gek ik er vrij intensief mee bezig. Ik begin kunt u binnenkort lezen in Klavecimbel, het
wordt en uiteindelijk zelfmoord pleegt. de laatste tijd de dingen ook echt door kringblad van Babylon. Het blad publiceert
Dat is één van de mogelijke interpreta- een schrijversbril te bekijken. Ik voel de ook de gedichten van de laureaat in de cateties van de eerste scène, en misschien behoefte om na te denken over hoe de gorie poëzie: Kris Lauwereys (UGent).
zelfs niet eens de meest relevante. Later wereld in elkaar zit, en al besef ik maar
kwamen dan alle andere stukjes over al te goed dat het menselijk bestaan
geweld erbij. Nu, ik heb wel geprobeerd zich niet afspeelt in een sprookjespahet onderwerp subtiel te benaderen. leis, toch kan ik geraakt worden door
Het waarom van het doden heb ik wel eenvoudige dingen die het leven mooi
gesuggereerd, maar het wordt nooit ex- maken.”
pliciet uitgesproken.”
Wordt Jeroen Bernaer later beroemd?
17
KORTCULTUUR
Under my skin
(Is there somebody) under my skin
is een STUK-productie die onderdak vond in de Centrale Bibliotheek aan het Ladeuzeplein. In
dit project kruipt artieste Ivana
Müller virtueel in het lichaam van
een vrouw.
11, 12, 13, 18, 19, 20 mei, 19u, 20u30,
22u, Centrale Bibliotheek Ladeuzeplein. Voor meer info:
http://www.stuk.be
De Langste Dag
STUK en de Afdeling Kunstwetenschappen werkten samen een
project uit rond De Langste Dag,
een opname van de openingsdag
van Initiatief ’86 en de kunsthappening Chambres d’Amis van Jan
Hoet in Gent. Na een voorstelling
van enkele fragmenten discussiëren Jef Cornelis (o.a. coördinator
van De Langste Dag) en professor
Hilde Van Gelder over de waarde
van het evenement Chambres
d’Amis voor het artistieke leven in
Vlaanderen.
12 mei, 20u, STUK Auditorium.
Toegang is gratis. Voor meer info:
http://www.stuk.be
Filmklassiekers
Het Departement Audiovisuele
Communicatie stelt in het programma van Cinema ZED elke
maand een reeks filmklassiekers
voor. In mei zijn dat The Lady from
Shangai (Orson Welles), Les 400
Coups (François Truffaut), The Big
Sleep (Howard Hawks) en La Dolce
Vita (Federico Fellini).
Info: http://www.cinemazed.be
Eindfeest STUK
STUK sluit het academiejaar
gewoontegetrouw af met een
veelomvattend eindfeest. Na een
barbecue met cocktails tracteert
STUK de bezoekers op maar liefst
twee verrassingsfilms en een
terrasprojectie, een dansvoorstelling van Mette Ingvartsen, en veel
muziek.
26 mei, uitdelen filmtickets 18u,
barbecue 19u30 en programma 20u.
Gratis voor STUKkaartbezitters. Meer
info: http://www.stuk.be
Leuvens Alumni Orkest
Het LAO concerteert op 4 juni
met een klassiek programma met
muziek uit Oost-Europa. Na een
openingsspeech door voorzitter Karel Vinck kunnen liefhebbers genieten van De Moldau
van Smetana, Rapsodie concerto
van Martinu en Symfonie nr.5 van
Sjostakovitsj. Presentator is Wim
De Vilder.
4 juni, 20u15, Pieter de Somer-aula,
Deberiotstraat 24, 3000 Leuven.
Meer info: Jan De Vilder, (t) 016 22 43
28, info@lao.be, http://www.lao.be
CampusToneel naar Landjuweel
De voorstelling ‘Azen’ van CampusToneel werd geselecteerd
voor de 69ste editie van het
Landjuweeltornooi. Deze prestigieuze wedstrijd voor amateurgezelschappen geeft tijdens het
eigenlijke tornooi in september en
oktober aan de zes genomineerde
producties de gelegenheid de jury
te overtuigen van hun kwaliteiten.
Op 29 oktober valt het definitieve
verdict. De zes voorstellingen,
waaronder de Othello-bewerking
‘Azen’ van Dimitri Leue door CampusToneel Leuven, blijven over uit
een totaal van 77 kandidaten.
http://www.hetlandjuweel.be/
top vijf
12.5.2005
Anatomopathologie:
Heliobacter pylori
(© Rob Stevens)
Professor Karel Geboes is
anatomopatholoog. Zijn onderzoeksdomein is toegespitst op
chronische aandoeningen van
het maagdarmstelsel, vooral
de ziekte van Crohn en colitis
ulcerosa, en de ontwikkeling
van carcinomen in maag en
slokdarm.
“Als belangrijkste doorbraak
zou ik tippen op een herontdekking, namelijk het belang
van de Helicobacter pylori, een
bacterie die voorkomt bij 40
tot 50 procent van de bevolking naar gelang de socioeconomische status, en die bij
5 tot 7 procent van de dragers
maag- en duodenumzweren
veroorzaakt, en die ook een
hoofdoorzaak is van carcinomen en lymfomen in de maag.
Anatomopathologen hadden in
1876 al tevergeefs gewezen op
het bestaan van deze bacteriën
bij maagletsels. Maagzweren
werden volgens de literatuur
en de ‘volkswijsheid’ veroorzaakt door teveel maagzuur,
door stress, door een te prikkelend dieet enzovoort, maar
niet door bacteriën. Zelfs toen
men omstreeks 1950 elektronenmicroscopische bewijzen
had, werden die van tafel
geveegd. De aanwezige bacteriën werden beschouwd als
‘artefacten’. Pas in 1983 wist
de Australiër Barry Marshall
onweerlegbaar aan te tonen
dat de bacterie wel degelijk
de oorzaak van zeer vele maagletsels was. Dat leidde tot een
antibiotica-therapie, waardoor
het aantal maagzweren én
maagcarcinomen spectaculair
gedaald is, zeker in westerse
landen.”
“Niet alleen in mijn vakgebied, maar in de gehele geneeskunde ontbreekt het nog aan
een algemeen geldige methode
om vroegtijdig kankers te
identificeren of ze zelfs volledig te voorkomen. We kunnen
kanker slechts vaststellen als
het proces al begonnen is. Een
universele merker die zou aangeven dat je een kanker gáát
ontwikkelen, dat is de graal
van de geneeskunde. Maar
ik betwijfel of die er ooit zal
komen: de mechanismen die
tot kanker leiden, zijn wellicht
te uiteenlopend om een echte
preventieve merker te vinden.
De mechanismen verschillen
inderdaad van systeem tot
systeem en wisselen naar
gelang het type van kanker.
Moleculaire technieken en
recente morfologische technieken op basis van immunohistochemie hebben ons wel een
hele stap vooruit geholpen.”
2.
Medicinale scheikunde:
RNA
Piet Herdewijn is gewoon
hoogleraar in de Faculteit
Farmaceutische Wetenschappen en verbonden aan het
Rega-Instituut. Zijn expertise
is gesitueerd in het domein
van de medicinale scheikunde.
“Het ontwikkelen van nieuwe
geneesmiddelen gebeurt op
het raakvlak van diverse vakgebieden. Ik concentreer me
op de scheikundige kant.”
“Eigenlijk liggen doorbraak
en lacune voor mij dicht bij
elkaar. Beide hebben te maken
met de structuur en functie
van RNA, een van onze belangrijke interessedomeinen.
De ontdekking dat RNA een
polymeer is dat én informatie
opstapelt binnen de cel én
katalytisch werkt, zou ik als
belangrijkste doorbraak aanduiden. Voor die ontdekking
ontvingen Sidney Altmann en
Thomas Cech in 1989 de Nobelprijs voor scheikunde. Het gaat
hier om inzichten in het fundament van het leven. Een
tijdlang dacht men dat DNA
de basis moest zijn, maar nu
weten we dat het katalytisch
vermogen van RNA de sleutel
is. RNA kan andere reacties
katalyseren, maar ook zijn
eigen vorming. De transfer
van informatie gebeurt door
DNA-verdubbeling. Dat ook
RNA daarbij betrokken was,
wisten we al, maar het inzicht
in de katalytische werking was
nieuw. Het gaat hier werkelijk
om de sleutel voor de overgang
van levenloos naar levend materiaal. Maar weten hoé dat
gebeurt, is nog een heel verwijderd van begrijpen
waaróm. Daarmee betreden
we natuurlijk het terrein van
de filosofie...”
“Misschien vallen uit de
werking van RNA concepten af
te leiden voor de ontwikkeling
van nieuwe geneesmiddelen,
maar daar zijn we nog niet aan
toe. Dat is trouwens meteen de
lacune in mijn vakgebied: veel
zaken zijn conceptueel wel
tamelijk uitgebouwd, maar experimenteel blijft het vaak erg
moeilijk. Dat was een aantal
jaren geleden zo met gentherapie, die erg veelbelovend was,
maar bij de overgang naar echt
praktische toepassingen viel er
minder te juichen. Momenteel
wordt erg veel verwacht van
stamceltherapie. Waar het
echter aan ontbreekt, is een
werkelijk universeel systeem
om concepten om te zetten in
bruikbare, werkende therapieën en geneesmiddelen, met
een evolutie naar een behandeling van de oorzaken, minder
dan van de symptomen.”
3.
Papyrologie: Papyri
in het Lineair-B
Professor Willy Clarysse
beweegt zich op de raakvlakken tussen Klassieke Filologie, Oude Geschiedenis en
Egyptologie. Hij specialiseert
zich in de papyrologie. “Dat
is een discipline die eigenlijk
pas in de eerste helft van de
20ste eeuw tot bloei gekomen
is, toen het aantal beschikbare
papyri plots sterk toenam.
Daardoor, en met informatie
uit de archeologie, bijvoorbeeld via de epigrafie, hebben
we talrijke blinde vlekken uit
de Griekse geschiedenis en
cultuur kunnen invullen. Bijvoorbeeld: tot dan toe was van
de Griekse komedieschrijvers
praktisch alleen Aristophanes bekend. Van hem waren in de Middeleeuwen heel
wat teksten gekopieerd, maar
niet van anderen. Via papyri
hebben we onder meer geleerd
hoe belangrijk Menander in
dit verband was. Ook op het
vlak van de godsdienstgeschiedenis hebben de papyri voor
een revolutie gezorgd. Tot dan
toe waren het manicheïsme
en het gnosticisme eigenlijk
alleen bekend uit geschriften
van kerkvaders, die zich tegen
deze religies afzetten, en die
dus een heel gekleurd beeld
gaven. We hebben nu echter
de beschikking over heuse
manicheïsche en gnostische
papyri-bibliotheken, die ons
een veel beter beeld geven van
deze wereldreligies tussen het
christendom en islam. Wat de
economische geschiedenis betreft, zijn de klassieke auteurs
ofwel erg fragmentair, ofwel
erg onbetrouwbaar. Maar de
papyri, die vaak een ambtelijke, formele en objectieve
inhoud hebben, stellen ons nu
zelfs in staat om statistische
berekeningen uit te voeren op
het vlak van handelsverkeer,
demografie, enzovoort.”
“Waar een papyroloog van
droomt, is de ontdekking
van papyri in het Lineair-B,
het oudste Grieks, dat pas
omstreeks 1950 ontcijferd
werd door Michael Ventris. De
kleitabletten waar we het tot
nu mee moeten stellen, bevatten vaak slechts enkele regels
tekst, waardoor onze kennis
van het oudste Griekenland
beperkt blijft. Met die papyri
zouden we misschien zelfs een
proto-Homeros kunnen ontdekken… Maar ook zonder zo’n
revolutie heeft een papyroloog
nog werk genoeg: er wachten
nog honderdduizenden papyri
op uitgave.”
4.
Economie: Onmogelijkheidstheorema
Professor Erik Schokkaert
doet hoofdzakelijk onderzoek in de sfeer van de
welvaartseconomie. “Voor
mijn vakgebied geldt dat we
de laatste decennia veel beter
dan vroeger ethische waarden
kunnen formaliseren, bijvoorbeeld de wisselwerking tussen
rechtvaardigheid en efficiëntie. Dat is vooral gerealiseerd
door de ontwikkelingen sinds
het Onmogelijkheidstheorema
van Kenneth Arrow uit 1951.
Hij bewijst dat het onmogelijk is om een beslissingsprocedure te definiëren die
aan álle wensen voldoet. De
invloed van zijn werk op de
theorie van wat rechtvaardig
is, is enorm. Veel meer dan
vroeger houdt de economische
theorievorming nu rekening
met bevindingen uit andere
disciplines.”
“Voor de economie in het
algemeen tip ik op de Speltheorie van John Nash uit de jaren
50, al waren er al voorlopers
in de jaren 30. De laatste twee
decennia is de invloed van die
theorie erg versneld, doordat
ze meer en meer toegepast
werd op economische problemen. De Speltheorie gaat
ervan uit dat het resultaat
van een beslissing, ook van
economische aard, mede
afhangt van de beslissingen
van anderen. In de klassieke
economische theorie was de
prijs determinerend: je kon
beslissingen nemen op basis
van de prijs die op de markt
gegeven was en je moest geen
rekening houden met wat
anderen deden. De Speltheorie
toont aan dat economische
besluitvorming niet altijd op
die manier werkt.”
“Economen gaan ervan uit
dat mensen handelen vanuit
hun eigen voorkeuren. Er is
echter interactie tussen die
voorkeuren en het economisch
systeem. We begrijpen nog
veel te weinig van de wisselwerking tussen die twee,
ondanks het feit dat er veel
onderzoek naar gebeurt. De
afgelopen twintig jaar stellen we bijvoorbeeld vast dat
mensen meer dan vroeger een
zekere inkomensongelijkheid
aanvaarden en dus een nieuw
soort rechtvaardigheidsbegrip
hanteren. Niet alleen beïnvloedt dat hun eigen handelen,
maar ook de richting van het
economisch systeem. De band
tussen die twee beter begrijpen zou niet alleen de economische theorie vooruithelpen,
maar de sociale wetenschappen in het algemeen.”
5.
Differentiaalmeetkunde Riemann
Franki Dillen, hoofddocent
wiskunde en gespecialiseerd
in differentiaalmeetkunde,
heeft het moeilijk om dé
mijlpaal uit de wiskunde
aan te wijzen. “Er zijn zoveel
deelgebieden, zoveel belangrijke figuren, zoveel mijlpalen… Maar als ik er toch
één moet selecteren, kom ik
bij de figuur van Bernhard
Riemann terecht. Zonder hem
had de hedendaagse wiskunde
er gewoon heel erg anders
uitgezien. Hij overleed in 1866,
toen hij pas 40 was, maar hij
heeft in zijn korte leven in
de drie grote gebieden van de
wiskunde belangrijke sporen
uitgezet. In de algebra is er de
Riemann-hypothese, één van de
‘vragen van 1 miljoen dollar’
van het Clay-instituut, uiterst
complexe problemen waar
een snuggere wiskundige een
centje mee kan bijverdienen.
In de analyse is er bijvoorbeeld
de Cauchy-Riemann voorwaarde,
en in de differentiaalmeetkunde werken we met de Riemannse
variëteit. Met wat goede wil zou
je van die laatste zelfs kunnen
zeggen dat ze aan de basis ligt
van de relativiteitstheorie.”
“De euclidische meetkunde
is gebaseerd op het vlak en op
de ‘vlakke ruimte’. De grote
verdienste van Riemann is
dat hij de euclidische meetkunde heeft uitgebreid naar
gekromde ruimtes.”
“Lacunes zijn er natuurlijk
ook. Als wiskundige word ik
vooral geconfronteerd met een
overmatige opdeling van het
vakgebied in strikt van elkaar
gescheiden specialiteiten. Het
is erg jammer dat er zo weinig
werk gedaan wordt dat die kloven overstijgt, terwijl het vaak
juist dáár is dat belangrijke
doorbraken gerealiseerd kunnen worden. Dat wordt mooi
geïllustreerd door de aanpak
van de Poincaré-conjectuur – een
ander probleem uit de Claylijst. Grisha Perelmann, een
zeer excentrieke maar geniale
Russische wiskundige uit SintPetersburg, heeft dat oude
probleem blijkbaar opgelost,
met name door differentiaalmeetkundige methoden te
gebruiken voor een probleem
dat al meer dan honderd jaar
in de topologie ondergebracht
werd. Met topologische methoden alleen lukte het kennelijk
niet, maar door ‘even’ bij de
buren te gaan kijken, kon wél
vooruitgang geboekt worden.
Dat voorbeeld zou inspirerend
moeten werken…”
(© Rob Stevens)
1.
(© Rob Stevens)
Ludo Meyvis
campuskrant
Ook in het jaar 5 van het nieuwe millennium vraagt Campuskrant aan vertegenwoordigers van een lange lijst
disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de grootste lacune is.
(© Rob Stevens)
TOP VIJF
(© Rob Stevens)
18
campuskrant
valvas
12.5.2005
Doctoraten
Ingenieurswetenschappen
25 apr., Sven Verdoolaege,
Incremental Loop Transformations and Enumeration of
Parametric Sets.
29 apr., Bert Coletti,
Thermodynamic and Physical
Aspect of the Ladle Metallurgy
of Low-Carbon Low-Alloyed
Steels.
2 mei, Johan Laneau,
Als doven naar muziek luisteren - Toonhoogtewaarneming
met een cochleairimplantaat.
10 mei, Andy Devos,
Quantification and Classification of Magnetic Resonance
Spectroscopy Data and Applications to Brain Tumour
Recognition.
10 mei, Ellen Van Camp,
Diagonal-Plus-Semiseparable
Matrices and Their Use in
Numerical Linear Algebra.
11 mei, Linda Stappers,
AFM Study of the Incorporation of Particles in Metals
During Electrodeposition.
12 mei, Oscar Barrero Mendoza,
Data Assimilation in Magnetohydrodynamics Systems Using
Kalman Filtering.
Wetenschappen
29 apr., Inge Mertens,
G-proteïne gekoppelde receptoren in de model organismen
drosophila melanogaster en
caenorhabditis elegans.
29 apr., Sven Van Loo,
Non-Thermal Radio Emission
from Single Hot Stars.
3 mei, Erwin Lijnen,
Topologie en chemie: de
polyedrische toestand van
moleculaire materie enprocessen.
10 mei, Gerald Louette,
Kolonisatie en gemeenschapsopbouw van cladoceren zoöplankton in nieuw gecreëerde
poelen.
12 mei, Tine De Cat,
Translaties in enkelvoudig
transitieve affiene acties van
nilpotente Liegroepen.
Letteren
28 apr., Brigitte Adriaensen,
Arabescos para entendidos.
La poética de la ironía en la
obra tardía de Juan Goytisolo
(1993-2000).
12 mei, Annelien De Dijn,
Aristocratic Liberalism in
Nineteenth-Century France,
1814-1870.
Sociale Wetenschappen
11 mei, Americo Beviglia Zampetti,
The Notion of “Fairness” in
International Trade Relations:
the US Perspective.
Geneeskunde
12 mei, Priya Gomes,
Paracrine and Gap Junctional
Intercellular Communication
in Bovine Corneal Endothelial
Cells.
Psychologie en
Pedagogische Wetenschappen
28 apr., Jozef De Winter,
The Role of Special Contour
Points in Recognition and
Segmentation of Objects.
3 mei, Wim Van Dooren,
De lineaire imperatief: Een
zoektocht naar de wortels
en de impact van onterecht
lineair redeneren.
10 mei, Filip Raes,
Specificiteit van het autobiografisch geheugen: Een
experimenteel onderzoek
naar de functionele aspecten
en een prospectief onderzoek
naar de predictieve waarde
voor depressie.
Bio-ingenieurswetenschappen
4 mei, Rebecca Devlaeminck,
Fluxen van plantensoorten en
materie doorheen en vanuit
de bosrand.
23 mei, Rein Brys,
De impact van habitatfragmentatie en -degradatie op
plantenpopulaties in agrarisch
gebied.
26 mei, Hannelore Strosse,
Optimalisatie van in vitro
meervoudige meristeem-
culturen en embryogene
celsuspensies in banaan (Musa
spp.).
30 mei, Filip Coppens,
Influence de la localisation
et de la nature des résidus de
culture sur les processus hydrodynamiques, le transport
et les biotransformations du
nitrate et du carbone.
30 mei, Pieter Roovers,
Impact of Outdoor Recreation
on Ecosystems, towards an
Integrated Approach.
Benoemd of onderscheiden
Paul De Grauwe, gewoon
hoogleraar aan de Faculteit
Economische en Toegepaste
Economische Wetenschappen, kreeg een eredoctoraat
aan de Universiteit van Genua
voor zijn onderzoek over de
economische en monetaire
integratie in Europa.
Arne Neyrinck, verbonden
aan het Centrum voor Experimentele Heelkunde en Anaesthesiologie van het UZ Gasthuisberg, heeft de zeer gerenommeerde ISHLT/Fujisawa
Transplant Research Fellowship
Award 2005 gewonnen met
zijn thesisproject Comparative
study of lung injury in heartbeating versus non-heart-beating donor.
Professor Danny Pieters,
coördinator Studentenbeleid,
werd uitgenodigd lid te worden van de Academia Europeae
en aldaar zitting te nemen in
de sectie Sociale Wetenschappen. De Academia Europeae
is de Europese versie van onze
Koninklijke Academiën en
telt leden uit alle Europese
landen.
[ taal ] TiP
19
Sara Brouckaert
Drink niet van mijn vaarwater!
Wie smukt zijn taalgebruik niet graag eens op met een fijne
zegswijze of een origineel spreekwoord? Ze maken onze woorden
net iets levendiger, geven onze boodschap vaak net die schwung
die ze anders zou missen. Ook docenten zijn zich daarvan bewust.
Daarom deinzen veel van hen niet terug voor een flinke dosis beeldspraak nu en dan om hun college, seminarie of cursus wat kleur te
geven.
Helaas kan het daarbij soms vreselijk misgaan. De meest poëtische
uitdrukkingen, de meest welluidende vergelijkingen kunnen de
vorm aannemen van afschrikwekkende mutanten tegen de tijd dat
ze hun publiek bereiken. Nu hoort u mij niet zeggen dat ik totaal
tégen het bestaan ben van dergelijke — vaak hilarische — pareltjes
van verregaande verbeelding, foute interpretatie, contaminatie of
gewoon verspreking. Een bedroevend saai college kan veranderen
in een festijn van lachen, gieren, brullen door één geslaagd staaltje
van foute beeldspraak. We verbasteren heel wat af, al zijn we er ons
meestal niet van bewust. Daarom deze bijzondere Taaltip, beste
lezer. Om u te wijzen op slechts een miniem deeltje van de enorme
schat aan vergissing, verwarring en verknoeiing in beeldspraakland.
Een vaak voorkomende is het bijzonder populaire nauw aan het
hart. Het wordt meestal gebruikt om te zeggen dat iets of iemand
veel voor ons betekent, ons raakt in ons gemoed. We horen en
lezen het bijna dagelijks. We worden er zelfs zo vaak mee geconfronteerd dat velen er niet bij stilstaan dat de uitdrukking eigenlijk
luidt: na aan het hart liggen (of gaan). Een andere hardnekkige is een
handje weg hebben van. Dat is een contaminatie van een handje van
iets hebben en iets weg hebben van. Een handje van iets hebben betekent de (meestal hinderlijke) gewoonte hebben een bepaald iets te
doen. Vorige week nog hoorde een collega van me het prachtige
klinkklare oplossingen bieden (klinkklare onzin – oplossingen bieden)
en amper een dag later hoorde ik over een assistent vertellen dat
hij best wel talent had, als hij maar eens uit zijn kluiten wilde schieten
(uit de kluiten gewassen - in actie schieten).
Zo kunnen we eindeloos doorgaan en dat is natuurlijk niet de
bedoeling. Ik sluit graag af met enkele ware juweeltjes, die ik u niet
wil onthouden: Van iemands vaarwater drinken, een touwtrekkersrol
spelen, de soep wordt nooit zo heet gedronken als ze wordt gegeten, wij
zijn de mazen die door het net zullen glippen, een zware tijd achter de
boeg hebben, een vinger in de pap te brokkelen hebben, we zullen dat
varkentje wel even pellen, muggen op laag water zoeken. En nog vele,
vele andere.
Mijn tip voor u, beste lezer, is deze: maak gerust en overvloedig
gebruik van de prachtige schat aan spreekwoorden, gezegdes,
uitdrukkingen en vergelijkingen die onze taal te bieden heeft.
Maar bedenk ook dat foute of fout gebruikte beeldspraak uw
droevige mededeling of ernstige lezing danig kan overhoop halen.
Op sommige momenten houdt u zich dus maar beter bij de uitdrukkingen die u kent. Neem niet te veel hooi op uw schouders, want
voor u het weet is de koe door de kerk en dan staat u daar, met uw
broek vol tanden.
world.wide.wetenschap
Ludo Meyvis
Campuskrant offreert u handenvol populariserende of,
als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige
wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten.
Darwin
Waarom zouden echt klassieke, echt baanbrekende wetenschappelijke werken door geen hond gelezen worden?
Laat dat met The Origin of Species van Charles Darwin niet langer
het geval zijn. Hier vindt u de volledige tekst, en leert u meteen
wat er beter moet in De Mens Versie 2.0.
http://www.literature.org/authors/darwin-charles/
Fleece
50,–
www.kuleuven.ac.be/boetiek/
oude markt 13, leuven
tel 016 32 40 16
open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur
Edison
Zijn er over u al 5.000.000 bladzijden geschreven? Indien dat
niet het geval is, is uw naam wellicht niet Thomas Alva Edison.
En qua uitvinder stelt u geen ene moer voor, geef toe. Op deze
site van de Rutgers University leest u hoe u zich tegen volgende
week kunt verbeteren. Niet alles staat online, maar er wordt aan
gewerkt.
http://edison.rutgers.edu/
Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze
website: http://www.kuleuven.be/ck/
20
de buitenkant
12.5.2005
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Professor Dirk Speelman (40),
Departement Linguïstiek
“Ik zie mezelf met een kapmes in
de brousse staan”
(© Ingrid Hannes)
Bike & Run
Paul & Eddy
Terwijl voetbalgrootmeester Paul Van Himst (links) voor de
zoveelste keer probeert uit te leggen hoe buitenspel in elkaar
zit, maakt zijn collega-god uit de wielerwereld Eddy Merckx
(midden op de foto) zich op voor zijn deelname aan Bike &
Run. Op 4 mei openden beide heren de derde editie van dat
sportevenement. Het concept: de deelnemers overbruggen al
lopend en fietsend de 30 kilometer die de sportcampussen van
K.U.Leuven en UCL scheidt. Traditioneel wordt het parcours
door koppels van één loper en één fietser afgelegd, maar
dit jaar waren er verschillende andere formules mogelijk. De
K.U.Leuven ondersteunt met de helft van alle inschrijvingsgelden het leerstoelenproject voor jonge academici in Kinshasa.
Er waren dit jaar 340 deelnemers, een record.
(© Ingrid Hannes)
colofon campuskrant
C a mpusk r a nt
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
R edactie
Reiner Van Hove (hoofdredacteur a.i.),
Ludo Meyvis, Els Spaas,
Wouter Verbeylen
Redactieadres
Oude Markt 13, 3000 Leuven
(t) 016 32 40 18
(f) 016 32 40 14
campuskrant@kuleuven.be
Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
Veronique.Limbourg@dcom.kuleuven.be
Adreswijzigingen (personeel en externen)
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
Inge.Verbruggen@dcom.kuleuven.be
Adreswijzigingen (oud-studenten)
Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
Erik.Gobin@alum.kuleuven.be
Losse medewerkers
Hedwig Bogaerts, Sara Brouckaert, Vincent Buyens,
Ines Minten, Sven Nevens, Sara Reymen, Katrien
Steyaert, Benedict Vanclooster, Tim Vuylsteke
— Wat wilde je worden
toen je klein was?
Ik herinner mij veel periodes in
mijn leven waarin ik eigenlijk
niet wist wat ik wilde worden,
maar als rode draad kwamen
schrijver en muzikant steeds
weer te voorschijn. Muziek en
schrijven zijn nu nog altijd belangrijke dingen voor mij, maar
de behoefte om ze in een professioneel leven te gieten, heb
ik opgeborgen. Gitaar, conga
en djembé spelen beoefen(de)
ik als hobby, en het schrijven
wil ik terug uit de kast halen in
een rijpere levensfase.
— Wat is het grootste
misverstand dat over jouw
beroep of onderzoeksdomein bestaat?
Men overschat het normatieve
aspect waar een taalkundige
zich mee bezig houdt, alsof die
zich enkel over de regels in de
taal zou buigen. Taal is veel meer en leeft een eigen leven. In het onderzoeksdomein van de corpuslinguïstiek denkt men vaak dat computerprogramma’s
vooral de routineklusjes voor hun rekening nemen, terwijl ik net denk dat ze het
instrument bij uitstek zijn voor het creatieve werk.
— Met wie zou je wel eens een goed gesprek willen voeren?
Met George Bush, omdat hij het prototype is van een machtige wereldleider die
een zeer karikaturale retoriek gebruikt. Ik zou willen weten of er een échte man
zit achter het rolletje dat hij speelt. Ik vrees dat hij helemaal versmolten is met
die rol, en dat wil ik dus ontmaskeren tijdens het gesprek.
— Bij welke historische gebeurtenis zou je zelf graag betrokken zijn geweest?
De belangrijkste historische gebeurtenissen zijn die waarbij onrecht wordt
rechtgezet, maar ze zijn niet aantrekkelijk omdat die nooit zonder slag of stoot
geschieden. Wat mij wel aanspreekt, zijn de grote ontdekkingen. Ik zie mezelf
nog als ontdekker op een schip naar Amerika of Afrika vertrekken, of met een
kapmes in de brousse staan om het avontuur op te zoeken.
— Wat is echt belangrijk in het leven?
Deze vraag moet iedereen voor zich zelf invullen en ik meen dat de invulling verandert doorheen het leven. Dat is typisch menselijk. Momenteel zijn mijn twee
dochtertjes, Naomi van 7 en Sara van 5 jaar, het belangrijkste.
— Wat wil je nog leren in dit leven?
Ik wil nog minstens één muziekinstrument leren bespelen waarvan ik de taal
nog niet ken. Ik weet nog niet om welk instrument het gaat, misschien dat mijn
dochters mij op een idee zullen brengen. Het leren spreken van een taal van een
instrument is verrijkend. In het westen zijn we te veel consumenten van muziek
of kunst, terwijl het echt genieten is om zelf actief kunst te beoefenen.
— Wie of wat zou je graag wegtoveren?
In één toverslag zou ik de honger en de te vermijden ziektes uit de wereld
helpen. Wellicht heb ik dan een zeer sterke toverstaf nodig. Met wat minder
armslag zou ik de excessen van onze eigen beschaving aanpakken: het superioriteitsgevoel zou ik omtoveren tot een gezond zelfbewustzijn, en onze omgang
met schuld en schaamte verander ik in een gezond rechtvaardigheidsgevoel. En
in wil ook graag alle lelijke huizen in België wegtoveren.
— Je bent een eendagsvlieg en mag voor één dag vanop iemands schouder
meekijken: op wiens schouder ga je zitten?
Ik ga beurtelings op de schouder van mijn dochters zitten. Zij liggen me zo na
aan het hart, dat ik hun leventje wel vanop hun schouders zou willen gadeslaan.
Tegelijkertijd voel ik mij schuldig omdat het iets te veel weg heeft van Big
Brother.
— Welke vraag wil je schrappen?
Bij welke historische gebeurtenis zou je zelf graag betrokken zijn geweest?
— Welke nieuwe vraag wil je erin?
Je wordt minster van Zaken Die Beter Kunnen. Wat is je eerste agendapunt?
Vormgeving
Catapult
Lay-out en zetwerk
Bernd Van de Voorde, Reiner Van Hove
Fotografie
Rob Stevens, Michaël De Lausnay, Ingrid Hannes
Cartoons
Joris Snaet
Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
Veronique.Limbourg@dcom.kuleuven.be
Oplage
18.300 ex.
Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13,
3000 Leuven
Copyright artikels
Artikels kunnen overgenomen worden mits
toestemming van de redactie.
Het volgende nummer verschijnt op
woensdag 1 juni. Suggesties voor artikels
zijn welkom op het redactieadres.
Campuskrant op Internet
http://www.kuleuven.be/ck
(© Rob Stevens)
Interview
Hedwig Bogaerts

Similar documents

CK26 nr04 - KU Leuven

CK26 nr04 - KU Leuven denken. Met een talige vanzelfsprekendheid die sommige professoren degradeerde tot goedmenende liefhebbers. De spanning tussen de academie en de kunst, concreet gemaakt door een voetballer met taal...

More information

INHOUD - KU Leuven

INHOUD - KU Leuven rol. Het staat wel vast dat op dit moment de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer 370 ppm (deeltjes per miljoen) bedraagt, terwijl dat vóór 1700 nog 270 ppm was.” Paulissen benadrukt dat de d...

More information

ck18 10 p01

ck18 10 p01 niet altijd kritisch genoeg.” Ook wanneer studenten hun weg naar een elektronische informatiebron hebben gevonden, verloopt de zoekopdracht niet altijd even vlot. “Zo blijkt het kunnen bepalen van ...

More information

middeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in

middeleeuws spektakel in begijnhof filosofie in starten of het afbouwen van zinloos geworden therapieën; aldus vermijdt de arts onevenredige medische handelingen te stellen. In de intensieve zorg-afdelingen worden medische interventies stopgezet...

More information